21.09.2013 Views

Februari 2011 - Politieacademie

Februari 2011 - Politieacademie

Februari 2011 - Politieacademie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Woord van de Lector<br />

Bundeling van kracht.<br />

Recent is het onderzoek “bundeling van kracht: over<br />

professionalisering, presterend vermogen en<br />

(bovenregionale) samenwerking van de criminele<br />

inlichtingen eenheid” afgesloten. Dit onderzoekstraject<br />

toont (opnieuw) hoe waardevol een goede<br />

verbinding tussen de politiepraktijk, het onderwijs en<br />

ons lectoraat kan zijn. Het onderzoek is uitgevoerd in<br />

opdracht van de Board Opsporing van de Raad van<br />

Korpschefs, maar de initiatiefnemers zijn afkomstig<br />

uit het CIE-veld. Het waren de voorzitters van het<br />

landelijk platform van CIE-officieren van justitie én<br />

het landelijk platform van CIE-chefs die ons lectoraat<br />

in een vroeg stadium uitnodigden om mee te denken<br />

over de nieuwe koers die de CIE de komende jaren<br />

zou moeten inzetten. Na vaststelling van een<br />

onderzoeksplan werd met de uitvoering van het<br />

project gestart waarbij intensief is samengewerkt<br />

tussen het lectoraat en de collega’s van de school<br />

voor recherche, specifiek de teams bijzondere<br />

opsporing en intelligence. Bij dergelijke<br />

samenwerking snijdt het mes aan twee kanten.<br />

Enerzijds zijn de kennis en de contacten van de<br />

docenten (docent-onderzoekers) in het CIE-veld<br />

waardevol voor het onderzoek. Anderzijds is het<br />

interessant en relevant voor docenten om in het<br />

kader van professionalisering te participeren in<br />

onderzoek en ervaring op te doen met dergelijke<br />

trajecten. Een bijkomend voordeel is dat door de<br />

betrokkenheid van docenten, onderzoeksbevindingen<br />

en vernieuwingen direct kunnen worden<br />

geïmplementeerd in het onderwijs. Zo kunnen ze<br />

direct weer worden ‘teruggegeven” aan de CIEpraktijk,<br />

en is de cirkel weer rond. Op de expliciete<br />

onderzoeksbevingen ga ik verder niet in, maar wat ik<br />

wel graag met u wil delen is dat het (ook weer bij dit<br />

onderzoek) mooi is de passie en bevlogenheid voor<br />

het politievak van de mensen die meewerkten aan dit<br />

onderzoek te mogen ervaren.<br />

De resultaten van het onderzoek zullen -tezamen<br />

met een actieplan van de CIE- op korte termijn<br />

officieel worden aangeboden aan de opdrachtgever.<br />

De rapportage zal overigens in beperkte oplage<br />

worden verspreid.<br />

Verder wil ik in het kader van ‘bundeling van kracht’<br />

twee actuele ontwikkelingen noemen van potentiële<br />

onderzoekstrajecten die in samenwerking met<br />

anderen zijn ontwikkeld. Ten eerste het kennisprogramma<br />

Veiligheid digitaal betalingsverkeer,<br />

gericht op onder andere de versterking van detectie,<br />

opsporing en vervolging van criminaliteit welke is<br />

gericht op digitaal betalingsverkeer. Tevens wordt in<br />

dit programma aandacht besteed aan<br />

georganiseerde cybercrime. Dit is een<br />

samenwerkingstraject van de NHL, Open Universiteit,<br />

<strong>Politieacademie</strong> en banken. Ten tweede een<br />

onderzoek naar lessen die geleerd kunnen worden<br />

uit de casus Alphen aan den Rijn. Hierbij gaat het<br />

niet om een reconstructie van de gebeurtenissen,<br />

maar om een blik in de toekomst: hoe om te gaan<br />

met vergelijkbare dilemma’s en keuzemomenten in<br />

overeenkomstige kritische situaties. Eén van de<br />

benoemde dilemma’s betreft bijvoorbeeld de<br />

spanning tussen zorgvuldigheid en bezorgdheid als<br />

het gaat om het weghalen van de lichamen van de<br />

PD, een ander dilemma gaat over de rol van de<br />

(sociale) media bij dergelijke afschuwelijke<br />

incidenten. Dit traject is een samenwerkingsverband<br />

van de Universiteit Tilburg en drie lectoraten van de<br />

<strong>Politieacademie</strong>. Ik verwacht dat op korte termijn<br />

duidelijk is of deze onderzoeken daadwerkelijk van<br />

start kunnen gaan, in de volgende nieuwsbrief zal ik<br />

u inhoudelijk bijpraten over deze belangrijke<br />

initiatieven.<br />

Tot slot, in deze nieuwsbrief maakt u kennis met<br />

nieuwe collega’s in ons team, krijgt u een update van<br />

nieuws op onderzoeks- & onderwijsgebied, wordt<br />

ingegaan op de bezochte werkbezoeken en volgt een<br />

overzicht van nieuwe boeken, publicaties en televisie<br />

uitzendingen op het terrein van criminaliteitsbeheersing<br />

& recherchekunde.<br />

Nicolien Kop<br />

mei <strong>2011</strong><br />

Nieuwsbrief<br />

Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde<br />

1<br />

Jaargang 6<br />

2


Mededelingen<br />

Even voorstellen…<br />

José Lieferink<br />

Mijn naam is José Lieferink, 40<br />

jaar oud. Ik woon, werk en leef in<br />

Apeldoorn en ben sinds mei<br />

2010 in dienst bij de<br />

<strong>Politieacademie</strong>. Ik werkte voor<br />

de directieleden van OK&O (Onderzoek, Kennis &<br />

Ontwikkeling) en per april <strong>2011</strong> heb ik het stokje<br />

overgenomen van Halise Aydin als management<br />

assistent bij o.a. het Lectoraat<br />

Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde. Vóór de<br />

academie was mijn secretariële carrière zo’n 13 jaar<br />

binnen met name MKB bedrijven. Hobby’s (naast<br />

mijn werk) zijn het bezoeken van live concerten. Dit<br />

varieert sterk qua genre. Van Bløf tot de Red Hot<br />

Chilli Peppers, Rammstein tot Combicrist. Allemaal<br />

afhankelijk van stemming, locatie of gezelschap.<br />

Andere hobby’s zijn motorrijden en de Formule 1.<br />

Naast het volgen van het seizoen op de buis ben ik in<br />

mei op het circuit van Barcelona te vinden. Gelukkig<br />

kan ik naast deze ‘snelle’ bezigheden mij ook<br />

uitstekend vermaken met een goed boek. Ik hoop als<br />

ondersteuning voor het lectoraat een goede aan- en<br />

invulling te zijn binnen deze enthousiaste club!<br />

Sanne Boes<br />

Mijn naam is Sanne Boes, ik ben 23 jaar oud en<br />

woon in Oegstgeest. Sinds 1 maart ben ik als<br />

onderzoeksassistente verbonden aan het lectoraat<br />

