ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
ALFABETISCHE TERMENLIJST - Free
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
polygamy N. = voorkomen van mannelijke, vrouwelijke en tweeslachtige bloemen op dezefde plant of<br />
verschillende planten van dezelfde soort.<br />
Polygonaceae N. = Duizendknoopfamilie, Duizendknoopachtigen; z. Buckwheat Family; ook<br />
Dock -- genoemd.<br />
polygonal ADJ. = veelhoekig, meer dan vier.<br />
polygynous ADJ. = vv. veel vruchtbeginsels, stijlen of stampers.<br />
polyhedral ADJ. = veelvlakkig.<br />
polyhybrid N. = kruisingsproduct waarvan de ouders in meerdere erfelijke eigenschappen verschillen.<br />
polymer N. (Ch.) = polymeer: stof, vaak synthetisch, die opgebouwd is uit meerdere tot vele eenvoudige<br />
moleculen, het proces waarbij deze eenvouige moleculen, de zg. monomeer, zich verenigen tot<br />
grotere wordt polymerisatie genoemd; v. .<br />
polymerization (Ch.) N. = polymerisatie; z. polymer; v. addition polymerization, condensation<br />
polymerization.<br />
polymerize VB. = polymeriseren: een polymeer vormen.<br />
polymerous ADJ. = uit vele delen bestaand.<br />
polymorphic, polymorphous ADJ. = veelvormig: soort die in drie of meer variëteiten en vormen voorkomt;<br />
zeer variabel van habitus.<br />
polynomial N. = wetenschappelijke naam uit de tijd voor Linnaeus (1753) toen de naam vaak uit een<br />
kortere of langere beschrijvende zin in het Latijn bestond; bv. in 1708 publiceerde Volckamer te<br />
Neurenberg Cereus Americanus serpens major articulatus, flore maximo, noctu sese aperiente &<br />
suavissimum odorem spirante, ongeveer: 'De Amerikaanse Cereus, een grote gelede slang met<br />
zeer grote bloem, zich bij nacht openend en een zeer welriekende geur verspreidend'; de plant werd<br />
door Linnaeus onder zijn Cactus grandiflorus L. geplaatst, sedert 1909 kennen we hem als Selenicereus<br />
grandiflorus (L.) BR. & R.; v. binomial; syn. phrase-name.<br />
polypeptide N. = polypeptide: peptide opgebouwd uit een groot aantal aminozuren; z. peptide, protein.<br />
polypetalous ADJ. = losbladig: kroonbladen niet vergroeid; syn. apopetalous, choripetalous; ant.<br />
gamopetalous, sympetalous.<br />
polyphyletic ADJ. = polyfyletisch, van gemengde afstamming, een -- taxon omvat soorten die van twee of<br />
meer verschillende voorouders afstammen; v. biphyletic, monophyletic, paraphyletic.<br />
polyphyllous ADJ. = veelbladig: meer bladeren hebbend dan de normale vorm, v. pleiophyllous.<br />
polyploid ADJ. = poluploid: in de celkern drie of meer malen het basisaantal chromosomen bezittend;<br />
v. diploid, haploid, tetraploid.<br />
polyploidy N. = polyploidie: het vóórkomen van veelvouden vh. basisaantal chromosomen in de celkern;<br />
v. tetrapolyploidy.<br />
Polypodiaceae s.l. N. = Varenfamilie; opm. deze verzamelfanilie wordt tegenwoordig opgesplitst in een<br />
aantal kleinere families; v. Fern Family.<br />
Polypodiaceae s.s. N. = Eikvarenfamilie; hiertoe behoort oa. de Gewone Eikvaren, Polypodium vulgare<br />
en de Brede --: P. interjectum, zo ook de Hertshoornvaren: Platycerium spp.<br />
Polypody N. = Eikvaren: Polypodium vulgare (Polypodiaceae).<br />
Polypody Family N. = Polypodiaceae s.l. z. Fern Family.<br />
polysaccharide N. (Ch.) = polysacharide: stof die uit meerdere tot vele eenvoudiger suikereenheden<br />
opgebouwd is; door inwerking van enzymen of langs chemische weg daar weer in te splitsen; bv.<br />
cellulose, inulin, starch; v. disaccharide, trisaccharide, tetrasaccharide.<br />
polysepalous ADJ. = losbladig: kelkbladen niet vergroeid; syn. aposepalous, chorisepalous; ant.<br />
gamosepalous, monosepalous, synsepalous.<br />
polystylous ADJ. = veel stijlen bezittend.<br />
polythene N. (Ch.) UK = polytheen: kunststof, polymeer van ethyleen, CH 2 :CH 2 , dus [-CH 2 .CH 2 -] n ; in<br />
de USA polyethylene genoemd.<br />
polytopic ADJ. = op veel plaatsen voorkomend.<br />
Pomato N. = tomatenplant geëent op een aardappelplant!<br />
pome N. = pitvrucht: vlezige niet-openspringende vrucht met zachte buitenzijde gevormd uit de opgezwollen<br />
bloembodem en daarbinnen leer- of kraakbeenachtige vruchtbladen om de zaden; bv.<br />
vrucht van sommige Roosachtigen, Rosaceae; bv. appel, peer. X)<br />
Pagina 187