Beeldkwaliteitsplan van de Delftlanden - Gemeente Emmen
Beeldkwaliteitsplan van de Delftlanden - Gemeente Emmen
Beeldkwaliteitsplan van de Delftlanden - Gemeente Emmen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GEMEENTE EMMEN<br />
Beeldkwaliteitplan woongebied Delftlan<strong>de</strong>n-I, 3 e uitwerking (fase 1c)
Project: Beeldkwaliteitplan Delftlan<strong>de</strong>n-I , 3e uitwerking (fase 1c)<br />
Opdrachtgever: gemeente <strong>Emmen</strong><br />
Opsteller: Compositie 5 ste<strong>de</strong>nbouw bv<br />
Datum: juli 2009, versie 4<br />
2
INHOUDSOPGAVE<br />
1. Inleiding 5<br />
2. Plantoelichting 7<br />
2.1 Masterplan 7<br />
2.2 Fase 1 7<br />
3. Beeldkwaliteit 9<br />
3.1 Algemeen 9<br />
3.2 Structuurdragers 12<br />
3.3 Woonmilieus 15<br />
4. Profielen 27<br />
Bijlage: Spelregels na<strong>de</strong>r toegelicht 29<br />
3
1. INLEIDING<br />
On<strong>de</strong>rhavig beeldkwaliteitplan geeft richtlijnen voor het<br />
bereiken <strong>van</strong> een hoge beeldkwaliteit voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
uitwerking (ook wel fase 1c genoemd) <strong>van</strong> Delftlan<strong>de</strong>n-I, het<br />
nieuwe woongebied in het westen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />
<strong>Emmen</strong>. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> vier noor<strong>de</strong>lijke clusters<br />
‘lan<strong>de</strong>lijk’ en <strong>de</strong> meest noor<strong>de</strong>lijke ‘terp’.<br />
Naast <strong>de</strong> regelgeving in het globale bestemmingsplan en<br />
het bijbehoren<strong>de</strong> uitwerkingsplan geeft dit document na<strong>de</strong>re<br />
eisen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitwerking. Het gaat<br />
hierbij niet alleen om eisen voor <strong>de</strong> bebouwing maar tevens<br />
voor <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte en <strong>de</strong> overgang<br />
privé/openbaar.<br />
Een beeldkwaliteitplan kan als volgt ge<strong>de</strong>finieerd wor<strong>de</strong>n:<br />
Een samenhangend pakket <strong>van</strong> eisen voor het creëren en<br />
verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> beeldkwaliteit in een bepaald gebied. Het<br />
beeldkwaliteitplan geeft in woord en beeld uitgangspunten<br />
aan voor <strong>de</strong> te ontwikkelen ste<strong>de</strong>nbouwkundige en<br />
architectonische vormgeving. De grondslag is een<br />
inventarisatie, analyse en evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> c.q.<br />
gewenste ruimtelijke kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebouw<strong>de</strong> resp. te<br />
bouwen omgeving. Bij het streven naar integraal beleid voor<br />
ruimtelijke kwaliteitszorg is het beeldkwaliteitplan een<br />
onmisbaar instrument.<br />
Daarnaast beoogt <strong>de</strong> opzet <strong>van</strong> dit plan het creëren <strong>van</strong> een<br />
woongebied dat <strong>de</strong> kwaliteit op <strong>de</strong> lange termijn behoudt.<br />
Daarom is het belangrijk dat er een woongebied<br />
gerealiseerd wordt met een hoog ambitieniveau. Een goe<strong>de</strong><br />
ruimtelijke kwaliteit en daarmee een hoge gebruiks- en<br />
belevingswaar<strong>de</strong> zijn daarbij uitgangspunt. Hierbij spelen<br />
ook <strong>de</strong> ruimtelijke samenhang en een eigen i<strong>de</strong>ntiteit een<br />
belangrijke rol. De beeldkwaliteiteisen zijn spelregels die<br />
zorgen voor samenhang binnen <strong>de</strong> wijk en herkenbaarheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke structuur en <strong>de</strong> opbouw in verschillen<strong>de</strong><br />
woonmilieus. Dit wordt bereikt door in sommige aspecten<br />
afstemming na te streven en in an<strong>de</strong>re aspecten juist<br />
differentiatie voor te schrijven.<br />
Het doel is verloe<strong>de</strong>ring te voorkomen waardoor een betere<br />
waar<strong>de</strong>vastheid <strong>van</strong> kavels en opstallen beter wor<strong>de</strong>n<br />
gewaarborgd. Handhaving <strong>van</strong> het voorliggen<strong>de</strong> plan zal<br />
bijdragen tot een blijvend aantrekkelijk nieuw woongebied in<br />
<strong>de</strong> gemeente <strong>Emmen</strong>.<br />
Leeswijzer<br />
In een korte introductie wordt, mid<strong>de</strong>ls een beschrijving <strong>van</strong><br />
het masterplan voor <strong>de</strong> gehele wijk en fase 1 hier<strong>van</strong>, <strong>de</strong><br />
ruimtelijke hoofdopzet uiteengezet. Deze introductie wordt<br />
gevolgd door een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> algemene<br />
beeldkwaliteiteisen voor <strong>de</strong> gehele 1 e fase <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Delftlan<strong>de</strong>n (Delftlan<strong>de</strong>n-I). Vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
belangrijkste dragers binnen het plan benoemd met<br />
bijbehoren<strong>de</strong> eisen. Hierna wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />
woonmilieus afzon<strong>de</strong>rlijk beschreven en uitgewerkt.<br />
Ingegaan wordt op <strong>de</strong> aspecten: plaatsing, massa en vorm,<br />
gevelkarakteristiek, <strong>de</strong>taillering, kleur- en materiaalgebruik,<br />
overgang privé/openbaar en openbare ruimte. Een en an<strong>de</strong>r<br />
wordt toegelicht met behulp <strong>van</strong> referentiebeel<strong>de</strong>n die als<br />
inspiratie dienen (fungeren niet als toetsingska<strong>de</strong>r).<br />
Afgesloten wordt met <strong>de</strong> doorsne<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
wegprofielen die binnen <strong>de</strong> uit te werken woonmilieus<br />
voorkomen.<br />
In <strong>de</strong> bijlage wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> tekst en tekeningen<br />
begrippen uitgelegd die gebruikt wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> uitwerking<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> woonmilieus.<br />
5
De zes woonmilieus<br />
6<br />
Richtbeeld ste<strong>de</strong>nbouwkundig plan Delftlan<strong>de</strong>n-I<br />
Richtbeeld uit te werken woonbuurtjes
Masterplan Delftlan<strong>de</strong>n<br />
Dit document omvat <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> beeldkwaliteit voor het<br />
<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el Delftlan<strong>de</strong>n-I<br />
2. PLANTOELICHTING<br />
2.1 Masterplan<br />
De ruimtelijke opzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Delftlan<strong>de</strong>n is verbeeld in het<br />
masterplan (zie tekening) dat uitgebreid beschreven is in<br />
het globale bestemmingsplan. Het masterplan zal in 3 fasen<br />
wor<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />
Elke fase bestaat uit een afgerond ste<strong>de</strong>nbouwkundig<br />
geheel. De fasen wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n door grote<br />
structureren<strong>de</strong> groenelementen in oost-west richting. Het<br />
landschapsvenster is hierbij het grootst en meest<br />
structuurbepalend. Het vormt qua bebouwing een ruimtelijk<br />
en functioneel schei<strong>de</strong>nd element tussen fase 1 en <strong>de</strong><br />
overige fasen. Qua groenstructuur vormt het echter een<br />
bin<strong>de</strong>nd element.<br />
Fase 2 en 3 wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n door een<br />
groene ruimte waarin een bestaan<strong>de</strong> watergang is<br />
opgenomen.<br />
Een ontsluitingsring verbindt <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> fasen en staat<br />
direct in verbinding met <strong>de</strong> Nieuw-Amsterdamsestraat en <strong>de</strong><br />
Rondweg.<br />
In fase 1 is het wijkwinkelcentrum en een bre<strong>de</strong> school<br />
gesitueerd. Daarnaast bestaat fase 3 uit een combinatie <strong>van</strong><br />
bedrijvigheid en wonen.<br />
Kenmerkend voor <strong>de</strong> Delftlan<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> sterk noord-zuid<br />
gerichte structuur. Deze wordt vormgegeven door<br />
bestaan<strong>de</strong> houtwallen, groene scheggen en nieuw te<br />
introduceren watergangen.<br />
Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> planvorming <strong>van</strong> fase 1 is er enigszins<br />
afgeweken <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrenzingen binnen het masterplan. De<br />
Zandzoom is in zui<strong>de</strong>lijke richting verlegd en het<br />
