richtlijn Lyme-borreliose - CBO
richtlijn Lyme-borreliose - CBO
richtlijn Lyme-borreliose - CBO
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
LYME-BORRELIOSE<br />
Conclusie<br />
54<br />
Op grond van Nederlandse data is een geïsoleerde perifere facialisparese bij<br />
Niveau 3 volwassenen zelden een uiting van neuro<strong>borreliose</strong>.<br />
C Kuiper 1992 1<br />
Overige overwegingen<br />
In andere Europese landen is een veel hogere prevalentie van <strong>Lyme</strong>-<strong>borreliose</strong> onder volwassen<br />
patiënten met een perifere facialisparese opgegeven variërend van 6 tot 21% (zie tabel 2 in<br />
bijlage 3). In één onderzoek was de prevalentie zelfs 45%. 3 In dit onderzoek was de onderzoekspopulatie<br />
niet gedefinieerd en berustte de diagnose alleen op aanwezigheid van antistoffen<br />
in het bloed (IFA) waarbij de grenswaarde ongebruikelijk laag werd genomen. In zes<br />
onderzoeken 4-8 berustte de diagnose alleen op een positieve serologische test. In geen enkel<br />
onderzoek werd het criterium pleiocytose in de definitie opgenomen hoewel in een aantal<br />
onderzoeken wel een lumbale punctie werd verricht bij alle of een deel van de patiënten.<br />
Aanbeveling 23<br />
Bij elke volwassen patiënt met een perifere facialisparese dient expliciet gevraagd te<br />
worden naar verschijnselen passend bij erythema migrans (EM), radiculopathie, artritis<br />
en koorts. Alleen bij patiënten met deze verschijnselen en bij patiënten met een dubbelzijdige<br />
perifere facialisparese is onderzoek naar <strong>Lyme</strong>-<strong>borreliose</strong> geïndiceerd.<br />
Literatuur<br />
1. Kuiper H, Devriese PP, Jongh BM de, Vos K, Dankert J. Absence of <strong>Lyme</strong> borreliosis among patients with presumed<br />
Bell’s palsy. Arch Neurol 1992 Sep;49(9):940-3.<br />
2. Hansen K, Lebech AM. The clinical and epidemiological profile of <strong>Lyme</strong> neuroborreliosis in Denmark 1985-1990. A<br />
prospective study of 187 patients with Borrelia burgdorferi specific intrathecal antibody production. Brain 1992;15:399-423.<br />
3. Schmutzhard E, Stanek G. Norrelia burgdorferi, a possible cause of Bell’s palsy? Clin Neurol Neurosurg<br />
1985;87:255-7.<br />
4. Puhakka HJ, Laurikainen E, Viljanen M, Meurma O, Valkama H. Peripheral facial palsy caused by Borrelia burgdorferi<br />
and viruses in south-werstern Finland. Acta Otolaryngol (Stockh) 1992;Suppl. 492:103-6.<br />
5. Hanner P, Edström S, Slagvold P, Kaijser B. Peripheral facial palsy: antibody levels to Borrelia in serum and CSF.<br />
Clin Otolaryngol 1993;18:419-22.<br />
6. Jonsson L, Stiernstedt G, Carlson J, Strömberg A, Sjöberg O, Larsson A. Serum and cerebrospinal fluid examination<br />
in the diagnosis of Borrelia infection in Bell’s palsy. Acta Otolaryngol 1990;110:421-6.<br />
7. Hydén D, Roberg M, Forsberg P, Fridell E, Frydén A, Linde A, et al. Acute “idiopathic” peripheral facial palsy:<br />
Clinical, serological, and cerebrospinal fluid findings and effects of corticosteroids. Am J Otolaryngol 1993;14:179-86.<br />
8. Imarhiagbe D, Prodinger WM, Schmutzhard E. Infectionserreger als mögliche Ursache der idiopathischen peripheren<br />
Fazialisparese. Wien Klin Wochenschr 1993;105:611-3.<br />
