06.09.2013 Views

SLL - Politieacademie

SLL - Politieacademie

SLL - Politieacademie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Studiewijzer<br />

Strategisch Leidinggevende Leergang (<strong>SLL</strong>)<br />

POLITIEACADEMIE


Studiewijzer<br />

Strategisch Leidinggevende Leergang (<strong>SLL</strong>)


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

3<br />

Voorwoord<br />

De toenemende complexiteit in het veiligheidsdomein vraagt andere vormen van werken en<br />

denken van leidinggevenden en uitvoerenden. De leergangen leidinggevenden die binnen het<br />

postinitiële politieonderwijsstelsel zijn ontwikkeld, hebben een vorm waarin de uitdagingen van<br />

het uitvoerende werk en verschillende manieren van sturing met elkaar zijn gecombineerd.<br />

Deze studiewijzer voor de Strategisch Leidinggevende Leergang, biedt u informatie over de<br />

inhoud, programmering en werkwijze van dit tweejarige masterprogramma.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

4<br />

Inleiding<br />

Leidinggeven in een professionele politieorganisatie<br />

Politieleiders oefenen hun beroep uit in een pluriforme maatschappij, die continu in beweging is.<br />

Veiligheid en leefbaarheid vormen het thema in de maatschappij. Het waarborgen en bevorderen<br />

van de veiligheid en leefbaarheid vraagt hoogwaardige professionals. Dat stelt hoge eisen aan de<br />

leercapaciteit van de politieorganisatie en aan de competenties van de beroepsbeoefenaren. In de<br />

Strategisch Leidinggevende Leergang (<strong>SLL</strong>) staan, bij het ontwikkelen van eigen competenties, het<br />

aanleren van managementvaardigheden, het ‘blauwe’ vak en de persoon als leider, centraal.<br />

De <strong>SLL</strong> is één van de leidinggevende leergangen binnen het postinitiële politieonderwijs. Het<br />

postinitiële onderwijs sluit aan bij de initiële opleidingen en bestaat uit specialistische en leidinggevende<br />

leergangen.<br />

De leidinggevende leergangen worden aangeboden op drie niveaus:<br />

1) Operationeel leidinggevend niveau (OLL) (aansluitend op allround politiemedewerker)<br />

2) Tactisch leidinggevend niveau (TLL) (aansluitend op bachelor of policing)<br />

3) Strategisch leidinggevend niveau (<strong>SLL</strong>) (aansluitend op master of science in policing)<br />

Het initiële en postinitiële onderwijs vormen samen het samenhangend stelsel. Dit stelsel zorgt,<br />

vanwege de diploma-equivalentie met het reguliere (beroeps)onderwijs en vanwege de interne<br />

synergie, voor efficiënte leerwegen die de mobiliteitskansen van de medewerkers vergroten en de<br />

kwaliteit van het politieapparaat ten behoeve van een veilige samenleving verbeteren.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

5<br />

Inhoudsopgave<br />

1. Algemene leercontext 6<br />

1.1. <strong>Politieacademie</strong> 6<br />

1.2. Inrichting van het politieonderwijs 7<br />

2. Strategisch Leidinggevende Leergang 8<br />

2.1 Ontmoetingen 8<br />

2.2. Opbouw van het onderwijsprogramma 8<br />

- Beroepsprofiel<br />

2.3<br />

- Kernopgaven<br />

- Centrale thema’s<br />

Overzicht Studiebelastingsuren<br />

Zelfverantwoordelijke deelnemer 10<br />

2.4 Curriculum<br />

- A) Persoon (308 sbu)<br />

- B) Maatschappij/bestuur (700 sbu)<br />

- C) Politie (252 sbu)<br />

- Studieopdracht binnenland (84 sbu)<br />

- Afstudeeropdracht, incl. studieopdracht buitenland (336 sbu)<br />

10<br />

3. Organisatie en werkwijze 15<br />

3.1 Toelatingsprocedure 15<br />

3.2. Aanvang leergang 16<br />

3.3. Begeleiding 16<br />

3.4 Werkafspraken Strategisch Leidinggevende Leergang 17<br />

Bijlage 1: 21<br />

Supervisie<br />

Alle vragen, opmerkingen, ervaringen, klachten en ideeën over het politieonderwijs, waarvan u<br />

vindt dat daar iets mee gedaan moet worden, deelt u natuurlijk met de programmamanager of<br />

met het hoofd van de SPL.<br />

Kijk voor meer informatie op www.spl.politieacademie.nl


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

6<br />

1. Algemene leercontext<br />

Alvorens verder in te gaan op de inhoud van het programma Strategisch Leidinggevende Leergang,<br />

willen we eerst kort aandacht besteden aan de algemene leercontext. We presenteren de<br />

<strong>Politieacademie</strong>, de algemene inrichting van het politieonderwijs en de verschillende leeromgevingen<br />

waarmee u in contact zult komen.<br />

1.1. <strong>Politieacademie</strong><br />

De <strong>Politieacademie</strong> is voor de Nederlandse politie het centrum voor werving & selectie, onderwijs<br />

en onderzoek, kennis & ontwikkeling. Het is een dynamische organisatie, die onderwijs en kennis<br />

biedt op hoog niveau, die anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en deze kan vertalen<br />

in onderwijs-op-maat. De <strong>Politieacademie</strong> werkt daarbij samen met de politiekorpsen en andere<br />

partners op het gebied van veiligheid, onderwijs, kennis en onderzoek.<br />

Binnen het onderwijs zijn de volgende scholen ondergebracht<br />

• School voor Gevaar- & Crisisbeheersing<br />

• School voor Handhaving<br />

• School voor Hogere Politiekunde<br />

• School voor Politie Leiderschap<br />

• School voor Politiekunde<br />

• School voor Recherche<br />

De <strong>Politieacademie</strong> levert onderwijs en kennisdiensten aan de politie, in nauwe samenspraak met<br />

korpsen en andere onderwijsorganisaties. Het samenhangende stelsel van initieel en postinitieel<br />

politieonderwijs op MBO-, bachelor- en masterniveau is optimaal afgestemd op de beroepspraktijk<br />

en is competentiegericht. Het draait om bekwaamheden die nodig zijn om werkzaamheden in de<br />

praktijk goed te kunnen uitvoeren. De verschillende organisatie-eenheden van de <strong>Politieacademie</strong><br />

verzorgen elk - in verbondenheid - een deel van het onderwijs.<br />

Een groot aantal docenten/trainers van binnen en buiten de politie, ervaringsdeskundigen, hoogleraren<br />

van verschillende universiteiten, vakspecialisten en politieleiders is actief betrokken bij de<br />

vele activiteiten van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />

Leo Wallage EMPM, unithoofd politie Zaanstreek-Waterland<br />

“Wat blijft er nu hangen na terugkeer in het leven van alledag? Wat blijft er eigenlijk over van<br />

de dingen die ik heb ‘gezien’ en ervaren als ik weer te maken krijg met een omgeving en alle<br />

verwachtingen die daarbij horen?<br />

Op dit punt heb ik mijzelf of anderen niets beloofd; geen pretenties, maar wel vertrouwen. Ik<br />

heb er zelf vertrouwen in dat ik een aantal van mijn ervaringen en inzichten kan vasthouden en<br />

vertalen naar mijn leven en werk in Nederland. Het is een gevoel dat ik nu meer keus heb.”


