ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
in error = bij vergissing; syn. sphalm.<br />
inferior ADJ. = onderstandig; -- ovary N. = -- vruchtbeginsel: bloembodem schotel- of buisvormig<br />
uitgegroeid en vergroeid met de stamper, de bloembekleedsels lijken dus op het vruchtbeginsel<br />
ingeplant te zijn; v. subinferior, superior.<br />
infertile ADJ. = btr. bodem: onvruchtbaar; ant. fertile.<br />
infertility N. = onvruchtbaarheid.<br />
infl., afk. Lat. inflorescentia = bloeiwijze; z. inflorescence.<br />
inflated ADJ. = blaasachtig, opgeblazen; syn. bladdery.<br />
inflexed ADJ. = scherp naar binnen gevouwen; v. incurved, reflexed.<br />
inflorescence N. = bloeiwijze in de concrete betekenis, soms bloeigestel genoemd: bijeen behorende<br />
groep bloemen met de stengeldelen waaraan ze groeien; v. anthotaxy; z. cyme, raceme, mixed<br />
--.<br />
inflorescent ADJ. = bloeiend; syn. blooming, flowering.<br />
informal ADJ. = 1) informeel; bv. btr. tuinarchitectuur: niet volgens meetkundige figuren aangelegd; -hedge<br />
N. = ongesnoeide haag. 2) onregelmatig, btr. bloemen als die van chrysanthenrassen<br />
waarvan het hoofdje niet regelmatig gevormd is; v. irregular.<br />
infra- = Lat. voorvoegsel met de betekenis: onder, aan de onderzijde.<br />
infrafoliar ADJ. = beneden de bladeren; v. interfoliar.<br />
infrageneric ADJ. = onder de rang van genus: betrekking hebbend op taxa van lagere rang binnen een<br />
geslacht.<br />
infraspecific ADJ. = onder de rang van species, betrekking hebbend op taxa van lagere rang binnen een<br />
soort; v. interspecific.<br />
infructescence, infrutescence N. = vruchtwijze: de bloeiwijze nadat deze uitgebloeid is en de vruchten<br />
zich gevormd hebben.<br />
infructiferous, infructuous ADJ. = geen vruchten dragend, onvruchtbaar.<br />
infundibular, infundibuliform ADJ. = trechtervormig, btr. bloemvorm: vergroeidbladige kroon en<br />
geleidelijk wijder wordende buis en zoom; syn. funnelform. Q)<br />
infusion N. = aftreksel: extract van plantendelen verkregen door weken in lauw water; bv. brandnetelgier.<br />
inhomogeneous z. heterogeneous.<br />
initial N. = actief delende cel in een meristeem; bij de deling blijft één der dochtercellen achter en deelt<br />
zich verder, de andere ontwikkelt zich tot weefselcel; z. meristem.<br />
in litt., afk. Lat. in litteris = in correspondentie; bv. bij een synoniem dat alleen in een briefwisseling<br />
tussen botanici genoemd is; opm.dus niet: 'in litteratuur'!<br />
innate ADJ. = aangehecht aan de top vh. ondersteunende deel; -- anther N. = rechtopstaande helmknop,<br />
aan de onderzijde aangehecht aan de top vd. helmdraad.<br />
Innes z. John Innes Compost.<br />
innovation N. = zijscheut of zijtak; opm. wordt alleen gebruikt voor een nieuwgroei bij een meerjarige<br />
plant.<br />
inodorous ADJ. = reukloos; ant. odorous.<br />
inoperculate ADJ. = zonder deksel; ant. operculate..<br />
inorganic ADJ. = 1) anorganisch: niet van plantaardig of dierlijk materiaal afkomstig; syn. mineral, ant.<br />
organic. 2) betrekking hebbend op de scheikunde van alle elementen behalve koolstof, de<br />
anorganische chemie; ant. organic.<br />
inorganic cofactor N. (Ch.) = metaal dat samen met het eiwitdeel ve. enzyme dit activeert; v. apoenzyme,<br />
conjugated protein, prosthetic group.<br />
inositol N. (Ch.) = inositol: cyclische suikeralcohol, C 6 H 12 O 6 ; de verbinding met fosforzuur, inositolhexafosfaat,<br />
is de vorm waarin fosfor in zaden wordt opgeslagen; v. phytic acid, phytin.<br />
ins., afk. Lat. insula = eiland.<br />
in sched., afk. Lat. in schedula = op een herbariumblad of -etiket; btr. naam die door de auteur alleen<br />
daar is genoteerd, is dus een naam zonder beschrijving, z. nom.nud.<br />
insect N. = insect; behoort tot de grootste klasse vh. dierenrijk, meer dan een miljoen beschreven<br />
soorten, gekenmerkt door het gelede lichaam bestaand uit kop, borststuk en achterlijf, drie paar po-<br />
Pagina 122