09.09.2013 Views

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

OM Opportuun 4.indd - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

04<br />

openbaar ministerie jaargang 12 nummer 4 april 2006<br />

Rieke Samson: ‘Geen boeven<br />

vangen met dominees’<br />

Utrechtse administratie basis onder casusoverleg jeugd<br />

Criminoloog Fijnaut pleit voor vijf parketten


Inhoud<br />

Alles afwegende 3<br />

“Iedereen kon het volgende slachtoffer<br />

zijn.” Officier Katja van Bijsterveldt blikt<br />

terug op het groepsgeweld dat begin 2005<br />

zorgde voor angst in Alkmaar.<br />

Rechtstreeks 5<br />

De twaalf maanden celstraf voor een<br />

webcam-aanrander zorgde op het discussieforum<br />

op www.om.nl voor felle reacties:<br />

“Verbied de webcam!”<br />

Rieke Samson 6<br />

Ze is gevraagd omdat ze een vrouw is, en<br />

dat stoort de nieuwe PG Rieke Samson-<br />

Geerlings niet. “Vroeger maakte je geen carrière<br />

omdat je een vrouw was, en nu maak<br />

je carrière omdat je een vrouw bent.”<br />

Waar<strong>OM</strong> 9<br />

De Helpdesk van het Landelijk Parket<br />

schept duidelijkheid over bevoegdheden bij<br />

voortvluchtigen.<br />

Casusoverleg jeugd 10<br />

Utrechtse administratief medewerkers<br />

bedachten een handig systeem voor ondersteuning<br />

van de Justitiële Casusoverleggen<br />

Jeugd. “Iedereen weet nu wat hem of haar<br />

te doen staat.”<br />

Korte klap 12<br />

De ‘korte klap’ tegen georganiseerde criminaliteit<br />

is effectief. Maar deze recherchestrategie<br />

kan nog zinvoller worden ingezet,<br />

schrijven politieonderzoekers.<br />

Buitenpost Bonaire 15<br />

Toeval bestaat niet: giftige garnalen.<br />

Opsporingsberichtgeving 16<br />

Van Plysje Post tot tiscali.nl: opsporingsberichtgeving<br />

is effectief, mits het vroegtijdig<br />

wordt ingezet.<br />

Cyrille Fijnaut 18<br />

“Bouw vijf robuuste parketten, want de<br />

<strong>OM</strong>-structuur is te ingewikkeld. Interview<br />

met criminoloog Cyrille Fijnaut over ambtelijke<br />

bleekheid van officieren, pretentieuze<br />

verhalen van korpschefs en de domme<br />

strategie van topcriminelen.<br />

LBAC-<strong>OM</strong> 21<br />

Goede en eenduidige adviezen op<br />

‘reorganisatie-bezwaarschriften’.<br />

Dat is het doel van de Landelijke<br />

Bezwarenadviescommissie <strong>Openbaar</strong><br />

<strong>Ministerie</strong> (LBAC-<strong>OM</strong>).<br />

‘Webstrijd’ voor jongeren 21<br />

Ruim driehonderd jongeren meldden zich<br />

aan om een website over criminaliteit en<br />

recht te maken.<br />

Personalia 22<br />

Uitgelicht 24<br />

Moord en doodslag<br />

Agenda 24<br />

Beleid en regels 25<br />

Internationaal 26<br />

Verkeer 27<br />

Achter<strong>OM</strong> 28<br />

OPPORTUUN<br />

tijdschrift voor het<br />

openbaar ministerie<br />

jaargang 12<br />

nummer 4<br />

april 2006<br />

Verschijningsdatum nr. 5: 4 mei 2006.<br />

<strong>Opportuun</strong> is het tijdschrift van en voor<br />

het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>. Het blad wordt<br />

gratis verstrekt aan de medewerkers van<br />

het <strong>OM</strong> en andere geïnteresseerden.<br />

Het blad verschijnt tien keer per jaar.<br />

De redactie is verantwoordelijk voor de<br />

inhoud van het blad. Aan de in <strong>Opportuun</strong><br />

verstrekte informatie kunnen geen rech-<br />

ten worden ontleend. Overname van arti-<br />

kelen met bronvermelding is toegestaan.<br />

Suggesties, opmerkingen, artikelen:<br />

Bel of mail de eindredacteur.<br />

Eindredactie:<br />

Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of<br />

p.vermaas@om.nl.<br />

Redactieadres:<br />

Voorlichtingsdienst <strong>OM</strong>, Parket-Generaal,<br />

kamer 423, Prins Clauslaan 16,<br />

Postbus 20305, 2500 EH Den Haag.<br />

Telefoon: 070 – 3399840.<br />

Abonnementenadministratie:<br />

070 - 3399823. Wijzigingen? Stuur de<br />

adreswikkel met de aangebrachte wijzi-<br />

gingen naar het redactieadres, of mail de<br />

wijzigingen naar opportuun@om.nl.<br />

Redactieraad:<br />

Ryan Lievaart, Heleen Rutgers,<br />

Hans Wesselink, Marcel Wolters.<br />

Vaste medewerkers:<br />

Lianne Bertens, Linda Bregman,<br />

Mirelle Herlfterkamp, Anne Hoeksema,<br />

Angela Kaptein, Karin Mensink,<br />

Michael Nieuwenhuis, Koos Spee,<br />

Manon Nooteboom.<br />

Aan dit nummer werkten verder mee:<br />

Linda van Bruggen, Jan-Willem<br />

Grimbergen, Sjaak Klunder,<br />

Ryan Lievaart, Marieke van Nistelrooij,<br />

Eric Schoenmakers, Miek Smilde,<br />

Magrete van der Steeg, Ernst Wesselius.<br />

Foto omslag:<br />

Lianne Bertens<br />

Ontwerp:<br />

De Fabrique, Delft<br />

Druk:<br />

Zijlstra Drukwerk, Rijswijk<br />

Oplage:<br />

6.900<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Alles afwegende 5<br />

Katja van Bijsterveldt: “Iedereen kon het volgende slachtoffer zijn.” Foto: Martin Mooij<br />

Angst in Alkmaar<br />

Een groep jongens met messen, zwaarden en honkbalknuppels<br />

maakte Alkmaar begin 2005 onveilig. Door knap politiewerk werden<br />

ze gepakt voordat ze nog meer kwaad konden aanrichten.<br />

Officier van justitie Katja van Bijsterveldt leidde het onderzoek<br />

en bracht de zaak op zitting. “Iemand met een knuppel op het<br />

hoofd slaan alsof je aan het honkballen bent, daar draait mijn<br />

maag van om.”<br />

2 januari 2005: in een bootje zitten twee<br />

mannen een biertje te drinken. Plotseling<br />

vallen stenen op de het dek van het bootje,<br />

wordt op de ramen gebonkt en klinkt buiten<br />

geschreeuw. De mannen schrikken, staan<br />

op en gaan naar buiten. In de verte gloeit de<br />

binnenstad van Alkmaar, daarvoor de ruïne<br />

van de monumentale molen die twee weken<br />

geleden ‘zomaar’ afbrandde. Op het fietspad<br />

zijn vaag een aantal personen met lange jassen<br />

te zien. Er zwiepen stokken door lucht<br />

en ook messen...<br />

Officier van justitie Katja van Bijsterveldt<br />

had weekdienst en kreeg zo de leiding<br />

over een zaak die zijn gelijke niet kende in<br />

Nederland. “In eerste instantie denk je aan<br />

een uit de hand gelopen baldadigheid. Eén<br />

van de slachtoffer lag in coma waardoor we<br />

moesten gissen naar het hoe en waarom.”<br />

Het volgend weekend werd duidelijk dat<br />

Alkmaar in de greep was van een extreem<br />

gewelddadige groep. Op vier plaatsen in de<br />

stad werden mensen onverhoeds aangevallen,<br />

ernstig verwond en hulpeloos achtergelaten.<br />

Van Bijsterveldt: “Deze geweldsuitbarstingen<br />

hebben een enorme impact<br />

gehad op de Alkmaarse samenleving.<br />

Mensen waren echt bang. Iedereen kon het<br />

volgende slachtoffer zijn.”<br />

Opscheppen<br />

De politie en het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> zagen<br />

