Richtlijn Downsyndroom - TNO
Richtlijn Downsyndroom - TNO
Richtlijn Downsyndroom - TNO
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aanbevelingen<br />
Overleg in de eerste maanden na de geboorte met de ouders wat hun behoefte aan<br />
ondersteuning is en maak hen attent op de mogelijkheid Early Intervention te starten.<br />
Bied hulp bij het zoeken naar adequate ondersteuning indien daar behoefte aan is.<br />
A.2.3 Fysiotherapie<br />
R. Borstlap<br />
Hoe verloopt de motorische ontwikkeling en waarom is fysiotherapie nodig?<br />
Het motorische gedrag van kinderen met DS wordt gekenmerkt door symmetrische<br />
bewegingspatronen, weinig variatie en het bewegen kan trager zijn. Er is een beperkte<br />
ontwikkeling van evenwichtsreacties en een verminderde doelmatigheid van de motoriek.<br />
Tevens is er vaak sprake van hypotonie en hypermobiliteit. Ook bij jongvolwassenen wordt<br />
nog steeds een afwijkende motoriek gevonden met o.a. een tekortkoming van<br />
houdingscontrole met als gevolg problemen met het evenwicht. 42<br />
Uit overzichten door een aantal schrijvers van betreffende literatuur blijkt dat er een<br />
specifiek ontwikkelingsprofiel bestaat. 35,43,44 De ontwikkeling verloopt vertraagd, de<br />
motorische mijlpalen worden later en met een grotere spreiding bereikt. Ook de volgorde<br />
waarin motorische vaardigheden worden bereikt is anders. Er zijn problemen met de<br />
houdingscontrole en houdingsreacties komen later en in andere volgorde. Opvangreacties<br />
ontwikkelen zich bijvoorbeeld eerder als vervanging van vertraagde evenwichtsreacties. De<br />
ontwikkeling van het bewegen wordt sterk beïnvloed door insufficiëntie van stabiliserende<br />
cocontracties van spieren rond gewrichten, mogelijk als gevolg van hypotonie. Ook<br />
gezondheidsproblemen, cognitieve en sociale beperkingen spelen een rol in de motorische<br />
ontwikkeling.<br />
Het bereiken van een mijlpaal in de motorische vaardigheden is van belang voor de<br />
voortgang van de hele ontwikkeling. In een onderzoek bij vijf tot zevenjarige kinderen met<br />
DS is gekeken naar de bijdrage van hun motorische vaardigheid en performaal mentaal<br />
niveau op hun functionele status. Het bleek dat beperkingen in functionele activiteiten veel<br />
meer samenhingen met hun motorische vaardigheden dan met hun performaal mentaal<br />
niveau. Geconcludeerd werd dat motorische vaardigheid een betere voorspeller is voor<br />
zelfredzaamheid (zelfstandig kunnen eten, aankleden, verplaatsen, spelen, communiceren<br />
en sociale vaardigheden) dan het performaal mentaal niveau. 45<br />
Is interventie c.q. fysiotherapie effectief?<br />
In Nederland heeft Lauteslager een voor kinderen met DS specifiek motorisch<br />
interventiesysteem ontwikkeld. 44,46 Eerst is er een theoretisch kader geformuleerd:<br />
“Stoornissen in het systeem van houdingsregulatie”.<br />
Primair: verlaagde houdingstonus. Secundair: insufficiëntie van cocontracties,<br />
insufficiëntie van evenwichtsreacties, verminderde propriocepsis, vergrote<br />
gewrichtsmobiliteit. Gevolgen: problemen met het innemen en handhaven van posities<br />
tijdens houding en beweging, onvoldoende ontwikkeling van kwalitatieve aspecten van<br />
motoriek, onvoldoende doelmatige motoriek.<br />
Gesteld wordt dat uit dit kader af te leiden valt dat de beïnvloeding van de motorische<br />
ontwikkeling bij voorkeur moet plaatsvinden tijdens de periode van ontwikkeling van<br />
basismotorische vaardigheden. Om de vaardigheden en het resultaat van de interventie<br />
objectief te kunnen meten is een specifieke test ontwikkeld, de “Basismotorische<br />
Vaardigheden van Kinderen met DS”(BVK). De test geldt voor de leeftijdsperiode van drie<br />
18/125