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

7<br />

1.2. Inrichting van het politieonderwijs<br />

Om het politieonderwijs goed te laten aansluiten bij de beroepspraktijk is nagegaan welke<br />

beroepsbeoefenaren nodig zijn: “aan wat voor medewerkers met welke competenties hebben de<br />

korpsen de komende jaren behoefte?”<br />

Het antwoord is neergelegd in vijf beroepsprofielen voor het initiële onderwijs en twaalf beroepsprofielen<br />

voor het postinitiële onderwijs. Deze profielen vormen de leidraad voor het beroepsonderwijs<br />

voor de politie.<br />

Kernopgaven<br />

Centraal in het onderwijs staan de competenties die nodig zijn om de werkzaamheden in de<br />

beroepspraktijk uit te voeren. De competenties zijn beschreven in kernopgaven, d.w.z. de centrale<br />

opgaven en problemen:<br />

• die kenmerkend zijn voor het beroep,<br />

• die aangepakt moeten worden binnen een specifieke organisatorische context,<br />

• waarbij van de beroepsbeoefenaar een oplossing en een aanpak worden verwacht.<br />

Competenties<br />

Per kernopgave zijn competenties beschreven:<br />

• Vakmatige en methodische competenties:<br />

deze vormen de kern van het beroepsprofiel en zijn gericht op het vermogen om op adequate<br />

wijze producten en diensten te leveren.<br />

• Bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties:<br />

deze zijn gericht op het plannen en regelen van het eigen werk in de context van de<br />

organisatie.<br />

• Sociaal-communicatieve en normatief-culturele competenties:<br />

deze hebben betrekking op het functioneren in een arbeidsomgeving, op samenwerking<br />

en op coördinatie van arbeid.<br />

• Leer- en vormgevingscompetenties:<br />

deze verwijzen naar het vermogen bij te dragen aan de eigen ontwikkeling en die van de<br />

arbeidsorganisatie en het beroep.<br />

Leeromgevingen<br />

Tijdens de duale opleiding krijgen deelnemers te maken met verschillende leeromgevingen. Deze<br />

zijn onder meer afhankelijk van de mate waarin en de wijze waarop samenwerking met anderen<br />

plaatsvindt.<br />

De deelnemer leert aan de hand van leeropdrachten individueel of in groepsverband, op de<br />

<strong>Politieacademie</strong>, in het korps of thuis.<br />

Prof. dr. Arthur Ringeling, hoogleraar Bestuurskunde en wetenschapsdecaan <strong>SLL</strong> 2,3 en 4:<br />

“Het is mooi als je mensen zo kunt leren breder te kijken. Je ziet vaak dat mensen uit de praktijk<br />

een opleiding binnenkomen met heel vastomlijnde opvattingen. Als ze dan leren om naar buiten<br />

te kijken, is dat goed voor henzelf en voor de politie.”


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

8<br />

2. Strategisch Leidinggevende Leergang<br />

“Een krachtige leeromgeving waarin de deelnemers competenties kunnen verwerven om zich<br />

effectief te bewegen op het niveau van strategisch politieleiderschap”.<br />

Zo luidt het uitgangspunt van de Strategisch Leidinggevende Leergang (<strong>SLL</strong>). Dit politiespecifieke<br />

masterprogramma is vorm gegeven in een strategisch partnerschap tussen de School voor Politie<br />

Leiderschap (SPL) van de <strong>Politieacademie</strong> en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB).<br />

Daarbij wordt steeds intensief samengewerkt met de overige organisatie-eenheden van de <strong>Politieacademie</strong><br />

en andere gerenommeerde (inter)nationale opleidingsinstituten.<br />

De bekostiging van de leergang valt binnen het samenhangend politieonderwijsstelsel. Dit betekent<br />

zeker niet dat alleen politiemensen mogen meedoen. Het streven is nadrukkelijk gericht op<br />

het leren in een multi-agency verband. Daarom staat dit masterprogramma ook open voor ketenpartners,<br />

zoals de Brandweer, het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie, de<br />

bijzondere opsporingsdiensten en de Koninklijke Marechaussee.<br />

2.1 Ontmoetingen<br />

Voor het bevorderen van een krachtige leeromgeving is niet alleen de Nederlandse politiecontext<br />

belangrijk. De toenemende internationalisering vraagt om nadrukkelijke aandacht voor Europa en<br />

de onderlinge internationale samenwerking tussen verschillende politieorganisaties. Niet alleen<br />

de politie, maar ook het maatschappelijke krachtenveld, de politiek en het bedrijfsleven vormen<br />

een belangrijke schakel. Een belangrijk streven binnen het programma is dan ook om nationale en<br />

internationale ontmoetingen tot stand te brengen waarvan geleerd kan worden. Deelnemers van<br />

de <strong>SLL</strong> krijgen ontmoetingen aangeboden zowel op groepsniveau als op individueel niveau.<br />

Om daadwerkelijk tot competentieontwikkeling te kunnen komen, wordt in het leerproces eigen<br />

regie verwacht van de deelnemer. Iedere deelnemer wordt gevraagd vanuit reflectie op de eigen<br />

werkomgeving, in de maatschappelijke context, eigen leervragen te formuleren.<br />

In de diverse ontmoetingen kunnen deze leervragen worden onderzocht en uitgewerkt.<br />

De uitdaging van iedere ontmoeting is beantwoording te krijgen van de leervraag en zo toename<br />

van kennis en inzicht, toename van de persoonlijke vaardigheden en inzicht in leerstrategieën ten<br />

dienste van een lerende organisatie te verwerven.<br />

Binnen de <strong>SLL</strong> worden ontmoetingen georganiseerd tussen:<br />

• verschillende mensen en hun stijlen van leidinggeven;<br />

• verschillende filosofieën, gedachten, beschouwingen, paradigma’s en dilemma’s;<br />

• verschillende bronnen van ervaringen;<br />

• verschillende bronnen van kennis en kennisontwikkeling.<br />

2.2. Opbouw van het onderwijsprogramma<br />

De Strategisch Leidinggevende Leergang is ontwikkeld vanuit de onderwijsvisie van duaal en competentiegericht<br />

onderwijs van het samenhangend onderwijsstelsel van de <strong>Politieacademie</strong>.<br />

Het beroepsprofiel van de strategisch leidinggevende is de basis geweest voor het ontwikkelen van<br />

kernopgaven voor de strategisch leidinggevende leergang.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

9<br />

Beroepsprofiel<br />

De strategisch leidinggevende geeft leiding aan een omvangrijk organisatieonderdeel van een<br />

korps. Er is sprake van integraal leidinggeven met betrekking tot primaire hoofdprocessen en<br />

ondersteunende processen. Hij/zij geeft leiding aan tactisch leidinggevenden. In een lange termijnperspectief<br />

richt de strategisch leidinggevende zich op een duurzame en evenwichtige ontwikkeling<br />

van beleid, organisatie en legitimiteit van de organisatie. De strategisch leidinggevende<br />

beheerst het competentieniveau van de politiekundige master en is derhalve in staat tot het<br />

ontwikkelen van strategische scenario’s op basis van maatschappelijke ontwikkelingen die relevant<br />

zijn voor de politiefunctie.<br />

Voor de <strong>SLL</strong> zijn kernopgaven beschreven (en vastgesteld door politieministers) die het werk van de<br />

leidinggevende omvatten. Op basis van deze kernopgaven is ook het onderwijsprogramma van de<br />

<strong>SLL</strong> ontwikkeld.<br />

Kernopgaven<br />

1. Leidinggeven aan tactisch leidinggevenden;<br />

2. Visie en beleid: Integrale beleidsontwikkeling;<br />

3. Management van middelen en processen: Managen van hoofdprocessen op korpsniveau;<br />

4. Verandermanagement: Integraal leidinggeven aan complexe veranderingsprocessen binnen<br />

de politieorganisatie;<br />

5. Intake en service: Managen van primaire hoofdprocessen met betrekking tot intake en service;<br />

6. Gemeenschappelijke veiligheidszorg: Integraal managen van gemeenschappelijke veiligheidszorg;<br />

7. Grootschalig en bijzonder politieoptreden: Leidinggeven in crisissituaties bij calamiteiten met<br />

uitstraling en invloed op landelijk niveau;<br />

8. Opsporing: Managen van het opsporingsproces;<br />

9. Differentiatieopgave.<br />

Iedere kernopgave staat voor een deel van het proces. Zoals ook beschreven is in het beroepsprofiel,<br />

dient een strategisch leidinggevende integraal leiding te kunnen geven aan de verschillende<br />

hoofdprocessen en daar al pendelend tussen te kunnen bewegen. Tijdens het ontwikkelen<br />

van de <strong>SLL</strong> zijn daarom de kernopgaven in het onderwijsprogramma met elkaar in verbinding<br />

gebracht. Dit heeft geleid tot het onderscheiden van drie centrale thema’s waarop het <strong>SLL</strong> programma<br />

is gebouwd, te weten Persoon, Maatschappij/bestuur en Politie.<br />

Bryan Rookhuijzen, korpschef politie Limburg-Noord, politiedecaan <strong>SLL</strong>6:<br />

