Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3 beOOrDelingskaDer<br />
3.1 inleiding<br />
Naast het vaststellen wat er tijdens een voorval precies is gebeurd, is het van belang dat wordt<br />
vastgesteld hoe en waarom het voorval heeft kunnen plaatsvinden. Het doel daarvan is lering te<br />
kunnen trekken uit het voorval. Om dat te kunnen doen hanteert de <strong>Onderzoeksraad</strong> een beoordelingskader.<br />
In dit hoofdstuk wordt het beoordelingskader weergegeven voor het themaonderzoek<br />
naar <strong>parachutespringen</strong> <strong>Defensie</strong>.<br />
Het beoordelingskader bestaat uit drie delen. Het eerste deel geeft inzicht in de relevante wettelijke<br />
voorschriften op het gebied van <strong>parachutespringen</strong> en regelgeving van de Koninklijke Vereniging<br />
voor Luchtvaart die geldt voor alle aangesloten organisaties die het (sport)<strong>parachutespringen</strong> in<br />
Nederland beoefenen. Het tweede deel geeft een overzicht van de voor het onderzoek relevante<br />
defensievoorschriften. Het laatste deel beschrijft de door de <strong>Onderzoeksraad</strong> opgestelde aandachtspunten<br />
ten aanzien van de wijze waarop de <strong>bij</strong> het militair <strong>parachutespringen</strong> betrokken partijen<br />
invulling geven aan veiligheidsmanagement en de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid.<br />
3.2 wettelijke voorschriften en overige regelgeving<br />
3.2.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving<br />
De Arbeidsomstandighedenwet legt de werkgever een aantal verplichtingen op ten aanzien van<br />
arbeidsomstandigheden; onder meer op het gebied van beleid (artikel 3.1a) de uitvoering van<br />
de risico-inventarisatie en evaluatie (artikel 5) en het opleiden en instrueren (artikel 8). In het<br />
Arbeidsomstandighedenbesluit zijn de algemene bepalingen in de Arbeidsomstandighedenwet<br />
nader uitgewerkt en wordt ook de <strong>bij</strong>zondere positie van <strong>Defensie</strong> (artikel 1.26 tot en <strong>met</strong> 1.33)<br />
geregeld. Deze positie wordt mede in verband gebracht <strong>met</strong> internationale verplichtingen en<br />
diverse omstandigheden (onder andere oefeningen). Op het gebied van <strong>parachutespringen</strong> worden<br />
in de wettelijke voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden, voor <strong>Defensie</strong> geen<br />
nadere regels of verplichtingen gesteld en gelden alleen de algemene bepalingen die hierboven zijn<br />
bedoeld.<br />
3.2.2 Luchtvaartwetgeving, Regeling valschermspringen<br />
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is op het gebied van <strong>parachutespringen</strong> verantwoordelijk<br />
voor het voorbereiden van wetgeving. De wettelijke voorschriften voor het <strong>parachutespringen</strong> zijn<br />
vastgelegd in de Regeling valschermspringen (zie <strong>bij</strong>lage 2). De Inspectie Verkeer en Waterstaat<br />
(IVW), divisie Luchtvaart, is sinds 2001 verantwoordelijk voor de handhaving.<br />
Wat betreft <strong>parachutespringen</strong> gaat de regeling inhoudelijk hoofdzakelijk in op het gebruik van<br />
zogenoemde valschermspringgebieden. Uitgangspunt van de regeling is deregulering. Dit houdt in<br />
dat de Minister alleen regels geeft ter bescherming van het overige luchtverkeer en niet verantwoordelijk<br />
is voor de veiligheid van de parachutist. De regeling stelt geen normen voor (de kwaliteit<br />
van) het valscherm, de kennis, bedrevenheid, ervaring en medische geschiktheid van een parachutist.<br />
Er zijn ook geen normen in opgenomen voor de opleiding tot parachutist of over het landen na<br />
een parachutesprong in het doelgebied.<br />
De specifieke voorwaarden die in de Regeling valschermspringen aan het springen zelf zijn gesteld,<br />
zijn opgenomen in artikel 6. In dit artikel is bepaald dat de valschermsprong plaats moet vinden tijdens<br />
de daglichtperiode, binnen het valschermspringgebied en na uitdrukkelijke toestemming van<br />
de gezagvoerder van het luchtvaartuig. Tijdens de valschermsprong moet:<br />
a. het zicht voldoen aan de geldende minimumwaarden voor VFR-vluchten<br />
(zichtweersomstandigheden);<br />
b. ten minste 1,5 km horizontaal van de wolken worden gebleven;<br />
c. voortdurend zicht op grond en water worden behouden.<br />
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is momenteel bezig <strong>met</strong> een herziening van de Regeling<br />
valschermspringen.<br />
29