Criminaliteitsbeheersing &<br />

Recherchekunde. In april<br />

2010 ben ik afgestudeerd als<br />

criminologe aan de<br />

Universiteit Leiden. Mijn<br />

stageperiode heb ik<br />

doorgebracht bij Stichting<br />

Meld Misdaad Anoniem,<br />

hetgeen ook het onderwerp<br />

van mijn afstudeerscriptie<br />

was. Op dit moment werk ik mee aan een onderzoek<br />

naar de waarde van een anonieme melding,<br />

afkomstig van M., in het opsporingsproces.<br />

Verder rest mij nog te vertellen dat ik in mijn vrije tijd<br />

lees, cryptogrammen oplos (of niet), graag ga<br />

hardlopen en mijn vakanties het liefst doorbreng in<br />

Engeland.<br />

Wellicht tot ziens!<br />

Afscheid…<br />

Halise Aydin<br />

Per 1 april jongstleden heeft Halise Aydin afscheid<br />

genomen als managementassistente van het<br />

Lectoraat. Halise heeft een overstap gemaakt naar<br />

de functie van Managementassistente Directie<br />

Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling. We wensen<br />

Halise veel succes in haar nieuwe functie.<br />

Sven Schreuders<br />

Ook stagiair Sven Schreuders heeft per 1 april ons<br />

Lectoraat verlaten. We wensen Sven succes bij het<br />

afronden van zijn studie.<br />

Kenniskring weer actief<br />

Op 14 april is de kenniskring van het lectoraat in<br />

hernieuwde vorm voor het eerst bij elkaar geweest.<br />

De nieuwe opzet voorzag in een agenda die na de<br />

onderlinge kennismaking in eerste instantie aandacht<br />

besteedde aan het werkplan van het lectoraat en<br />

daarna het thema ‘Recherchestrategieën’ centraal<br />

stelde. Deze opzet was geslaagd, de deelnemers<br />

waren enthousiast over het niveau van de<br />

inhoudelijke discussie die zondermeer levendig te<br />

noemen was. In het kader van het project dat moet<br />

leiden tot een Handboek Recherchestrategieën heeft<br />

de kenniskring uitgebreid gesproken over wat we ‘de<br />

definitiekwestie’ hebben genoemd. Wanneer is een<br />

recherchestrategie nou een recherchestrategie en<br />

wat is dan het verschil met een opsporingsstrategie?<br />

Zo zijn er nog meer kwesties die bij het samenstellen<br />

van het handboek boven komen drijven die allemaal<br />

met definities te maken hebben. De discussie leerde<br />

ons in ieder geval dat het benoemen van de kwestie<br />

terecht is, ook in de kenniskring kwamen we er niet<br />

goed uit en het eenduidig definiëren van sommige<br />

begrippen blijft lastig. Afsluitend nam Henk Jansen<br />

ons mee in zijn reflectie op de Strategie Aanpak<br />

Criminaliteit 2015. Een uitgebreid verslag van de<br />

kenniskring bijeenkomst is verkrijgbaar bij het<br />

secretariaat (Jose.lieferink@politieacademie.nl). De<br />

volgende kenniskring bijeenkomst is op zes oktober<br />

<strong>2011</strong>, dan zal ‘Sociale Media’ het thema zijn.<br />

Gerard Snel


Onderzoeksnieuws<br />

Nederlandse recherchegeschiedenis in<br />

de steigers<br />

Ooit werd er gesproken van de wetenschappelijke<br />

speurkunst. Daarmee bedoelde men het<br />

recherchevak dat in het begin van de vorige eeuw tot<br />

volle wasdom kwam. Met de introductie van nieuwe<br />

technieken zoals het afnemen en registreren van de<br />

vingerafdruk en de fotografie werd de opsporing<br />

verfijnd. Er kwamen vaste regels voor de eerste<br />

handelingen op de plaats des misdrijfs. De opkomst<br />

van criminologie als wetenschap waarbij tal van<br />

theorieën over het misdadig gedrag van mensen het<br />

politiewerk beïnvloedden, brachten het recherchevak<br />

verder tot ontwikkeling. En ook in die beginperiode<br />

vroeg men zich af hoe de recherche het best kon<br />

worden ingebed in de Nederlandse politieorganisatie.<br />

De vraag centraal of decentraal kwam toen ook al<br />

aan de orde.<br />

In de loop van de eeuw heeft de recherche zich<br />

verder ontwikkeld. De constante wedloop met de<br />

criminaliteit eist de nodige creativiteit en innovatie<br />

van de mensen die hier werkzaam zijn. Dit alles<br />

maakt het levensverhaal van de Nederlandse<br />

recherche tot een boeiende maar ook leerzame<br />

geschiedenis.<br />

Over de geschiedenis is het één en ander<br />

gepubliceerd. Prominente politiemensen als de<br />

politiedeskundige Van Ledden Hulsebosch en<br />

commissaris Voordewind hebben in de eerste helft<br />

van de vorige eeuw hun memoires aan het papier<br />

toevertrouwd. Zij geven een fraaie inkijk in het<br />

speurwerk van die tijd. Hun verhalen betreffen vooral<br />

moord- en zedenzaken waar zij zelf als deskundige<br />

of rechercheur bij betrokken waren. Oud<br />

hoofdcommissaris van Rotterdam Jan Blauw wijdde<br />

zich na zijn pensioen aan het historisch onderzoek<br />

naar geruchtmakende moordzaken in Nederland. Zijn<br />

speurwerk in de archieven van politie en justitie<br />

leverden gedetailleerde en boeiende reconstructies<br />

van het recherchewerk in verschillende perioden op.<br />

In de meerdelige Geschiedenis van de Nederlandse<br />

politie komt vooral de institutionele geschiedenis aan<br />

bod: de inrichting van de recherchetaak bij de<br />

voormalige Rijks- en gemeentepolitie en de aandacht<br />

voor het recherchevak in het politieonderwijs.<br />

Behalve het historisch onderzoek is de meer recente<br />

ontwikkeling van de recherche beschreven in<br />

criminologische studies en journalistieke publicaties.<br />

Een integrale geschiedenis van de recherche is<br />

daarentegen tot op heden niet geschreven. Daarom<br />

is het lectoraat begonnen met het schrijven van de<br />

geschiedenis van de Nederlandse recherche. Het<br />

historisch onderzoek is in handen van Ronald van<br />

der Wal en Nicolien Kop.<br />

Beschreven wordt de geschiedenis vanaf het einde<br />

van de negentiende eeuw toen er onder invloed van<br />

tal van wetenschappelijke vondsten voor het eerst<br />

werd gesproken van het recherchevak en grote<br />

korpsen aparte rechercheafdelingen begonnen te<br />

ontwikkelen. Sindsdien is de aandacht voor de<br />

opsporing nimmer verdwenen en heeft het vak vaak<br />

stormachtige ontwikkelingen doorgemaakt,<br />

waaronder de crises van de jaren negentig als gevolg<br />