de ernst van de situatie in. Er werd een TGO<br />

gestart bestaande uit vijftien rechercheurs.<br />

In de week na de steekpartijen bestond het<br />

team zelfs even uit dertig personen. “Uit<br />

de beschrijving die de slachtoffers gaven<br />

van de verdachten, gingen we ervan uit dat<br />

het om jonge daders moest gaan,” zegt Van<br />

Bijsterveldt. “Wellicht gingen ze nog naar<br />

school en de inschatting van de recherche<br />

was dat iemand uit de dadergroep zou gaan<br />

opscheppen. Via de lokale media en ook het<br />

regionale opsporingsprogramma hebben<br />

we de ernst van de incidenten benadrukt en<br />

zijn oproepen gedaan aan getuigen om zich<br />

toch vooral te melden.”<br />

Het plan werkte. Eén van de verdachten kon<br />

inderdaad op school zijn mond niet houden<br />

en liet na gymles trots zijn bebloede schoen<br />

zien aan zijn klasgenoten. Een aantal van<br />

hen vond dit te erg en ze hadden het er thuis<br />

over. Al snel meldden zich kinderen al dan<br />

niet samen met ouders bij de politie. “Na


6<br />

een aantal dagen hadden we een redelijk<br />

vermoeden naar wie wij op zoek waren”,<br />

vertelt Van Bijsterveldt, die op vrijdag 14<br />

januari bevel gaf tot aanhouden van vier<br />

verdachten. De officier is zeer te spreken<br />

over het rechercheteam. “Ze hebben goed<br />

werk geleverd. Het team heeft goed de<br />

hoofd- en bijzaken in kaart gebracht en<br />

snel gehandeld toen het moest. Natuurlijk<br />

voelden we een druk om de zaak snel op te<br />

lossen, maar die heb ik niet als vervelend<br />

ervaren.”<br />

Direct na de aanhoudingen veranderde de<br />

‘natuurlijke druk’ in een heksenketel. “Dat<br />

wil ik niet nog een keer meemaken. Terwijl<br />

we als team in afwachting waren van de<br />

eerste resultaten van de verhoren, buitelde<br />

in de gangen van het politiebureau iedereen<br />

en alles over elkaar heen om het succes<br />

wereldkundig te maken. In plaats van ons te<br />

kunnen concentreren op de zaak zelf, moesten<br />

we in discussie over het wel of niet houden<br />

van een persconferentie. De politie had<br />

natuurlijk een knappe prestatie geleverd en<br />

wilde dat laten weten ook. De burgemeester<br />

van Alkmaar vond het haar plicht om de<br />

burgers van Alkmaar te melden dat de stad<br />

weer veilig was. Vanuit het <strong>OM</strong> wezen we op<br />

het belang van het onderzoek en het feit dat<br />

de verdachten bij wijze van spreken nog in<br />

de gang stonden te wachten op hun eerste<br />

verhoor. We hadden eigenlijk nog helemaal<br />

niets: geen verklaring, laat staan een bekentenis.<br />

We liepen nog altijd het risico dat we<br />

ze vrij moesten laten. Bovendien waren het<br />

bijna allemaal minderjarigen en dan moet<br />

je toch zeer terughoudend zijn met het<br />

zoeken van de publiciteit. Een persbericht<br />

lag al klaar en dat vonden wij vanuit het <strong>OM</strong><br />

eigenlijk voldoende. In de hele wirwar van<br />

argumenten en beraadslagingen rolde er<br />

aan het einde van de middag dan toch een<br />

persconferentie uit waarin summiere informatie<br />

over de aanhoudingen werd gegeven<br />

en de burgemeester verkondigde dat de stad<br />

weer veilig was.”<br />

Voor de buitenwacht mocht de nachtmerrie<br />

dan voorbij zijn, politie en justitie waren<br />

nog lang niet klaar. Zo werden de volgende<br />

dag nog eens twee jongens aangehouden en<br />

ook weer één vrijgelaten. Inmiddels waren<br />

er bekennende verklaringen afgelegd.<br />

Daarbij kwamen niet alleen de steekpartijen<br />

van de vorige weekenden aan de orde, ook<br />

incidenten gepleegd in december werden<br />

door de verdachten opgebiecht. Het leverde<br />

een lijst op met maar liefst acht zware<br />

geweldsdelicten met negen slachtoffers<br />

gepleegd binnen drie weken. Wat de officier<br />

is bijgebleven is de jonge leeftijd van de<br />

verdachten. Veertien, vijftien, zestien jaar.<br />

In wisselende samenstelling hadden ze toegeslagen.<br />

Alleen de hoofdverdachte Sander,<br />

die net meerderjarig was, was bij alle feiten<br />

betrokken geweest.<br />

Pyromaan<br />

De voorgeleiding vond plaats op basis van<br />

pogingen doodslag. Maar naarmate het<br />

onderzoek vorderde en de achtergronden<br />

van de gebeurtenissen werden ingekleurd<br />

was het Van Bijsterveldt duidelijk dat het<br />

een aantal keren om voorbedachte rade<br />

ging. Op de uiteindelijke tenlastelegging<br />

stond bij de hoofdverdachte Sander maar<br />

liefst zes keer poging moord, één keer<br />

poging doodslag, een openlijk geweldpleging<br />

en een beroving. “Het begon met het<br />

willen beroven van iemand en escaleerde<br />

in het bewust andere mensen pijn doen,”<br />

analyseert Van Bijsterveldt. De deskundigen<br />

van het Pieter Baan Centrum vergeleken<br />

de hoofdverdachte Sander met een pyromaan.<br />

“Sander had niet de drang om brand<br />

te stichten, maar om te steken. Het andere<br />

mensen pijn doen, dat gaf hem een goed<br />

gevoel.”<br />

Uit de persoonlijkheidsonderzoeken bleek<br />

dat de andere verdachten erg makkelijk<br />

waren te beïnvloeden en op zoek waren<br />

naar erkenning. Ze keken erg tegen Sander<br />

op. Daarnaast behoorde een jongen tot<br />

de groep die aan zijn vrienden verhalen<br />

vertelde over zeer gewelddadige acties die<br />

hij in het verleden had ondernomen. Niets<br />

van waar, maar op de groep maakte het een<br />

grote indruk. Ook kenmerkend is dat bij<br />

elk van hen sprake was van een gebrekkig<br />

gewetensontwikkeling en het niet onder<br />

controle kunnen houden van impulsen. Zo<br />