“Het volgen van de <strong>SLL</strong> zie ik niet als platte carrièregretigheid, maar als een behoefte nieuwe<br />

dingen te ontdekken. De leergang wordt gevolgd door collega’s die bereid zijn te investeren.<br />

Ik vind het heel mooi daaraan een bijdrage te kunnen leveren en mee te kunnen kijken naar de<br />

nieuwe generatie die over een aantal jaren misschien wel een toprol vervult.”


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

10<br />

Overzicht Studiebelastingsuren<br />

Thema Programmaonderdeel Aantal sbu<br />

Persoon<br />

(308 sbu, 11 ects)<br />

Maatschappij/bestuur<br />

(700 sbu, 25 ects)<br />

Politie<br />

(252 sbu, 9 ects)<br />

Studieopdracht binnenland<br />

(3 ects)<br />

Wijsbegeerte, religie en zingeving<br />

Leiderschap: invloed en macht<br />

Openstaan voor veranderingen<br />

Cultuur: zo kan het dus ook<br />

Leiderschap: eigenwijsheid en eigenstandigheid<br />

Omgaan met risico’s en crisis<br />

Supervisietraject,12 bijeenkomsten<br />

Samenleving in beweging<br />

Politiek en bestuur<br />

Internationaal<br />

Toekomst en technologie<br />

Organisatie<br />

Recherche<br />

Crisisbeheersing<br />

Afstudeeropdracht (12 ects) 336<br />

(inclusief 4 weken buitenlandreis en -onderzoek)<br />

2.3 Zelfverantwoordelijke deelnemer<br />

De Strategisch Leidinggevende Leergang is een deeltijdopleiding over een periode van twee jaar<br />

(1680 studiebelastingsuren). Het onderwijsprogramma is zodanig ingericht dat de genoemde<br />

centrale thema’s (Persoon, Maatschappij/bestuur en Politie) elkaar afwisselen, met de bedoeling om<br />

een optimale wisselwerking en integratie te laten ontstaan. De persoonlijke (competentie) ontwikkeling<br />

van de deelnemer staat hierbij centraal.<br />

Uitgangspunt bij het competentiegerichte onderwijs is de zelfsturende en zelfverantwoordelijke<br />

student. Uiteraard geldt dit ook als belangrijk uitgangspunt voor deze leergang.<br />

Binnen het masterprogramma spreken we, gezien de context van de deelnemers, niet meer over<br />

student, maar over deelnemer. De context betreft hun persoonlijke context (leeftijd en levens-/<br />

ontwikkelfase) en hun beroepscontext (ontwikkelfase en plaats in de organisatie).<br />

Binnen de <strong>SLL</strong> krijgt zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid o.a. vorm, doordat deelnemers bij<br />

aanvang van de leergang leerdoelen formuleren. De persoonlijke ontwikkeling wordt tijdens de<br />

leergang vastgelegd in een portfolio, waardoor deelnemers zelf overzicht houden op het ontwikkelproces<br />

en bereikte leerdoelen.<br />

Binnen de leergang worden deelnemers begeleid door een wetenschapsdecaan, een politiedecaan<br />

en een programmamanager. Er vinden regelmatig gesprekken plaats tussen deelnemer en een van<br />

de begeleiders over de individuele ontwikkeling. De opleiding wordt afgesloten met een onderzoeksopdracht<br />

vanuit een politieel strategisch vraagstuk.<br />

2.4 Curriculum<br />

Het curriculum van de <strong>SLL</strong> ziet er, verdeeld over de eerder genoemde thema’s Persoon,<br />

Maatschappij/bestuur en Politie als volgt uit:<br />

A) Persoon (308 sbu, 11 ects)<br />

Binnen het thema Persoon staat de persoonlijke ontwikkeling als leider centraal en vormt de rode<br />

60<br />

40<br />

30<br />

30<br />

60<br />

40<br />

48<br />

60<br />

180<br />

120<br />

160<br />

180<br />

168<br />

84<br />

84


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

11<br />

draad van de leergang. Het thema omvat de kernopgave Leidinggeven aan tactisch leidinggevenden.<br />

Centraal in dit deel van het onderwijsprogramma staat het oprekken van de werkelijkheid van<br />

de deelnemer en het meervoudig leren kijken om scherpte in de interventie te kunnen aanbrengen.<br />

Daarvoor is zicht krijgen op de eigen biografie een belangrijke voorwaarde. Het helpt in de<br />

zoektocht naar authenticiteit, een van de belangrijke elementen in het krachtig kunnen neerzetten<br />

van leiderschap met verhaal. In reflectie op de biografie en authenticiteit kan het verhaal verteld<br />

worden en vanaf een afstand worden beschouwd, hetgeen kan leiden tot versterking van het reeds<br />

aanwezige handelingsrepertoire of tot uitbreiding hiervan.<br />

Het onderwijsprogramma van het centrale thema Persoon is er op gericht een bijdrage te leveren in<br />

dit ontwikkelproces. Het is gericht op het bevorderen van integratief functioneren van de strategisch<br />

leidinggevende. De deelnemer kan en mag tijd krijgen - en heeft die ook nodig - gedurende<br />

het tweejarig masterprogramma. Daarom is het thema Persoon verweven in het totale onderwijsprogramma.<br />

Om het onderwijsprogramma extra krachtig te laten zijn, is een individueel supervisietraject een<br />

verplicht onderdeel in het programma. Het definitieve leerdoel en de vorm van het supervisietraject<br />

worden vastgesteld in overleg met de deelnemer en is afgestemd op zijn individuele leervraag.<br />

Voor nadere omschrijving van het onderwijsmiddel supervisie, zie bijlage 1 in deze studiewijzer.<br />

Programmaonderdelen:<br />

• Wijsbegeerte, religie en zingeving (60 sbu)<br />

Dit onderdeel van het programma krijgt vorm tijdens een reis die we met de deelnemers<br />

maken. Onderweg ontmoeten we tal van sprekers die inzicht geven in de kernelementen van<br />

wijsbegeerte, religie en zingeving. Zij laten de deelnemers kennismaken met de rol van traditie<br />

als inspiratiebron, de rol van ‘waarden en normen’ als collectief bindmiddel, de rol van normatief<br />

leiderschap en de essentie van het ondernemersschap: zelfontplooiing en zingeving.<br />

• Leiderschap; macht (40 sbu)<br />

U reflecteert binnen de leergroep op het begrip hiërarchie, het hanteren van het machtsspectrum<br />

en het vormgeven van diverse rollen.<br />

• Openstaan voor veranderingen (30 sbu)<br />

Stilstaan bij het paradigma van de ‘maakbaarheid der dingen’ en het ‘menselijk vermogen tot<br />

veranderen’.<br />

Het vermogen om contexten te veranderen behoort immers tot de basiseigenschappen van<br />

leiderschap. Het gaat hierbij om competenties als flexibiliteit en veerkracht. Leervragen zijn:<br />

Op welke wijze zijn deze competenties in mijn leven tot ontwikkeling gekomen. Wat is mijn<br />