van de IRT-affaire en die van 2003 als gevolg van de<br />

Schiedammer Parkmoord.<br />

Aan de hand van de aanwezige (wetenschappelijke)<br />

vakliteratuur in boeken en tijdschriften en het<br />

beschikbare archiefmateriaal wordt het verhaal van<br />

de Nederlandse recherche verteld. Voor de meer<br />

recente geschiedenis zullen ook betrokkenen worden<br />

geïnterviewd. Aan bod komen onder meer de<br />

organisatorische ontwikkeling van de recherche, de<br />

ontwikkeling van de criminaliteit in Nederland, de<br />

ontwikkeling van nieuwe technieken en methoden, de<br />

recherchepraktijk die met behulp van voorbeelden zal<br />

worden geïllustreerd en de voortdurende externe<br />

druk van politiek, bestuur en media.<br />

Ronald van der Wal<br />

LDM: Brug tussen deskundigen en<br />

rechercheteams<br />

Het onderzoek naar de inzet van gedragsdeskundigen<br />

in het verhoor met behulp van de LDM is in<br />

volle gang. Er is een analyse gemaakt van de<br />

database en op dit moment worden er interviews<br />

gehouden met deskundigen die worden ingezet door<br />

de LDM, rechercheurs die aanvragen doen bij de<br />

LDM en de adviseurs van de LDM. Tot op heden is al<br />

gebleken dat er een groeiende vraag is naar<br />

gedragsdeskundigen die toegevoegde waarde<br />

kunnen hebben voor het opsporingsonderzoek. Wel<br />

kan er nog winst behaald worden op het gebied van<br />

evalueren en het moment van inzetten. De vraag is<br />

nu in hoeverre de LDM hierin van betekenis kan zijn.<br />

Wel zijn alle partijen het er over eens dat de LDM<br />

zeker een toegevoegde waarde heeft voor<br />

opsporingsonderzoeken en dat uitbreiding van haar<br />

mogelijkheden dan ook zeer wordt aangemoedigd.<br />

De komende tijd zal in het teken staan van meer<br />

interviews, de analyse van 50 zaken en natuurlijk het<br />

vinden van een compleet antwoord op de<br />

onderzoeksvraag.<br />

Renate Klein Haneveld


Onderzoek Joint Investigation Teams<br />

Sinds begin dit jaar is het onderzoek naar de<br />

praktijkwaarde van Joint Investigation Teams in volle<br />

gang. De instelling van dit rechtshulpmiddel op de<br />

Europese Top in Tampere in 1999 diende de<br />

internationale politiële en justitiële samenwerking ten<br />

aanzien van grensoverschrijdende criminaliteit te<br />

vergemakkelijken. Rationale achter dit besluit is dat<br />

door opsporingsfunctionarissen uit de betreffende<br />

landen fysiek bij elkaar te brengen,<br />

opsporingsonderzoeken effectiever en efficiënter<br />

uitgevoerd kunnen worden. Immers, tijdrovende<br />

rechtshulpverzoeken hoeven niet meer aangevraagd<br />

te worden en lokale kennis en contacten zijn direct<br />

beschikbaar waardoor snelle informatie-uitwisseling<br />

kan plaatsvinden. Verder komt een<br />

gemeenschappelijke doelstelling en een eenhoofdige<br />

leiding de coördinatie en de transparantie van het<br />

onderzoek ten goede.<br />

In de praktijk bleek dit veelbelovende instrument<br />

echter niet zo eenvoudig aangewend te kunnen<br />

worden als gedacht. Zo werden er bij het opstarten<br />

van JIT’s knelpunten ervaren op juridisch gebied en<br />

bemoeilijkten culturele en organisatorische<br />

verschillen evenals communicatieproblemen en tal<br />

van praktische zaken de operationele samenwerking.<br />

Dergelijke problemen zijn echter niet ongebruikelijk<br />

bij beginnende internationale samenwerking en de<br />

verwachting was dan ook dat deze in de loop der tijd<br />

verdwijnen zouden als men meer ervaring opdeed<br />

met dergelijke teams.<br />

Hoewel sommige landen regelmatig gebruik maken<br />

van JIT’s, bijvoorbeeld Frankrijk en Spanje, wordt dit<br />

instrument in Nederland tot op heden weinig<br />

toegepast bij de bestrijding van grensoverschrijdende<br />

criminaliteit. Het doel van dit onderzoek is derhalve<br />

om na te gaan waarom dit zo is waarbij de vraag zich<br />

vooralsnog richt op Duits Nederlandse<br />

samenwerking. Gezien de contacten die wij als<br />

lectoraat hebben met de Duitse Politie-universiteit<br />

Münster en wegens hun interesse in het thema JIT,<br />

participeren ook twee Duitse onderzoekers in deze<br />

studie. Zij hebben interviews afgenomen van Duitse<br />

politie- en justitiemedewerkers die vanuit hun functie<br />

betrokken zijn bij grensoverschrijdende<br />

samenwerking tussen Nederland en Duitsland en/of<br />

ervaring hebben met JITs. Aan Nederlandse zijde zijn<br />

interviews afgenomen van Nederlandse recherche<br />

divisiechefs, teamchefs operationele<br />

opsporingsonderzoeken, (hoofd)officieren van<br />

Justitie en de nationale expert JIT. Daarnaast zijn<br />

gesprekken gevoerd met enkele wetenschappers die<br />

op dit terrein onderzoek hebben uitgevoerd.<br />

De opdrachtgever voor dit onderzoek is de<br />

portefeuillehouder Duitsland van de Raad van<br />

Korpschefs, mw. A. Roelofs. De resultaten van dit<br />

onderzoek worden binnenkort aan haar<br />

gepresenteerd. In de volgende nieuwsbrief gaan we<br />

uitgebreider in op dit project en op de publicatie die<br />

samen met de Duitse collega’s verzorgd wordt.<br />

Henk Sollie<br />

Onderzoeken met Bachelorstudenten<br />

In de komende maanden zullen acht Bachelor<br />

studenten van de School voor Hogere Politiekunde in<br />

het kader van hun minor Opsporing onderzoek<br />

verrichten onder verantwoordelijkheid van het<br />

lectoraat. De acht, uit Brabant Zuid Oost afkomstige,<br />

studenten zullen in twee groepen onderzoek gaan<br />

doen. Tegelijkertijd volgens zij onderwijs aan de<br />

School voor Recherche.<br />

De onderzoeken die wij voor ze geselecteerd<br />

hebben, zijn ‘co-creatie met burgers’ en ‘social media<br />

en opsporing’. Het thema co-creatie met burgers<br />

wordt ook benoemd in de Strategie Aanpak<br />

Criminaliteit als een van de hefbomen voor<br />

vernieuwing en verbetering van de opsporing. Naar<br />

de rol van social media in de opsporing is voor zover<br />

ons bekend nog relatief weinig onderzoek gedaan.<br />

Kansen en bedreigingen lijken er echter genoeg te<br />

zijn.<br />