ontstond een levensgevaarlijke mix van persoonlijkheden<br />

die elkaar opzweepten.<br />

Katja van Bijsterveldt vindt het een wonder<br />

dat alle slachtoffers het hebben overleefd.<br />

Ze was begaan met lot van deze mensen. “Ik<br />

heb met ieder slachtoffer apart gesprekken<br />

gevoerd. Dan zie je ook de volstrekte wil-<br />

lekeur: tieners, veertigers, man, vrouw. Kort<br />

voor de zitting heb ik een gezamenlijke bijeenkomst<br />

gehouden waarin ik heb uitgelegd<br />

hoe ik tot de tenlastelegging ben gekomen en<br />

wat er verder ging gebeuren op de zitting.”<br />

Direct uitspraak<br />

Begin juli werden de zaken tegen de verdachten<br />

door de rechtbank behandeld.<br />

“Het was goed gepland en in drie dagen tijd<br />

waren alle zaken behandeld. Slechts bij één<br />

zaak tegen een minderjarige kwam er een<br />

kink in de kabel. Vlak voor de inhoudelijke<br />

behandeling was de jongen tijdens een pro<br />

forma zitting door de rechtbank vrijgelaten.<br />

Vervolgens werd vanwege nader onderzoek<br />

de zitting verschoven naar eind juli. In die<br />

tussenliggende periode kreeg de officier<br />

vanuit een huis van bewaring brieven van<br />

deze jongen in handen waarvan ze erg<br />

schrok. In de brieven werden de geweldsuitbarstingen<br />

nog eens verheerlijkt. Ook had<br />

hij een tekening gemaakt van een grafsteen<br />

met daarnaast een dolk en een honkbalknuppel.<br />

“Deze jongen moest hoe dan<br />

ook worden behandeld. ’s Ochtends vond<br />

de inhoudelijke behandeling plaats en in<br />

plaats van veertien dagen wachten, deed de<br />

rechtbank al ’s middag uitspraak. Zij zagen<br />

de ernst van de zaak ook in en de jongen<br />

moest na de zitting opnieuw worden aangehouden.<br />

Voor de ouders was het verschrikkelijk.<br />

Zij hadden van alles geregeld om hun<br />

zoon op het goede spoor te zetten, en dan<br />

verdwijnt hij weer achter slot en grendel.<br />

Dat persoonlijke leed van de ouders heeft<br />

me wel aangegrepen.”<br />

De vonnissen waren in grote lijnen conform<br />

de eisen. Acht jaar en tbs met dwangverpleging<br />

voor Sander. Afhankelijk van hun rol en<br />

positie in de groep kregen de minderjarigen<br />

straffen variërend van jeugddetentie en<br />

pij-maatregel tot werk- en leerstraffen. In<br />

een enkel geval werd hoger beroep aangetekend.<br />

In één zaak tekende het <strong>OM</strong> zelf hoger<br />

beroep aan en deze verdachte werd bij het<br />

hof alsnog conform eis veroordeeld.<br />

“De Alkmaarse steekpartijen hebben de<br />

eerste helft van 2005 mijn leven beheerst”,<br />

vertelt Van Bijsterveldt. “Het brute geweld,<br />

de veelheid aan slachtoffers en de jeugdige<br />

leeftijd van de verdachten maakt deze zaak<br />

heftig en gelukkig ook uniek.”<br />

Tekst: Ryan Lievaart<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Rechtstreeks 7<br />

‘Verbied de webcam’<br />

Twaalf maanden cel waarvan drie voorwaardelijk.<br />

Dat legde de rechter op aan een man die<br />

meisjes overhaalde zich voor de webcam uit te<br />

kleden, en vervolgens dreigde deze beelden op<br />

internet te zetten als ze niet deden wat hij zei.<br />

Het zorgde voor felle reacties en eenvoudige<br />

‘oplossingen’ op het forum (www.om.nl)<br />

Veel bezoekers reageerden verontwaardigd op deze nieuwe vorm<br />

van zedencriminaliteit. “Het is toch te gek dat mensen misbruik<br />

maken van de technologie en dan ook nog eens tegenover minderjarigen.”<br />

“Dit is iets wat de slachtoffers niet alleen schade heeft<br />

berokkend, maar ook iets wat hen blijvend kan achtervolgen, zowel<br />

psychisch als feitelijk.”<br />

Niet alleen de dader krijgt er van langs: “Wat voor soort ouders hebben<br />

niet in de gaten dat hun kind van pakweg dertien zulke dingen<br />

doet voor een webcam.” “Je moet je kind de regels en de gevaren<br />

leren, ook voor internet.”<br />

Illustratie: Sjaak Klunder<br />

Er zijn ook bezoekers die de schuld juist bij het slachtoffer leggen:<br />

“Als ze dat doen moeten ze maar voor de consequenties instaan.<br />

Eigen schuld, dikke bult.” Een bezoekster met de naam ‘meisje van<br />

14’ formuleert het als volgt: “De meisjes moeste gewoon de klere<br />

aanhoude. Hun moeste maar ook nie chatten met mense die ze niet<br />

kenne!!!!!”<br />

Gelukkig vinden de meeste bezoekers het wel terecht dat er een<br />

hoge straf is opgelegd. “Het is een vorm van aanranding waarvoor je<br />

niet per se lijfelijk iemand behoeft te benaderen. Bovendien vind ik<br />

het een verzwarende omstandigheid, dat hij de meisjes chanteerde.<br />

Het is goed dat deze vorm van aanranding, intimidatie en chantage<br />

hard wordt aangepakt en bestraft.”<br />

Zoals altijd is er ook iemand met een oplossing voor het hele probleem:<br />

“Ik vraag mij af of er niet een verbod op webcams moet<br />

komen...”<br />

Tekst: Manon Nooteboom


8<br />

Ze is gevraagd, omdat ze een vrouw is, en<br />

dat vindt ze niet vervelend. “Het is gewoon<br />

zo. Vroeger maakte je geen carrière, omdat<br />

je een vrouw was en nu maak je carrière,<br />

omdat je een vrouw bent. Deze organisatie<br />

bestaat voor zestig tot zeventig procent uit<br />

vrouwen, het is gek als je dat niet in de top<br />

weerspiegeld ziet.” Ze is een echte <strong>OM</strong>’er,<br />

dat speelt natuurlijk ook een rol. Vanaf het<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Nieuwe PG 9<br />

‘Zoek magistratelijk de grenzen op’<br />

Nieuwe PG Rieke Samson-Geerlings wil geen<br />

naïeve opsporing<br />

“Met dominees vang je geen boeven.” Foto: Lianne Bertens<br />

Na twaalf jaar krijgt het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> weer een vrouw in<br />