‘mindset’ als het gaat om veranderen?<br />

• Cultuur: zo kan het dus ook (30 sbu)<br />

De diversiteit van kennisgebieden, waarnemingen, ‘waarheden’. Veelzijdigheid is een noodzakelijke<br />

randvoorwaarde voor leiderschap. Het vraagt om reflectie op culturen, kennisgebieden,<br />

‘waarheden’ en waarnemingen vanuit een perspectief van nieuwsgierigheid. ‘Zo kan het<br />

dus ook.’ Het ontmoeten van diversiteit wordt gebruikt als een belangrijke bron van leren.<br />

• Leiderschap; eigenwijsheid en eigenstandigheid (60 sbu)<br />

Leiderschap vraagt om autonomie, eigenwijsheid en eigenstandigheid, keuzes maken en<br />

verantwoording organiseren. Leiderschap kent het dilemma van aanpassen en veranderen en


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

12<br />

eigen vernieuwingen organiseren. Hoe behoud ik en gebruik ik emotionele en sociale intelligentie.<br />

• Omgaan met risico’s en crisis (40 sbu)<br />

Hoe organiseer ik welzijn en gezondheid. Welke basispatronen en scenario’s sturen handelen:<br />

angst of uitdaging, leven of overleven, erkennen of ontkennen van de keuzevrijheid.<br />

Hoe organiseer ik welzijn en gezondheid van mijzelf en de ander.<br />

• Supervisietraject (48 sbu, 12 bijeenkomsten)<br />

Supervisie wordt georganiseerd als onderdeel van de opleiding. Het wordt gebruikt als middel<br />

ter bevordering van integratief functioneren van de deelnemer binnen de context van zijn<br />

functie binnen de politieorganisatie, vanuit het perspectief van de meervoudige werkelijkheid<br />

in samenhang met een grote variatie aan betekenisgeving. Het gaat erom dat de deelnemer<br />

zijn eigen modus operandi vindt en uitbouwt. Dat gebeurt in een proces dat door de supervisor<br />

en de deelnemer op de doelstelling van de deelnemer is afgestemd. Na een eerste oriënteringsgesprek<br />

op het supervisietraject met de programmamanager wordt het leerthema van de<br />

supervisie geformuleerd door de deelnemer en vastgesteld. Op basis van het oriënteringsgesprek<br />

wordt door de leergang een supervisor aangeboden. Hiertoe is een pool van zorgvuldig<br />

geselecteerde (externe) supervisoren samengesteld.<br />

B) Maatschappij/bestuur (700 sbu, 25 ects)<br />

Het thema Maatschappij/bestuur omvat de drie kernopgaven Visie en Beleid, Managen van proces<br />

en middelen en Verandermanagement.<br />

Centraal in dit thema staat het identificeren en duiden van relevante veranderingen en onderstromen<br />

in de maatschappelijke omgeving van de politie vanuit de leervraag: wat betekent dit alles<br />

voor de politie? Multiculturaliteit, individualisering, calculerend gedrag en schaalvergroting zijn<br />

hierbij belangrijke thema’s. Oude vanzelfsprekendheden vallen weg en grenzen vervagen.<br />

Er dient zich een ‘nieuwe overheid’ aan en nieuwe vormen van bestuurlijk handelen. Ook de vraag<br />

naar de betekenis van de veranderingen in de internationale omgeving van Nederland voor de<br />

Nederlandse overheid en politie ontbreekt niet.<br />

De politie moet met deze veranderingen leren werken, maar zal zich daarin ook een eigen plaats<br />

moeten verwerven. Juist in het thema Maatschappij/bestuur zoeken we nadrukkelijk steeds naar<br />

de actualiteit. Derhalve is de in deze studiewijzer gestelde tekst nooit te lezen als een definitieve<br />

blauwdruk van het programma.<br />

Programmaonderdelen<br />

• Samenleving in beweging (60 sbu)<br />

Centraal staat het identificeren en duiden van relevante veranderingen en onderstromen in<br />

de maatschappelijke omgeving van de politie: multiculturaliteit, individualisering, calculerend<br />

gedrag en schaalvergroting zijn belangrijke thema’s. Oude vanzelfsprekendheden vallen weg<br />

en grenzen vervagen. De leervraag is, wat dit alles voor de politie betekent.<br />

• Politiek en bestuur (180 sbu)<br />

Rechtstaat en politie: de maatschappelijke en juridische normen waaraan de politie moet voldoen<br />

zijn meestal divers, veranderlijk en multi-interpretabel. Dit maakt de relatie tussen politie<br />

en bevoegd gezag van essentieel belang, omdat daarin de positie en de rol van de politie in<br />

onze democratische rechtsstaat moeten worden geconcretiseerd.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

13<br />

Taken, functies en waarden binnen het openbaar bestuur zijn aan veranderingen onderhevig<br />

en de grenzen tussen ‘publiek’ en ‘privaat’ vervagen en verschuiven. Er ontstaat een ‘nieuwe<br />

overheid’ en er ontstaan nieuwe vormen van bestuurlijk handelen. De politie moet niet alleen<br />

daarmee leren werken, maar zal zich ook een eigen plaats moeten verwerven.<br />

• Internationaal (120 sbu)<br />

Globalisering, multiculturaliteit en diversiteit zijn belangrijke thema’s, net zoals de internationale<br />

samenwerking binnen de politie. De betekenis van de veranderingen in de internationale<br />

omgeving van Nederland voor de Nederlandse overheid en politie zijn enorm. Europa krijgt<br />

steeds meer invloed. Niet alleen in bi- of trilaterale of EU-regionale samenwerkingsverbanden<br />

maar ook in Europese vredesmissies. Een bezoek aan Brussel mag dus tijdens het programma<br />

niet ontbreken.<br />

• Toekomst en technologie (160 sbu)<br />

Informatie- en communicatietechnologie, maar ook wetenschap en technologie in het algemeen,<br />

zijn drijvende krachten achter fundamentele veranderingen van deze tijd. Het vraagt<br />

om creatief nadenken over de ontwikkelingen, scenariodenken, trends signaleren, ‘branding’<br />

en systematisch denken (onder meer over ICT, maar ook over maatschappelijke ontwikkelingen<br />

zoals criminaliteit) en deze ontwikkelingen betekenis geven in strategieën en agendasetting.<br />

• Organisatie (180 sbu)<br />

De voortdurend veranderende omgeving van organisaties vraagt een continue aanpassing, het<br />

kennen van paradigma’s van veranderingen, evenals paradigma’s van organisaties en organiseren.<br />

Organiseren vraagt om resultaatgericht sturen vanuit kwaliteitsdenken, accountability,<br />

financiën en het managen van diversiteiten. Kan er meer worden bereikt met het stimuleren<br />

van het zelflerend vermogen van mensen en organisatie?<br />

C) Politie (252 sbu, 9 ects)<br />

Het thema Politie omvat de kernopgaven Gemeenschappelijke veiligheidszorg, Opsporing en<br />

Grootschalig en bijzonder politieoptreden. Deze kernopgaven worden integraal aangeboden in het<br />

onderwijsprogramma.<br />

De politie wordt geconfronteerd met toename van vragen rondom het thema veiligheid door de<br />

burger, de media en het openbaar bestuur.<br />

De toename van welvaart en alle maatschappelijke ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat het<br />

veiligheidsvraagstuk steeds complexer is geworden. De open grenzen binnen Europa, maar ook<br />

mondiaal hebben vrij verkeer mogelijk gemaakt van personen, goederen, geld en informatie. Het<br />

effect hiervan is een veranderende beleving rondom veiligheid. Het brengt ook andere problemen<br />

met zich mee waarop nieuwe antwoorden dienen te worden gevonden, o.a. bestrijding van nieuwe<br />

vormen van criminaliteit en terrorisme, zowel binnen de Nederlandse situatie als ook daarbuiten.<br />