landschapsventer wordt in zui<strong>de</strong>lijke richting opgeschoven.<br />
Daarnaast wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school en het winkelcentrum<br />
gecombineerd in één voorzieningenstrook aan en <strong>de</strong>els in<br />
het landschapsvenster. Het bosmilieu krijgt hierdoor alleen<br />
een woonfunctie.<br />
2.2 Delftlan<strong>de</strong>n-I<br />
De 1 e fase bestaat uit een aantal samenhangen<strong>de</strong><br />
woongebie<strong>de</strong>n met elk een eigen woonmilieu/sfeer. Deze<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n door noord-zuid gerichte<br />
structureren<strong>de</strong> groene ruimtes (scheggen).<br />
Voor <strong>de</strong>ze zes verschillen<strong>de</strong> woonmilieus wor<strong>de</strong>n spelregels<br />
opgesteld die enerzijds <strong>de</strong> sfeer en samenhang binnen een<br />
bepaald woonmilieu verzorgen en an<strong>de</strong>rzijds het<br />
on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> woonmilieus<br />
vastleggen. Per woonmilieu is een architectuurthema<br />
bepaald. Dit architectuurthema is uitgewerkt op<br />
bebouwingsniveau, overgang privé-openbaar en <strong>de</strong><br />
inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte.<br />
Deze uitwerkingsniveaus versterken elkaar on<strong>de</strong>rling<br />
waardoor <strong>de</strong> na te streven sfeer optimaal wordt<br />
vormgegeven.<br />
On<strong>de</strong>rhavig beeldkwaliteitplan behelst <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
woonmilieus lan<strong>de</strong>lijk (vier noor<strong>de</strong>lijke clusters) en <strong>de</strong> terpen<br />
(<strong>de</strong> meest noor<strong>de</strong>lijke terp).<br />
7
8<br />
WONINGTYPOLOGIEËN<br />
vrijstaand en dubbel
Basiskleur donker rood-bruine baksteen<br />
3. BEELDKWALITEIT<br />
3.1 Algemeen<br />
Een aantal eisen ten aanzien <strong>van</strong> beeldkwaliteit geldt voor<br />
het gehele plangebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> 1 e fase. Deze eisen gel<strong>de</strong>n<br />
dan ook voor alle woonmilieus.<br />
Materiaal- en kleurgebruik<br />
Om fase 1 in z’n geheel te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> overige<br />
fasen is gekozen voor het gebruik <strong>van</strong> een ge<strong>de</strong>kte<br />
basiskleur voor <strong>de</strong> gehele 1 e fase: een donker rood-bruine<br />
(baksteen)kleur die enerzijds aansluit bij een passen<strong>de</strong><br />
overgang met het buitengebied (voorkomen te groot<br />
contrast) en an<strong>de</strong>rzijds past bij het kenmerken<strong>de</strong> bomenrijk<br />
gebied.<br />
Per woonmilieu wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt door<br />
gebruik te maken <strong>van</strong> één accentkleur (on<strong>de</strong>rgeschikt).<br />
Hierbij is het belangrijk dat er een goe<strong>de</strong> spreiding en<br />
samenhang <strong>van</strong> <strong>de</strong> accentkleuren over het gehele<br />
woonmilieu is. Een (bijna) gehele woning uitgevoerd in<br />
accentkleur is slechts mogelijk op markante plekken,<br />
bijvoorbeeld bij een toegang, ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> een rij en een<br />
zichtpunt. De basiskleur verzorgt <strong>de</strong> samenhang binnen <strong>de</strong><br />
gehele 1 e fase.<br />
De boog in het lan<strong>de</strong>lijk gebied is een belangrijke drager en<br />
kenmerkt zich door een wisselend kleurgebruik<br />
(herfsttinten). De terpen wor<strong>de</strong>n geheel uitgevoerd in <strong>de</strong><br />
basiskleur, dus zon<strong>de</strong>r accenten. Op <strong>de</strong>ze wijze wordt <strong>de</strong><br />
overgang met het buitengebied op een passen<strong>de</strong> wijze<br />
vormgegeven en wor<strong>de</strong>n grote kleurcontrasten voorkomen.<br />
De bebouwing langs <strong>de</strong> ontsluitingsring wordt uitgevoerd in<br />
<strong>de</strong> basiskleur voorzien <strong>van</strong> een accentkleur behoren<strong>de</strong> bij<br />
het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> woonmilieu.<br />
De accentkleuren per woonmilieu zijn:<br />
• Ste<strong>de</strong>lijk: oranje<br />
• Tuindorp: wit<br />
• Centrum: rood<br />
• Bos: hout<br />
• Lan<strong>de</strong>lijk: geen (kleurgebruik bestaan<strong>de</strong> uit<br />
herfsttinten, varieert per woonbuurtje)<br />
• Terpen geen (alleen basiskleur)<br />
Mid<strong>de</strong>ls monsterbor<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toekomstige bouwers<br />
voorgelicht over het gewenste kleurgebruik. Deze<br />
monsterbor<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n tevens door <strong>de</strong> welstandscommissie<br />
als toetsingska<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> bouwplannen gehanteerd.<br />
Woningtypologieën<br />
Bij <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonmilieus wor<strong>de</strong>n woningtypen<br />
benoemd. Hierbij wordt voor on<strong>de</strong>rhavig plangebied een<br />
on<strong>de</strong>rscheid gemaakt in 2 categorieën (vrijstaand en<br />
dubbel). Deze wor<strong>de</strong>n verbeeld in <strong>de</strong> tekening die hiernaast<br />
is afgebeeld.<br />
Voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> typologieën gel<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />
randvoorwaar<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ten aanzien <strong>van</strong> parkeren.<br />
Ook ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaatsing <strong>van</strong> een woning op <strong>de</strong><br />
kavel gel<strong>de</strong>n er randvoorwaar<strong>de</strong>n. Voor vrijstaan<strong>de</strong><br />
woningen geldt dat het hoofdgebouw minimaal 3 meter uit<br />
<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens gesitueerd moet wor<strong>de</strong>n. Voor<br />
garages geldt een minimale afstand <strong>van</strong> 2 meter.<br />
Bij geschakel<strong>de</strong>/ twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoningen geldt voor<br />
hoekwoningen dat het hoofdgebouw 3 meter uit <strong>de</strong><br />
zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens moet staan. Voor alle typen geldt<br />
dat er geen garages op <strong>de</strong> hoek gesitueerd mogen wor<strong>de</strong>n.<br />
Rooilijnen<br />
Om een rustig en samenhangend straatbeeld te<br />
waarborgen wordt er een voorgevelrooilijn geïntroduceerd.<br />
Deze rooilijn is op 5 meter uit <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong><br />
gesitueer<strong>de</strong> perceelsgrens gesitueerd.<br />
9
Aan- en bijgebouwen<br />
Voor twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoningen, geschakel<strong>de</strong> woningen<br />
en vrijstaan<strong>de</strong> woningen geldt dat <strong>de</strong> afstand <strong>van</strong> aan- en<br />
bijgebouwen tot <strong>de</strong> voorgelegen erfgrens minimaal 10 meter<br />
dient te bedragen. Het aan -bijgebouw dient minimaal 5<br />
meter achter <strong>de</strong> voorgevelrooilijn gesitueerd te wor<strong>de</strong>n.<br />
Voor twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoningen en geschakel<strong>de</strong><br />
woningen geldt dat indien <strong>de</strong> afstand <strong>van</strong> het hoofdgebouw<br />
tot <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelgrens 6 meter of meer bedraagt<br />
(twee auto-opstelplaatsen naast elkaar, dus minimaal 2x<br />
5meter bij 3 meter) mag het aan -bijgebouw minimaal op 9<br />
meter achter <strong>de</strong> erfgrens gerealiseerd wor<strong>de</strong>n. Dit betekent<br />
dat het aan- en bijgebouw in een <strong>de</strong>rgelijke situatie<br />
minimaal 4 meter uit <strong>de</strong> voorgevelrooilijn gerealiseerd moet<br />
wor<strong>de</strong>n.<br />
Voor vrijstaan<strong>de</strong> woningen geldt dat indien <strong>de</strong> afstand <strong>van</strong><br />
het hoofdgebouw tot <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelgrens 6 meter of<br />
meer bedraagt (twee auto-opstelplaatsen naast elkaar, dus<br />
minimaal 2x 5meter bij 3 meter), het aan -bijgebouw in of<br />
achter <strong>de</strong> voorgevelrooilijn gesitueerd mag wor<strong>de</strong>n.<br />
Randvoorwaar<strong>de</strong> is dat <strong>de</strong> massaopbouw <strong>van</strong> het aan- en<br />
bijgebouw afgestemd wordt op die <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdmassa<br />
zodat er een samenhangend harmonieus geheel ontstaat.<br />