Voor de zomervakantie zullen de studenten hun<br />

onderzoeksplannen vorm geven en beginnen met het<br />

verzamelen van data en het bestuderen van<br />

literatuur. Na de zomervakantie volgt dan de analyse<br />

en het schrijven van de publicatie.<br />

In de volgende nieuwsbrief zullen we meer aandacht<br />

besteden aan deze groep. Wij wensen ze in ieder<br />

geval een leuke en leerzame tijd toe.<br />

Gerard Snel


Group Decision Room tbv Handboek<br />

Recherchestrategieën<br />

Zoals in de laatste nieuwsbrief van het vorig jaar al<br />

werd gemeld, zijn we binnen het Lectoraat druk bezig<br />

met het samenstellen van een Handboek<br />

Recherchestrategieën. Naast de bijdragen die door<br />

materiedeskundigen worden geleverd voor het eerste<br />

deel van het boek, zal het tweede deel van het boek<br />

bestaan uit een overzicht van diverse<br />

opsporingsmethoden. De basis van de informatie van<br />

dit deel wordt gevormd door informatie van Politie<br />

Kennis Net (PKN). Dit wordt aangevuld met<br />

praktische kennis en ervaring vanuit het<br />

rechercheveld. Op basis van de op PKN beschikbare<br />

informatie werd per opsporingsmethode een<br />

overzicht samengesteld dat in een Group Decision<br />

Room aan een aantal recherche-experts werd<br />

voorgelegd. Met de GDR-methode kan via een geleid<br />

vragensysteem veel informatie en ervaringskennis<br />

van een groep mensen worden verkregen. Op 3<br />

maart jongstleden kwamen voor deze bijeenkomst<br />

zestien ervaren recherchemensen samen in het<br />

gebouw van VTS te De Bilt. Onder leiding van Aad<br />

van der Niet en Hans Mulder werden hen achttien<br />

uitwerkingen van onderzoeksmethoden voorgelegd,<br />

die zij op basis van hun kennis en vaak jarenlange<br />

ervaring aanvulden. Het was al met al een intensieve<br />

maar ook zeer waardevolle dag waar we alle<br />

deelnemers uiteraard erg dankbaar voor zijn. De<br />

enorme hoeveelheid materiaal die deze dag is<br />

verzameld zal door leden van het Lectoraat verder<br />

worden bewerkt en, alvorens in het boek te worden<br />

opgenomen, nogmaals aan de deelnemers worden<br />

voorgelegd.<br />

Mariëtte van Kuik<br />

Onderwijsnieuws<br />

Accreditatie TLL/TLLR en REKU<br />

Het lectoraat is betrokken geweest bij de visitaties die<br />

in het kader van de accreditatie van de Master<br />

opleidingen eens in de vijf jaar plaats vinden. De<br />

<strong>Politieacademie</strong> en de Masteropleidingen worden als<br />

instelling en opleidingen erkend door de Vlaamse<br />

Nederlandse Accreditatie Organisatie. Een<br />

mastertitel (EMTP of MCI) is daarmee een erkende<br />

en waardevolle post-HBO master. De verbinding met<br />

onderzoek is een thema waar de visitatie commissie<br />

veel aandacht aan besteedt. Het is goed om te<br />

kunnen vaststellen dat die verbinding er is door<br />

middel van begeleiding van studenten, het geven van<br />

gastcolleges en het uitvoeren van onderzoek met<br />

docenten. Tegelijkertijd is duidelijk dat er op dit<br />

terrein ook wel ruimte is voor verdieping.<br />

De komende jaren zal er dan ook extra aandacht<br />

worden besteed aan de onderzoekscomponent van<br />

de REKU en TLL/TLLR. In de nabije toekomst zullen<br />

wij u informeren over de rol die het lectoraat daar in<br />

gaat vervullen.<br />

Gerard Snel<br />

Terugblik op werkbezoeken,<br />

congressen en seminars<br />

Conferentie SMVP – De politie en haar<br />

opdracht<br />

Op vrijdag 15 april <strong>2011</strong> organiseerde de Stichting<br />

Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) op het<br />

hoofdbureau van de politie Haaglanden een<br />

conferentie met als thema ‘De politie en haar<br />

opdracht: De kerntakendiscussie voorbij’. Deze<br />

conferentie bouwde voort op de gelijknamige SMVP<br />

bundel uit 2010 waarin tal van auteurs, onder<br />

redactie van Bas van Stokkom, Jan Terpstra en<br />

Lodewijk Gunther Moor, reflecteren op de rol van de<br />

politie in de Nederlandse samenleving. Zowel op de<br />

rol die de politie heeft als op de rol die ze zou moeten<br />

ambiëren. Het doel van deze bundel was niet om een<br />

eenduidig antwoord te geven op de vraag wat de<br />

opdracht van de Nederlandse politie is, maar om ‘de<br />

discussie over deze fundamentele problematiek<br />

verder [te] brengen en los [te] maken uit het<br />

bedrijfsmatige en instrumentele kader dat het denken<br />

hierover in het afgelopen decennium te veel heeft<br />

bepaald en belast’, aldus de redacteurs (p. 18).<br />

De conferentie was evenzo opgezet als het boek: tal<br />

van sprekers uit verschillende gremia (wetenschap,<br />

politie, OM, ministerie Veiligheid en Justitie,<br />

burgemeester) die ieder hun visie op de politie<br />

gaven. Daarnaast zaten de auteurs van de SMVP<br />

bundel ieder een workshop voor over hun<br />

betreffende bijdrage. Ik heb de workshop van prof.<br />

dr. Th. A. de Roos (Universiteit van Tilburg) gevolgd<br />

over het thema ‘Burger, politie en de burger’. Aan de<br />

hand van stellingen is daarover levendig<br />

gediscussieerd. Deze wil ik u graag meegeven om te<br />

overdenken: ‘Er bestaat een structurele en<br />

onvermijdelijke spanning tussen: de politie is je beste<br />

kameraad, en: de politie is je grootste vijand. De<br />

mate waarin de politie met die spanning om kan gaan<br />

is de graadmeter voor professionele kwaliteit.’<br />

Voor wie meer wil weten over het thema ‘De opdracht<br />

voor de politie’ of over de SMVP, zie: www.smvp.nl.<br />

Henk Sollie


NIK Themadag<br />

Op 14 april vond de jaarlijkse NIK themadag plaats in<br />

de Reehorst te Ede. Het thema was ‘Het nieuwe<br />

politiewerken: meer ruimte voor de praktijk, minder<br />

achter het bureau’. Het congres werd geopend door<br />

de minister van Veiligheid en Justitie, de heer<br />

Opstelten. In zijn speech refereerde hij aan zijn<br />

aanvalsplan, waarin hij zich tot doel heeft gesteld het<br />

politiewerk te ontdoen van (te veel) administratieve<br />

lasten. Hij beloofde zich er sterk voor te maken dat<br />

politiemensen meer ruimte krijgen het ‘echte’ werk op<br />

