Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Eigenwijs<br />
Op 29 juli 1914 ben ik geboren op een boerderij in<br />
het Groningse Kloosterburen als oudste van acht<br />
kinderen. Op de lagere school was ik de beste van<br />
de klas, maar werd geplaagd vanwege mijn rode<br />
haar. Ik liet me hierdoor niet uit het veld slaan; ik was<br />
eigenwijs, leergierig en speelde vaak de baas. Op<br />
de HBS inspireerde een hervormde dominee mij bij<br />
catechisatie en daarom wilde ik theologie studeren.<br />
Mijn moeder raadde me dit af: “Vrouwen kunnen<br />
geen predikant worden en jij bent geen mens om de<br />
tweede viool te spelen!” Het werd onderwijs, maar<br />
er was weinig werk. Begin 1939 werd ik huisonderwijzeres<br />
van een jongen met Down syndroom bij een<br />
professorengezin in Groningen en kon bij hen inwonen.<br />
Om mijn onderwijs aan hem te perfectioneren,<br />
studeerde ik orthopedagogie en logopedie.<br />
Je rolde er vanzelf in<br />
In het begin van de oorlog had ik nog steeds de<br />
zorg voor mijn leerling, maar ik zag zoveel onrecht<br />
dat ik wel in actie moest komen. Tot eind 1941<br />
woonde ik bij het professorengezin, maar dit werd<br />
te gevaarlijk. Ik ging elders op kamers en werken<br />
op een BLO-school in Groningen. In 1942 mochten<br />
Joden alleen op bepaalde tijden winkelen, dus deed<br />
ik boodschappen voor Joodse gezinnen uit mijn<br />
buurt. Via de kerk, de tennisvereniging en via de<br />
huisbezoeken van leerlingen had ik al een uitgebreid<br />
netwerk voor mijn verzetswerk. Mijn eerste verzetsdaad<br />
was het onderbrengen van een Joodse leerling<br />
en zijn broertje bij een boerenfamilie. Achterop mijn<br />
fiets bracht ik hen naar dit adres. Van het een kwam<br />
het ander. Mijn volgende kamer in een pension werd<br />
een doorgangshuis voor Joodse kinderen, piloten,<br />
Siet Tammens, 4 jaar. 15 jaar.<br />
volwassenen en een opslagplaats voor bonkaarten<br />
en wapens voor het verzet. In juli 1942 kreeg ik de<br />
leiding over een verzetsgroep in de stad Groningen.<br />
Geleidelijk kwamen we in contact met andere verzetsgroepen<br />
in het noorden met zeer uiteenlopende<br />
religieuze of politieke achtergronden, maar we waren<br />
eensgezind in onze strijd.<br />
Jullie moeten doorgaan!<br />
Vanaf de zomer van 1943 kwamen we met alle<br />
verzetsleiders uit de provincie regelmatig voor overleg<br />
bijeen in ‘de Groninger Top’ bij mij thuis. Voor<br />
de voedselhulp aan onderduikers was er dringend<br />
behoefte aan extra bonkaarten. De verzetsgroep<br />
Bedum overviel op 4 juni 1943 het distributiekantoor<br />
van Langweer in Friesland om in één klap<br />
5.000 bonkaarten en stempels voor het vervalsen van<br />
persoonsbewijzen binnen te halen. Op 5 augustus<br />
1943 werd onze verzetsman Piet Hut door de Duitsers<br />
doodgeschoten. De zondag daarna ging ik naar<br />
Usquert om zijn ouders bij het uitgaan van de kerk te<br />
spreken. Wanhopig zei ik dat we misschien eerst in<br />
de luwte moesten blijven. Maar zijn vader zei stellig:<br />
“Nee meid, we moeten doorgaan!” Halverwege<br />
1944 zijn veel leidende figuren gearresteerd door<br />
verraad. We overlegden vaak intensief over de inzet<br />
van onze knokploegen die NSB’ers of Duitsers moesten<br />
liquideren. Op ons initiatief zijn onder andere de<br />
NSB-politiechefs Elsinga en Keijer geliquideerd die<br />
op Joden en verzetsmensen jaagden.<br />
Op 25 april 1945 nam de bezetter represaillemaatregelen.<br />
Bedum werd omsingeld, zes mannen werden<br />
direct doodgeschoten en 148 anderen pakten ze op.<br />
De meesten kwamen in Duitse kampen terecht;<br />
22 van hen zijn nooit teruggekomen.<br />
13