Erkers mogen maximaal 70% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevelbreedte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
woning beslaan met een maximale diepte <strong>van</strong> 1 meter. Dit<br />
betekent dat <strong>de</strong> erkers aan <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen<br />
binnen <strong>de</strong> voorgeschreven rooilijn <strong>van</strong> 5 meter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
erfgrens gerealiseerd mogen wor<strong>de</strong>n. Voor een erker aan<br />
<strong>de</strong> zijkant betekent dit dat <strong>de</strong>ze binnen <strong>de</strong> voorgeschreven<br />
afstand <strong>van</strong> 3 meter <strong>van</strong> <strong>de</strong> zijerfgrens gerealiseerd mag<br />
wor<strong>de</strong>n (dit geldt niet voor <strong>de</strong> garagezij<strong>de</strong>).<br />
10<br />
Parkeren<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> parkeren geldt dat bij vrijstaan<strong>de</strong> woningen<br />
en twee-on<strong>de</strong>r-één kap/ geschakel<strong>de</strong> woningen minimaal 2<br />
parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd dienen te<br />
wor<strong>de</strong>n. Per woning mag één in- / uitrit met een maximale<br />
breedte <strong>van</strong> 4 meter gerealiseerd wor<strong>de</strong>n.<br />
Op bijzon<strong>de</strong>re plekken in het plan mag hier<strong>van</strong> afgeweken<br />
wor<strong>de</strong>n. Het gaat hierbij om verbijzon<strong>de</strong>ringen/accenten.<br />
Voorwaar<strong>de</strong> hierbij is dat het ruimtelijk beeld versterkt wordt<br />
en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> parkeercapaciteit op een goe<strong>de</strong> wijze in<br />
het openbaar gebied opgelost wordt.<br />
Voor alle woningtypen geldt dat er voldoen<strong>de</strong> opstelruimte<br />
ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> auto(‘s) voor <strong>de</strong> garage/bijgebouw<br />
gerealiseerd dient te wor<strong>de</strong>n (zie paragraaf aan – en<br />
bijgebouwen).<br />
Bij alle woningtypen die voorzien zijn <strong>van</strong> een garage dient<br />
aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> garage het hoofdgebouw minimaal 3<br />
meter uit <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens gesitueerd te wor<strong>de</strong>n.<br />
Dit om ook in <strong>de</strong> breedte voldoen<strong>de</strong> ruimte voor <strong>de</strong> auto te<br />
creëren.<br />
Hoe hoger <strong>de</strong> bebouwingsdichtheid, <strong>de</strong>s te groter wordt <strong>de</strong><br />
parkeerdruk op <strong>de</strong> openbare ruimte. De maximale<br />
bebouwingsdichtheid en het te realiseren woningtype dient<br />
afgestemd te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> mate waarin bezoekersparkeren<br />
op een goe<strong>de</strong> wijze kan wor<strong>de</strong>n opgelost en met voldoen<strong>de</strong><br />
capaciteit opgenomen kan wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> openbare ruimte.<br />
Uitgangspunt is dat er, op een goe<strong>de</strong> wijze, minimaal 0,4<br />
parkeerplaats per woning in het openbaar gebied moet<br />
wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.<br />
Hoekwoningen<br />
Ten aanzien <strong>van</strong> hoekwoningen geldt dat een goe<strong>de</strong><br />
hoekoplossing belangrijk is voor <strong>de</strong> beeldvorming. Dit<br />
betekent een tweezijdige gerichtheid (voorkant) <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
woning naar <strong>de</strong> openbare ruimte. Blin<strong>de</strong> zijgevels dienen<br />
voorkomen te wor<strong>de</strong>n. Garages mogen dan ook niet op een<br />
hoek gesitueerd wor<strong>de</strong>n, tenzij <strong>de</strong>ze architectonisch<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdmassa. Op <strong>de</strong>ze wijze<br />
bepaalt <strong>de</strong> hoofdmassa <strong>de</strong> gewenste vormgeving <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
hoek (zie voorbeeld tekeningen).<br />
Creatieve hoekoplossingen waarbij niet geëindigd wordt met een<br />
garage: <strong>de</strong> hoofdmassa is beeldbepalend
Goe<strong>de</strong> hoekoplossing door 2 representatieve<br />
gevels richting openbare ruimte<br />
Accenten<br />
Het ste<strong>de</strong>nbouwkundig richtbeeld geeft op bijzon<strong>de</strong>re<br />
hierbij bijvoorbeeld om belangrijke hoekpunten,<br />
verbijzon<strong>de</strong>ringen in het straatbeeld en ein<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />
zichtlijnen. Deze accenten kunnen op een aantal punten<br />
afwijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> belen<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bebouwing (bijvoorbeeld qua<br />
<strong>de</strong>taillering, kleur, materiaalgebruik, massa, vorm,<br />
gevelkarakteristiek en/of plaatsing).<br />
Voorwaar<strong>de</strong> is dat het accent in samenhang met <strong>de</strong><br />
belen<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bebouwing en/of het straatbeeld ontwikkeld<br />
wordt en recht doet aan <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> functie <strong>van</strong> het<br />
accent.<br />
Erfafscheidingen<br />
Uitgangspunt is dat erfafscheidingen grenzen<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />
openbare ruimte on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dienen uit te maken <strong>van</strong> het<br />
architectonisch ontwerp. Bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
spelregels per woonmilieu zijn specifieke eisen en/of<br />
wensen ten aanzien <strong>van</strong> erfafscheidingen opgesteld.<br />
Duurzaamheid<br />
Bij <strong>de</strong> architectonische uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing dient<br />
rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het eventueel toepassen<br />
<strong>van</strong> duurzaamheidsaspecten (bijv. zonnepanelen). Deze<br />
dienen geïntegreerd te wor<strong>de</strong>n in het architectonisch<br />
ontwerp.<br />
11
3.2 Structuurdragers<br />
De infrastructurele hoofddragers spelen een belangrijke rol in<br />
<strong>de</strong> beeldvorming <strong>van</strong> een woongebied. Bezoekers en<br />
bewoners maken gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze hoofdontsluitingsstructuur<br />
en krijgen hiermee een eerste indruk <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk. Via <strong>de</strong><br />
structurele verkeerslijnen dient <strong>de</strong> opbouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk<br />
herkenbaar en afleesbaar te zijn. Architectuur, massaopbouw,<br />
materiaal- en kleurgebruik en <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare<br />
ruimte zijn mid<strong>de</strong>len om dit te bewerkstelligen. Deze kunnen<br />
ingezet wor<strong>de</strong>n om enerzijds samenhang te bewerkstelligen<br />
en an<strong>de</strong>rzijds differentiatie per woonmilieu aan te brengen.<br />
Binnen <strong>de</strong> 1 e fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> Delftlan<strong>de</strong>n kunnen twee hoofd-<br />
infrastructurele lijnen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Deze wor<strong>de</strong>n<br />
hieron<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>r uitgewerkt.<br />
Net als <strong>de</strong> hoofdontsluiting spelen ook <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> woonmilieus een belangrijke rol. De ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> woonmilieus treffen elkaar bij <strong>de</strong> groene tussenruimtes<br />
(scheggen). Hier vindt een confrontatie plaats tussen<br />
verschillen<strong>de</strong> woonmilieus en wordt het on<strong>de</strong>rscheid ervaren.<br />
Ontsluitingsring<br />
De ontsluitingsring verbindt <strong>de</strong> woonmilieus ste<strong>de</strong>lijk, tuindorp<br />
en centrum met elkaar en takt aan op het bovenliggen<strong>de</strong><br />
verkeersnetwerk. Op <strong>de</strong> ontsluitingsring liggen kleine<br />
verkeerspleintjes die <strong>de</strong> toegangen vormen tot <strong>de</strong><br />
woonbuurten. Elk verkeerspleintje ligt in een groter ruimtelijk<br />
plein dat karakteristiek is voor het betreffen<strong>de</strong> woonmilieu en<br />
<strong>de</strong> entreefunctie <strong>van</strong> het betreffen<strong>de</strong> woonmilieu versterkt.<br />