straat te verrichten.<br />

In de daaropvolgende workshops kregen<br />

verschillende politieregio’s de kans om hun<br />

innovaties onder de aandacht te brengen. Korpsen<br />

proberen op de meest uiteenlopende manieren de<br />

administratieve lastendruk te verlichten. Zo<br />

presenteerde Hollands Midden het<br />

Frontoffice/Backoffice-concept, waardoor de agent<br />

op straat ongeveer 20% minder administratieve<br />

lastendruk heeft. De regio Midden en West Brabant<br />

heeft het concept ‘productiestraat’ ontwikkeld, waar<br />

met behulp van tot BOA opgeleide Hbo-studenten<br />

het aantal plankzaken drastisch terug wordt<br />

gebracht. Het korps Rotterdam Rijnmond heeft een<br />

zogenaamde afhandelstraat gecreëerd. Hierin wordt<br />

met behulp van de gehele justitiële keten getracht<br />

zaken van op heterdaad gearresteerde verdachten<br />

zo snel mogelijk af te doen.<br />

Ondanks de variatie in innovaties hebben alle<br />

korpsen één ding gemeen: er is meer tijd voor blauw<br />

op straat!<br />

Sanne Boes<br />

Sekseverschillen in criminaliteit<br />

Al enige tijd geleden viel het me op dat ik in mijn<br />

onderzoek naar de modi operandi en drijfveren van<br />

fraudeurs weinig dossiers van frauderende vrouwen<br />

tegenkwam. Dit terwijl in betrekkelijk veel<br />

fraudezaken het juist de vrouwen in de omgeving van<br />

de mannelijke fraudeur zijn die van de fraude<br />

profiteren en toch meestal buiten schot blijven. Ik<br />

vroeg me dan ook af of alleen mannen hun handen<br />

vuil maken aan fraude of dat de vrouwen hun fraude<br />

zo goed plegen dat ze niet ontdekt en gepakt<br />

worden.<br />

Tijdens de studiemiddag zijn “sekseverschillen in<br />

criminaliteit” op 15 april zijn de verschillen tussen<br />

vrouwen en mannen op het gebied van criminaliteit<br />

en de reactie van beleid en wetenschap hierop<br />

besproken. Dr. Annemarie Slotboom liet zien dat het<br />

aandeel van vrouwen in criminaliteit ook in de<br />

politieregisters en overige statistieken mogelijk geen<br />

juiste weergave van de werkelijkheid is. Het aandeel<br />

van vrouwen in criminaliteit wordt mogelijk<br />

onderschat. Echter neemt de aandacht voor<br />

seksespecifieke benaderingen en verklaringen<br />

van/voor criminaliteit er steeds toe.<br />

Dr. Janine Jansen lichtte in haar presentatie toe dat<br />

de gangbare gedachte waarin bij eergerelateerd<br />

geweld automatisch aan vrouwelijke slachtoffers en<br />

mannelijks daders wordt gedacht niet altijd terecht is.<br />

Ook in eerzaken wordt de rol van de vrouwen als<br />

daders onderschat. Tot slot besteedde dr. Katy de<br />

Kogel aandacht aan de biopsychologische aspecten<br />

van vrouwencriminaliteit. Alhoewel de laatste jaren<br />

de aandacht hiervoor toeneemt, gaat ook hier de<br />

meeste aandacht naar de mannelijke<br />

regelovertreders. Dit terwijl meisjesspecifieke<br />

verklaringen voor bijvoorbeeld antisociaal gedrag wel<br />

degelijk te vinden zijn. Zo blijkt bijvoorbeeld dat een<br />

vroege puberteit bij meisjes tot het vertonen van<br />

antisociaal gedrag op latere leeftijd kan leiden.<br />

Maar wat is de relevantie van de thema voor mijn<br />

onderzoek naar fraudeurs? Ik had eigenlijk een paar<br />

weken terug tijdens een zaterdagmiddagwandeling<br />

een zeer overtuigend antwoord gekregen van mijn<br />

dochter die nog zes moet worden. Mijn dochter<br />

merkte namelijk op dat het klopt dat mannen sterker<br />

zijn dan vrouwen maar dat vrouwen eigenlijk véél<br />

slimmer zijn dan mannen. Uiteraard deed ik alsof ik<br />

niets had gehoord. En terwijl ik dit stuk aan het<br />

schrijven was, las ik op internet het bericht over de<br />

resultaten van een onderzoek naar vrouwelijke en<br />

mannelijke honden door wetenschappers van<br />

Universiteit van Wenen. Uit dat onderzoek is<br />

gebleken dat mannelijke honden makkelijker voor de<br />

gek te houden dan de vrouwelijke! Zou het ook voor<br />

mijn mannelijke fraudeurs gelden?<br />

Alan Kabki


Professionele ontmoeting aanpak<br />

vastgoedfraude<br />

Vastgoed wordt vaak genoemd als de sector waar<br />

veel gefraudeerd wordt. Daarom was het thema voor<br />

de tweede professionele ontmoeting, georganiseerd<br />

door de <strong>Politieacademie</strong>, SSR en FIOD op 1 april,<br />

aanpak vastgoedfraude. Op die dag zijn naast de<br />

twee algemene presentaties over vastgoedfraude<br />

ook een vijftal vastgoedfraudezaken gepresenteerd.<br />

Waarom vastgoedsector zo berucht is, vragen<br />

mensen zich af! Het antwoord is volgens prof. Tom<br />

Berkhout te vinden in de financiële omvang én de<br />

kenmerken van de sector. Allereerst bestaat het<br />

leeuwendeel van de activa van BV Nederland uit<br />

vastgoedobjecten. Zo bedraagt de omzet van de<br />

bouwsector per jaar rond € 80 miljard. Bovendien<br />

heeft vastgoed kenmerken waardoor het plegen van<br />

fraude makkelijker en de bestrijding daarvan<br />

moeilijker wordt. Voorbeelden zijn gebrek van<br />

transparantie van de markt, geen eenduidige taxatie,<br />

vele maskeringsmogelijkheden, “ons-kent-onscultuur”<br />

enzovoort.<br />

De toegenomen aandacht voor de fraude in<br />

vastgoedsector heeft volgens prof. Petrus van Duyne<br />

meer te maken met onze gewaarwording dan met de<br />

toename van de misstanden in de sector zelf. Zo<br />

betoogde hij dat fraude in vastgoed al eeuwen<br />

bestaat, maar dat we nog steeds weinig zicht hebben<br />

op wat er precies gaande is. Het ontbreekt<br />

simpelweg aan gedegen statistieken en cijfers!<br />

Naast deze interessante presentaties, waren er ook<br />

workshops georganiseerd waarin een aantal<br />

fraudezaken werden besproken. De verwevenheid<br />

van vastgoed met andere sectoren was een<br />

interessant punt dat tijdens de presentatie van een<br />

van de vastgoedfraudezaken benadrukt werd. In<br />

deze zaak was de verwevenheid van het vastgoed<br />

met de zorg overduidelijk. Deze menging van<br />

vastgoedsector met andere sectoren maakt de zaak<br />

nog ingewikkelder. De conclusie was dan ook dat<br />

voor de bestrijding van vastgoedfraude behoefte is<br />

