Netwerken met vrije actoren (PDF) - Transitiepraktijk
Netwerken met vrije actoren (PDF) - Transitiepraktijk
Netwerken met vrije actoren (PDF) - Transitiepraktijk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6. Een nieuwe generatie verbindingen<br />
6.1. Van OVO…<br />
Nieuw aan het NidV-experiment is de centrale<br />
plaats van het initiatief van agrarische<br />
ondernemers dat in netwerkverband wordt<br />
opgepakt. Dit initiatief vormt het vertrekpunt<br />
van een zoek- en leerproces waarin<br />
de netwerkdeelnemers verbinding maken<br />
<strong>met</strong> experts die daarbij kunnen helpen en<br />
<strong>met</strong> mensen en instanties die het mogelijk<br />
moeten maken deze nieuwe ideeën daadwerkelijk<br />
te realiseren.<br />
In zekere zin is dat nieuw maar betrekkelijk.<br />
In de periode 1950 - 1990 verwierf de<br />
Nederlandse landbouw zich een plaats in de<br />
top drie van de wereldmarkt voor landbouwproducten.<br />
Dat was voor al te danken aan<br />
de korte verbindingslijnen tussen agrarische<br />
ondernemers, kenniswerkers, beleidsmakers<br />
en ketenpartijen, waardoor de sector<br />
een indrukwekkend innovatief vermogen<br />
ontwikkelde. Actoren beschouwden elkaar<br />
niet als concurrenten, maar als deel van een<br />
collectief systeem waar men trots op was en<br />
waarvoor men een gedeelde verantwoordelijkheid<br />
voelde: aanvankelijk om de nationale<br />
voedselvoorziening veilig te stellen, en, toen<br />
die klus eind jaren ’50 geklaard was, om de<br />
wereldmarkt te veroveren als bijdrage aan<br />
de nationale economie. Rond 1990 kwam<br />
25% van de Nederlandse exportwaarde voor<br />
rekening van de landbouw.<br />
De samenleving gaf de landbouwsector<br />
alle ruimte. Er was via het Landbouwschap<br />
en de productschappen een hoge mate<br />
van zelfbestuur. Met publiek gefi nancierd<br />
onderzoek, voorlichting en onderwijs bood<br />
51<br />
het ministerie van Landbouw faciliteiten om<br />
landbouwpraktijken te ontwikkelen waarmee<br />
het gezinsbedrijf zich een goed inkomen<br />
kon verwerven. De rijkslandbouwvoorlichting<br />
werd de verbindende schakel, niet alleen tussen<br />
boer en onderzoeker, maar ook tussen<br />
sectororganisaties en overheden op diverse<br />
niveaus. Zo beschikte de landbouwsector<br />
over een fors leger aan ‘<strong>vrije</strong> <strong>actoren</strong>’ die<br />
konden doen wat nodig was voor de netwerken<br />
waarin zij functioneerden, zonder voor<br />
elke actie een doel te formuleren waarop zij<br />
werden afgerekend. Er ontstond een coherent<br />
landbouwsysteem <strong>met</strong> een sterk geloof<br />
in de beste weg die door wetenschap werd<br />
onderbouwd en waarvoor men zich samen<br />
verantwoordelijk voelde.<br />
Voor het spaak lopen van het OVO-drieluik<br />
van het ‘open kennissysteem’ zijn twee<br />
hoofdoorzaken aan te wijzen. Het landbouwnetwerk<br />
had verzuimd om verbindingen <strong>met</strong><br />
de rest van de samenleving te onderhouden<br />
en het besefte onvoldoende dat ze de schadelijke<br />
bijeffecten van het productiesysteem<br />
niet eindeloos over de schutting konden<br />
gooien. Toen vervuiling en gesubsidieerde<br />
overproductie de overheid dwongen tot<br />
restrictief beleid, bleek het kennissysteem<br />
onvoldoende in staat om oplossingen te<br />
genereren: wanneer belangentegenstellingen<br />
groot zijn en de problematiek complex,<br />
dan wordt men het niet meer eens over de<br />
objectieve waarheid. Daardoor was de collectieve<br />
verantwoordelijkheid voor de sector<br />
niet meer vol te houden.<br />
Ten tweede was de taakverdeling en specialisatie<br />
in de landbouwsector zover voortgeschreden<br />
dat één collectief dienstverlenend