Langs <strong>de</strong> ontsluitingsring wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
woonmilieus zichtbaar door een on<strong>de</strong>rscheid aan te brengen<br />
in architectuur, massa-opbouw en kleurgebruik (gebruik<br />
accentkleur).<br />
Alle woningen zijn met hun voorzij<strong>de</strong> of, in geval <strong>van</strong> een<br />
hoekwoning, <strong>de</strong> zijkant op <strong>de</strong> ontsluitingsring georiënteerd.<br />
Dus geen achterkanten richting <strong>de</strong> ontsluitingsring.<br />
12<br />
Hierbij heeft binnen eenzelf<strong>de</strong> woonmilieu <strong>de</strong> bebouwing die<br />
<strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsluitingsring begrenst een dui<strong>de</strong>lijke<br />
relatie met <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke bebouwingsrand. Bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n dienen<br />
een eenheid te vormen en samenhangend te wor<strong>de</strong>n<br />
vormgegeven.<br />
Qua bouwmassa en woningtype gel<strong>de</strong>n langs <strong>de</strong><br />
ontsluitingsring <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regels:<br />
Ste<strong>de</strong>lijk: bouwmassa’s (rijwoningen) bestaan uit twee<br />
bouwlagen met dakopbouw of 3 bouwlagen met<br />
een plat dak. De bebouwing aan het plein bij <strong>de</strong><br />
entree bestaat uit 3 bouwlagen met accenten ter<br />
hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> centrale groene zone in 3-4<br />
bouwlagen<br />
Tuindorp: bouwmassa’s (twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoning,<br />
geschakeld of vrijstaand) bestaan uit 2 lagen met<br />
een kap<br />
Centrum: bouwmassa’s (hoofdzakelijk twee-on<strong>de</strong>r-één<br />
kapwoning en geschakeld) bestaan uit 2 lagen met<br />
een a-symmetrische kap<br />
Boog lan<strong>de</strong>lijk gebied<br />
De boog in het lan<strong>de</strong>lijk gebied verzorgt zowel <strong>de</strong> ontsluiting<br />
<strong>van</strong> het lan<strong>de</strong>lijk gebied als <strong>de</strong> terpen. Het vormt hiermee een<br />
beeldbepalend element, zeker omdat <strong>de</strong> woningen in <strong>de</strong><br />
buitenbocht en dus in het zicht gesitueerd zijn.<br />
De woningen in <strong>de</strong> boog zijn met hun voorzij<strong>de</strong> op <strong>de</strong> weg<br />
georiënteerd en bestaan uit 2 bouwlagen met kap. De<br />
kapvorm is een za<strong>de</strong>ldak dat loodrecht op <strong>de</strong> weg gesitueerd<br />
is.<br />
De architectuur en het materiaal- en kleurgebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> boog<br />
vormt een afspiegeling <strong>van</strong> het achterliggen<strong>de</strong> buurtje. De<br />
buurtjes on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich <strong>van</strong> elkaar door het kleurgebruik.<br />
Samenhang wordt verkregen doordat voor alle buurtjes (en<br />
daarmee <strong>de</strong> gehele boog) in een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl<br />
vormgegeven wor<strong>de</strong>n.<br />
Ontsluitingsring<br />
Boog lan<strong>de</strong>lijk gebied
Ran<strong>de</strong>n<br />
Noord-zuid lijnen<br />
Ran<strong>de</strong>n<br />
De woonmilieus ste<strong>de</strong>lijk, tuindorp, centrum en bos wor<strong>de</strong>n<br />
begrensd door noord-zuid gerichte ran<strong>de</strong>n die georiënteerd<br />
zijn op <strong>de</strong> groene ruimtes. Deze ran<strong>de</strong>n laten <strong>de</strong> verschillen<br />
tussen twee woonmilieus zien.<br />
Qua bouwmassa en woningtype gel<strong>de</strong>n hierbij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
regels:<br />
Ste<strong>de</strong>lijk: bouwmassa’s (rijwoningen) bestaan uit 2<br />
bouwlagen met een dakopbouw of 3 bouwlagen<br />
met een plat dak. Uitzon<strong>de</strong>ring hierop vormt het<br />
noor<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> westelijke rand (ter hoogte<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> knik dat tevens een accent vormt). De<br />
bebouwing bestaat hier uit 2 bouwlagen met een<br />
dakopbouw of kap of 3 bouwlagen plat.<br />
Tuindorp: bouwmassa’s (twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoning of<br />
geschakeld of vrijstaand) bestaan uit 2 bouwlagen<br />
met een kap (vrijstaan<strong>de</strong> woningen bestaan uit 1,5–<br />
2 bouwlagen waarbij <strong>de</strong> kap loodrecht op <strong>de</strong><br />
openbare ruimte gesitueerd is)<br />
Centrum: bouwmassa’s (twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoning of<br />
geschakeld) bestaan uit 2 bouwlagen met een<br />
dakopbouw of kap<br />
Bos: bouwmassa’s (vrijstaand, twee-on<strong>de</strong>r-één<br />
kapwoning en geschakeld) bestaan uit maximaal 2<br />
bouwlagen met plat dak (eventueel met<br />
on<strong>de</strong>rgeschikte dakopbouw)<br />
De woningen wor<strong>de</strong>n geheel opgetrokken uit donker-rood<br />
bruine baksteen (basiskleur) met een accentkleur (zie<br />
beschrijving woonmilieus). Indien een kap aanwezig is dient<br />
<strong>de</strong>ze te bestaan uit antracietkleurige pannen.<br />
Daarnaast is het belangrijk dat <strong>de</strong> rand ten noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
ontsluitingsring in samenhang met <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke rand wordt<br />
vormgegeven. Alleen op <strong>de</strong>ze wijze wordt het <strong>de</strong>el ten<br />
noor<strong>de</strong>n en ten zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsluitingsring een eenheid en<br />
wordt <strong>de</strong> ruimtelijke barrièrewerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsluitingsring<br />
opgeheven.<br />
Naast <strong>de</strong>ze noord-zuid gerichte ran<strong>de</strong>n speelt ook <strong>de</strong> oostwest<br />
gerichte bebouwingsrand aan het landschapsvenster en<br />
<strong>de</strong> voorzieningenstrook een belangrijke rol in <strong>de</strong><br />
beeldvorming. Deze rand dient per woonmilieu<br />
samenhangend te wor<strong>de</strong>n vormgeven en te voldoen aan <strong>de</strong><br />
spelregels die gesteld wor<strong>de</strong>n voor het betreffen<strong>de</strong><br />
woonmilieu.<br />
Qua bouwmassa en woningtype gel<strong>de</strong>n hierbij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
regels:<br />
Ste<strong>de</strong>lijk: bouwmassa’s (rijwoningen) bestaan uit 2<br />
bouwlagen met een dakopbouw of 3 bouwlagen<br />
met een plat dak.<br />
Tuindorp: bouwmassa’s (twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoning of<br />
geschakeld of vrijstaand) bestaan uit 2 bouwlagen<br />
met een kap (vrijstaan<strong>de</strong> woningen bestaan uit 1,5–<br />
2 bouwlagen waarbij <strong>de</strong> kap loodrecht op <strong>de</strong><br />
openbare ruimte gesitueerd is)<br />
Centrum: bouwmassa’s bestaan uit 3 bouwlagen plat<br />
afge<strong>de</strong>kt of met een lessenaarsdak met <strong>de</strong> hoge<br />
zij<strong>de</strong> richting <strong>de</strong> voorzieningenstrook<br />
Noord-zuid lijnen<br />
Binnen <strong>de</strong> woonmilieus ste<strong>de</strong>lijk, tuindorp en centrum zijn een<br />
grote hoeveelheid noord-zuid lijnen aanwezig. Deze wor<strong>de</strong>n<br />
gevormd door infrastructurele lijnen die begeleid wor<strong>de</strong>n door<br />
ou<strong>de</strong> en nieuwe houtwallen.<br />
Zij structureren <strong>de</strong>ze woonmilieus waardoor <strong>de</strong> samenhang<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing langs zo’n lijn dan ook zeer belangrijk is.<br />
Zeker gezien het feit dat <strong>de</strong>ze lijnen <strong>de</strong> ontsluitingsring<br />
kruisen, die niet als barrière mag fungeren. Architectonische<br />
samenhang <strong>van</strong> een totale lijn is dan ook uitgangspunt.<br />
13
3.3 Woonmilieus<br />
Binnen Delftlan<strong>de</strong>n-I <strong>van</strong> <strong>de</strong> Delftlan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n zes<br />
verschillen<strong>de</strong> woonmilieus on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n elk met een eigen<br />
karakter. Deze woonmilieus bestaan uit een samenhangend<br />
cluster <strong>van</strong> woningen en buurten die op een logische manier<br />
voortvloeien uit het on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> masterplan. In<br />
on<strong>de</strong>rhavig beeldkwaliteitplan wordt voor <strong>de</strong> woonmilieus<br />
