het ondernemerslevenvan salomon frenk (1915-1999) - Rotterdam
het ondernemerslevenvan salomon frenk (1915-1999) - Rotterdam
het ondernemerslevenvan salomon frenk (1915-1999) - Rotterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
oprichting van de Bond van Belanghebbenden<br />
bij de handel in Olien, Vetten en Oliezaden<br />
bij geschillen in de vleesbranche. In<br />
1954 trad hij toe als lid van The Institute of<br />
Meat in Engeland. In 1974 werd hij gekozen<br />
tot raadslid en benoemd tot 'Fellow'. Salomon<br />
was met deze benoeming de eerste niet-<br />
Brit in <strong>het</strong> bestuur.* In 1977 was Salomon<br />
vice-president en 1978 was hij zelfs een jaar<br />
lang voorzitter van de raad.<br />
De situatie op de Nederlandse vleesmarkt<br />
was in de naoorlogse jaren zeer duidelijk. Tot<br />
1949 reguleerde de overheid de markt. Op<br />
verzoek van <strong>het</strong> Nederlandse Import Bureau<br />
ontving Salomon vlees dat de Nederlandse<br />
regering overzee had gekocht. Als 'meatexpert<br />
reisde hij voor de Nederlandse regering<br />
in 1948 enkele maanden door Zuid-<br />
Amerika en in 1950 door de Verenigde Staten<br />
om daar vlees in te kopen namens de regering."<br />
Tijdens deze reizen leerde hij veel over<br />
de vleesproductie bij de bezochte ondernemingen.<br />
In november 1949 was er voor <strong>het</strong> eerst weer<br />
sprake van een vrije vleesmarkt, toen de<br />
overheid distributiemaatregelen en reglementeringsvoorschriften<br />
ophief. De vleesmarkt<br />
veranderde hierna snel. Kocht de slager voorheen<br />
zelf beesten op de veemarkt om ze<br />
daarna eigenhandig te slachten, nu nam de<br />
slager steeds vaker <strong>het</strong> vlees aan bouten of in<br />
helften af van de vleesgrossier. De grassier<br />
nam een belangrijk deel van de ambachtelijke<br />
slagerstaak over, namelijk <strong>het</strong> uitbenen<br />
van vlees en <strong>het</strong> zonodig uitsnijden in onderdelen<br />
zoals lendes, hazen, billen en ribben.<br />
Een andere belangrijke ontwikkeling voor de<br />
vleessector was de massale acceptatie van<br />
koelkasten en diepvriezers in <strong>het</strong> huishouden<br />
in de naoorlogse jaren. Salomon beoordeelde<br />
deze ontwikkeling tijdens een bijeenkomst<br />
van de Kontaktgroep Vleesbranche in 1959<br />
als volgt: 'op dit moment wordt in Nederland<br />
de koelkast beschouwd als <strong>het</strong> einde<br />
van de maaltijd: voor <strong>het</strong> bewaren van restjes.<br />
Maar de koelkast moet <strong>het</strong> begin van de<br />
maaltijd zijn. Je kunt er je spullen in bewaren<br />
en dan hoef je de volgende dag niet naar de<br />
winkel. Enerzijds moet de huisvrouw, en<br />
anderzijds de slager opgevoed worden. Mijn<br />
gedachte is dus <strong>het</strong> vlees kant-en-klaar aan<br />
de slagers te leveren, zodat ze niet meer hoeven<br />
uit te benen en hun opslagruimte efficienter<br />
kunnen gebruiken. Mijn persoonlijke<br />
mening: nog hooguit tien jaar en die kant-enklaar<br />
slagerijen zijn er.' Om een schakel van<br />
betekenis te blijven in de distributie moest de<br />
traditionele slager zich volgens Salomon richten<br />
op de winkelverkoop, liefst van panklare<br />
artikelen en bijproducten. Zelf had hij in<br />
1954 al een contract gesloten met Albert<br />
Heijn voor <strong>het</strong> leveren van kant-en-klaar<br />
voorverpakt rood vlees aan een <strong>Rotterdam</strong>s<br />
filiaal door de firma D. van Creveld. Dit<br />
experiment was een doorslaand succes.<br />
Verenigde Vee- en VIeeshandel: 'De Schuur<br />
van Broere'<br />
Om beter in te kunnen spelen op de ontwikkelingen<br />
in de vleesbranche sloeg Salomon<br />
samen met andere groothandelaren in vlees<br />
de handen ineen. In 1949 richtten Frenk,<br />
Broere (senior en junior), Wijler, Visser en<br />
Soesman de Verenigde Vee- en VIeeshandel<br />
(V.V.H.) op.«<br />
In de V.V.H. bracht Salomon de rechten en<br />
191