31.08.2013 Views

Richtlijn Downsyndroom - TNO

Richtlijn Downsyndroom - TNO

Richtlijn Downsyndroom - TNO

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Redenen tot verwijzing naar de orthopeed zijn:<br />

niet los kunnen lopen na 3 jaar<br />

hallux valgus<br />

slechter gaan lopen<br />

drukplekken van de schoen en/of abnormale eeltvorming<br />

functieverlies van de knie of ernstige luxatie van de patella<br />

aanwijzingen voor een heupluxatie<br />

Zolang geen verdere gegevens beschikbaar zijn, verdient het aanbeveling voor<br />

voetproblemen dezelfde behandeling toe te passen als in de algemene bevolking.<br />

Overwogen moet worden om conservatieve behandeling (steunzolen, (semi)orthopedisch<br />

schoeisel) wel sneller toe te passen. Hierbij is beoordeling door een kinderorthopeed of<br />

revalidatiearts gewenst.<br />

Let op de stand van de patella bij buigen en strekken van de knie. Bepaal manueel of de<br />

patella te luxeren is.<br />

Onderzoek de beweeglijkheid van de heup. Door een te grote beweeglijkheid van het<br />

heupgewricht kunnen vanaf het moment dat het kind gaat lopen beschadiging en<br />

misvorming van de heup ontstaan door recidiverende (sub)luxaties. Door een tijdige<br />

diagnose is in een aantal gevallen door behandeling verdere beschadiging van het gewricht<br />

te voorkomen.<br />

Bij de meeste kinderen zijn de klinische verschijnselen van (sub)luxatie van de heup pas<br />

in een laat stadium zichtbaar. Het verdient daarom de overweging om periodiek een<br />

bekkenfoto te maken (bijvoorbeeld iedere 2 jaar) in de periode van groei, dat is voor de<br />

heup tussen de 4 en 14 jaar.<br />

Kennishiaten<br />

Er zijn geen studies die aangeven of de behandeling van voetafwijkingen bij kinderen<br />

met DS anders of eerder moet worden gedaan.<br />

C.5.2 Afwijkingen aan de wervelkolom<br />

R. Borstlap<br />

Scoliose komt bij 7‐9% van de mensen met DS voor. 359,378 In het algemeen zijn de<br />

bochten echter klein (52% van de gevallen) en behoeven zelden een bracebehandeling. Bij<br />

aangetoonde progressie is operatieve behandeling aan te bevelen.<br />

Instabiliteit in de nekwervels kan veroorzaakt worden door atlanto‐axiale instabiliteit<br />

(AAI), atlanto‐occipitale instabiliteit (AOI) en aanlegstoornissen van de bovenste wervels. AAI<br />

komt bij 13‐20% van de kinderen met DS voor, meestal asymptomatisch. 379,380 Slechts 1‐3 %<br />

heeft (acuut of chronisch) neurologische afwijkingen door beklemming en beschadiging van<br />

het ruggenmerg. 379,381 Er zijn heel verschillende gegevens over het voorkomen van AOI. In<br />

een studie werd een percentage van 60% gevonden en geen risico op neurologische<br />

afwijkingen, terwijl een andere studie 8,5% vond gepaard met juist een hoog percentage<br />

(66%) neurologische afwijkingen. 382,383 Aanlegstoornissen worden bij 5% van de kinderen<br />

met DS gevonden bij röntgenfoto’s en bij 45% met een CT‐scan. 379,384 Ook wordt dit vaker bij<br />

mensen met AAI gevonden dan zonder. 364,385<br />

76/125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!