de top. Rieke Samson-Geerlings (53) is – na Winnie Sorgdrager –<br />

de tweede vrouwelijke procureur-generaal, en de eerste die deel<br />

uitmaakt van het College. Haar doel: meer tegenspraak en trots.<br />

begin van haar opleiding als rechterlijk<br />

ambtenaar stond vast dat zij voor het <strong>OM</strong><br />

zou kiezen. Ze doorliep alle mogelijke functies,<br />

was jeugdofficier in Rotterdam, specialiseerde<br />

zich later in fraude en economische<br />

delicten, werd plaatsvervangend hoofdofficier<br />

en later hoofdofficier in Dordrecht<br />

en bekleedde vervolgens diezelfde functie<br />

drie jaar in Utrecht. Haar bestuurlijke kwa-<br />

liteiten zullen haar ook als PG goed van pas<br />

komen. “Tijdens mijn opleiding in Utrecht<br />

was Ton Herstel hoofdofficier,” vertelt<br />

Samson. “Hij voerde in de Domstad al aan<br />

het eind van de jaren zeventig overleg in de<br />

driehoek, dat was vanzelfsprekend. Pas later<br />

heb ik begrepen dat die bestuurlijke rol van<br />

het <strong>OM</strong> niet voor iedereen gewoon was. Nu<br />

is dat een gegeven. Het <strong>OM</strong> moet netwerken<br />

met partners, met besturen, met de politie.<br />

Dat vind ik een boeiend aspect van het<br />

werk. Ik ben altijd behoorlijk politie minded<br />

geweest.”<br />

Samen boeven vangen. Zo verklaart<br />

Samson-Geerlings haar speciale belang-<br />

stelling voor de politie. “Samen plannetjes<br />

bedenken om iets aan te pakken, een tactiek<br />

uit te stippelen. Dat vond ik leuk, zeker<br />

bij fraude en milieu. In die zaken heb je te<br />

maken met slimme daders die spitsvondig<br />

nadenken hoe ze uit handen van politie<br />

en justitie kunnen blijven. Het is heel leuk<br />

manieren te verzinnen om ze dan toch te<br />

pakken te krijgen.” Verdergaande specialisatie<br />

in deze rechtsgebieden is een van de<br />

dingen waarvoor ze zich als PG sterk zal<br />

maken, zegt ze.<br />

In de aanpak van bijvoorbeeld fraude valt<br />

nog heel wat te verbeteren. De wetgeving is<br />

lastig, en het krachtenveld sterk. “Mensen<br />

die frauderen, en hun omgeving, zien dat<br />

zelf dikwijls niet als het plegen van strafbare<br />

feiten, ze hebben soms niet eens in de gaten<br />

dat ze gewoon crimineel bezig zijn,” weet<br />

de nieuwe PG. “Dat besef moet breder worden<br />

gedragen. Wat onze rol daarin precies<br />

is, moet blijken. In ieder geval moeten we<br />

onderzoeken hoe we sneller succes kunnen<br />

boeken. Een gemiddeld onderzoek in een<br />

moordzaak duurt misschien zes maanden,<br />

maar in een flinke fraudezaak gaat het al<br />

snel om een onderzoek van een jaar of drie.<br />

Het zijn zaken van lange adem. Daarvoor<br />

heb je specialisten nodig.”<br />

Ook de politie zal moeten investeren in<br />

deze gespecialiseerde takken van opsporing,<br />

vindt Samson. In de lopende discussie<br />

over de herziening van het politiebestel zal<br />

daaraan aandacht moeten worden besteed.<br />

Vooralsnog gaat de nieuwe PG er van uit<br />

dat er een landelijke beheersstructuur van<br />

de politie zal komen, maar ze wil niet op<br />

de politieke discussie vooruitlopen. “We<br />

zullen moeten zien wat regionaal en lokaal<br />

blijft, en wat landelijk wordt geregeld.” Ze<br />

is niet bang voor een te grote beleidsmatige<br />

sturing van bovenaf. Landelijke prioriteitstellingen<br />

hoeven een effectieve lokale uitvoering<br />

niet te dwarsbomen. “Als wij in Den<br />

Haag zeggen dat de aanpak van jeugdcriminaliteit<br />

belangrijk is, komt dat echt niet uit<br />

de lucht vallen. Ook op lokaal niveau zijn er<br />

dan signalen dat daaraan iets moet worden<br />

gedaan. Laat op landelijk niveau de hoofdpunten<br />

van het beleid worden vastgesteld,<br />

‘Verhorende rechercheurs moeten<br />

niet al te grote twijfelaars zijn’<br />

en laat de uitvoering ervan vooral lokaal. En<br />

zorg dat je aparte eenheden hebt voor de<br />

aanpak van zaken als fraude, mensenhandel<br />

en internationale samenwerking tegen<br />

georganiseerde criminaliteit.”<br />

Samen boeven vangen is leuk. Toch lopen<br />

de belangen van politie en <strong>OM</strong> niet altijd<br />

samen op. Het <strong>OM</strong> wil meer investeren in de<br />

opsporing, maar de politie maakt zich – nog<br />

steeds – sterk voor de bestrijding van criminaliteit<br />

op straat. Exemplarisch voor deze<br />

houding is de uitspraak van de voormalige<br />

korpschef van Amsterdam-Amstelland,<br />

Jelle Kuiper, die zei: ‘Wij doen de dingen<br />

waar de Amsterdammers last van hebben’.<br />

Daarmee gaf hij aan dat de Amsterdamse<br />

politie zich vooral wilde bezighouden met<br />

de aanpak van criminaliteit waarmee de<br />

burgers werden geconfronteerd. Ook zijn<br />

opvolger Bernard Welten hamert erop dat<br />

de politie zichtbaar en dichtbij de burger<br />

moet opereren. Op zich is daarmee niets<br />

mis, benadrukt Samson. “Maar dat betekent<br />

wel dat anderen zaken als mensenhandel,<br />

milieu of fraude moeten oppakken.<br />

Daarvan heeft de burger op straat geen last,<br />

maar ze ontwrichten wel een samenleving<br />

of gaan in tegen de menselijke waardigheid.<br />

Daartegen moet je optreden.” Om die reden<br />

is de nieuwe PG voorstander van een nieuw<br />

financieringsstelsel voor de politie. Daarin<br />

wordt naar alle waarschijnlijkheid vastgelegd<br />

dat de politie eenderde van het budget<br />

moet besteden aan de opsporing. “Dat geeft<br />

een zekere garantie dat de opsporing niet<br />

mag worden verwaarloosd.”<br />

Samson hecht aan deze garantie, omdat<br />

door de wijzigingen van het stelsel de rol<br />

van de korpschef waarschijnlijk wordt<br />

verzwaard. De korpsbeheerder verliest<br />

immers het beheer over de politie, dat centraal<br />

wordt neergelegd bij een nog nader in<br />

te vullen orgaan. Veel zal afhangen van de<br />

vraag hoe gedetailleerd de centrale overheid<br />

wil voorschrijven hoe een politiekorps<br />

eruit moet zien. “Ik kan mij niet voorstellen<br />

dat vanuit Den Haag precies wordt<br />

voorgeschreven hoeveel poppetjes hier en<br />

hoeveel poppetjes daar moeten zitten,”<br />

zegt Samson. “Dat blijft toch ook een zaak<br />

van het korps zelf. En dus zal de rol van de<br />

korpschef wel wat zwaarder worden.” Het is<br />

onvermijdelijk dat daardoor de verhoudingen<br />

in de regionale driehoek verschuiven.<br />

Of daardoor ook het formele gezag van<br />

het <strong>OM</strong> over de politie onder druk komt te<br />

staan, weet de nieuwe PG niet. De aanvaring<br />

tussen de korpschef en de hoofdofficier in<br />

Amsterdam begin dit jaar over de aanpak<br />

van veelplegers, belooft wat dat betreft weinig<br />

goeds. Samson nuanceert de spanningen.<br />

“Het zal een beetje worstelen zijn, maar<br />

laten we niet vergeten dat vóór de inwerkingtreding<br />

