ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hydroquinone N. (Ch.) = hydrochinon: 1,4-dihydroxybenzeen, p-dihydroxybenzeen, C 6 H 4 (OH) 2 ;<br />
v. resorcinol, pyrocatechol.<br />
hydrotropism N. = neiging van sommige organen om in de richting van water te groeien; bv. wortels<br />
groeien naar vochtige bodemlagen toe, v. tropism.<br />
hydroxyproline N. (Ch.) = hydroxyproline, 4-hydroxy-2-pyrrolidibecarbonzuur: aminozuur z. amino<br />
acid.<br />
hygro- = Gr. voorvoegsel met de betekenis: vocht, vochtigheid.<br />
hygrochasium N. = regenvrucht: doosvrucht die bij droogte gesloten blijft maar zich bij regen opent,<br />
zodat de zaden uitgespoeld kunnen worden.<br />
hygrochastic ADJ. = bewegend door uitdrogen of het opnemen van vocht; bv. het openen van vruchten<br />
van mesems en het sluiten van vruchten van Anacampseros bij bevochtigen.<br />
hygrochasy N. = beweging van bv. vruchten bij bevochtiging.<br />
hygrometer N. = hygrometer: vochtigheidsmeter; z. humidity.<br />
hygrophanous ADJ. = doorschijnend in vochtige, ondoorzichtig in droge toestand.<br />
hygrophilous ADJ.. = hygrofiel: bij voorkeur levend in zoetwater en op vochtige plaatsen.<br />
hygrophobe ADJ. = bij voorkeur levend op droge plaatsen.<br />
hygroscopic ADJ. = vochtaantrekkend, onderhevig aan vormverandering als gevolg van verschil in<br />
vochtgehalte.<br />
hygrothermal ADJ. = betrekking hebbend op vochtigheid en temperatuur.<br />
hymenium, mv. hymenia N. = kiemvlies: sporendragend oppervlak van schimmels, bedekt de plaatjes<br />
ve. Plaatjeszwam.<br />
Hymenoptera N. = Tweevleugeligen: orde van insecten met twee paar vliezige vleugels; bv. bijen,<br />
wespen.<br />
hyp- z. hypo-.<br />
hypanthium N. = komvormig omhulsel vh. vruchtbeginsel waarop kelk- en kroonbladen en meeldraden<br />
staan, ontstaan door vergroeiing daarvan; bv. bij pruimebloesem; syn. floral cup. V)<br />
hypanthodium N. = bloemkoek, bloembed: vlezige verbrede of uitgeholde bloembodem; bv. bij Dorstenia<br />
spp.<br />
hyper- = Gr. voorvoegsel met de betekenis: boven, voorbij, meer; v. hypo-.<br />
hyperboreal ADJ. = ver noordelijk; v. boreal.<br />
hyperplasia N. = abnormale groei als gevolg van toegenomen aantal cellen, reactie op een ziekteverwekker;<br />
bv. heksenbezem, gallen, bladkrul; ant. hypoplasia; v. hypertrophy, hypo-trophy.<br />
hyperploidy N. = het voorkomen van enkele extra chromosomen in een celkern; ant. hypoploidy.<br />
hypersensitivity N. = sterke gevoeligheid ve. plant voor een ziekteverwekker, zodat het weefsel op de<br />
plaats vd. infectie afsterft waardoor uitbreiding vd. ziekte voorkomen wordt; planten die op deze<br />
wijze reageren zijn zeer resistent.<br />
hypertonic ADJ. = hypertonisch: betr. oplossing met een hogere osmotische druk dan degene waarmee<br />
vergeleken wordt; ant. hypotonic; v. isotonic; z. osmotic pressure.<br />
hypertrophy N. = hypertrofie: abnormale groei als gevolg van toegenomen grootte vd. cellen; bv. in de<br />
wortels van koolsoorten als gevolg ve. infectie, knolvoet of vingerziekte; v. hyperplasia, hypotrophy.<br />
hypertufa N. = kunstmatige rots: mengsel van 1 deel cement, 2 delen zand en 2 delen turfmolm<br />
aangemaakt met water, wordt gebruikt om in een rotstuin kunstmatige rotspartijen te vormen;<br />
uitgespaarde holten en ingebouwde potten en pannen bieden plaats aan rotsplanten, ook bruikbaar<br />
om plantenbakken &c. mee te bestrijken teneinde een wat natuurlijker uiterlijk te verkrijgen; v. tufa.<br />
hypha, mv. hyphae N. = zwamdraad: draadachtige ketens van cellen ve. zwam, vormen het mycelium.<br />
hypo-, hyp- = Gr. voorvoegsel met de betekenis: onder; ant. epi-, hyper-.<br />
hypochil, hypochilium N. = hypochil: het onderste, het dichtst bij het aanhechtingspunt gelegen deel<br />
vd. lip vd. soms vrij gecompliceerd gebouwde bloem ve. Orchidee; het middendeel is de mesochil,<br />
de top die vaak het meest opvallende deel is, is de epiphil; v. labellum 1).<br />
hypocotyl N. = hypocotiel: stengel ve. kiemplant tussen wortel en zaadlobben; -- arch N. = boog in het<br />
stengeltje onder de zaadlobben, bij bv. een kiemende boon het eerste wat boven de grond komt.<br />
hypocotyledonary, hypocotyledonous ADJ. = onder de kiembladen.<br />
Pagina 117