Dit geeft een forse druk op doelen bepalen, prestaties neerzetten en verantwoorden en het<br />

capaciteitsvraagstuk. Het is een taak van de politie om hier een antwoord op te vinden samen met<br />

de partners in de keten. Deze vraagstelling: een antwoord vinden samen met ketenpartners is de<br />

leervraag van het thema politie binnen de <strong>SLL</strong>.<br />

Programmaonderdelen<br />

• Recherche (160 sbu)<br />

De politierol in het kader van veiligheid vraagt om een voortdurende reflectie op en het hanteren<br />

van de dilemma’s van het strafrecht, (maatschappij- versus dadergericht, slachtoffer- versus<br />

dadergericht), vanuit het kennen van strafrechtparadigma’s. Het kunnen sturen in complexe


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

14<br />

rechercheprocessen vraagt om een ‘state of the art’ scenariodenken en het kennen van nieuwe<br />

technologieën.<br />

• Crisisbeheersing (84 sbu)<br />

Politiefunctionarissen met de ervaring van de deelnemers aan deze leergang weten wat het<br />

is te werken in crisissituaties. Het gaat derhalve niet primair om de operationele of tactische<br />

kanten van crisisbeheersing, maar de nadruk ligt op de bestuurlijke en strategische aspecten en<br />

op het daarmee verbonden (eigen) denkkader en handelingsrepertoire.<br />

Studieopdracht binnenland (84 sbu, 3 ects)<br />

De binnenland studieopdracht is een oriëntatie in een organisatie buiten de politieorganisatie en<br />

is gekoppeld aan een strategisch vraagstuk. Dit vraagstuk heeft duidelijke raakvlakken met intake<br />

en service en/of marketing. De centrale leervraag is: hoe verloopt het geselecteerde strategische<br />

proces, hoe wordt het bestuurd en wat zou de Nederlandse Politie, je eigen organisatie, hiervan<br />

kunnen leren?<br />

De deelnemer formuleert binnen dit kader zijn eigen studieopdracht, zoekt daarbij een passende<br />

organisatie en is verantwoordelijk voor het organiseren van de uitwerking hiervan.<br />

Afstudeeropdracht (336 sbu, 12 ects)<br />

(inclusief vier weken buitenlandreis en -onderzoek)<br />

Deelnemers sluiten de opleiding af met een onderzoeksopdracht met daarin een politieel strategisch<br />

vraagstuk. Zij formuleren een voorstel voor een afstudeeropdracht en dienen deze in bij de<br />

decanen. Het voorstel dient te worden goedgekeurd door beide decanen.<br />

Tijdens deze afstudeerfase wordt de deelnemer begeleid door één van de decanen.<br />

De afstudeeropdracht wordt afgesloten met een presentatie van de onderzoeksresultaten aan een,<br />

in overleg met de programmamanager, representatieve groep toehoorders.<br />

De afstudeeropdracht heeft relatie met het onderwerp ‘leiderschap’ en heeft relevantie voor de<br />

eigen werkplek (het korps) en/of de Nederlandse of Europese politieorganisatie. De afstudeeropdracht<br />

kent ook een internationaal aspect. Een deel van het onderzoek dient plaats te vinden<br />

in een buitenlandse (politie)organisatie. De deelnemer gaat voor de uitwerking van dat deel van<br />

het onderzoek naar een Europees land voor een minimaal verblijf van vier aaneengesloten weken.<br />

Zoals afgesproken in de kaders van inrichting van het samenhangend stelstel voor initieel en postinitieel<br />

politieonderwijs, zijn de kosten van de reis en het verblijf in het buitenland voor rekening<br />

van de korpsen.<br />

Bas van Tol MPM EMPM, districtschef politie Rotterdam-Rijnmond,<br />

over de buitenlandstage:<br />

“Het was ontzettend vermoeiend, beslist geen vakantie. Maar dat hoeft ook niet, je groeit juist<br />

door pijn en weerstand te ervaren. Deze opdracht heeft me geraakt en veranderd. Ik verwacht<br />

dat ik door persoonlijke verrijking effectiever leiding zal geven”.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

15<br />

3. Organisatie en werkwijze<br />

De Strategisch Leidinggevende Leergang is allereerst bedoeld voor politiemedewerkers die op<br />

strategisch niveau werken bij de Nederlandse politie. Omdat we nadrukkelijk streven naar leren<br />

in multi-agency verband, vinden we deelname door andere partners uit het veiligheidsdomein<br />

(zoals de Brandweer, ministerie van Veiligheid en Justitie, het OM, de AIVD, de SIOD, de FIOD en<br />

de Koninklijke Marechaussee) zeer belangrijk. Voor interne en externe kandidaten hanteren we<br />

dezelfde toelatingseisen.<br />

Als u aan de leergang wilt deelnemen, kijken we naar uw persoonlijke geschiktheid om deel te<br />

nemen aan de Strategisch leidinggevende Leergang. In elk geval beschikt u over een academisch<br />

werk- en denkniveau, gerelateerd aan of vergelijkbaar met het (initiële) beroepsprofiel politiekundige<br />

master. Verder spelen het niveau van de (voor)opleidingen en het aantal jaren praktijkervaring<br />

een rol. Deze verschillende elementen worden getoetst tijdens het intakeproces.<br />

3.1 Toelatingsprocedure<br />

De toelatingsprocedure voor de Strategisch Leidinggevende Leergang is in gezamenlijkheid ontwikkeld<br />

en vormgegeven met ABD Politietop. In samenwerking met ABD Politietop is er nadrukkelijk<br />

voor gekozen om de toelatingsprocedure van de <strong>SLL</strong> nauw te laten aansluiten aan het toelatingsbeleid<br />

voor de ABD Politietop pool. De eerste stap in het toelatingsbeleid van ABD Politietop is een<br />

potentieel analyse. Deze analyse is gebaseerd op de negen kerncompetenties voor het strategisch<br />

niveau zoals deze beschreven zijn door het ministerie van BZK, de korpsen en ABD Politietop.<br />

De geschiktheid van deelnemers van de <strong>SLL</strong> wordt bepaald door dezelfde potentieel analyse op<br />

basis van de negen kerncompetenties.<br />

Het intakeproces<br />

Na aanmelding ontvangt u van het <strong>SLL</strong> programmamanagement een schriftelijke bevestiging van<br />

uw inschrijving. Deze bevestiging geldt als bewijs van voorlopige plaatsing binnen de leergang.<br />

Verder wordt aangegeven hoe het intakeproces zal verlopen en welke acties er wanneer van u<br />

verwacht worden.<br />

Het intakeproces bestaat uit de volgende elementen:<br />

• Het laten maken van een potentieel analyse bij bureau Leeuwendaal (gebaseerd op de negen<br />

kerncompetenties voor strategisch leidinggevenden, zoals deze beschreven zijn door ABD Politietop).<br />

De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor het plannen van een afspraak met bureau<br />

Leeuwendaal. De deelnemer dient er rekening mee te houden dat verwerking van de gegevens<br />

tot een rapport ongeveer twee weken tijd vraagt. Het verslag van de potentieel analyse van<br />

bureau Leeuwendaal moet worden ingeleverd bij het <strong>SLL</strong> secretariaat. Het rapport dient als<br />

belangrijke input voor het intakegesprek.<br />

Met toestemming van de deelnemers wordt de uitslag van de potentieel analyse doorgestuurd<br />

naar ABD Politietop.<br />

• Een intakegesprek voeren met de programmamanager <strong>SLL</strong> samen met minimaal één van de<br />

decanen. De deelnemer maakt hier een schriftelijk verslag van. Ook dit verslag wordt ingeleverd<br />

bij het secretariaat. De deelnemer neemt zelf het initiatief voor het plannen van een<br />

afspraak voor het intakegesprek met programmamanager en decaan. Het secretariaat van de<br />