van de huidige politiewet het<br />

<strong>OM</strong> ook alleen inhoudelijk gezag had over<br />

de politie. Het is waar dat de hoofdofficier<br />

nu nog in de driehoek zijn stem kan onthouden<br />

aan plannen waarmee hij het niet eens<br />

is, men kan niet om hem heen. Hoe dat in de<br />

toekomst gaat, weet ik nog niet.” Op lande-


10 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Helpdesk 11<br />

lijk niveau is de beheersmatige inspraak van<br />

het <strong>OM</strong> ten aanzien van de politie volgens<br />

Samson goed afgedekt via de minister van<br />

justitie. Bovendien kan, volgens het voorlopige<br />

wetsvoorstel, het College direct adviseren<br />

aan de nieuwe ‘concernraad’.<br />

Wie de nieuwe PG zo beluistert, kan zich<br />

niet aan de indruk onttrekken met een echte<br />

crimefighter van doen te hebben. De werkelijkheid<br />

is genuanceerder, vindt Samson<br />

zelf. “Als het gaat om individuele zaaksbehartiging,<br />

moeten wij magistratelijk zijn,<br />

dat is ons bestaansrecht. En magistratelijk<br />

betekent dat het doel de middelen niet heiligt.<br />

Aan de andere kant moeten wij normbevestigend<br />

opereren, en met dominees<br />

vang je geen boeven. De criminele wereld<br />

bedient zich van methoden waarop wij als<br />

<strong>OM</strong> antwoord moeten geven. We moeten<br />

ons boekje niet te buiten gaan, maar wel<br />

de grenzen zoeken, en niet naïef zijn in de<br />

manier waarop wij de opsporing ter hand<br />

nemen. Zodra magistratelijk afstandelijk<br />

wordt, houdt het op met de aanpak van<br />

zware criminaliteit.”<br />

Toch een beetje crimefighter dus. Niet voor<br />

niets vervulde Samson haar buitenstage<br />

tijdens de raio-opleiding bij de recherche.<br />

In die tijd leerde ze dat het diepgravende<br />

politiewerk niet gebaat is bij al te grote twijfel.<br />

“Ik heb zelf ervaren dat je als verhorende<br />

rechercheur eigenlijk alleen maar goed je<br />

werk kunt doen als je ervan overtuigd bent<br />

dat een verdachte het heeft gedaan,” zegt ze.<br />

“Als een verdachte met een ander verhaal<br />

komt, en je denkt: ‘ja, zo kan het ook’, kom<br />

je nergens.” Samson realiseert zich terdege<br />

dat haar woorden onmiddellijk doen denken<br />

aan de Schiedammer parkmoord en<br />

het daarover gepubliceerde rapport van<br />

de commissie-Posthumus. Daaruit bleek<br />

onomwonden dat zowel de politie als het<br />

<strong>OM</strong> te eenzijdig naar één, aanvankelijk<br />

bekennende, verdachte hadden gekeken en<br />

vanuit die tunnelvisie hadden aangestuurd<br />

op een veroordeling van wat achteraf een<br />

onschuldige man bleek te zijn. “Verhorende<br />

rechercheurs moeten niet al te grote twij-<br />

‘Politie moet investeren in<br />

gespecialiseerde takken van<br />

opsporing’<br />

felaars zijn,” herhaalt de PG. “Hun collega-rechercheurs<br />

daarentegen mogen er<br />

best anders over denken. En zij moeten die<br />

andere mening ook vooral kenbaar maken.”<br />

Dat geldt ook voor de officier van justitie die<br />

het opsporingsonderzoek leidt. Samson:<br />

“Het mooie van ons strafvorderlijke systeem<br />

is dat naarmate de dwangmiddelen zwaarder<br />

worden iemand die verder van een zaak<br />

staat erover moet oordelen. De rechercheur<br />

die overtuigd is van iemands schuld, beslist<br />

niet over de voortzetting van de voorlopige<br />

hechtenis. Bepaalde functies moet je<br />

scheiden. Ook de officier die intensief met<br />

de politie samenwerkt, moet enige afstand<br />

houden en niet overal bij zitten. Officieren<br />

moeten meer kantoor houden op het parket<br />

dan op het politiebureau.”<br />

Het strafvorderlijke systeem dat Samson<br />

als ‘mooi’ beschrijft, heeft echter niet kunnen<br />

voorkomen dat fouten zijn gemaakt.<br />

Die fouten zijn volgens de nieuwe PG niet<br />

te wijten aan de opeenvolgende reorganisaties<br />

van het <strong>OM</strong>, waarin woorden als<br />

efficiency en productienormen veelvuldig<br />

worden genoemd. “Ik geloof niet dat het<br />

<strong>OM</strong> het slachtoffer is van de politieke druk<br />

om zaken op te lossen en veroordelingen<br />

te krijgen. Dat zou de indruk wekken dat<br />

ook onterechte veroordelingen goed zijn,<br />

en ik durf met mijn hand op mijn hart te<br />

zeggen dat dát niet zo is.” Hoogstens speelt<br />

het capaciteitsgebrek een rol. “Tegenspraak<br />

organiseren is ook een kwestie van tijd<br />

hebben en nemen om met collega’s een<br />

zaak nog eens goed door te akkeren,” geeft<br />

Samson aan.<br />

“Idealiter zou je op sommige grote zaken<br />

wel twee officieren willen zetten, maar<br />

die menskracht is er niet altijd.” Ze is<br />

daarom blij dat het <strong>OM</strong> uit de vrijgekomen<br />

gelden ter versterking van de opsporing<br />

zestig nieuwe officieren kan aantrekken.<br />

Buitenstaanders, afkomstig uit onder<br />

andere de advocatuur, de wetenschap en de<br />

politie. Bang voor gebrek aan belangstelling<br />

is ze niet. “Bij een vorige ronde meldden<br />

zich vijfhonderd kandidaten heb ik me laten<br />

vertellen. Voor mensen die geïnteresseerd<br />

zijn in het strafrecht, is het <strong>OM</strong> nog steeds<br />

een buitengewoon aantrekkelijke werkgever.<br />

Het comfortabele van de functie van<br />

officier van justitie is dat je altijd optreedt<br />

voor de goede zaak. De samenleving is een<br />

goede zaak.”<br />

Het wordt tijd dat de samenleving op haar<br />

beurt ook het <strong>OM</strong> weer een goede zaak gaat<br />

vinden, geeft Samson ten slotte aan. Ze<br />

wil als PG graag bijdragen aan een betere<br />

beeldvorming, opdat de medewerkers van<br />

het <strong>OM</strong> weer trots zijn op hun organisatie.<br />

“Dat betekent ramen en deuren openzetten.<br />

Vertellen wat je doet en waarom. Een<br />

minder terughoudend voorlichtingsbeleid,<br />

actief misschien zelfs. De trots moet terug.”<br />

Tekst: Miek Smilde<br />

Waar<strong>OM</strong>?<br />

De helpdesk van het Landelijk Parket beantwoordt<br />

vragen over (bijzondere) opsporingsbevoegdheden,<br />

internet, telecom, DNA,<br />

internationale zaken en de aandachtsgebieden<br />

van de Nationale Recherche<br />

Vraag 1: De inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

bij voortvluchtigen<br />

Kunnen er bijzondere opsporingsbevoegdheden worden toegepast<br />

op voortvluchtige personen die onherroepelijk bij verstek zijn<br />

veroordeeld? Wij zouden namelijk de telefoonaansluiting van de<br />

ouders van de vriendin van een voortvluchtige willen aftappen om<br />

zo zijn verblijfplaats te kunnen achterhalen.<br />

Antwoord:<br />

Sinds 1 juli 2005 kunnen op grond van art. 565 lid 2 Sv de in Titel IVa<br />

omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden, met uitzondering<br />

