22.08.2013 Views

De Wow-factor van goede kunsteducatie - Cultuurnetwerk.nl

De Wow-factor van goede kunsteducatie - Cultuurnetwerk.nl

De Wow-factor van goede kunsteducatie - Cultuurnetwerk.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Uit diverse onderzoeken naar de sensitiviteit <strong>van</strong> kinderen voor de afbeeldingspecifieke<br />

eigenschappen <strong>van</strong> tekeningen en schilderijen komt naar voren dat hierin al goed<br />

gescoord wordt door kinderen tussen de zes en acht jaar (Callaghan & MacFarlane 1998;<br />

O'Hare & Cook 1983; O'Hare & Westwood 1984; Steinberg & <strong>De</strong>Loache 1986). <strong>De</strong>ze leeftijden<br />

liggen veel lager dan de leeftijden uit het waarderingsonderzoek. Daar zijn verschillende<br />

verklaringen voor. Ten eerste gaat in elk leerproces passieve kennis vooraf aan<br />

actieve kennis. Wanneer we bijvoorbeeld een nieuwe taal leren, kunnen we deze eerder<br />

en beter verstaan dan spreken. Cox (2005) merkt dan ook op dat het feit dat jonge kinderen<br />

(onder bepaalde omstandigheden) sensitief blijken te zijn voor afbeeldingspecifieke<br />

kenmerken, niet betekent dat zij dit al uiten wanneer naar hun mening over een<br />

afbeelding wordt gevraagd. Dat zal pas in een latere fase gebeuren. Dit geldt niet alleen<br />

voor de waardering voor stijlkenmerken, maar ook voor de waarneming en interpretatie<br />

<strong>van</strong> stijlverschillen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek <strong>van</strong> O’Hare en Westwood<br />

(1984), waarin kleuters gevraagd werden schilderijen te sorteren naar het lijngebruik<br />

<strong>van</strong> de schilder. Ze herkenden de verschillen, maar konden die nog niet benoemen.<br />

<strong>De</strong> vraag is of dit ook geldt voor het waarnemen, interpreteren en waarderen <strong>van</strong> foto’s.<br />

Bij foto’s is het onderwerp immers nog nadrukkelijker aanwezig dan bij schilderijen.<br />

Liben (2003) noemt foto’s in dit opzicht een bijzonder lastig type afbeeldingen, omdat<br />

ze zoveel op hun referent lijken. Sharples en anderen (2003) wijzen op diverse studies<br />

waaruit naar voren komt dat kinderen foto’s anders begrijpen dan volwassenen (Beilin<br />

1982, 1991; Klapper & Birch 1969; Kose 1985; Kose, Beilin & O’Connor 1983). Hieruit blijkt<br />

onder meer dat kinderen moeite hebben met het denken over een foto als een type<br />

afbeelding, een object met eigen kenmerken zoals compositie en focus. Zij hebben vooral<br />

aandacht voor de afgebeelde onderwerpen. Ook in recenter onderzoek komt deze<br />

transparante manier <strong>van</strong> kijken naar voren (o.a. Liben & Szechter 2002, 2006). In mijn<br />

empirisch onderzoek ben ik, in navolging <strong>van</strong> Liben en Szechter, nagegaan hoe kinderen<br />

kijken naar foto’s.<br />

METHODE EN OPZET VAN HET EMPIRISCH ONDERZOEK<br />

_<br />

Liben en Szechter gaven de proefpersonen in hun onderzoeken diverse productie- en<br />

waarnemingstaken. Bij beide soorten taken verschillen kinderen opvallend <strong>van</strong> volwassenen.<br />

Zo hadden jonge kinderen onder meer moeite met namaken en interpreteren<br />

<strong>van</strong> foto’s met opvallende waarnemingspunten.<br />

In een ander onderzoek gebruikten Liben en Szechter (2006) de fotopaarmethode. Ze<br />

Cultuur+Educatie 22 2008 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!