<strong>SLL</strong> faciliteert de deelnemer hierbij.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

16<br />

Deze onderdelen dienen te zijn uitgevoerd voor aanvang van het onderwijsprogramma.<br />

Een negatief advies vanuit of de potentieel analyse of het intakegesprek kan betekenen dat de<br />

deelnemer niet wordt toegelaten tot de leergang. De definitieve plaatsing van de deelnemer zal<br />

schriftelijk worden bevestigd.<br />

Voor potentiële deelnemers van buiten de politieorganisatie geldt dezelfde procedure.<br />

3.2. Aanvang leergang<br />

De leergang start jaarlijks in september.<br />

3.3. Begeleiding<br />

Driemanschap<br />

Vanuit het strategische partnerschap met de NSOB wordt gezamenlijk vorm en inhoud gegeven aan<br />

begeleiding van de deelnemers. Dit programmamanagement ziet er als volgt uit:<br />

• Een politiedecaan<br />

Deze is afkomstig uit het politieveld en bij voorkeur een korpschef. De decaan bewaakt de<br />

verbinding tussen de politieprofessie, het strategisch niveau en de ontwikkeling van de strategische<br />

competenties van de deelnemers;<br />

• Een wetenschapsdecaan<br />

De NSOB zorgt voor de benoeming van de wetenschapsdecaan. Deze decaan zal met name het<br />

academisch niveau van de leergang bewaken en de ontwikkeling van de deelnemers hierop<br />

toetsen.<br />

• Een programmamanager<br />

De programmamanager is in dienst van de <strong>Politieacademie</strong> en zorgt voor de bewaking van de<br />

inhoud, de logistiek en de leerbegeleiding van de deelnemers. Deze functionaris is tevens de<br />

spilfunctie en het aanspreekpunt en wordt daarbij ondersteund door het SPL secretariaat.<br />

De programmamanager werkt met de twee decanen samen in een driemanschap. Het driemanschap<br />

overlegt minimaal iedere zes weken over de inhoud en ontwikkeling van het programma.<br />

Hierbij worden ook de evaluatiegegevens per programmaonderdeel en de studievoortgang van<br />

deelnemers besproken. Met iedere deelnemer wordt minimaal een keer per halfjaar een voortgangsgesprek<br />

gevoerd.<br />

Rol en taken<br />

De decanen en programmamanager hebben ieder hun eigen rol en taakgebieden.<br />

De taak en rolbeschrijving van een decaan is:<br />

• Adviseur voor programmaontwikkeling en uitvoering en te contracteren docenten en trainers;<br />

• Klankbord voor de programmamanager;<br />

• Beoordelaar van onderzoeksopdracht binnenland;<br />

• Beoordelaar van afstudeeronderzoek.<br />

De programmamanager vervult de rol van:<br />

• Eindverantwoordelijke voor de kwaliteit van inhoud en planning van het onderwijsprogramma<br />

en legt verantwoording af aan het hoofd van de School voor Politie Leiderschap;<br />

• Coördinatie supervisietraject. Dit houdt in: het voeren van intakegesprekken met deelnemers<br />

voor het supervisietraject en het coördineren hiervan;<br />

• Begeleider van het individuele leertraject van de deelnemers.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

17<br />

De politiedecaan draagt in het bijzonder zorg voor de ontwikkeling en toetsing van het programma<br />

vanuit de politiecontext en de toepasbaarheid voor de politieorganisatie. Hij heeft als<br />

taakaccent het thema Politie.<br />

De wetenschapsdecaan draagt de extra zorg voor de borging van het juiste wetenschappelijke<br />

niveau en heeft als taakaccent het thema Maatschappij/bestuur.<br />

De programmamanager, in de rol als begeleider van het individuele leertraject, heeft als taakaccent<br />

het thema Persoon.<br />

3.4 Werkafspraken Strategisch Leidinggevende Leergang<br />

Leerdoelen:<br />

Van iedere deelnemer wordt verwacht dat hij/zij voor zichzelf heldere leerdoelen beschrijft bij<br />

aanvang van de leergang. De uitslag van de bureau Leeuwendaal potentieel analyse, het intakegesprek<br />

maar ook het actief bevragen van de eigen (werk)omgeving kan helpen bij het scherp krijgen<br />

van de leerdoelen.<br />

De leerdoelen worden geformuleerd vanuit de vraag: ‘Op welke punten wil ik mij de komende<br />

twee jaar verder ontwikkelen en wat denk ik daarvoor nodig te hebben?’.<br />

Van de deelnemers wordt verwacht dat zij hun leerdoelen scherp en zo concreet mogelijk beschrijven<br />

na het intakegesprek en voor aanvang van de opleiding per mail toesturen aan het programmamanagement<br />

van de <strong>SLL</strong>, email adres: secretariaat.slll@politieacademie.nl.<br />

De leerdoelen worden gebundeld en gedeeld met de andere deelnemers van dezelfde opleidingsgroep<br />

en de daaraan verbonden decanen en programmamanager.<br />

Tijdens de begeleidingsgesprekken gedurende de opleiding wordt aan de hand van deze leerdoelen<br />

de voortgang en het leerproces van de deelnemer besproken.<br />

Potentieel analyse<br />

• Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een potentieel analyse bij bureau Leeuwendaal<br />

laten maken. Deze analyse moet worden ingeleverd bij het <strong>SLL</strong> secretariaat. De deelnemer is<br />

zelf verantwoordelijk voor de planning rondom het laten uitvoeren van de potentieel analyse<br />

bij bureau Leeuwendaal. Een negatief advies op basis van de analyse kan betekenen dat de<br />

deelnemer niet wordt toegelaten tot de leergang;<br />

• De potentieel analyse wordt met toestemming van de deelnemer ter beschikking gesteld aan<br />

ABD Politietop. De potentieel analyses worden bij het ABD Politietop gebruikt om een goed<br />

beeld/inzicht te krijgen in de doelgroep.<br />

Onderwijsprogramma<br />

• Opleidingslocatie is in principe Huis ’t Velde in Warnsveld. Het kan voorkomen dat deelnemers<br />

voor de overnachting slaapgelegenheid in de omgeving van Warnsveld wordt aangeboden.<br />

Voor taxivervoer wordt dan gezorgd.<br />

• Het onderwijsprogramma vindt plaats om de twee weken van donderdagmiddag 13.00 uur<br />

tot vrijdagmiddag 17.00 uur. Het programma bestaat uit drie blokken groepsgewijs onderwijs.<br />

Het eerste blok start op donderdagmiddag 17.00 uur.<br />

• De donderdagmiddag wordt variabel ingevuld door o.a. het werken in syndicaten (werkgroepen)<br />

aan studieopdrachten, casebesprekingen, presentaties studieopdrachten, externe onderwijsprogramma’s<br />

enz.<br />

• Om 16.00 uur wordt gestart met een gezamenlijk bijeenkomst met als doel elkaar te informeren<br />

over de afgelopen periode. Hierbij is de programmamanager in ieder geval aanwezig.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

18<br />

• Soms kan van de planning worden afgeweken en aan de deelnemers gevraagd worden op een<br />

ander tijdstip of een andere dag aanwezig te zijn. Dit zal ruimschoots van te voren worden<br />

aangekondigd.<br />

• Ruim voor elk onderdeel van het onderwijsprogramma wordt door de programmamanager een<br />

programma, achtergrond materiaal van de spreker/begeleider en eventueel voorbereidende<br />

studieopdrachten en/of syndicaatopdrachten aan de deelnemers gestuurd.<br />

De literatuur die nodig is voor voorbereiding en volgen van het onderwijsprogramma wordt<br />

ook verstrekt door de <strong>SLL</strong>. Uiteraard geldt hierbij dat dit tijdig zal gebeuren (onder voorbehoud<br />

van beschikbaarheid bij de uitgever).<br />

• Aan het einde van elk onderwijsprogramma vindt er een evaluatie plaats. De deelnemers wordt<br />

gevraagd een kort evaluatieformulier in te vullen. Aan de hand van de evaluaties vindt constante<br />

bijstelling van het programma plaats en wordt de kwaliteit van de <strong>SLL</strong> bewaakt.<br />