van politiële en burgerpseudokoop en –dienstverlening (artt.<br />

126i resp. 126ij Sv), politiële en burgerinfiltratie (artt. 126h resp.<br />

126w Sv) en het stelselmatig inwinnen van informatie door een<br />

opsporingsambtenaar (art. 126j Sv), worden toegepast om de verblijfplaats<br />

van een aan te houden persoon die wordt vervolgd of die<br />

is veroordeeld of ter beschikking gesteld, vast te stellen.<br />

Als uitgangspunt hierbij geldt dat de bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

uit Titel IVa slechts mogen worden toegepast met het<br />

oog op de vaststelling van de verblijfplaats van de aan te houden<br />

persoon, indien deze bevoegdheden ook hadden mogen worden<br />

ingezet bij de opsporing van het strafbare feit waarvoor de aan te<br />

houden persoon wordt vervolgd of is veroordeeld of ter beschikking<br />

gesteld. Dit betekent dus dat de bevoegdheid tot stelselmatige<br />

observatie (art. 126g Sv) bij elk misdrijf kan worden toegepast, terwijl<br />

de bevoegdheid tot het opnemen van telecommunicatie (art.<br />

126m Sv) slechts kan plaatsvinden in het geval er sprake is van een<br />

misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv dat gezien zijn aard of de<br />

samenhang met andere door de verdachte of veroordeelde begane<br />

misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert.<br />

De in Titel IVa omschreven bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

mogen in dit kader niet alleen worden ingezet tegen de voortvluchtige<br />

zelf. Indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat de inzet van<br />

de betreffende opsporingsbevoegdheid behulpzaam kan zijn bij<br />

de vergaring van informatie omtrent de verblijfplaats van de aan te<br />

houden persoon, kan de bevoegdheid ook worden toegepast tegen<br />

andere personen dan de voortvluchtige. Te denken valt bijvoorbeeld<br />

aan de vriendin of de ouders van een voortvluchtige. Hierbij<br />

moet wel worden opgemerkt worden dat de inzet van de betreffende<br />

opsporingsbevoegdheid noodzakelijk, relevant en proportioneel<br />

moet zijn en dat niet met een lichtere opsporingsbevoegdheid kan<br />

worden volstaan.<br />

Gezien het vorenstaande kan dus worden gesteld dat het telefoonverkeer<br />

van de ouders van de vriendin van de voortvluchtige mag<br />

worden afgeluisterd. Echter, indien de informatie die men op deze<br />

wijze wil verkrijgen ook kan worden verkregen door (de ouders van)<br />

de vriendin van de voortvluchtige bijvoorbeeld te observeren, dan<br />

zal deze lichtere opsporingsbevoegdheid moeten worden toegepast<br />

(zie hoofdstuk 1.10 Handboek voor de opsporingspraktijk).<br />

Vraag 2: De inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

ter aanhouding van een verdachte<br />

Dient artikel 565 Sv ook te worden gebruikt indien in het kader<br />

van een opsporingsonderzoek een verdachte moet worden aangehouden?<br />

Antwoord:<br />

Uit het systeem van de wet en de plaats van art. 565 in het Wetboek<br />

van Strafvordering kan worden afgeleid dat dit artikel niet kan worden<br />

gebruikt voor de aanhouding van personen in het kader van<br />

de opsporing van een strafbaar feit. In het geval bijzondere opsporingsbevoegdheden<br />

toegepast moeten worden om in het belang<br />

van een onderzoek een verdachte aan te houden, zullen de toe te<br />

passen opsporingsbevoegdheden gebaseerd moeten worden op de<br />

afzonderlijke wetsartikelen van de opsporingsbevoegdheden van<br />

titel IVa en dus niet op basis van art. 565 lid 2 Sv (zie hoofdstuk 1.10<br />

Handboek voor de opsporingspraktijk).<br />

Tekst: Michael Nieuwenhuis<br />

De helpdesk is te bereiken op helpdesk-lexpo@rotarr.drp.minjus.nl


Administratie basis onder<br />

casusoverleg jeugd<br />

Utrechtse medewerkers bedachten slimme manier<br />

van infovoorziening<br />

De Utrechtse parketcollega’s Andrea van Veen, Seloua Boutaous<br />

en Cora Winters houden zich vanaf november 2005 bezig met<br />

een relatief nieuw stukje <strong>OM</strong>-werk. Ze doen de administratieve<br />

