ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
cladogenesis N. = cladogenese: evolutie door vertakking of splitsing in de afstammingslijn.<br />
cladogram N. = boomvormig diagram vd. veronderstelde ontwikkelingsgeschiedenis; v. phenetic tree.<br />
cladophyll z. cladode.<br />
cladoptosis N. = takval: het jaarlijks afstoten van takjes ipv. bladeren; v. defoliation.<br />
clambering ADJ. = klimmend, al of niet met behulp van ranken of door te winden; syn. climbing.<br />
clammy ADJ. = kleverig.<br />
Clammy Currant N. = Ribes orientale (Saxifragaceae); opm. soms ook tot Grossulariaceae gerekend,<br />
v. Saxifrage Family.<br />
Clanwilliam Aloe N. , Clanwilliamaalwijn N. ZAfr. = Aloe comosa (Asphodelaceae).<br />
claret N. = bordeauxwijn.<br />
claret ADJ. = wijnrood.<br />
Claret-cup Cactus N. = Echinocereus triglochiadatus var. gonacanthus (Cactaceae), ook E. neomexicanus.<br />
Claret-cup Hedgehog N. = roodbloeiende Echinocereus spp. (Cactaceae).<br />
Clary N. = Salvia spp. (Lamiaceae).<br />
clasping ADJ. = geheel of gedeeltelijk stengelomvattend; v. amplexicaul.<br />
class, classis, mv. classes N. = 1) klasse: in de plantensystematiek taxon onder de rang van phylum,<br />
bestaand uit één of meer orden, kenmerkend achtervoegsel -atea; bv. Magnoliatea, de<br />
Tweezaadlobbigen; syn. Dicotyledones. 2) klasse: hoogste rang in de plantensociologie, achtervoegsel<br />
-etea, z. phytosociology.<br />
classification N. = classificatie: de indeling der planten in groepen, families, geslachten, soorten &c.;<br />
artificial -- N. = kunstmatige --, indeling gebaseerd op een enkel uiterlijk kenmerk, de<br />
oorspronkelijke indeling van Linnaeus berustte op aantallen meeldraden en stampers; natural -- N.<br />
= natuurlijke --, indeling gebaseerd op een overeenkomstig uiterlijk, convergentie kan hier<br />
problemen opleveren; phenetic -- N. = -- gebaseerd op zoveel mogelijk kenmerken; phyletic -- N.<br />
= indeling die zich baseert op zoveel mogelijk kenmerken en onderlinge verwantschap; door<br />
gegevens verkregen met geavanceerde technieken, als bepaling vd. bouw van einwitten, enzymen,<br />
DNA en RNA, te gebruiken is het mogelijk de ontwikkeling tijdens de evolutie bij de bepaling vd.<br />
verwantschap zwaar te laten wegen.<br />
clathrate z. cancellate.<br />
clavate, claviform ADJ. = knots- of knuppelvormig: als een honkbalknuppel. L)<br />
clavellate ADJ. = fijn knuppelvormig.<br />
Clavellina Sp. N. = 1) Bombax palmeri (Bombaceae). 2) ook B. ellipticum.<br />
claw N. = nagel: het smalle onderste deel ve. losbladig kroonblad; syn. unguis; v. plate.<br />
Claw Cactus N. = Schlumbergera × buckleyi (Cactaceae); z. Christmas Cactus.<br />
clawed ADJ. = genageld: vv. nagel; z. unguiculate.<br />
clay N. = klei: taai en slecht doorlatend bodembestanddeel met deeltjes kleiner dan 2 µm; z. micrometre.<br />
clearing N. = opengehakt stuk grond in bos of struikgewas, ontginning.<br />
Cleaver N. = Kleefkruid, Galium aparine en andere Galium spp.<br />
cleft ADJ. = gedeeld, btr. bladrand: met insnijdingen tot iets meer dan halverwege de zijnerf.<br />
cleft graft N. = spleetent.<br />
cleft grafting N. = spleetenting.<br />
cleistocarpous ADJ. = btr. vrucht: onregelmatig openend, niet met kleppen of dekseltjes.<br />
cleistogamous ADJ. = cleistogaam: met gesloten blijvende zelffertiele bloemen, bv. vele Frailea spp.;<br />
ant. chasmogamous.<br />
cleistogamy N. = cleistogamie: zelfbestuiving zonder dat de bloemen zich geopend hebben; ant.<br />
chasmogamy.<br />
cleistogene N. = 1) plant met cleistogame bloemen. 2) cleistogame bloem.<br />
cleistogenous ADJ. = cleistogame bloemen dragend.<br />
click beetle z. wire worm.<br />
cliff dwelling z. cremnophilous.<br />
Cliff Fendlerbush N. = Fendlera rupicola (Saxifragaceae).<br />
Pagina 50