Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Eind augustus 2005 was het zover. Onze apparatuur<br />
was bezorgd in de nederzetting Kangerlussuaq bij het<br />
internationale vliegveld van Groenland, op de poolcirkel<br />
en vlakbij het landijs. Na een dag van water<br />
mengen en jerrycans afvullen waren we gereed om per<br />
‘Twin Otter’ te vliegen naar een plek hoog op de ijskap,<br />
waar het eigenlijk altijd vriest. We deden dit in<br />
het gezelschap van Utrechtse collega’s, die deze plek al<br />
jaren bezoeken om massabalansmetingen aan de ijskap<br />
te doen. Vanwege het totale gewicht moesten we<br />
twee keer op en neer (het was één uur vliegen per enkele<br />
reis). We troffen het enorm: het was mooi weer,<br />
in de loop van de dag zelfs zonnig, en het waaide bijna<br />
niet. De bovenste laag van zo’n 6 cm was vers gevallen<br />
sneeuw. Het enige ‘min’punt was de temperatuur:<br />
het was ‘maar’ -5 °C, zo ongeveer de bovengrens voor<br />
sneeuwmaken.<br />
We bakenden een stuk van 6 bij 6 meter af met staken,<br />
en begonnen met sneeuw maken. Dankzij de<br />
föhn kregen we de zaak aan de gang, en vanaf dat<br />
moment was het een kwestie van er rustig bij blijven,<br />
af en toe de sneeuwmaker verplaatsen om ons veldje<br />
zo homogeen mogelijk te bedekken, en een keer benzine<br />
bijvullen. In totaal duurde het eigenlijke sneeuwmaken<br />
ruim drie uur. Vanwege de hoge temperatuur<br />
is het geen echt mooi sneeuwlaagje geworden, maar<br />
heeft het zich vermengd met de bovenste centimeters<br />
verse natuurlijke sneeuw. We hebben aan de rand van<br />
‘ons’ veldje een diepteprofiel (de bovenste 20 cm) bemonsterd.<br />
Later zijn deze monsters in ons laboratorium<br />
als ‘nulmeting’ geanalyseerd.<br />
<strong>periodiek</strong> mei juni<br />
43<br />
De grootste inspanning is nu geleverd, maar de komende<br />
jaren moeten ons leren in hoeverre we bruikbare<br />
data gaan krijgen om de isotopendiffusie kwantitatief<br />
beter onder de knie te krijgen.<br />
Komende augustus gaan we voor de eerste keer terug.<br />
Ons laagje ligt dan op zo’n 50 cm diepte, en we zullen<br />
dus minstens zo diep moeten graven en bemonsteren.<br />
Het wordt natuurlijk spannend om te zien of we ons<br />
laagje nou echt terugvinden, en hoeveel er van ons<br />
isotopensignaal over is. Om te zien hoe homogeen alles<br />
is aangebracht zullen we zeker op drie plekken binnen<br />
ons ‘isotopenveldje’ gaan monsteren, maar dan<br />
wel weer zodanig dat zo min mogelijk verstoring optreedt.<br />
Hopelijk gaat ons veldje nog vele jaren mee.<br />
Bij een succesvolle eerste bemonstering gaan we ons<br />
experiment ook uitvoeren bij de Zweedse basis op<br />
Antarctica. Daar zijn de omstandigheden weer geheel<br />
anders: veel kouder en veel minder sneeuw per jaar.<br />
Hopelijk kunnen we over een jaar of vijf de eerste<br />
veld-validatie van isotopendiffusie publiceren, onze<br />
bescheiden bijdrage aan een betere beschrijving van<br />
het aardse klimaat.<br />
In ieder geval was de aanblik van de wijdse, onverstoorde<br />
witte vlakte die zich van horizon tot horizon<br />
uitstrekte onvergetelijk. Dat geeft een heel andere dimensie<br />
aan de voorspelling dat als gevolg van de menselijke<br />
versterking van het broeikaseffect juist de Arctis<br />
de komende eeuw het sterkst zal opwarmen … •