07.08.2013 Views

ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free

ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free

ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

trisaccharide N. (Ch.) = koolhydraat opgebouwd uit drie enkelvoudige suikers; z. raffinose; v. monosaccharide,<br />

disaccharide, tetrasaccharide.<br />

triseriate ADJ. = in drie kransen, in drie rijen.<br />

tristichous ADJ. = bladstand 1 / 3 , bladeren dus onder hoeken van 120° en in drie verticale rijen staand;<br />

v. phyllotaxy.<br />

triternate ADJ. = drievoudig drietallig; v. biternate.<br />

triune ADJ. = drieviudig, drievuldig, drie-in-een.<br />

trivial character N. = onbelangrijk kenmerk.<br />

trivial name N. = 1) volksnaam ve. plant in tegenstelling tot de wetenschappelijke naam; z. vernacular<br />

name. 2) (Ch.) 'gewone' naam ve. scheikundige verbinding; bv. azijnzuur ipv. ethaanzuur of<br />

methaancarbonzuur.<br />

t-RNA N. = transport-RNA z. transfer RNA.<br />

trochlear ADJ. = katrolvormig: schijfvormig met een vernauwing in het midden vd. omtrek.<br />

Tronador Sp. N. = Oreopanax peltatus (Araliaceae): z. Mano de Leon.<br />

Tropaeolaceae N. = Klimkersfamilie; z. Nasturtium Family.<br />

tropical ADJ. = tropisch: btr. planten uit de tropen, die in een warme kas bij 21 - 27 °C gehouden moeten<br />

worden.<br />

tropics N. = tropen: gebied tussen de keerkringen.<br />

tropism N. = beweging als reactie op een prikkel, de richting vd. beweging hangt af vd. richting vd.<br />

prikkel; veroorzaakt door verschil in groei; bv. omgevallen stengel groeit aan de onderzijde sneller<br />

en buigt daardoor omhoog; v. nasty; z. diageotropism, geotropism, orthotropism, plagiogeotropism,<br />

thigmotropism.<br />

tropophyte N. = tropofyt: tropenplant, aangepast aan de wisseling van droge en natte tijd; vele boomsoorten<br />

in de tropen 'winteren' dwz. laten in de droge moeson hun bladeren vallen; bv. een rubberplantage<br />

heeft dan een 'winters' uiterlijk.<br />

true ADJ. = zaadecht: zaailingen hebben de kenmerken vd. ouderplanten.<br />

true-breeding z. breeding true.<br />

True Jalap N. = Ipomoea purga (Convolvulaceae).<br />

trullate ADJ. = troffelvormig, bladvorm: grootste breedte beneden het midden met naar de top twee lange<br />

rechte zijkanten en naar de basis twee korte rechte onderkanten.<br />

trumpet N. = trompet: bijkroon ve. Narcis, langer dan de kroon; z. corona; v. cup 1).<br />

Trumpet Flower N. = 1) diverse planten met trompetvormige bloemen. 2) de bloemen daarvan.<br />

Trumpet Honeysuckle N. = Noord-Amerikaanse Kamperfoeliesoort met rode blomen, Lonicera sempervirens<br />

(Caprifoliaceae).<br />

Trumpet Gentian N. = 1) Stengelloze Gentiaan: Gentiana clusii (Gentianaceae). 2) ook G. kochiana.<br />

Trumpet Gooseberry N. = Ribes leptanthum (Saxifragaceae).<br />

Trumpet Lily N. = Japanse Lelie, Lilium longflorum (Liliaceae).<br />

truncate, truncated ADJ. = afgeknot, btr. bladvorm: alsof de top of voet afgesneden is loodrecht op de<br />

lengteas. F)<br />

trunk N. = onvertakte stam ve. boom; syn. bole.<br />

truss N. = tros: groepje bloemen of vruchten op één steel; opm. algemene term, een tros bananen, een<br />

druiventros, een trosje aalbessen, niet tros als naam ve. bloeiwijze; v. raceme 2).<br />

tryptophan N. (Ch.) = tryptofaan, α-amino-3-indolylpropionzuur, β-3-indolylalanine, 2-amino-3-indolylpropaanzuur:<br />

aminozuur z. amino acid.<br />

TS, afk. transverse section = dwarsdoorsnede.<br />

tube N. = 1) buis: het vergroeide smalle onderste deel vd. kelk en/of kroon van sommige bloemen; v.<br />

limb. 2) het tot een buis vergroeide deel vd. helmdraden van eenbroederige meeldraden; z.<br />

monadelphous.<br />

tuber N. = knol: doorgaans ondergronds opgezwollen wortelachtig stengeldeel dat dient voor opslag van<br />

reservevoedsel; bv. Aardappel, Solanum tuberosum; opm. een knol sterft af als het volgende seizoen<br />

een nieuwe plant is ontstaan, verschil met de 'knol' ve. knolsucculent.<br />

tubercle N. = 1) knolletje: kleine knol. 2) wortelknolletje: de kleine knobbeltjes aan de wortels van<br />

sommige Vlinderbloemigen waar met behulp van in symbiose levende bacteriën luchtstikstof<br />

Pagina 246

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!