ondersteuning van de casusoverleggen jeugd. Dat betekent veel<br />

samenwerken met de ketenpartners, wekelijks overleg en het<br />

slim vastleggen van alle beschikbare informatie. “Iedereen is<br />

geneigd een stapje harder te lopen.”<br />

Parket Utrecht heeft voor minderjarigen justitiële<br />

casusoverleggen jeugd (JCJ’s), zoals ze<br />

officieel genoemd worden. Het casusoverleg<br />

voor de stad Utrecht wordt gehouden in<br />

Veiligheidshuis Utrecht en dat voor Eemland<br />

Noord en Zuid vindt plaats in Veiligheidshuis<br />

Amersfoort. In deze Veiligheidshuizen hebben<br />

officieren, secretarissen en administratief<br />

medewerkers hun werkplek dicht bij de<br />

aangesloten ketenpartners. Door kortere<br />

lijnen delen ze snel informatie met elkaar en<br />

maken ze goede afspraken. Voor de rest van<br />

het Utrechtse arrondissement zijn er nog<br />

twee casusoverleggen jeugd.<br />

Utrecht kent drie vormen van casusoverleg,<br />

te weten het afdoeningsoverleg, het risicooverleg<br />

en het veelplegersoverleg (zie kader).<br />

Daar worden samen met politie, gemeente<br />

(welzijn en leerplicht), bureau Jeugdzorg<br />

en Raad voor de Kinderbescherming (raad)<br />

de jongeren besproken. “Nu nog legt de<br />

politie de gemaakte afspraken over veelplegers<br />

vast in hun MIB-systeem (Monitoring<br />

doelgroepen, Informatieknooppunt, keten<br />

Bevraging & analyse), straks gaan wij dat<br />

doen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat<br />

alle partners geautoriseerd zijn om informatie<br />

te lezen en toe te voegen. Dat gebeurt dan<br />

op basis van een privacyconvenant. Zover<br />

is het echter nog niet, dus hebben we een<br />

slimme tussenoplossing bedacht,” vertelt<br />

Andrea van Veen.<br />

Excel-bestanden<br />

Ook landelijk zijn er allerlei ontwikkelingen<br />

gaande over systemen om informatie<br />

te delen, maar deze ingewikkelde automatiseringstrajecten<br />

hebben nog niet<br />

geleid tot een gebruiksklare versie. Omdat<br />

het uitgangspunt is de informatie zoveel<br />

mogelijk te delen, is er in Utrecht een tussenoplossing<br />

(een ‘schaduwsysteem’)<br />

bedacht. Andrea van Veen: “We gebruiken<br />

lijsten in Excel. We hebben kolommen<br />

gemaakt, zodat opmerkingen van politie<br />

(zoals feit, omgang met criminele vriendjes<br />

en gedrag tijdens verhoren), raad, jeugdzorg<br />

en welzijn (denk aan situatie thuis,<br />

school(verzuim) en omgang met anderen)<br />

en parket (openstaande zaken, proeftijd<br />

en bijzondere voorwaarden) kunnen worden<br />

verwerkt. Het handige van Excel is dat<br />

we kunnen filteren wat we nodig hebben.<br />

Bijvoorbeeld: als de raad belt over een<br />

jongere, kan je hem meteen tevoorschijn<br />

‘toveren’, of zien welke zaken er in welk JCJ<br />

besproken zijn. En de drie JCJ-overleggen<br />

zijn in één oogopslag te raadplegen. Alle<br />

partners kunnen zich in deze tussenoplossing<br />

vinden. Want iedereen heeft op deze<br />

manier een zo volledig mogelijk beeld om<br />

het juiste advies te geven of de juiste beslissing<br />

te nemen.”<br />

“Omdat we het Excel-systeem samen opgezet<br />

hebben,” vult Cora Winters aan, “werken<br />

we nu op dezelfde manier. Dat betekent dat<br />

we elkaars achtervang kunnen zijn, waardoor<br />

de kwetsbaarheid minder is geworden.”<br />

Spil<br />

Andrea van Veen en Cora Winters verzorgen<br />

de administratieve ondersteuning<br />

voor de JCJ’s die worden gehouden vanuit<br />

respectievelijk Veiligheidshuis Utrecht en<br />

Veiligheidshuis Amersfoort. In die JCJ’s<br />

notuleren ze de gemaakte afspraken en vullen<br />

ze vooraf LOF’s (verkort proces-verbaal<br />

van de politie in een Landelijk Overdrachts<br />

Formulier) aan. En ze jagen ze iedereen aan<br />

op tijd de informatie aan te leveren. Cora<br />

Winters: “Naast het ondersteuningswerk<br />

voor de JCJ’s doe ik ook een deel van de<br />

administratie van de zaken die besproken<br />

zijn op het overleg. Zo houd ik door de politie<br />

ingestuurde zaken in de gaten, maak ik<br />

dossiers compleet, doe ik de zittingsplanning,<br />

registreer ik zaken die via de kinderrechter<br />

of via Oproepen ten Parkette (OTP’s)<br />

in het Veiligheidshuis worden afgedaan en<br />

breng ik slachtoffers op de hoogte. Een hele<br />

klus, maar wel erg leuk en ik voel me er in<br />

thuis. In mijn werk voor het casusoverleg zie<br />

ik mijzelf als een soort spil. Ik regel afspraken,<br />

stuur de afdoeningslijsten rond en heb<br />

veel contact met politie, raad en leerplichtambtenaren.<br />

Ik ervaar de casusoverleggen<br />

als supernuttig. Als het bij een jongere fout<br />

gaat kan de politie direct al precies vertellen<br />

wat er in gang wordt gezet en kan de raad<br />

dat weer verder oppakken.”<br />

Seloua Boutaous doet de administratieve<br />

ondersteuning van de twee casusoverleggen<br />

in het buitengebied. Dat doet ze vanuit haar<br />

werkplek in de backoffice van Team Utrecht<br />

Buiten. Omdat ze niet in een Veiligheidshuis<br />

werkt, heeft ze tussentijds vooral telefonisch<br />

en per e-mail contact met politie en de raad.<br />

“Iedereen werkt dus vanuit de eigen backoffice,<br />

waardoor de lijnen iets minder kort zijn.<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Casusoverleg jeugd 13<br />

Andrea van Veen (links) en Seloua Boutaous: “We kunnen filteren wat we nodig hebben.” Foto: Marieke van Nistelrooij<br />

Je kunt niet even snel bij elkaar binnenlopen<br />

om af te stemmen. Ik zou het dan ook ideaal<br />

vinden als er in de toekomst een oplossing<br />

komt voor de rest van het Utrechtse arrondissement,”<br />

zo zegt Seloua Boutaous.<br />

Breder perspectief<br />

“De samenwerking met de ketenpartners<br />

loopt goed, het is leuk om samen een zo<br />

Drie vormen van overleg<br />

Afdoeningsoverleg (wekelijks, tussen 12-18 jongeren<br />

besproken)<br />

De zaak van een jongere wordt besproken op basis van een zogenaamd<br />

LOF (verkort proces-verbaal van de politie in een landelijk<br />

overdrachtsformulier). Hierin staan onder meer een feitomschrijving,<br />

lopende zorg- of begeleidingstrajecten en eventueel schoolverzuim.<br />

De administratieve ondersteuning vult het LOF vanuit het politiesysteem<br />

aan. “Alles wat bij de ketenpartners bekend is over de jongere<br />

wordt meegenomen in de beslissing tot afdoening van de strafzaak.<br />

Denk dan aan de gezinssituatie, een mogelijke verslaving, dagbesteding,<br />

bestaande contacten met jeugdzorg of de raad,” zo vertelt<br />

Seloua Boutaous. “Sinds begin februari worden de afdoeningslijsten in<br />

Amersfoort ook verzonden naar de leerplichtambtenaren in de regio,<br />

zodat zij een aanvulling kunnen geven en eventueel aanwezig kunnen<br />

zijn bij het overleg. Dat maakt het totaalbeeld nog completer,” aldus<br />

Cora Winters. Op basis van dat volledige beeld neemt de <strong>OM</strong>-beoordelaar<br />

