ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
pit N. = stippel: uitholling in de verdikte secundaire celwand, vaak gepaard met -- in een aangrenzende<br />
cel, pit pair, zodat een stippelkanaal ontstaat en contact met plaatselijk alleen door de primaire<br />
wand gescheiden buurcellen mogelijk wordt; v. plasmodesm.<br />
Pita Sp. N. = Agave americana; pita = vezel van Agave spp. ihb. A. americana.<br />
Pitahaya Sp. N. = naam voor diverse cactussen, oa. Carnegiea gigantea, Stenocereus (Lemairocereus,<br />
Marshallocereus) thurberi, Acanthocereus tetragonus.<br />
pitahaya Sp. N. = eetbare vrucht van Pitahaya.<br />
Pitaya Sp. N. = Echinocereus enneacantha (Cactaceae), ook E. stramineus; -- Dulce N. = Stenocereus<br />
thurberi; syn. Lemairocereus th., Marshallocereus th.<br />
pitcher = beker, tot beker vervormd blad.<br />
pitcherplant N. = bekerplant, plant met bekervormig vergroeide bladeren, soms insectivoor; bv. Nepenthes<br />
spp.; v. ascidium.<br />
Pitcherplant Family N. = 1) Saraceniaceae. 2) Nepenthaceae; z. Nepenthes Family.<br />
pitcher-shaped ADJ. = bekervormig.<br />
pith N. = merg, z. medulla.<br />
placenta N. = zaadlijst, zaaddrager: de delen vh. vruchtbeginsel waar de zaadknoppen aan bevestigd<br />
zijn.<br />
placental, placentary ADJ. = betrekking hebbend op de zaaddragers.<br />
placentation N. = ligging vd. zaadknoppen in het vruchtbeginsel; apical -- N. = slechts één eicel,<br />
hangend in de top vh. vruchtbeginsel, syn. pendulous --, suspended --; axile -- N. = hoekstandig:<br />
in het midden ve. meerhokkig vruchtbeginsel; basal -- N. = weinig of één zaadknop(pen) in de basis<br />
vh. vruchtbeginsel; free central -- N. = een cylindervormige zaaddrager midden in een eenhokkig<br />
vruchtbeginsel; lamellate -- N. = op plaatjes in het vruchtbeginsel; marginal -- N. = wandstandig:<br />
aan de omtrek vd. holte, aan de randen vd. vergroeide vruchtbladen; parietal -- N. = wandstandig:<br />
aan de wand vd. holte geplaatst. S), T)<br />
plagiogeotropism N. = neiging van zijstengels en zijwortels om onder een scheve hoek met de richting<br />
vd. zwaartekracht te groeien; syn. plagiotropism; v. diageotropism.<br />
plagiotropic ADJ. = scheefgroeiend; syn. plagiotropous.<br />
plagiotropism N. = scheefgroei, de neiging van zijtakken en -wortels om onder een hoek met de<br />
vertikale hoofdas te groeien; v. orthotropism.<br />
plagiotropous z. plagiotropic.<br />
Plaid Cactus N. = Gymnacolycium mihanovichii (Cactaceae).<br />
Plains Cactus N. = Pediocactus simpsonii (Cactaceae).<br />
Plains Prickly Pear N. = 1) Opuntia macrorhiza (Cactaceae). 2) O. polyacantha.<br />
plaited z. plicate.<br />
plane N. = vlakte.<br />
plane ADJ. = plat, vlak.<br />
Plane N. = Plataan: Platanus spp.<br />
Plane-tree Family N. = Plataanfamilie: Platanaceae.<br />
plankton N. = plankton: gezamenlijke vrijzwevende organismen in de oppervlaktelaag ve. watermassa;<br />
ant. necton; v. phytoplankton.<br />
plano-concave ADJ. = plathol: vlak aan een zijde, hol aan de andere.<br />
plano-convex ADJ. = platbol; vlak aan een zijde, bol aan de andere.<br />
plano-spiral ADJ. = platspiraalvormig: als een horlogeveer; v. helix.<br />
Plantae N. = Plantenrijk, in vele classificaties omvat dit alle groene, dus chlorofyl bevattende planten;<br />
andere systemen rekenen ook de fungi en bacteriën daartoe.<br />
Plantago Family N. = Weegbreefamilie: Plantaginaceae; ook Plantain Family genoemd.<br />
Plantain N. = Weegbree spp.: Plantago spp.<br />
Plantain-leaved Buttercup N. = Ranunculus pyrenaeus var. plantagineus (Ranunculaceae).<br />
Plantain-leaved Thrift N. = Armeria arenaria (Plumbaginaceae).<br />
plant breeding N. = plantenveredeling: het kweken van planten, kultuurgewassen of sierplanten, met<br />
betere eigenschappen bv. hogere opbrengst, grotere en fraaiere bloemen, ziekteresistentie &c.; v.<br />
plant growing; opm. de term 'kweken' wordt vaak slordig gebruikt als 'telen' bedoeld wordt, de<br />
Pagina 183