lan<strong>de</strong>lijk en terpen <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n gesteld betreffen<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> bebouwing en <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte.<br />
De volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elaspecten komen aan bod:<br />
• plaatsing<br />
• massa en vorm<br />
• gevelkarakteristiek<br />
• <strong>de</strong>taillering, kleur en materiaal<br />
• overgang privé/openbaar<br />
• inrichting openbare ruimte<br />
De zes woonmilieus<br />
15
On<strong>de</strong>rscheid in kleurgebruik tussen <strong>de</strong> 4, binnen<br />
on<strong>de</strong>rhavig plan uit te werken, woonbuurtjes in het<br />
woonmilieu lan<strong>de</strong>lijk. Er wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />
herfstachtige tinten. Per woonbuurtje wordt een<br />
monsterbord samengesteld<br />
16<br />
A<br />
A+B+C<br />
(evenredige ver<strong>de</strong>ling)<br />
B<br />
A+B+C<br />
(evenredige ver<strong>de</strong>ling)<br />
A<br />
B<br />
monsterbord A<br />
monsterbord B<br />
monsterbord C
Vrijstaan<strong>de</strong> woning met kap haaks op <strong>de</strong> openbare<br />
ruimte in <strong>de</strong> boog<br />
LANDELIJK-MILIEU<br />
Karakteristiek<br />
Dit woonmilieu wordt gekarakteriseerd door zes lan<strong>de</strong>lijk<br />
vormgegeven woonbuurtjes die in een bosachtige omgeving<br />
gesitueerd zijn. De buurtjes wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n<br />
door groene wiggen die gevormd wor<strong>de</strong>n door een<br />
boskarakter.<br />
Elk buurtje heeft een eigen brinkje. De drager in dit gebied<br />
wordt gevormd door <strong>de</strong> hoofdontsluiting die <strong>de</strong> vorm heeft<br />
<strong>van</strong> een boog. Deze drager is zeer beeldbepalend omdat <strong>de</strong><br />
woningen in <strong>de</strong> buitenbocht gesitueerd zijn en dus altijd in<br />
het zicht gelegen zijn. Aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> drager<br />
bevin<strong>de</strong>n zich accenten waartussen <strong>de</strong> drager is<br />
opgespannen.<br />
Een twee<strong>de</strong> boog bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> interne<br />
ontsluitingsstructuur verbindt voor <strong>de</strong> fietser alle brinkjes<br />
met elkaar.<br />
Plaatsing<br />
- In dit woonmilieu wor<strong>de</strong>n vrijstaan<strong>de</strong> en twee-on<strong>de</strong>réén<br />
kap-/geschakel<strong>de</strong> woningen gesitueerd<br />
- De woningen staan in <strong>de</strong> rooilijn<br />
Massa en vorm<br />
- De woningen in <strong>de</strong> boog (inclusief accenten aan het<br />
ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> boog) bestaan uit 1,5-2 bouwlagen met<br />
kap die loodrecht op <strong>de</strong> openbare ruimte gesitueerd is<br />
- Alle overige woningen bestaan minimaal uit 1<br />
bouwlaag en maximaal 2 bouwlagen voorzien <strong>van</strong> een<br />
kap. Kapvorm is za<strong>de</strong>ldak (eventueel met wolfseind) of<br />
schilddak met weldadige overstekken<br />
- De bouwmassa’s zijn eenvoudig en functioneel (niet<br />
samengesteld)<br />
- Samenhang tussen <strong>de</strong> 6 woonbuurtjes wordt verkregen<br />
door een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl. Het on<strong>de</strong>rscheid<br />
tussen <strong>de</strong> woonbuurtjes wordt verkregen door een<br />
verschillend kleurgebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevelstenen en <strong>de</strong><br />
dakpannen. Voorwaar<strong>de</strong> is een ge<strong>de</strong>kt kleurgebruik<br />
- Bij vrijstaan<strong>de</strong> woningen voorzien <strong>van</strong> een za<strong>de</strong>ldak<br />
dient <strong>de</strong>ze loodrecht op <strong>de</strong> openbare ruimte gesitueerd<br />
te wor<strong>de</strong>n tenzij er sprake is <strong>van</strong> een breedtewoning<br />
bestaan<strong>de</strong> uit één bouwlaag met za<strong>de</strong>ldak, <strong>de</strong>ze<br />
dienen vormgegeven te wor<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>ls een langskap<br />
Gevelkarakteristiek<br />
- De woningen zijn georiënteerd op <strong>de</strong> openbare ruimte<br />
- Lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl (inspiratie kan zijn <strong>de</strong><br />
Drentse schuur)<br />
- Geen symmetrie in <strong>de</strong> gevelin<strong>de</strong>ling<br />
Detaillering, kleur en materiaal<br />
- Per woonbuurt is sprake <strong>van</strong> een eigen kleurgebruik<br />
waarbij <strong>de</strong> gekozen kleuren voor <strong>de</strong> gevelsteen<br />
(handvorm baksteen) afgestemd zijn op die <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
dakpannen. Voor <strong>de</strong> 4 on<strong>de</strong>rhavige woonbuurtjes is<br />
gekozen voor herfstkleuren die dui<strong>de</strong>lijk verschillend<br />
zijn (zie afbeelding op pagina 16). Een combinatie met<br />
hout is mogelijk aangezien hiermee het lan<strong>de</strong>lijke<br />
karakter versterkt wordt. Per woonbuurt wordt een<br />
monsterbord samengesteld dat als toetsingska<strong>de</strong>r voor<br />
<strong>de</strong> welstand dient. In 2 woonbuurtjes wordt <strong>de</strong> kleur<br />
gevormd door een combinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie<br />
monsterbor<strong>de</strong>n. Hierbij is het <strong>van</strong> belang dat er sprake<br />
is <strong>van</strong> een evenredig gebruik <strong>van</strong> het drietal<br />
monsterbor<strong>de</strong>n<br />
- Indien gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> dakkapellen dienen<br />
<strong>de</strong>ze klein en smal te zijn<br />
- Detaillering en ornamenten kleinschalig en beperkt<br />
(zie pagina 41) passen<strong>de</strong> bij een lan<strong>de</strong>lijke<br />
architectuurstijl<br />
17
schaalniveau on<strong>de</strong>rwerp beeldkwaliteit<br />
bebouwing<br />
hoofdstructuur boog heeft een architectonische samenhang in bouwmassa (2 bouwlagen met kap die loodrecht op <strong>de</strong> openbare ruimte is georiënteerd)<br />
overgang privé/openbaar<br />
openbare ruimte<br />
18<br />
woningtypologie<br />
plaatsing<br />
massa en vorm<br />
gevelkarakteristiek<br />
<strong>de</strong>taillering, kleur- en<br />
materiaalgebruik<br />
twee-on<strong>de</strong>r-één kapwoningen, geschakel<strong>de</strong> woningen en vrijstaan<strong>de</strong> woningen<br />
vrijstaan<strong>de</strong> woningen: hoofdgebouw minimaal 3 m en garage minimaal 2 m uit <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens<br />
overige woningen: hoofdgebouw minimaal met één zij<strong>de</strong> 3 m uit <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens<br />
hoekwoningen (met twee zij<strong>de</strong>n grenzen<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> openbare ruimte) dienen 3 m uit zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens gesitueerd te wor<strong>de</strong>n<br />
vrijstaan<strong>de</strong> woningen en twee-on<strong>de</strong>r-één kap/ geschakel<strong>de</strong> woningen 2 auto-opstelplaatsen op eigen terrein, overige woningtypen 1 auto-opstelplaats op eigen terrein<br />
woningen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> voorgevelrooilijn gesitueerd (5 meter uit <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong> gelegen perceelsgrens )<br />
half-gesloten ruimtevormen<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n (zie pagina 32)<br />
bebouwing is georiënteerd op <strong>de</strong> openbare ruimte<br />
geen garages op hoeken (tenzij architectonisch on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdmassa)<br />
per woning één in-/uitrit met een maximale breedte <strong>van</strong> 4 meter<br />
aan-/ bijbouwen 5 m achter voorgevelrooilijn<br />
boog en accenten aan ein<strong>de</strong> boog: 1,5- 2 bouwlagen met kap<br />
overige woningen: 1-2 bouwlagen met kap<br />
bouwmassa is eenvoudig en functioneel (niet samengesteld ) in een lan<strong>de</strong>lijke vormgeving (inspiratie kan zijn <strong>de</strong> Drentse schuur)<br />
kapvorm boog: za<strong>de</strong>ldak (loodrecht op <strong>de</strong> openbare ruimte)<br />
overige woningen: za<strong>de</strong>ldak (eventueel met wolfseind) of schilddak met weldadige overstekken<br />
massaopbouw aan- en bijgebouw dient afgestemd te wor<strong>de</strong>n op hoofdgebouw<br />
erkers maximaal 70 % <strong>van</strong> gevelbreedte met een maximale diepte <strong>van</strong> 1 meter<br />
