ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
vessel N. = vat: lange, uit vele cellen gevormde cylindrische en holle buis in het xyleem; transporteert<br />
water en voedingszouten; --element N. = lege dode cel met geperforeerde uiteinden.<br />
vestige N. = onvolledig ontwikkeld orgaan; z. vestigial.<br />
vestigial ADJ. = onvolledig ontwikkeld, ve. orgaan of deel daarvan dat vroeger een functie had bij verre<br />
voorouders, maar nu nog slechts in restvorm aanwezig is; v. rudimentary, suppressed.<br />
vestiture, vesture N. = bedekking; gebruikt om het oppervlak van plantendelen te beschrijven wat betreft<br />
de harigheid en andere aanhangsels.<br />
Vetch N. = Wikke: Vicia spp. (Papillionaceae); ook daarop gelijkende planten.<br />
vexillary ADJ. = vlag btr.; z. vexillum.<br />
vexillum N. = vlag: het grootste, bovenste kroonblad ve. vlinderbloem; syn. banner, standard. R)<br />
viability N. = kiemkracht: vermogen tot kiemen.<br />
viable ADJ. = kiemkrachtig, btr. zaden: levend en in staat zich tot een zaailing te ontwikkelen.<br />
vibratile ADJ. = in staat te trillen.<br />
vicariance N. = verschijnsel dat twee nauwverwante taxa in geografisch gescheiden gebieden<br />
voorkomen, elkaar ahw. vervangend; bv. de ene in de vlakte en de andere in de heuvels.<br />
vicariant N. = plaatsvervanger: plaatsvervangende soort; z. vicariate; -- species.<br />
vicariate ADJ. = plaatsvervangend; -- species N. = --e soort: soort die in een streek voorkomt ipv. een<br />
nauwverwante soort in een naburige streek.<br />
vigor z. vigour.<br />
vigorous ADJ. = krachtig groeiend.<br />
vigour, vigor N. = groeikracht; v. hybrid vigour.<br />
villose, villous ADJ. = langharig: bedekt met matig dichte, lange zachte vaak gekrulde haren. J)<br />
vimineous ADJ. = lange buigzame twijgen vormend; bv. wilgentenen.<br />
vinaceous ADJ. = 1) druiven of wijn betreffend. 2) wijnrood: violetachtig rood; syn. vinose, vinous.<br />
vine USA N. = klimplant; syn. climber.<br />
Vine N. = wijnstok, druivenplant; syn. grape-vine, vinestalk.<br />
Vine Cactus N. = Fouquieria splendens (Fouquieriaceae) (sic!); opm. geen Vine en geen Cactus.<br />
Vine Family N. = Wijnstokfamilie: Vitaceae; ook Grape -- genoemd.<br />
vinegar fly z. fruit fly.<br />
vinery N. = 1) druivenkas; syn. grapery. 2) wijngaard; syn. vineyard.<br />
vinose, vinous z. vinaceous.<br />
vinestalk N. = wijnstok, Vitis vinifera (Vitaceae); syn. grape-vine, vine.<br />
vine weevil N. = taxuskever, lapsnuitkever, Otiorrhynchus sulcatus; de kever legt in de vroege herfst<br />
eieren in de bodem, de larven vreten zich in sappige wortels of in het hart ve. plant en verpoppen<br />
zich in het voorjaar om in de zomer als volwassen kever te voorschijn te komen; aantasting gaat<br />
ongemerkt, aangetaste Huislookrozetten bv. blijken opeens als losse bladeren op de grond te liggen,<br />
de hoofdwortel en het hart weggevreten, in de pot blijkt dan ergens de centimeter grote vette<br />
bleekgele larve te liggen.<br />
vineyard N. = wijngaard, aanplant van wijnstokken.<br />
v. in hb., afk. Lat. vidi in herbario = btr. besproken of beschreven plant: ik heb hem in het herbarium<br />
gezien; v. v. 5).<br />
Violet N. = Viooltje: Viola spp.; in ons land komen ongeveer een dozijn botanische soorten voor, enkele<br />
staan op de zg. Rode Lijst; de gekweekte grootbloemige Tuinviooltjes of Pensées worden weleens<br />
V. tricolor genoemd, maar zijn hybriden: Viola x Wittrockiana.<br />
violet ADJ. = violet: roodachtig blauwe tot blauwrode kleur.<br />
Violet Family N. = Viooltjesfamilie: Violaceae.<br />
Violet Sea-urchin N. = Acanthocalycium spiniflorum (Cactaceae); syn. A. violaceum.<br />
Viper's Bugloss N. = Slangekruid: Echium vulgare (Boraginaceae).<br />
Vipergrass N. = Scorzonera spp. (Asteraceae).<br />
viral ADJ. = een virus betreffend; bv. -- infection N. = virusinfectie.<br />
virent ADJ. = groen.<br />
virescence N. = groenkleuring, ihb. van normaal anders gekleurde organen, bv. kroonbladen.<br />
virescent ADJ. = vergroendend, groenwordend, enigszins groen, groenachtig.<br />
Pagina 254