Gedeelde zorg: een ideeënboek - PON
Gedeelde zorg: een ideeënboek - PON
Gedeelde zorg: een ideeënboek - PON
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GEDEELDE ZORG: EEN IDEEËNBOEK<br />
Fase 2: Maak op <strong>een</strong> flap dezelfde indeling met de twee kolommen en<br />
vraag aan de deelnemers één voor één wat ze hebben genoteerd en welke<br />
toelichting ze daarbij nog mondeling willen geven.<br />
Fase 3: Scheur de flap af en hang hem zichtbaar aan de wand. Zoek vervolgens<br />
samen met de deelnemers hoe de opmerkingen in groepjes of thema’s<br />
zijn in te delen. Schrijf de thema’s op <strong>een</strong> schone flap en laat de deelnemers<br />
<strong>een</strong> lijst maken met <strong>een</strong> rangorde van heel belangrijk tot minder belangrijk.<br />
54<br />
Benodigd materiaal: flap-over en viltstiften, papier en pennen, plakband<br />
Rollenspelen<br />
Niet ieder<strong>een</strong> vindt het leuk om mee te spelen in <strong>een</strong> rollenspel. Dat hoeft<br />
ook niet. Het aardige van <strong>een</strong> rollenspel is dat twee of drie deelnemers <strong>een</strong><br />
rol spelen en de anderen toekijken en meeleven. In <strong>een</strong> rollenspel kunnen<br />
familieleden leren hoe ze effectief kunnen communiceren met medewerkers.<br />
Onderwerpen kunnen zijn:<br />
• in de schoenen van <strong>een</strong> familielid staan<br />
• spreken met Ik boodschappen<br />
• hoe luisteren we naar elkaar<br />
Voorbeeld van <strong>een</strong> rollenspel: ‘Mijn moeder heeft <strong>een</strong> snee in haar wang!<br />
Een rollenspelgroep is niet groter dan 12 deelnemers. Het rollenspel verloopt<br />
in vier fasen. Het doel van dit spel is om in de schoenen van het familielid<br />
te gaan staan.<br />
Fase 1: De introductie. Hierin wordt het doel en de aanpak uitgelegd.<br />
Fase 2: Twee deelnemers worden uitgenodigd om <strong>een</strong> rol te spelen, één van<br />
de deelnemers speelt <strong>een</strong> familielid en één de rol van medewerker. De scene<br />
is als volgt: het familielid komt op bezoek bij zijn of haar moeder en ziet <strong>een</strong><br />
snee in haar wang. Het familielid stapt op de medewerker af en zegt boos:<br />
‘Hoe komt die snee in haar wang?’. Hieruit ontstaat woordenwisseling,<br />
doordat de zuster zegt: ‘Ik weet er niks van, maar als u klachten heeft dan<br />
gaat u maar naar de leiding of de EVV’er, want ik heb uw moeder niet’.<br />
Fase 3: Dezelfde spelers of één of twee nieuwe spelen de daarop volgende<br />
scene, maar dan met de Ik boodschap: ‘Zuster, hoe komt die snee in haar<br />
wang?’. De zuster antwoord hierop: ‘U moet zich wel rot voelen dat u haar<br />
zo aantreft. Mag ik even mijn werk afmaken, dan kom ik bij u en zoeken we<br />
<strong>een</strong> rustige plek en nemen we er de tijd voor’.<br />
Fase 4: Geef de deelnemers de gelegenheid om de twee scènes te bespreken<br />
en de verschillen te benoemen.