gevels zijn vlak en wor<strong>de</strong>n lan<strong>de</strong>lijk vormgegeven<br />
geen symmetrie in gevelin<strong>de</strong>ling<br />
voorzij<strong>de</strong> lage beukenhaag<br />
hoekwoningen dienen tweezijdig gericht te zijn (als ware het 2 voorkanten, 2 representatieve zij<strong>de</strong>n naar openbare ruimte)<br />
gevels bestaan uit baksteen (handvorm) in herfsttinten eventueel gecombineerd met hout (kleur verschilt per woonbuurtje, zie pagina 16)<br />
kap bestaat uit dakpannen (kleur is afgestemd op gevelbaksteen)<br />
kleine smalle dakkapellen, erkers, carports, <strong>de</strong>tails en eventuele ornamenten kleinschalig en beperkt passen<strong>de</strong> bij een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl<br />
overige zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens bij hoekkavels: haag<br />
profiel weg<br />
rijweg 5,00 meter breed (keperverband)<br />
molgoot in mid<strong>de</strong>n rijweg (m.u.v. brinkjes, toegangswegen buurtjes en kruisingen)<br />
kruisingen wor<strong>de</strong>n bol gestraat<br />
<strong>de</strong> parkeerstrook langs <strong>de</strong> boog (gecombineerd met een groenstrook voorzien <strong>van</strong> bomen) is 2,00 meter breed (half-steensverband, 90 gra<strong>de</strong>n gedraaid ter hoogte <strong>van</strong> toegang tot particulier erf) )<br />
brinkjes wor<strong>de</strong>n voorzien <strong>van</strong> een strooisteen<br />
materiaal- en<br />
voor zowel rijweg als parkeerstrook grijze betonstraatstenen<br />
kleurgebruik strooisteen kleur “ferro nova” (15 procent)<br />
inrichting<br />
brinkjes: gras met bomen (extensief beheer) en eventueel enkele groenaccenten<br />
bosstroken: bomen met een nagenoeg gesloten kronendak. De on<strong>de</strong>rbeplanting wordt gevormd door struikvormers en ruiger gras (inheemse beplanting)<br />
speelplekken in <strong>de</strong> openbare ruimte, bosstroken lenen zich uitstekend voor spelaanleidingen en –routes, <strong>de</strong> brinkjes voor speelplekken
Overgang privé/openbaar<br />
- Voorzij<strong>de</strong> wordt vormgegeven door een lage<br />
beukenhaag<br />
- Bij hoekpercelen bestaat <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens<br />
uit een haag<br />
Openbare ruimte<br />
- De brinkjes bestaan uit gras met bomen (extensief<br />
beheer) en eventueel enkele groenaccenten<br />
- De tussenliggen<strong>de</strong> bosstroken wor<strong>de</strong>n gevormd door<br />
bomen met een nagenoeg gesloten kronendak. De<br />
on<strong>de</strong>rbeplanting bestaat uit struikvormers en ruiger<br />
gras (inheemse beplanting). In <strong>de</strong> bosstroken wor<strong>de</strong>n<br />
wan<strong>de</strong>lpa<strong>de</strong>n opgenomen<br />
- In <strong>de</strong> openbare ruimte wor<strong>de</strong>n speelplekken<br />
opgenomen. De bosstroken lenen zich uitstekend voor<br />
spelaanleidingen en –routes, <strong>de</strong> brinkjes voor<br />
speelplekken<br />
Vrijstaand wonen in een lan<strong>de</strong>lijke stijl<br />
19
20<br />
Indicatieve verkaveling terp
TERPEN-MILIEU<br />
Karakteristiek<br />
De terpen wor<strong>de</strong>n omringd door het open landschap en<br />
vormen als het ware <strong>de</strong> vooruitgeschoven bakens <strong>van</strong> het<br />
nieuw te ontwikkelen woongebied. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> terpen<br />
grenst direct aan een waterpartij.<br />
Op <strong>de</strong> terpen zijn <strong>de</strong> woningen rondom een hofje<br />
gesitueerd met een semi-openbaar karakter en hebben<br />
daarmee een intiem karakter.<br />
De terpen zorgen voor een “zachte” overgang <strong>van</strong> het open<br />
landschap naar <strong>de</strong> nieuwe woonwijk. De lan<strong>de</strong>lijk<br />
vormgegeven woningen zijn met <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong> op het open<br />
landschap georiënteerd. De voortuinen <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen<br />
vormen het verleng<strong>de</strong> <strong>van</strong> het open landschap. De<br />
erfafscheiding ontbreekt of wordt gevormd door een lage<br />
haag.<br />
Plaatsing<br />
- Binnen dit woonmilieu wor<strong>de</strong>n uitsluitend vrijstaan<strong>de</strong><br />
woningen gesitueerd<br />
- De woningen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> rooilijn gesitueerd<br />
- Bijgebouwen dienen op een dusdanige wijze in <strong>de</strong><br />
hoofdmassa geïntegreerd of zodanig gesitueerd te<br />
wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze niet dominant in <strong>de</strong> beeldvorming<br />
(<strong>van</strong>uit het open landschap) aanwezig zijn<br />
- Parkeren geschiedt op eigen terrein aan <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong><br />
op het perceel (bereikbaar <strong>van</strong>af het binnenterrein)<br />
Massa en vorm<br />
- De woningen bestaan uit 1-1,5 bouwlagen met kap<br />
- Kapvorm is za<strong>de</strong>ldak (eventueel met wolfseind) of<br />
schilddak met weldadige overstekken<br />
- De bouwmassa’s zijn eenvoudig en functioneel (niet<br />
samengesteld)<br />
21
schaalniveau on<strong>de</strong>rwerp beeldkwaliteit<br />
bebouwing<br />
overgang privé/openbaar<br />
openbare ruimte<br />
22<br />
hoofdstructuur terpen vormen vooruitgeschoven bakens<br />
woningtypologie<br />
plaatsing<br />
massa en vorm<br />
gevelkarakteristiek<br />
vrijstaan<strong>de</strong> woningen<br />
hoofdgebouw minimaal 3 m en garage minimaal 2 m uit <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens<br />
per woning 2 auto-opstelplaatsen<br />
woningen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> voorgevelrooilijn gesitueerd (5 meter uit <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong> gelegen perceelsgrens)<br />
ruime open verkavelingsopzet, on<strong>de</strong>rlinge tussenafstand vrijstaand (zie pagina 32)<br />
bebouwing is georiënteerd op <strong>de</strong> openbare ruimte<br />
geen garages op hoeken, bijgebouwen dienen in <strong>de</strong> hoofdmassa geïntegreerd te wor<strong>de</strong>n of zodanig gesitueerd te wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze niet dominant in <strong>de</strong> beeldvorming <strong>van</strong>uit het open landschap<br />
aanwezig zijn<br />
per woning één in-/uitrit met een maximale breedte <strong>van</strong> 4 meter<br />
vrijstaan<strong>de</strong> woning: 1-1,5 bouwlagen met za<strong>de</strong>ldak (eventueel met wolfseind) of schilddak met weldadige overstekken<br />
bouwmassa is eenvoudig en functioneel (niet samengesteld ) in een lan<strong>de</strong>lijke vormgeving (inspiratie kan zijn <strong>de</strong> Drentse schuur)<br />
massaopbouw aan- en bijgebouw dient afgestemd te wor<strong>de</strong>n op hoofdgebouw<br />
erkers maximaal 70 % <strong>van</strong> gevelbreedte met een maximale diepte <strong>van</strong> 1 meter<br />
gevels wor<strong>de</strong>n vormgegeven in een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl, <strong>de</strong> plasticiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevel is vlak<br />
geen symmetrie in gevelin<strong>de</strong>ling<br />
hoekwoningen dienen tweezijdig gericht te zijn (als ware het 2 voorkanten, 2 representatieve zij<strong>de</strong>n naar openbare ruimte)<br />
<strong>de</strong>taillering, kleur- en gevels in een donker rood-bruine handvorm baksteen (basiskleur) met een mat antracietkleurig mat pannendak<br />
materiaalgebruik kleine smalle dakkapellen, erkers, carports, <strong>de</strong>tails en eventuele ornamenten kleinschalig en beperkt passen<strong>de</strong> bij een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl<br />
voorzij<strong>de</strong> erfafscheiding ontbreekt of bestaat uit een lage haag. Steigers/vlon<strong>de</strong>rs zijn niet toegestaan<br />
overige zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens bij hoekkavels:haag<br />
achterzij<strong>de</strong>: haag<br />
profiel weg<br />
rijweg 5,00 meter breed (keperverband)<br />
kruisingen wor<strong>de</strong>n bol gestraat<br />
binnenterreinen wor<strong>de</strong>n voorzien <strong>van</strong> een strooisteen<br />
materiaal- en<br />
voor rijweg grijze betonstraatstenen<br />
kleurgebruik strooisteen kleur “ferro nova” (15 procent)<br />
inrichting<br />
open landschap heeft een natuurlijke inrichting bestaan<strong>de</strong> uit inheemse beplanting en waterpartijen. Het gebied wordt extensief beheerd<br />