• Het programmamanagement staat open voor suggesties van deelnemers voor de invulling van<br />

de programmaonderdelen.<br />

Voorbereidende studie/ leeropdrachten<br />

• Van de deelnemers wordt verwacht dat zij zich voor elke deel van het onderwijsprogramma<br />

hebben voorbereid. Sprekers worden immers niet gevraagd te herhalen wat reeds op papier<br />

staat. De achtergrondinformatie is bedoeld als materiaal dat tijdens het onderwijsprogramma<br />

verder kan worden uitgediept. Er moet rekening worden gehouden met de nodige voorbereidingstijd.<br />

Het programmamanagement zal zorgdragen voor het tijdig aanleveren van de<br />

opdrachten en het materiaal.<br />

Aanwezigheid<br />

• Het is belangrijk dat deelnemers actief betrokken zijn bij het onderwijsprogramma.<br />

Aanwezigheid is een essentiële voorwaarde.<br />

• Geen geldige reden voor afwezigheid zijn:<br />

1) zakelijke redenen.<br />

Het programmamanagement is van mening dat deelnemers op een niveau functioneren dat<br />

men zelf verantwoordelijkheid draagt voor de indeling van het werk.<br />

2) schoolvakanties.<br />

Door de gespreide vakantieplanning in Nederland is het onvermijdelijk dat delen van het<br />

onderwijsprogramma in schoolvakanties plaats moeten vinden (anders ontstaan te grote<br />

gaten). Er zal rekening gehouden worden met het feit dat niet steeds dezelfde regio’s vakantie<br />

hebben tijdens de leergang.<br />

• Indien afwezigheid van een deelnemer onvermijdelijk is, bespreekt de deelnemer dit, met<br />

opgave van reden, met de programmamanager.<br />

Syndicaten:<br />

• Leeropdrachten worden uitgewerkt in syndicaten (=werkgroepen).<br />

• De samenstelling van een syndicaat bestaat uit maximaal vijf deelnemers en wordt in overleg<br />

met de deelnemers, door het programmamanagement bepaald;<br />

• De syndicaten worden tijdens het tweejarige programma ongeveer drie keer van samenstelling<br />

gewisseld;<br />

• Op donderdagmiddag is in de planning ruimte gecreëerd voor het werken in syndicaten.<br />

Elektronische leeromgeving:<br />

• Ter ondersteuning van het onderwijsprogramma zal een elektronische leeromgeving, E-Campus,<br />

worden gecreëerd. Hiervoor ontvangt iedere deelnemer een individuele toegangscode.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

19<br />

Onderzoeksopdracht Binnenland<br />

• De binnenland-studieopdracht is een oriëntatie op een organisatie buiten de politieorganisatie<br />

en is gekoppeld aan een strategisch vraagstuk. Dit vraagstuk heeft duidelijke raakvlakken met<br />

intake en service en/of marketing. De centrale leervraag is: hoe verloopt het geselecteerde<br />

strategische proces, hoe wordt het bestuurd en wat zou de Nederlandse Politie, je eigen organisatie,<br />

hiervan kunnen leren?<br />

• De deelnemer formuleert binnen dit kader zijn eigen studieopdracht, zoekt daarbij een passende<br />

organisatie en is verantwoordelijk voor het organiseren van de uitwerking hiervan.<br />

• Deelnemers dienen hun leervraag en het voorstel schriftelijk in, gebruikmakend van het format<br />

zoals door het programmamanagement is ontwikkeld en ter beschikking gesteld.<br />

• De studieopdracht kan pas worden uitgevoerd na goedkeuring van het voorstel door de<br />

politiedecaan.<br />

• De studieopdracht is pas voldaan na presentatie van de opdracht binnen de eigen leergroep.<br />

• De binnenland-studieopdracht vindt plaats aan het einde van het eerste jaar.<br />

Afstudeeropdracht<br />

(inclusief 4 weken buitenlandreis en buitenland onderzoek)<br />

• De deelnemer sluit de opleiding af met een onderzoeksopdracht met daarin een politieel strategisch<br />

vraagstuk. De deelnemer formuleert een voorstel voor zijn afstudeeropdracht en vraagt<br />

goedkeuring aan de politiedecaan en de programmamanager;<br />

• De afstudeeropdracht heeft relatie met het onderwerp ‘leiderschap’ en heeft relevantie voor<br />

de eigen werkplek (korps) en/of de Nederlandse en/of Europese politieorganisatie;<br />

• De afstudeeropdracht kent ook een internationaal aspect. Een deel van het onderzoek dient<br />

plaats te vinden in een buitenlandse politieorganisatie;<br />

• De deelnemer gaat voor de uitwerking van dat deel van het onderzoek op reis naar een van de<br />

Europese landen voor een minimaal verblijf van vier aaneengesloten weken;<br />

• Zoals afgesproken in de kaders van inrichting van het samenhangend stelsel voor initieel en<br />

postinitieel politieonderwijs, komen de kosten van de reis en het verblijf in het buitenland voor<br />

rekening van de korpsen;<br />

• Deze stage vindt plaats halverwege het tweede jaar;<br />

Afronding/eindopdracht:<br />

• Tijdens de <strong>SLL</strong> vindt geen traditionele examinering plaats. Hierdoor komt een zware druk te<br />

liggen op de feitelijke aanwezigheid van de deelnemers;<br />

• Tijdens de leergang vinden constant toetsmomenten plaats in de vorm van feedback van<br />

docenten, programmamanager, decanen en collegiale beoordeling;<br />

• Ook wordt tussendoor de uitwerking van de studieopdrachten beoordeeld;<br />

• De afstudeeropdracht dient ter afronding van de leergang en wordt afgesloten met een<br />

presentatie van de onderzoeksresultaten aan een in overleg met het programmamanagement<br />

samen te stellen representatieve groep toehoorders.<br />

Faciliteiten<br />

• De administratie van de <strong>SLL</strong> wordt ingevuld door een medewerker van het secretariaat van de<br />

SPL;<br />

• De deelnemer staat geregistreerd bij de studentenadministratie;<br />

Van de deelnemer wordt verwacht dat wijzigingen in persoonlijke gegevens of werkgegevens<br />

direct worden doorgegeven aan het <strong>SLL</strong> secretariaat.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

20<br />

• Vanwege de vorm van het onderwijsprogramma, vanuit de modaliteit twee dagen onderwijs<br />

per 14 dagen, is overnachting tussen de twee onderwijsdagen voor de hand liggend.<br />

Binnen Huis ’t Velde wordt deze faciliteit geleverd, evenals ontbijt, lunch en diner.<br />

De kosten van verblijf zijn, zoals verwoord in de contracten, voor rekening van het korps;<br />

• Consumpties tijdens de avonden, na het onderwijsprogramma zijn voor rekening van de deelnemer.<br />

Aan de bar kan voor een gemakkelijke afhandeling van betaling een barkaart worden<br />

gekocht;<br />

• Van deelnemers wordt verwacht dat zij bij het secretariaat <strong>SLL</strong> aangeven als zij niet aanwezig<br />

zijn. Deelnemers dienen ook zelf bij Huis ’t Velde aan te geven wanneer zij geen gebruik willen<br />

maken van diner en/of slaapgelegenheid;<br />

• Als deelnemers zich niet –in overeenstemming met de daarvoor geldende annuleringsregeling<br />

van de <strong>Politieacademie</strong>– afmelden, worden de kosten in rekening gebracht.<br />