KLINISCHE BEELDEN EN DIAGNOSTIEK<br />
9. Olsson I, Engervall K, Åsbrink E, Carlsson-Nordlander I, Hovmark A. Tick-borne borreliosis and facial palsy. Acta<br />
Otolaryngol 1988;105:100-7.<br />
10. Bjerkhoel A, Carlsson M, Ohlsson J. Peripheral facial palsy caused by the Borrelia spirochete. Acta Otolaryngol<br />
1989;424-30.<br />
11. Kohler A, Chofflon M, Szajzel R, Magistris MR. Cerebral fluid in acute peripheral facial palsy. J Neurol 1999;246:165-9.<br />
12. Ruel M, Arzouni JP, Tailame G, Postic D, Freyss G, Raoult D, Saint Laurent P, Penalba C, Truy E, Flori B, Cabane J.<br />
Recherche da maladie de <strong>Lyme</strong> dans les paralysies faciales. Une étude multicentrique Française. Presse Med<br />
1994;23:742-6.<br />
13. Lotric-Furlan S, Cimperman J, Maraspin V, Ruzic-Sabljic E, Logar M, Jurca T, Strle F. <strong>Lyme</strong> borreliosis and peripheral<br />
facial palsy. Wien Klin Wochenschr 1999;111 (22-23):970-5.<br />
14. Strle F, Ruzic-Sabljic E, Cimperman J, Maraspin V, Lotric S. Isolation of Borrelia burgdorferi from normal cerbrospinal<br />
fluid in seronegative patients with erythema migrans and peripheral facial palsy. Ann Rheum Dis 1993;52:41.<br />
3.4.5 Vroege neuro<strong>borreliose</strong>: perifere facialisparese bij kinderen<br />
Geïsoleerde perifere facialisparese als gevolg van <strong>Lyme</strong>-<strong>borreliose</strong> komt vrijwel uitsluitend bij<br />
kinderen voor. 1 Er is geen Nederlands onderzoek naar het voorkomen van neuro<strong>borreliose</strong> als<br />
oorzaak van een perifere facialisparese bij kinderen. De frequentie van neuro<strong>borreliose</strong> als<br />
oorzaak van een perifere facialisparese bleek in een prospectief onderzoek in Nedersaksen<br />
33% te zijn en in Finland werd een frequentie van 34% waargenomen. 2,3 Het is niet uitgesloten<br />
dat door de opzet van beide onderzoeken er selectie was op kinderen met neuro<strong>borreliose</strong>.<br />
Conclusie<br />
Niveau 4 De frequentie van neuro<strong>borreliose</strong> als oorzaak van een geïsoleerde perifere<br />
facialisparese bij kinderen in Nederland is niet bekend.<br />
Ongeveer 40% van de kinderen met een perifere facialisparese door neuro<strong>borreliose</strong> heeft een<br />
tekenbeet opgemerkt 2,3 en 25-50% van de kinderen heeft een EM opgemerkt. 2-4 Een bilaterale<br />
perifere facialisparese komt vrijwel alleen voor bij neuro<strong>borreliose</strong>. 3,5,6 Indien meningeale<br />
prikkelingsverschijnselen aanwezig zijn dan is de oorzaak vrijwel altijd neuro<strong>borreliose</strong> maar<br />
slechts een klein deel van de kinderen met neuro<strong>borreliose</strong> heeft meningeale prikkelingsverschijnselen.<br />
3,5<br />
Aanbeveling 24<br />
Bij een kind met een perifere facialisparese dient expliciet gevraagd te worden naar<br />
een recente tekenbeet en erythema migrans (EM). Bij een negatieve anamnese dient<br />
serologisch onderzoek gedaan te worden.<br />
Bij een positieve anamnese of één van de volgende verschijnselen dient onderzoek van<br />
de liquor cerebrospinalis te worden verricht:<br />
• Dubbelzijdige perifere facialisparese.<br />
• Meningeale prikkelingsverschijnselen.<br />
• Aanwezigheid van Borrelia-antistoffen in het bloed.<br />
55