Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Ongevallen met parachutespringen bij Defensie - Onderzoeksraad ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De organisatie en werkwijze <strong>bij</strong> het Korps Mariniers, waar<strong>bij</strong> onderscheid wordt gemaakt tussen<br />
eenheden gereed voor inzet of hiermee bezig, eenheden die in de recuperatieperiode zitten en eenheden<br />
die aan het opwerken zijn, komen in grote lijnen overeen <strong>met</strong> het concept dat <strong>bij</strong> LMB wordt<br />
gehanteerd. In tegenstelling tot de paracompagnieën <strong>bij</strong> LMB hebben de twee paracompagnieën<br />
een <strong>bij</strong>zondere (elite) status. Over het algemeen worden de mentaal en fysiek betere mariniers, die<br />
zich al <strong>bij</strong> andere eenheden hebben bewezen, <strong>bij</strong> een paracompagnie geplaatst. Waar nodig vindt<br />
aanvulling plaats door de besten uit de initiële mariniersopleiding. De para-activiteiten worden<br />
door de para eenheden als belangrijk gezien en hiermee onderscheiden ze zich ten opzichte van de<br />
andere compagnieën. De parachutistenopleiding is dus belangrijk en wordt graag gevolgd om de fel<br />
begeerde militaire parawing op het uniform te kunnen dragen. De eenheden nemen vooral pelotonsgewijs<br />
deel aan de parachutistenopleiding waar<strong>bij</strong> de groepsdruk, om te slagen, hoog is. Zoals<br />
een geïnterviewde verklaarde, geldt voor een marinier “failure is no option” en dat geldt nadrukkelijk<br />
<strong>bij</strong> extern gevolgde opleidingen waaraan ook eenheden van andere krijgsmachtdelen deelnemen.<br />
De motivatie is hoog en daardoor ook de pijndrempel waardoor men mogelijk minder snel<br />
geneigd is om op te geven. Doordat er relatief veel ervaren mariniers <strong>bij</strong> de paracompagnieën zijn<br />
geplaatst, is het merendeel van de eenheid ook gewend aan grensverleggende activiteiten.<br />
In een Korpsorder van blijvende aard, nr. 304 (KOVBA 304) 19 uit 2004 is het parabeleid van het<br />
Korps Mariniers formeel vastgelegd. Het doel van deze KOVBA is eenduidig het ambitieniveau vast<br />
te leggen op basis waarvan eenheden geïdentificeerd worden die per parachute inzetbaar zijn.<br />
Voorts is deze KOVBA een leidraad voor commandanten en geeft hij aan welke opleiding- en trainingsinspanning<br />
geïdentificeerde eenheden dienen te verrichten. Tijdens het onderzoek (1 augustus<br />
2009) is door het Mariniers Trainings Commando (MTC) een richtlijn betreffende het <strong>parachutespringen</strong><br />
<strong>bij</strong> het MTC en het operationeel concept <strong>parachutespringen</strong> uitgegeven. Qua inhoud komt<br />
deze richtlijn in grote lijnen overeen <strong>met</strong> KOVBA 304 en bevat evenals de leidraad en de conceptregelgeving<br />
<strong>bij</strong> de Luchtmobiele Brigade geen regels voor het <strong>parachutespringen</strong> als zodanig.<br />
5.2.9 Opleiding en training<br />
De opleiding wordt uitgevoerd volgens een ten minste 15 jaar beproefde <strong>met</strong>hode en die ook in<br />
andere landen wordt gebruikt. Bij deze opleiding ligt de nadruk op het door veel herhaling (drills)<br />
<strong>bij</strong>brengen van vaardigheden waardoor de leerling onder alle omstandigheden de juiste procedures<br />
uitvoert. Dit zodanig dat het uitvoeren van deze procedure een automatisme wordt en onder alle<br />
omstandigheden wordt uitgevoerd; ook in stressvolle situaties en in situaties waarin er geen tijd is<br />
om na te denken.<br />
Naast praktijklessen, waarin vooral de juiste parahouding, valtechnieken en het besturen van het<br />
valscherm worden aangeleerd, wordt in korte theorielessen technische details en uitleg gegeven<br />
over de parachute en de werking ervan. De lesstof wordt niet ondersteund door het uitreiken aan<br />
de leerlingen van schriftelijk materiaal (dictaat, instructiekaart, etc.).<br />
De lessen worden verzorgd door <strong>bij</strong> de DPS zelf opgeleide instructeurs en volgen een vast patroon,<br />
vastgelegd in een opleidingsyllabus. Hier wordt strak de hand aan gehouden en hoofdinstructeurs<br />
zien toe op de juiste uitvoering. Het hoofd van de opleiding beoordeelt gedurende de opleiding<br />
dagelijks de resultaten van de leerlingen maar ook de wijze waarop de lessen worden verzorgd<br />
en uitgedragen. De gehele opleiding inclusief het opleiden en certificeren van de instructeurs is<br />
een interne DPS aangelegenheid waar<strong>bij</strong> de ervaren hoofdinstructeurs de instructeurs opleiden.<br />
Er is een staf-onderofficier Kwaliteitsborging die volgens zijn functiebeschrijving toeziet op de<br />
kwaliteitsbewaking van de opleiding, procedures en materieel. Kwaliteitsborging op het <strong>parachutespringen</strong><br />
door controle, supervisie en auditing van niet tot de DPS behorende functionarissen vindt<br />
niet plaats. Wel wordt inmiddels het materieelbeheer onder een kwaliteitsborgingsysteem van de<br />
<strong>Defensie</strong> Materieel Organisatie gebracht.<br />
De opleidingsyllabus is ontwikkeld door de instructeurs van de DPS waar<strong>bij</strong> onderwijsontwikkelaars<br />
van een hoger echelon, het Opleidings- en Trainingscompagnie Speciale Operaties (OTCSO) van<br />
het Korps Commandotroepen, slechts zeer globaal betrokken zijn geweest. Contacten <strong>met</strong> andere<br />
militaire opleidingseenheden binnen <strong>Defensie</strong> zijn er niet.<br />
19 KOVBA 304 is per 1 oktober 2009 vervallen.<br />
50