aan enerzijds meer samenwerking tussen<br />

verschillende betrokken partijen en anderzijds een<br />

creatievere manier van aanpak.<br />

Alan Kabki<br />

Organised Crime Network Meeting<br />

Wiesbaden<br />

(16 maart <strong>2011</strong>)<br />

Twee maal per jaar ontmoeten vertegenwoordigers<br />

van onderzoeksinstituten uit Duitsland, Engeland,<br />

Zweden en Nederland elkaar om ideeën te delen<br />

over onderzoek dat gerelateerd is aan<br />

georganiseerde criminaliteit. Het lectoraat maakt al<br />

jaren deel uit van dit gezelschap en we hebben de<br />

draad ook op dit terrein weer opgepakt. In het najaar<br />

vindt in Wiesbaden de jaarlijkse conferentie plaats<br />

die dit netwerk organiseert en in maart vond de<br />

netwerkmeeting plaats. In kleine kring werden<br />

presentaties verzorgd over lopende onderzoeken en<br />

ideeën gedeeld over de inhoud van de conferentie.<br />

Een kleine selectie uit de gepresenteerde<br />

onderzoeken:<br />

Een van de meest opvallende onderzoeken die<br />

werden gepresenteerd was een initiatief van het<br />

Zweedse BRA dat een studie doet naar een nieuw<br />

sturingsmodel waarin regionale Intelligence centra<br />

het hart gaan vormen van de Zweedse opsporing.<br />

Samenwerking op alle niveaus en operationele<br />

sturing komen daarin samen. Met de komst van de<br />

Nationale Politie in eigen land voor de boeg een<br />

onderzoek dat we met meer dan gemiddelde<br />

belangstelling zullen volgen.<br />

In de zomer van <strong>2011</strong> zal de Engelse Home Office<br />

haar nieuwe Organised Crime Strategy presenteren<br />

en tevens zal in de loop van dit jaar een onderzoek<br />

verschijnen naar de relatie tussen moord en<br />

georganiseerde criminaliteit. Dat laatste sluit mooi<br />

aan bij een initiatief waar het lectoraat bij betrokken<br />

is in Europees verband met o.a. de University of<br />

Canterbury en Europol, waarover later dit jaar meer.<br />

Tenslotte presenteerde de Duitse collegae een<br />

opmerkelijk onderzoeksinitiatief naar ‘drug supply<br />

networks’. Interessant hieraan is dat dit onderzoek in<br />

kaart brengt hoeveel mensen er betrokken zijn bij het<br />

vermarkten van verdovende middelen van de import<br />

in kilo’s tot de straathandel in halve grammen.<br />

In de volgende nieuwsbrief zal het programma voor<br />

de najaarsconferentie van het Organised Crime<br />

Network worden vermeld.<br />

Gerard Snel


Seminar Raadsman bij het<br />

Politieverhoor<br />

Afgelopen 24 februari werd aan de Erasmus<br />

universiteit het seminar Raadsman bij het<br />

Politieverhoor georganiseerd. Aanleiding was het<br />

verschijnen van het rapport Raadsman bij<br />

politieverhoor, dat werd gepresenteerd door de<br />

onderzoekers Lonneke Stevens en Willem-Jan<br />

Verhoeven. In deze rapportage doet men verslag van<br />

een tweejarig experiment waarbij de advocaat tot de<br />

eerste politieverhoren werd toegelaten in moord- en<br />

doodslagzaken in Amsterdam en Rotterdam. Doel<br />

hiervan was te bezien of de raadsman kon bijdragen<br />

aan het voorkomen van het uitoefenen van<br />

ongeoorloofde druk op de verdachte. De<br />

belangrijkste conclusies van dit rapport zijn dat de<br />

raadsman niet alleen invloed lijkt te hebben op de<br />

proceshouding van de verdachte, maar ook op het<br />

gebruik van verhoortechnieken door de politie. Zo<br />

blijkt namelijk dat de kans dat een verdachte gebruik<br />

maakt van zijn zwijgrecht groter is tijdens verhoren<br />

waarbij een raadsman aanwezig is. Verder lijkt de<br />

politie geneigd te zijn de verdachte te intimideren<br />

wanneer hij gebruik maakt van zijn zwijgrecht. Vooral<br />

dit laatste riep tijdens het seminar de nodige vragen<br />

en discussie op.<br />

Vervolgens was het woord aan Prof. Cyrill Fijnaut,<br />

hoogleraar criminologie en strafrecht van de<br />

Universiteit van Tilburg. Hij concludeerde dat de<br />

negatieve connotatie de omschrijving van<br />

verhoortechnieken als “intimidatie” en “manipulatie”<br />

niet sterk maakt.<br />

Verder loopt men met de aanwezigheid van de<br />

raadsman bij het verhoor het risico het verhoor als<br />

onderzoeksmethode te verliezen, waardoor andere,<br />

bijzondere, opsporingsmethoden meer toegepast<br />

zullen gaan worden. Als laatste is de aanwezigheid<br />

van de raadsman in Nederland onnodig wanneer<br />

politie en openbaar ministerie hun<br />

verantwoordelijkheid in de verhoorkamer nemen.<br />

Drs. Frank Pauw, korpschef politie Rotterdam-<br />

Rijnmond onderschreef het door Prof. Fijnaut<br />

genoemde risico van de verschuiving van<br />

opsporingsmethoden. Daarnaast concludeerde hij<br />

dat naar mening van de politie de aanwezigheid van<br />

de raadsman bij het verhoor ongewenst en onnodig<br />

is. Ongewenst omdat de aanwezigheid niet past in de<br />

voorgenomen administratieve lastenverlichting,<br />

verhoorruimtes voor deze aanwezigheid niet geschikt<br />

zijn en afhandelingssnelheid van zaken wordt<br />

vertraagd. Overbodig vindt hij de aanwezigheid<br />

omdat er reeds voldoende is geïnvesteerd in<br />

transparantie en een integere werkwijze in de<br />

verhoorkamer. Ook acht hij de aanwezigheid van de<br />

raadsman overbodig omdat het verhoor een<br />

opsporingsmiddel is waarop door het OM wordt<br />

gestuurd en waarvan de inzet achteraf door de<br />

rechterlijke macht wordt getoetst. Ook vreest Dhr.<br />

Pauw voor rechtsongelijkheid omdat niet alle<br />

verdachten van een advocaat kunnen worden<br />

voorzien.<br />

In reactie op de eerdere sprekers liet Mr. Harm<br />

Brouwer, Voorzitter van het college van procureursgeneraal,<br />

weten dat zijn inziens de aanwezigheid van<br />

de raadsman bij het politieverhoor al realiteit is. De<br />

vraag moet zijn hoe de rol van de raadsman ingevuld<br />

gaat worden. Nagedacht moet worden over de<br />

omvang van het recht, de financiële gevolgen die het<br />

zal hebben en de mogelijkheden tot het doen van<br />

afstand van dit recht. De rol van de raadsman moet<br />

in samenspraak met de advocatuur tot stand komen,<br />

meent hij.<br />

