v. Vader op Zoon - Zuivelhistorie Nederland
v. Vader op Zoon - Zuivelhistorie Nederland
v. Vader op Zoon - Zuivelhistorie Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tekenis geworden. Zowel Drenthe als Overijssel en Gelderland,<br />
Noord-Brabant en Limburg leveren, zoals wij later in dit boek zullen<br />
vernemen, steeds toenemende hoeveelheden melk en vlees <strong>op</strong>.<br />
Juist in dit <strong>op</strong>zicht heeft <strong>Nederland</strong> van de nood een deugd<br />
gemaakt. Niet alleen was er te weinig grond voor de snel groeiende<br />
bevolking, maar bovendien was die grond van een zeer geringe<br />
vruchtbaarheid. Eens waren er eindeloze heidevelden en hoogveenmoerassen,<br />
waar<strong>op</strong> enkele k<strong>op</strong>pels schapen nauwelijks voldoende<br />
onderhoud vonden. Thans ligt hier een welvarend landbouwgebied<br />
waarin het kleine, gemengde bedrijf overheerst. Hoewel <strong>Nederland</strong><br />
in snel tempo geïndustrialiseerd heeft, heeft toch ook de landbouw<br />
ertoe bijgedragen de arbeidsgelegenheid en welvaart zoveel mogelijk<br />
te bevorderen. Enerzijds is dit geschied door van landbouw over te<br />
gaan <strong>op</strong> de teelt van fruit, groenten en bloemen, anderzijds door <strong>op</strong><br />
de bedrijven zoveel mogelijk vee te houden. Bij het rundvee wordt<br />
de omvang van de veestapel <strong>op</strong> de boerderij nog altijd bepaald door<br />
de <strong>op</strong>pervlakte grond die men per bedrijf beschikbaar heeft. Voor<br />
varkens en kippen is men in dit <strong>op</strong>zicht onafhankelijk zolang men<br />
voldoende veevoeder tegen redelijke prijzen kan aank<strong>op</strong>en. Bij het<br />
rundvee echter moeten wij ermee rekening houden dat gras verreweg<br />
het voornaamste voeder is. In de weidetijd krijgt het vee vrijwel<br />
niet anders en in de staltijd bestaat toch altijd een zeer groot gedeelte<br />
van het veevoeder uit hooi en ingekuild of kunstmatig gedroogd<br />
gras. Voor de oorlog werd het eiwitrijke krachtvoer dat 's winters<br />
naast hooi nodig is, vrijwel geheel betrokken van de veevoederhandel.<br />
Zelf verbouwde men ruwvoeders in voldoende omvang. Na de<br />
oorlog hebben wij ons bedrijf ten <strong>op</strong>zichte hiervan moeten herzien.<br />
Het geld mankeerde om voedergranen en voedereiwitten in voldoende<br />
hoeveelheden in te voeren en om in het tekort te kunnen<br />
voorzien moest dus de eigen productie van eiwitrijk veevoeder vergroot<br />
worden. Vooral sinds de kunstmestindustrie weer <strong>op</strong> gang gekomen<br />
is, is het mogelijk geworden de productie van ons gras- en<br />
bouwland zover <strong>op</strong> te voeren dat de melkstroom snel in omvang<br />
kon toenemen.<br />
Toch blijven altijd nog aangekochte veevoeders noodzakelijk<br />
en hierdoor bestaat er tussen landbouw, industrie en handel in zekere<br />
zin een belangengemeenschap. Vele veevoederstoffen zijn immers<br />
bijproducten van de olie- en vetindustrie. Deze fabrieken verwerken<br />
vethoudende, tr<strong>op</strong>ische of subtr<strong>op</strong>ische plantaardige grond-<br />
heruitgave zuivelhistorienederland.nl<br />
14