speelplekken in <strong>de</strong> openbare ruimte
Gevelkarakteristiek<br />
- De bebouwing is georiënteerd op het open landschap<br />
- De gevels wor<strong>de</strong>n vormgegeven in een lan<strong>de</strong>lijke<br />
architectuurstijl (inspiratie kan zijn <strong>de</strong> Drentse schuur)<br />
- Plasticiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevel is vlak<br />
- Geen symmetrie in <strong>de</strong> gevelin<strong>de</strong>ling<br />
Detaillering, kleur en materiaal<br />
- Alles uitvoeren in een donker rood-bruine handvorm<br />
baksteen met een mat antracietkleurig pannendak<br />
- Indien gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> dakkapellen dienen<br />
<strong>de</strong>ze klein en smal te zijn<br />
- Detaillering en ornamenten kleinschalig en beperkt (zie<br />
pagina 41) passen<strong>de</strong> bij een lan<strong>de</strong>lijke architectuurstijl<br />
Overgang privé/openbaar<br />
- Aan <strong>de</strong> voorzij<strong>de</strong>, richting open landschap, ontbreekt<br />
een erfafscheiding of wordt <strong>de</strong>ze vormgegeven door<br />
een lage haag. Steigers/vlon<strong>de</strong>rs zijn niet toegestaan<br />
- Zij<strong>de</strong>lingse perceelsgrens, grenzend aan openbaar<br />
gebied (hoekkavels): haag<br />
- Aan <strong>de</strong> achterzij<strong>de</strong>, richting hofje, een haag<br />
Openbare ruimte<br />
- Het open landschap rondom <strong>de</strong> terpen wordt<br />
vormgegeven door een open natuurlijke inrichting<br />
bestaan<strong>de</strong> uit inheemse beplanting en water. Het wordt<br />
aan <strong>de</strong> westzij<strong>de</strong> begrensd door <strong>de</strong> Sleenerstroom. Het<br />
gebied rondom <strong>de</strong> terpen heeft <strong>de</strong> functie<br />
waterretentie. Dit betekent dat het bij extreme regenval<br />
on<strong>de</strong>r water kan staan. Het gebied zal extensief<br />
beheerd wor<strong>de</strong>n. Daarnaast wor<strong>de</strong>n er wan<strong>de</strong>lpa<strong>de</strong>n<br />
aangelegd<br />
- In <strong>de</strong> openbare ruimte wor<strong>de</strong>n speelplekken<br />
opgenomen. De openbare ruimte rondom <strong>de</strong> terpen<br />
leent zich uitstekend voor spelaanleidingen en –routes<br />
23
DE BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN TUSSEN DE WOONMILIEUS<br />
De belangrijkste on<strong>de</strong>rlinge verschillen tussen <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> woonmilieus wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r nog eens kort samengevat.<br />
SCHAALNIVEAU ONDERWERP LANDELIJK TERPEN<br />
bebouwing<br />
overgang privé/openbaar<br />
hoofdstructuur boog bestaat uit woningen in 1,5-2 bouwlagen met za<strong>de</strong>ldak<br />
(loodrecht op <strong>de</strong> openbare ruimte)<br />
open verkavelingsopzet op een verhoging in het landschap<br />
plaatsing on<strong>de</strong>rlinge tussenafstand half-gesloten/vrijstaand on<strong>de</strong>rlinge tussenafstand vrijstaand<br />
massa en vorm alle woningen 1-2 bouwlagen met kap<br />
vrijstaan<strong>de</strong> woningen 1-1,5 bouwlaag met kap<br />
eenvoudige bouwmassa<br />
bouwmassa is eenvoudig vormgegeven<br />
<strong>de</strong>taillering, kleur- en materiaalgebruik handvorm baksteen eventueel gecombineerd met hout gevels: handvorm baksteen (basiskleur)<br />
alle woningen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met za<strong>de</strong>ldak of schilddak alle woningen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd met za<strong>de</strong>ldak of schilddak<br />
(dakpannen in herfsttinten)<br />
(antracietkleurig matte dakpannen)<br />
kleurgebruik verschilt per woonbuurtje (herfstkleuren, zie<br />
monsterbor<strong>de</strong>n)<br />
voorzij<strong>de</strong> lage beukenhaag erfafscheiding ontbreekt of een lage haag<br />
overige zij<strong>de</strong>lingse perceelgrens hoekkavels: hagen zij<strong>de</strong>lingse perceelgrens hoekkavels en achterzij<strong>de</strong>: hagen<br />
openbare ruimte inrichting brinkjes in combinatie met bosstroken (extensief beheer) open landschap met natuurlijke inrichting en waterpartijen (extensief beheer)
Parkeren vindt plaats op<br />
grasklinkers in parkeervakken<br />
4. PROFIELEN<br />
De profielen <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte in <strong>de</strong> woonbuurten<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich met name door <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong><br />
bezoekersparkeren (zie tekening). Op <strong>de</strong><br />
hoofdontsluitingsring is parkeren niet toegestaan om <strong>de</strong><br />
stroomfunctie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze weg niet te frustreren. De woningen<br />
die op <strong>de</strong>ze ontsluitingsring georiënteerd zijn, wor<strong>de</strong>n<br />
ontsloten mid<strong>de</strong>ls parallelwegen.<br />
In <strong>de</strong> woonmilieus met een hogere dichtheid (met name<br />
ste<strong>de</strong>lijk en centrum) vindt parkeren in <strong>de</strong> openbare ruimte<br />
in een aparte parkeerstrook plaats. In <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r dichte<br />
woonmilieus (met name tuindorp, lan<strong>de</strong>lijk en terpen) vindt<br />
parkeren op <strong>de</strong> rijweg plaats.<br />
Hieron<strong>de</strong>r volgen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />
profielen binnen fase 1. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> afmetingen<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> profielen. De uitein<strong>de</strong>lijke inrichting wordt in een later<br />
stadium bepaald.<br />
27
28<br />
Parkeren vindt plaats<br />
op <strong>de</strong> rijbaan<br />
Parkeren vindt plaats<br />
op <strong>de</strong> rijbaan
BIJLAGE: SPELREGELS NADER<br />
TOEGELICHT<br />
29
Hieron<strong>de</strong>r zijn een aantal behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> spelregels na<strong>de</strong>r<br />
toegelicht en gevisualiseerd.<br />
Plaatsing<br />
In <strong>de</strong> <strong>de</strong>ze categorie komt <strong>de</strong> situering <strong>van</strong> een gebouw<br />
aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De positie <strong>van</strong> het gebouw in relatie tot <strong>de</strong><br />
belendingen en <strong>de</strong> openbare ruimte.<br />
Verkavelingtype:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> type verkaveling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebouwen. Het<br />
gaat hierbij om <strong>de</strong> typologie, oriëntatie en <strong>de</strong> relatie<br />
tussen gebouwen, gerelateerd aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>nbouwkundige opzet. Mogelijke variaties zijn:<br />
geschakeld, twee-on<strong>de</strong>r-één-kap, vrijstaand, gesloten<br />
bouwblok, (half)open bouwblok, strokenverkaveling,<br />
e.d.<br />
31
Positie on<strong>de</strong>rling:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge plaatsing <strong>van</strong> gebouwen. Het<br />
gaat hierbij om <strong>de</strong> plaatsing in <strong>de</strong> diepte <strong>van</strong> <strong>de</strong> kavel<br />
en betreft <strong>de</strong> wandvorming in <strong>de</strong> daarvoor bestem<strong>de</strong><br />
zone. De wandvorming is optimaal bij gebruik <strong>van</strong><br />
rooilijnen en min<strong>de</strong>r groot bij rangschikking die volgt uit<br />
<strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> marges of an<strong>de</strong>rsoortige<br />
differentiaties. Mogelijke variaties zijn: in <strong>de</strong> rooilijn,<br />
wisselend, trapsgewijs, vaste marges, gevarieerd, e.d.<br />
32<br />
Afstand on<strong>de</strong>rling:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge tussenafstand <strong>van</strong> gebouwen.<br />
Het gaat hierbij om <strong>de</strong> plaatsing in <strong>de</strong> breedte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
kavel en betreft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge aansluiting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
gebouwen c.q. <strong>de</strong> beslotenheid of doorzichtigheid <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> ruimtevormen<strong>de</strong> wand in relatie tot <strong>de</strong> kavel- en<br />
gebouwbreedte. Mogelijke variaties zijn: gesloten,<br />
halfgesloten, vrijstaand, open, gevarieerd e.d.