Mr. van der Kruijs, voorzitter van de Nederlandse<br />

Vereniging van Strafrechtadvocaten vulde aan dat er<br />

een protocol komt over de aanwezigheid van de<br />

raadsman bij het verhoor. Ook gaf hij aan dat de<br />

advocatuur graag vragen wil kunnen stellen tijdens<br />

het verhoor, wil kunnen overleggen met de verdachte<br />

en de mogelijkheid wil zaken te laten opnemen in het<br />

Proces Verbaal.<br />

Uit de afsluitende discussie bleek dat de meningen<br />

verdeeld zijn over de vraag in hoeverre de<br />

aanwezigheid van de raadsman bij het verhoor nu<br />

werkelijkheid wordt, waarbij ook de vraag rees of dit<br />

bijdraagt aan het waarheidsgehalte van een<br />

verklaring.<br />

Kortom: het was een veelbewogen seminar was<br />

waarbij een stevige discussie niet werd geschuwd.<br />

Stevens, L., & Verhoeven, W.-J. (2010).<br />

Raadsman bij het politieverhoor; invloed van<br />

voorafgaande consultatie en aanwezigheid<br />

van raadslieden op de organisatie en de<br />

wijze van verhoren en de proceshouding van<br />

verdachten. Den Haag: Boom Juridische<br />

uitgevers.<br />

Mariëtte van Kuik


CIROC seminar “preventie van<br />

georganiseerde misdaad”<br />

Preventie van georganiseerde misdaad was het<br />

thema van het CIROC-seminar op 20 april<br />

jongstleden. Onder de deelnemers bevonden zich<br />

zowel wetenschappers als mensen uit het veld zoals<br />

politie, beleidsmakers en gemeenteambtenaren. Niet<br />

alleen deelnemers maar ook de onderwerpen waren<br />

divers. Zo zijn mensenhandel, kwetsbaarheid van<br />

sectoren voor georganiseerde misdaad, XTC en de<br />

Italiaanse maffia één voor één besproken.<br />

Prof. Savona presenteerde zijn onderzoek naar de<br />

infiltratie van de Siciliaanse maffia in de openbare<br />

aanbestedingen in de bouw. Aan de hand van<br />

gevalstudies heeft hij gekeken naar<br />

interventiemogelijkheden om de infiltratie te<br />

bemoeilijken. In zijn presentatie over de<br />

kwetsbaarheid van economische sectoren<br />

benadrukte prof. Vander Beken dat de aandacht niet<br />

volledig moet gaan naar “georganiseerde” misdaad,<br />

maar ook naar de ernst en de omvang van schade<br />

van de criminele activiteiten zelf. Het in kaart kunnen<br />

brengen van enerzijds de schade als gevolg van<br />

criminele activiteiten en anderzijds de kwetsbaarheid<br />

van sectoren stelt ons in staat de juiste prioriteiten te<br />

stellen.<br />

De conclusie was dat georganiseerde misdaad op<br />

verschillende manier kan worden benaderd. Welke<br />

benadering men ook kiest, er is voor het tegengaan<br />

van georganiseerde misdaad behalve een<br />

repressieve ook een preventieve aanpak nodig. Bij<br />

een dergelijke aanpak dienen veel meer partijen<br />

betrokken te zijn dan alleen de politie en justitie. Te<br />

denken valt aan lokale bestuurders, het bedrijfsleven<br />

en belangenorganisaties.<br />

Alan Kabki<br />

Media<br />

Uitzending gemist<br />

Knap crimineel<br />

De week van 7 tot 14 april stond bij de VPRO in het<br />

teken van Knap crimineel. Iedere avond zond de<br />

omroep een documentaire uit over criminaliteit. Een<br />

aantal van deze zijn zeker de moeite van het kijken<br />

waard. Deze hebben wij er hier uitgelicht. Het hele<br />

programma is terug te vinden op<br />

http://weblogs.vpro.nl/nieuws/<strong>2011</strong>/03/23/themaweek<br />

-knap-crimineel-bij-de-vpro<br />

VPRO Thema: Daders, verhalen uit het hoofd en<br />

het hart<br />

Donderdag 14 april, ca. 20.45 uur, Nederland 2<br />

In een tijd waarin criminelen alleen nog maar worden<br />

beschouwd als mensen die niet streng genoeg<br />

kunnen worden gestraft, gaat de VPRO dwars tegen<br />

de tijdgeest in door hen zelf aan het woord te laten.<br />

Aandacht voor criminaliteit is er alom, maar meestal<br />

wordt het onderwerp belicht vanuit het standpunt van<br />

politie en justitie en de slachtoffers. Er wordt weinig<br />

stilgestaan bij de motieven, gedachten en ervaringen<br />

van de dader zelf. In deze aflevering van VPRO<br />

Thema komen ze allemaal aan het woord: van<br />

fraudeurs tot kruimeldieven, van professionele<br />

overvallers tot drugshandelaren. Hoe begonnen ze?<br />

Kennen ze angst, loont de misdaad of overheerst de<br />

wroeging, wat deed de straf met hen en wat voor<br />

leven is er na de detentie? Allemaal hebben ze een<br />

verhaal. De meesterkraker die na een kraak of<br />

zeventig verbaasd was dat de politie in de straat<br />

verscheen. De drugssmokkelaar die een lesje<br />

bolletjes slikken geeft, maar desondanks werd<br />

opgepakt en in de Argentijnse gevangenis belandde.<br />

De ex-TBS-er die in zijn leven zo is gepest dat hij zijn<br />

kwelgeest moedwillig met een auto aanreed. De<br />

vrouw uit een keurig milieu, die onder invloed van<br />

een verstikkend huwelijk meer dan een ton van haar<br />

werkgever verduisterde. Rapper Dope D, die rapt<br />

over hoe hij na het smokkelen van een kilo cocaïne<br />

in Zweden werd opgepakt en kwaad is op alles en<br />

iedereen, inclusief zichzelf.<br />

Wie zijn deze mensen en hoe kwamen zij tot deze<br />

delicten? In VPRO Thema: Daders trekt als een<br />

rollercoaster langs de heroïek, de tragiek, de<br />

slechtheid, het geweld en de passie en de pijn van<br />

Daders, mensen waarmee we ons in onze moderne<br />

samenleving eigenlijk geen raad weten.<br />

Labyrint: Zonder geweten<br />

Dinsdag 12 april, ca. 21.15 uur, Nederland 2<br />

‘Not all psychopaths are in jail, some are in the<br />

boardroom’. De bekende Canadese psychiater<br />

Robert Hare doet al sinds de jaren ‘70 onderzoek<br />

naar psychopathie en adviseerde onder anderen<br />

Nicole Kidman hoe ze het best een psychopaat kon<br />

spelen. Nu heeft hij zich gericht op onderzoek naar<br />

‘corporate psychopaths’, slangen in pakken zoals hij<br />

ze noemt. Uit het eerste onderzoek van Hare onder<br />

200 CEO’s van grote Amerikaanse bedrijven blijkt dat<br />

deze groep hoog scoort op de psychopathie<br />

checklist. De psychiater is ervan overtuigd dat<br />

fraudeur Bernie Madoff ook psychopate trekken<br />

heeft.