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het <strong>SLL</strong>-secretariaat:<br />

0575-580069 of secretariaat.sll@politieacademie.nl


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

21<br />

Bijlage 1:<br />

Supervisie, een krachtig leermiddel<br />

binnen de Strategisch Leidinggevende Leergang<br />

Inleiding<br />

In de opleiding voor strategisch leidinggevenden is supervisie als onlosmakelijk onderdeel voor een<br />

persoonlijke ontwikkeling gedurende de twee jaar als programmaonderdeel opgenomen in het<br />

thema Persoon.<br />

Supervisie kan een bijdrage leveren aan het behalen van de vereiste competenties. In deze bijlage<br />

wordt het didactisch middel supervisie nader uitgelegd en de werkwijze beschreven.<br />

Supervisie<br />

Supervisie laat zich typeren door drie kenmerken.<br />

Deze drie kenmerken bepalen de specifieke plaats en functie van supervisie binnen de opleiding.<br />

Supervisie is:<br />

1. Gericht op integratief werken;<br />

2. Een leersituatie direct gekoppeld aan een werksituatie;<br />

3. Een wijze van leren waarin sterk de nadruk ligt op ervaringsleren.<br />

Onder het integratief functioneren wordt een integratie op twee niveaus verstaan:<br />

• Een functioneren vanuit de samenhang van denken, voelen en handelen (eerste niveau).<br />

Een goede beroepsuitoefening behoeft een functioneren vanuit een samenhang van denken,<br />

voelen, houding en handelen: niet alleen denken, maar dit denken in verband brengen met<br />

wat je op dat moment voelt. Niet alleen handelen vanuit een impuls, maar je ook bewust zijn<br />

vanuit welke houding je tot dit gedrag neigt.<br />

Samenhang in eigen gedrag wordt niet gemakkelijk geleerd door concentratie op de verschillende<br />

aspecten afzonderlijk. Supervisie creëert een leersituatie die zich als doel stelt zich<br />

bewust te worden van de samenhang en dat men vaardig wordt om vanuit deze samenhang<br />

beroepsmatig te handelen.<br />

• Werksituatie en beroep, inclusief bredere maatschappelijke context (tweede niveau).<br />

In de constante directe verbinding met de concrete werksituatie vindt supervisie zijn exclusieve<br />

doelbereik. Dit is vanuit het toespitsen van het functioneren vanuit de samenhang van de<br />

dimensies op beroepsuitoefening.<br />

Supervisie gaat over leren; in het bijzonder over het ervaringsleren.<br />

Immers de ingebrachte werksituatie is actueel en gaat over de drempels of belemmeringen waar<br />

iemand in de uitvoering tegenaan loopt. Het onderzoeken, en mogelijke oplossingen vinden, kan<br />

een bijdrage leveren tot een veranderd gedrag bij de deelnemer.<br />

Daarbij is sprake van een leercyclus.<br />

• het ervaren<br />

• het ordenen van de gegevens uit die ervaringen<br />

• het vergelijken met eerder verworven inzichten en belevingen<br />

• het opnemen in het kennisbestand<br />

• het afleiden van conclusies voor nieuw handelen.


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

22<br />

Deze leercyclus is van belang voor het supervisieproces, omdat vanuit een beschrijving van een<br />

beleefde of nog te beleven (werk)situatie overgegaan kan worden op de analyse ervan.<br />

Analyse en het aandragen van alternatieven zorgen ervoor dat er een groot aantal leerervaringen<br />

zichtbaar en/of herkenbaar worden, die opgenomen kunnen worden in het kennisbestand en<br />

leiden tot nieuw handelen om oplossingen te realiseren.<br />

Dit bevordert autonoom leren. Dit is een belangrijk hulpmiddel voor leidinggevenden uit het<br />

werkveld om greep te krijgen op hun eigen situatie, waarin een betere taakuitvoering en persoonsontwikkeling<br />

met elkaar verweven zijn. Supervisie wordt dus een zelfhulpactiviteit, die deelnemers<br />

in staat stelt veranderingen aan te brengen in hun omgeving en bij zichzelf.<br />

Autonoom leren is een belangrijke voorwaarde om tot volle ontwikkeling te kunnen komen als<br />

een pro-actief leider. Pro-actieve leiders leveren een belangrijke bijdrage in het vormgeven van een<br />

Lerende Organisatie.<br />

Reflecteren<br />

Een ander belangrijk doel van supervisie is het activeren van het reflectief vermogen.<br />

Reflecteren is gericht op het aangaan van de innerlijke dialoog, zodat de deelnemer zijn eigen<br />

kritische tegenspeler en gesprekspartner wordt, om zodoende de beroepservaring, het handelen,<br />

het denken en het gevoel meer met elkaar in overeenstemming te brengen.<br />

Met andere woorden, door te reflecteren wordt op een andere manier teruggekeken op het eigen<br />

(beroepsmatige) handelen tijdens een werksituatie. Allerlei gevoelens, gedachten, fantasieën,<br />

opwellingen, neigingen, enz. worden herschikt.<br />

Het uiteindelijke doel is het verbeteren van de levens- en beroepskwaliteit vanuit de vraagstelling:<br />

waarom heb ik op dat moment (beroepsmatig) zo gehandeld en waardoor liet ik me leiden?<br />

Hierdoor is de deelnemer steeds beter in staat zich van zichzelf bewust te worden in zijn werk.<br />

Tijdens het reflecteren wordt de werksituatie geëxpliciteerd (ontvouwd) waardoor aanschouwen<br />

(onder ogen zien) en beschouwen (overdenken) beter mogelijk worden.<br />

Al vertellend en beschrijvend wordt de situatie niet meer als actualiteit ervaren, maar kan vanaf<br />

een afstand bekeken worden.<br />

Het reflectieverslag wat na afloop dient te worden geschreven ondersteunt dit leerproces. Het<br />

geeft een overzicht van wat er is ingebracht, wat er op dat moment bij gedacht is, hoe vervolgens<br />

gehandeld is (in de vraagstelling of met associaties) en wat dat voor de eigen mogelijkheden<br />

(talenten) en onmogelijkheden (valkuilen, allergieën) betekent.<br />

Werkwijze supervisie<br />

Supervisie maakt daarbij gebruik van de grondstructuur die bestaat uit:<br />

• Een directe koppeling tussen werksituatie en leersituatie in een regelmatige opeenvolging van<br />

bijeenkomsten.<br />

• Het gaat om een twaalftal bijeenkomsten die in samenhang met elkaar gepland worden.<br />

• Tussen de verschillende bijeenkomsten is de deelnemer aan het werk in zijn eigen werkomgeving.<br />

• Tussen de opeenvolgende bijeenkomsten zit minimaal twee en maximaal vier weken.<br />

• Op elke bijeenkomst wordt door de deelnemer gereflecteerd middels een verslag. Dit reflectieverslag<br />

wordt ook gebruikt als input voor de volgende bijeenkomst.<br />

• Het verslag wordt afgesloten met een leervraag voor de volgende bijeenkomst.<br />

• De supervisor (een persoon van buiten de politieorganisatie):<br />

• houdt het proces gericht op de integratieve doelstelling;<br />

• bewaakt de grondstructuur en herstelt deze indien nodig;


Studiewijzer - <strong>SLL</strong><br />

23<br />

• gaat uit van het primaat van de reflectie in het leren in supervisie en stelt in zijn supervise-<br />

ren de reflectie centraal;<br />

• hanteert de supervisiesituatie als tweede bron van leermateriaal. De koppeling van werk-<br />

en supervisiesituatie maakt het mogelijk verband te leggen tussen het functioneren van<br />

de deelnemer in de werksituatie en in de supervisiesituatie. Het laten zien van dit parallelproces<br />

is belangrijk leermateriaal voor de deelnemer.


11-150<br />

www.politieacademie.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!