Plaatsing op kavel:<br />
Het gaat hierbij om <strong>de</strong> plaatsing <strong>van</strong> het gebouw in<br />
relatie tot <strong>de</strong> kavel waarop het gebouw gesitueerd<br />
wordt. Mogelijke variaties zijn gehele breedte, links,<br />
mid<strong>de</strong>n of rechts op kavel.<br />
Richting:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> opstellingsrichting <strong>van</strong> een gebouw. Het<br />
gaat hierbij om <strong>de</strong> hoofdrichting <strong>van</strong> het gebouw of <strong>de</strong><br />
richting <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdvorm in <strong>de</strong> zone <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
ruimtevormen<strong>de</strong> wand. Mogelijke variaties zijn:<br />
evenwijdig of dwars aan <strong>de</strong> weg, wisselend met een<br />
bepaal<strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning of gevarieerd, e.d.<br />
33
Herhaling, ritmiek:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> mate aan samenhang door herhaling of<br />
ritmiek <strong>van</strong> een verzameling gebouwen. Het gaat hier<br />
om <strong>de</strong> herhaling <strong>van</strong> gebouwen of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daar<strong>van</strong><br />
in een bepaal<strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning of systematiek, waardoor een<br />
samenhang ontstaat. Mogelijke variaties zijn:<br />
samenhangend, onsamenhangend.<br />
34
Massa en vorm<br />
Het gaat hier om <strong>de</strong> hoofdvorm en –massa <strong>van</strong> een<br />
gebouw in relatie tot of met <strong>de</strong> omgeving. In <strong>de</strong><br />
ruimtelijke verschijningsvorm is <strong>de</strong> massa en <strong>de</strong> vorm<br />
<strong>van</strong> het gebouw het intermediair tussen<br />
ste<strong>de</strong>nbouwkundige en architectonische<br />
beeldaspecten.<br />
Opbouw hoofdmassa:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> combinatie <strong>van</strong> opstandhoogte en<br />
bovenbelijning <strong>van</strong> een gebouw. Met betrekking tot<br />
gebouwen gaat het hier om <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> het<br />
gevelwandvlak en <strong>de</strong> belijning <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenbegrenzing<br />
door bijvoorbeeld een kap. Mogelijke variaties zijn: één,<br />
twee, drie of meer<strong>de</strong>re bouwlagen met of zon<strong>de</strong>r kap.<br />
35
Profiel straat:<br />
Beschrijft het dwarsprofiel <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte. Het<br />
gaat hier om <strong>de</strong> karakteristiek <strong>van</strong> het dwarsprofiel <strong>van</strong><br />
een ruimte en <strong>de</strong> daarin /-naast gelegen bebouwing.<br />
Mogelijke variaties zijn smal, breed, symmetrisch,<br />
asymmetrisch, homogeen, gevarieerd.<br />
36<br />
Samenstelling massa:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> compositie en samenstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
hoofdvolumes c.q. <strong>de</strong> plasticiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing. Het<br />
gaat hierbij om <strong>de</strong> afstemming tussen hoofd-, aan-, en<br />
bijgebouwen. Gebouwen kunnen hierdoor hoofdzakelijk<br />
enkelvoudig of samengesteld <strong>van</strong> samenstelling en<br />
homogeen of gevarieerd <strong>van</strong> vorm zijn. Mogelijke<br />
variaties zijn: enkelvoudig of samengesteld, homogeen<br />
of gevarieerd.
Kapvorm en –richting:<br />
Het gaat hierbij om <strong>de</strong> vorm en richting <strong>van</strong> <strong>de</strong> kap.<br />
Mogelijke variaties zijn: plat, za<strong>de</strong>l, schild, mansar<strong>de</strong>,<br />
lessenaar, samengesteld, langs, dwars, divers.<br />
Relatieve om<strong>van</strong>g:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> verhoudingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdafmetingen <strong>van</strong><br />
een gebouw. Het gaat hier om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge<br />
verhoudingen tussen <strong>de</strong> driedimensionale afmetingen<br />
<strong>van</strong> een gebouw. Mogelijke variaties zijn: klein,<br />
mid<strong>de</strong>lgroot, groot, zeer grootschalig.<br />
37
Vormbehan<strong>de</strong>ling:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llering of aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorm. Het gaat<br />
dan om <strong>de</strong> kenmerken die <strong>de</strong> weergave zijn <strong>van</strong> een<br />
vormkarakteristiek. Mogelijke variaties zijn: eenvoudig,<br />
gevarieerd, kantig, vloeiend, thematisch,<br />
experimenteel, gevarieerd.<br />
38<br />
Gevelkarakteristiek<br />
Het gaat hier om <strong>de</strong> verschijningsvorm en/of aanzichten<br />
<strong>van</strong> een gebouw. Naast <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> omgeving<br />
wordt hier met name <strong>de</strong> karakteristiek <strong>van</strong> het gebouw<br />
als object beschreven en gewaar<strong>de</strong>erd.<br />
Gerichtheid en oriëntatie:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>(n) die voor een gebouw<br />
gezichtsbepalend en bezien <strong>van</strong>af <strong>de</strong> publieke ruimte<br />
beeldbepalend zijn. Het gaat hierbij om <strong>de</strong><br />
wisselwerking tussen het gebouw en <strong>de</strong> (publieke)<br />
ruimte. Mogelijke variaties zijn: gericht op publieke<br />
ruimte, privé-ruimte, twee- of meerzijdig, gevarieerd<br />
e.d.
Geleding:<br />
Beschrijft inzake belijning en/of reliëf het hoofdaccent<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> gevelin<strong>de</strong>ling. Mogelijke variaties zijn: verticaal,<br />
horizontaal, evenwichtig, figuratief of experimenteel,<br />
gevarieerd e.d.<br />
In<strong>de</strong>ling:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> vorm en in<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> gesloten en open<br />
vlakken zoals ramen en <strong>de</strong>uren. Het gaat hierbij om<br />
vormen en maatverhoudingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevelin<strong>de</strong>ling en<br />
<strong>de</strong> relatie er<strong>van</strong> met het gehele gebouw. Mogelijke<br />
variaties zijn: traditioneel, gestileerd, neutraal en<br />
geor<strong>de</strong>nd, gevarieerd en chaotisch e.d.<br />
39
Plasticiteit:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> mate aan dieptewerking door het reliëf <strong>van</strong><br />
bijvoorbeeld negge, kolommen, penanten, metselwerk<br />
en an<strong>de</strong>re gevelelementen ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevel<br />
zelf. Het gaat hierbij om reliëf, vormen,<br />
maatverhoudingen <strong>van</strong> bijvoorbeeld negge, kolommen,<br />
penanten, metselwerk en an<strong>de</strong>re gevelelementen en <strong>de</strong><br />
relatie er<strong>van</strong> met <strong>de</strong> gehele gevel. Mogelijke variaties<br />
zijn: veel/weinig schaduwwerking, vlak, ongelijk, rijk<br />
aan dieptewerking, e.d.<br />
40<br />
Detaillering, kleur en materiaal<br />
Het gaat hier om <strong>de</strong> karakteristieken die invulling geven<br />
aan <strong>de</strong> verschijningsvorm <strong>van</strong> een gebouw. Ten opzicht<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> hiervoor genoem<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsaspecten zijn<br />
<strong>de</strong>ze aspecten bepaald niet on<strong>de</strong>rgeschikt. Juist kleur<br />
en materiaal zijn zeer beeldbepalend voor <strong>de</strong><br />
verschijningsvorm <strong>van</strong> een gebouw, straat en/of gebied.<br />
Gaafheid en oorspronkelijkheid:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> mate aan oorspronkelijkheid <strong>van</strong> een<br />
bestaand gebouw. Het gaat hierbij om mogelijke<br />
vernieuwen<strong>de</strong> of juist verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> elementen die het<br />
(gewenste) straatbeeld verstoren of juist versterken.<br />
Mogelijke variaties zijn: verstoord, vernieuwd,<br />
herkenbaar, hoofdzakelijk origineel, oorspronkelijk,<br />
samenhangend, gevarieerd e.d.
Materiaalgebruik:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> aard en stofuitdrukking <strong>van</strong> het<br />
materiaalgebruik. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> stofuitdrukking<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> buitenkant <strong>van</strong> een gebouw toegepaste<br />
materialen t.a.v. <strong>de</strong> expressie <strong>van</strong> het gebouw en haar<br />
omgeving. Mogelijke variaties zijn: steenachtig, metaal,<br />
kunststof, hout, coatings, keramische tegels, glas,<br />
glanzend, dof, gevarieerd e.d.<br />
Kleurtoon en toepassing:<br />
Beschrijft <strong>de</strong> specifieke kleurtoepassing en/of kleurtoon<br />
<strong>van</strong> het kleurgebruik. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rheid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> kleurtoepassingen en het typeren<strong>de</strong><br />
kleurgebruik of variaties met betrekking tot <strong>de</strong><br />
expressie <strong>van</strong> een gebouw. Mogelijke variaties zijn:<br />
donker, mid<strong>de</strong>ntoon, licht of in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een<br />
gerichte omschrijving/ uniform, gevarieerd, ingetogen,<br />
contrasterend.<br />
Decoraties en ornamenten:<br />
Beschrijft constructieve <strong>de</strong>tails, ornamenten en<br />
<strong>de</strong>coraties. Het gaat hierbij om <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re verrijking<br />
die ruimte en bebouwing on<strong>de</strong>rvindt <strong>van</strong> (constructieve)<br />
<strong>de</strong>tails en bijzon<strong>de</strong>re ornamentiek. Mogelijke variaties<br />
zijn: eventuele kenmerken<strong>de</strong> ornamenten en <strong>de</strong>coraties<br />
eventueel gecombineerd met <strong>de</strong> toevoeging fijn, matig,<br />
grof, weinig of gecombineerd met gelijkvormig,<br />
gevarieerd.<br />
41