Ondertussen stort men zich in de wetenschap op de<br />

neurobiologie achter psychopathie.<br />

Hersenonderzoekers willen deze inzichten gebruiken<br />

om deze stoornis te voorkomen en te behandelen.<br />

Inti Brazil deed hersenonderzoek bij psychopaten in<br />

de Pompe kliniek in Nijmegen. Hij ontdekte dat zij<br />

niet reageren op de fouten van anderen, iets wat<br />

gezonde mensen wel doen. Bovendien leren ze niet<br />

van negatieve feedback, ze veranderen hun strategie<br />

niet. Kortom: het ‘oepsgebied’ in de hersenen van de<br />

psychopaat werkt slecht. Hierdoor heeft straffen en<br />

groepstherapie geen zin.<br />

Sietse de Boer doet onderzoek naar psychopate<br />

ratten. Deze dieren gaan regelmatig door het lint<br />

maar vertonen daar lichamelijk vrij weinig opwinding<br />

bij, zo vond De Boer. Dit lijkt op het gewetenloze<br />

gedrag dat mensen met een psychopate<br />

hersenstoornis vertonen. De Boer kijkt op<br />

hersencelniveau wat er zich afspeelt bij deze<br />

onderkoelde ratten.<br />

Nederwiet<br />

De NCRV zond op 25 april de documentaire<br />

Nederwiet uit. Hierin werd de Nederlandse<br />

coffeeshop als een ‘potsierlijk fenomeen’<br />

geportretteerd. De film gaat in op het schimmige<br />

achterdeurbeleid waar angst en criminaliteit heerst.<br />

De film is terug te zien op<br />

http://www.ncrv.nl/ncrvgemist/25-4-<strong>2011</strong>/teledocnederwiet<br />

Boekverslag: Hoe temmen we het<br />

zevenkoppig monster?<br />

Kirsten Snijders studeerde in 2005 af aan de<br />

<strong>Politieacademie</strong> met een onderzoek naar<br />

besluitvorming en strategieopbouw binnen<br />

rechercheonderzoeken. De scriptie van Kirsten wordt<br />

sinds die tijd gebruikt in zowel de TLLR als in de<br />

REKU opleidingen en geldt als maatgevend voor het<br />

denken over recherchestrategieën. In de studiereeks<br />

recherche van Stapel en de Koning heeft Kirsten nu<br />

een boek gepubliceerd onder de titel ’Hoe temmen<br />

we het zeven koppig monster’, waarmee het<br />

gedachtegoed van haar scriptie prima is uitgediept<br />

en vastgelegd.<br />

In een prettige stijl neemt Kirsten de lezer mee in<br />

wereld van het strategie denken. Daarbij schuwt ze<br />

interessante uitstapjes niet. Niet alleen koppelt ze<br />

recherchestrategieën aan procesoriëntatie als<br />

integraal onderdeel van het opsporingsproces, ook<br />

gunt ze de lezer een blik in de Engelse<br />

recherchekeuken. Dat is prettig want daarmee maakt<br />

ze duidelijk dat besluitvorming, of met een mooi<br />

Engels woord decisionmaking, een key factor is als<br />

het gaat over recherchestrategieën. Het vastleggen<br />

van beslissingen met als doel het transparant kunnen<br />

verantwoorden van de gemaakte keuzes dient ook<br />

als hulpmiddel bij het structureren en vormgeven van<br />

het rechercheonderzoek. Aan dit element zou in de<br />

praktijk nog veel meer aandacht mogen worden<br />

geschonken. Kirsten maakt in haar boek duidelijk wat<br />

het belang is van dit zogenaamde record-keeping.<br />

Het rationele proces, dat het maken van keuzes<br />

feitelijk is, wordt door Kirsten haarfijn ontrafeld en<br />

daarmee verschaft ze een waardevol inzicht in de<br />

psychologie die achter het besluitvormingsproces zit.<br />

Empirisch onderzoek met behulp van een Group<br />

Decision Room ligt ten grondslag aan het hoofdstuk<br />

‘Recherchestrategieën in de praktijk’. Vanuit haar rol<br />

als docente in de REKU en TLLR heeft Kirsten een<br />

rijke hoeveelheid materiaal kunnen gebruiken om<br />

een actuele schets van de praktijk neer te zetten.<br />

Thema’s als leiderschap, tunnelvisie, het benoemen<br />

van doelstellingen, structuuropbouw en dergelijke<br />

worden met praktische voorbeelden beschreven. De<br />

feitelijke toepasbaarheid van deze kennis wordt in<br />

het hoofdstuk ’Wat kunnen we er mee’ nog<br />

duidelijker gemaakt waarbij de ‘definitiekwestie’ aan<br />

de orde komt. Kirsten heeft een bruikbare definitie<br />

geformuleerd van wat een recherchestrategie is,<br />

maar ontkomt zelf ook niet helemaal aan het feit dat<br />

begrippen door elkaar blijven lopen.<br />

Door van Grand Strategy, zoals bijvoorbeeld<br />

Tegenhouden, naar operationele strategie te werken<br />

maakt ze duidelijk dat het begrip strategie vele<br />

dimensies kent en alleen al daardoor moeilijk te<br />

duiden is.<br />

Tenslotte staat Kirsten uitgebreid stil bij Hypotheses<br />

en scenariodenken. Op basis van een goed<br />

theoretisch kader schetst ze hoe deze materie van<br />

nut kan zijn in de praktijk. Aan de hand van concrete<br />

voorbeelden maakt ze duidelijk hoe werken met<br />

hypotheses en scenario’s past in de opbouw van een<br />

recherchestrategie. Het gebruik van mindmaps maakt<br />

een belangrijk onderdeel uit van de kennis en kunde<br />

op dit terrein.<br />

Het is goed dat acht jaar na dato de scriptie is<br />

uitgebreid tot een boek waar de hele Nederlandse<br />

opsporingswereld profijt van kan hebben. Dit boek<br />

mag op de literatuurlijst van opleidingen als de<br />

OLLR/TLLR en REKU niet ontbreken wat ons betreft.<br />

De inmiddels bejaarde scriptie kan in de open haard,<br />

er is een veel completer boek voor in de plaats<br />

gekomen. Chapeau!<br />

Gerard Snel


Aanvullende literatuur<br />

Snijders, K. (<strong>2011</strong>). Hoe temmen we het<br />

zevenkoppige monster? Besluitvorming en<br />

strategieopbouw binnen<br />

rechercheonderzoeken. Amsterdam: Reed<br />

Business bv.<br />

Publicaties<br />

Kop, N. (<strong>2011</strong>) IntelligenceGestuurd Politiewerk.<br />

Recht, Bestuur en Organisatie van Hulpdiensten,<br />

jaargang 8, 1, 24-27.<br />

Kop, N. & Giels, B. v. (<strong>2011</strong>). Bundeling van kracht:<br />

over professionalisering, presterend vermogen en<br />

(bovenregionale) samenwerking van de CIE.<br />

Vertrouwelijk. Apeldoorn: <strong>Politieacademie</strong>.<br />

Kuik, M.C. van., Schreuders, S., & Kop, N. (<strong>2011</strong>).<br />

Voor M. in actie; verkenning van de communicatie<br />

tussen politie en stichting M. Apeldoorn:<br />

<strong>Politieacademie</strong>.<br />

Contactgegevens<br />

Lectoraat<br />

Nicolien.Kop@politieacademie.nl (Lector)<br />

Gerard.Snel@politieacademie.nl (Programma Man.)<br />

Jose.Lieferink@politieacademie.nl (Man.Assistente)<br />

Alan.Kabki@politieacademie.nl (Prom.onderzoeker)<br />

Walter.Hilhorts@politieacademie.nl (Projectleider)<br />

Mariette.van.Kuik@politieacademie (Onderzoeker)<br />

Henk.Sollie@politieacademie.nl (Onderzoeker)<br />

Ronald.van.der.Wal@politieacademie.nl<br />

(Onderzoeker)<br />

Sanne.Boes@politieacademie.nl<br />

(Onderzoeksassistente)<br />

Renate.Klein.Haneveld@politieacademie.nl (Stagiair)<br />

Vicky.de.Weese@politieacademie.nl (Stagiair)<br />

Hugo.de.Gooijer@politieacademie.nl (stagiair)<br />

Voor vragen en opmerkingen over de Nieuwsbrief<br />

kunt u contact opnemen met José Lieferink.<br />

Mediatheek<br />

Mediatheek <strong>Politieacademie</strong>,<br />

Arnhemseweg 348,<br />

7334 AC Apeldoorn<br />

(055) 539 71 33<br />

E-mail apeldoorn.mediatheek@politieacademie.nl<br />

Contactpersoon:<br />

Anouk Eimers-Nijland, Mediathecaris,<br />

anouk.eimers-nijland@politieacademie.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!