een beslissing. “Als besloten wordt tot een Oproep ten Parkette<br />

(OTP) of dagvaarding voor de kinderrechter krijgen alle ketenpartners<br />

meteen de zittingsdatum mee. Dan kan bijvoorbeeld de raad meteen<br />

aan de slag met de rapportage. Door deze nieuwe werkwijze worden<br />

de stapels stukken minder, dat is de grootste winst,” zo vertelt Andrea<br />

van Veen enthousiast. Als er veel zorgsignalen rondom de jongere zijn,<br />

gaat het dossier door naar het risico-overleg.<br />

goed mogelijke oplossing te bedenken. En<br />

omdat de lijnen zo kort zijn, is iedereen echt<br />

geneigd dat stapje harder te lopen,” aldus<br />

Andrea van Veen. Seloua Boutaous voegt<br />

toe dat je door deze manier van werken niet<br />

meer alleen kijkt vanuit het <strong>OM</strong>-perspectief,<br />

omdat je het totale verhaal erom heen hoort<br />

en je daardoor dus een breder beeld krijgt<br />

dan alleen bijvoorbeeld fietsendiefstal als<br />

strafbaar feit. “Ik begrijp nu beter waarom<br />

iemand iets doet. Het is natuurlijk geen vrijbrief<br />

voor het gepleegde feit, maar wel dé<br />

manier om samen tot een goede oplossing<br />

te komen, omdat je de oorzaken op tafel<br />

probeert te leggen. Doordat iedereen weet<br />

wat hem of haar te doen staat, sluit de keten<br />

steeds beter op elkaar aan.”<br />

Tekst: Marieke van Nistelrooij<br />

Risico-overleg (tweewekelijks, 3-5 jongeren)<br />

De ketenpartners beschikken vaak over zorgsignalen rondom jongeren.<br />

Het risico-overleg is gestoeld op het voorkomen van strafbaar<br />

gedrag (tegengaan dat jongeren veelplegers worden). Op basis van<br />

een combinatie van vastgestelde risico-indicatoren bespreken de<br />

ketencollega’s wat nodig is om iemand op het rechte pad te krijgen<br />

en te houden. Denk qua indicatoren aan schooluitval, problematiek<br />

in het gezin of antisociaal gedrag. “Door alle signalen bij elkaar te<br />

harken, bekijken we hoe een vangnet rondom de jongere gecreëerd<br />

kan worden. In dit overleg wordt geen beslissing genomen over de<br />

strafrechtelijke afdoening, er worden vooral adviezen uitgewisseld,”<br />

zeggen Seloua Boutaous en Andrea van Veen. “Dit ketenbrede advies<br />

gaat mee naar de zitting. Alleen op basis van een volledig beeld kan<br />

namelijk de meest passende interventie plaatsvinden.” Zowel in dit<br />

risico-overleg als in het veelplegersoverleg staat de jongere (en wat er<br />

moet gebeuren) centraal en niet zozeer de strafzaak zelf.<br />

Veelplegersoverleg (twee- tot vierwekelijks, tussen 6-9 veelplegers<br />

besproken)<br />

Het arrondissement Utrecht kent op dit moment 166 gelabelde minderjarige<br />

veelplegers. Voor elke jeugdige veelpleger maken de ketenpartners<br />

samen een persoonlijk scenario. Met als bedoeling dat als<br />

een jongere door het plegen van een strafbaar feit (opnieuw) in beeld<br />

komt er een plan van aanpak klaar ligt. “Voor zowel de zorg- als de<br />

strafrechtelijke kant,” zo zegt Andrea van Veen.


14 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Recherchestrategie 15<br />

‘Korte klap’, groot<br />

rendement<br />

Onderzoekers pleiten voor doordachte inzet van jonge<br />

recherchestrategie<br />

De korte klap komt aan. Onderzoek leert dat deze recherchestrategie<br />

een hoog strafrechtelijk rendement heeft. Wel zou de korte<br />

klap meer doordacht moeten worden ingezet. Daarvoor pleiten<br />

Magrete van der Steeg, docent bij de leergang recherchekunde<br />

aan de Politieacademie, en Eric Schoenmakers, recherchekundige<br />

bij de Rijksrecherche, in onderstaand artikel.<br />

Lange tijd is gedacht dat de georganiseerde<br />

criminaliteit alleen een slag kon worden<br />

toegebracht via ‘lange halen’ naar de top<br />

van criminele organisaties. Wie de op de<br />

achtergrond opererende ‘generaal’ uitschakelde,<br />

ontmantelde daarmee ook de onder<br />

hem hangende divisies.<br />

De lange haal boette aan belang in toen<br />

duidelijk werd dat de georganiseerde criminaliteit<br />

meestal geen vaste piramidale<br />

structuur kent, maar zich juist kenmerkt<br />

door flexibele netwerken. Wie die criminele<br />

netwerken wil uitschakelen, kan daarom<br />

beter de ‘bruggenbouwers’ en de ‘facilitators’<br />

(die diensten leveren voor meerdere<br />

netwerken) op de korrel nemen. Daarbij<br />

past de recherchestrategie van de ‘korte<br />

klap’: het met beperkte middelen in korte<br />

tijd beschadigen van criminele groepering.<br />

Maak vaker gebruik van de korte klap,<br />

beval het Wetenschappelijk Onderzoek- en<br />

Documentatiecentrum (WODC) van het<br />

ministerie van Justitie daarom in 1998 aan.<br />

Hoewel de korte klap een bekend begrip<br />

is binnen de recherche, was tot dusverre<br />

weinig bekend over de toepassing en resultaten<br />

ervan. Nu blijkt dat de korte klap bij de<br />

bestrijding van georganiseerde synthetische<br />

drugscriminaliteit een hoog strafrechterlijk<br />

rendement heeft en daarom een efficiënte<br />

recherchestrategie is. De strategie pakt<br />

goed uit voor de maatschappelijke veiligheid,<br />

de prestatiecontracten (jaarplannen),<br />

het imago en het bestaansrecht van de<br />

Nationale Recherche. De voordelen van de<br />

korte klap motiveren tot het zoeken naar<br />

mogelijkheden om de toepassing daarvan<br />

te optimaliseren.<br />

Dat zijn enige bevindingen in een onderzoek<br />

dat wij hebben verricht in het kader<br />

van de leergang recherchekunde aan de<br />

Politieacademie. In dit onderzoek analyseerden<br />

we de opsporingsonderzoeken die in de<br />

jaren 2001 tot en met 2004 bij het Kernteam<br />

Zuid-Nederland en de Unit Synthetische<br />

Drugs zijn uitgevoerd. Daarnaast interviewden<br />

we dertien sleutelfiguren die werkzaam<br />

zijn bij de recherche of het <strong>OM</strong>. Tenslotte<br />

maakten we gebruik van andere bronnen<br />

zoals literatuur, projectplannen, voortgangsrapportages<br />

en eindverslagen van onderzoeken.<br />

Het onderzoek spitste zich toe op de<br />

bestrijding van de georganiseerde synthetische<br />

drugscriminaliteit.<br />

Drie soorten klappen<br />

De ene korte klap is de andere niet. Politie-<br />

en <strong>OM</strong>-functionarissen onderkennen drie<br />

toepassingsmogelijkheden van de korte<br />

klap. Ten eerste kan de korte klap gebruikt<br />

worden als ‘veegmiddel’: een korte actie,<br />

die los staat van lopende onderzoeken,<br />

met als doel snel resultaat te halen. Meestal<br />

gaat het om de inbeslagname van drugs<br />

of de ontmanteling van een laboratorium.<br />

Verdachten worden vaak alleen aangehouden<br />

als deze min of meer bij toeval ter<br />

plekke aanwezig zijn.<br />

Ten tweede kan de korte klap een onderdeel<br />

vormen van een langdurig opsporingsonderzoek.<br />

Hierbij is het doel bewijs te<br />

verzamelen tegen de hoofdverdachten,<br />

ook wel ‘schillen’ in de omgeving van de<br />

hoofdverdachte genoemd. Het destabiliseren<br />

van een criminele organisatie wordt als<br />

een bewuste tactiek voor bewijsvergaring<br />

gebruikt.<br />

Ten derde kan de recherche met een korte<br />

klap facilitators en bruggenbouwers uitschakelen,<br />

waardoor meerdere criminele<br />

netwerken in de problemen komen. Door<br />

de ontmanteling van deze knooppunten<br />

sneuvelt de top als het ware vanzelf. Het<br />

WODC benoemde met name deze toepassingsmogelijkheid<br />

in de monitor georganiseerde<br />

misdaad.<br />

Met de tweede en derde toepassingsmogelijkheid<br />

is de korte klap een strategisch<br />

instrument dat weldoordacht wordt<br />

ingezet. In de praktijk blijkt juist van deze<br />

mogelijkheden maar weinig gebruik te wor-<br />

Illustratie: Linda van Bruggen<br />

den gemaakt bij de bestrijding van georganiseerde<br />

synthetische drugscriminaliteit.<br />

Als de korte klap al onderdeel uitmaakt<br />

van een langdurig onderzoek, is het meer<br />

een manier om problemen op te lossen die<br />

zich gaandeweg het onderzoek voordoen,<br />

dan om bewust rake tikken uit te delen<br />

om uiteindelijk de criminele organisatie<br />

te kunnen oprollen. Tien van de dertien<br />

respondenten geven aan dat de korte klap<br />

voornamelijk wordt ingezet vanwege externe<br />

omstandigheden, zoals een rechtshulpverzoek<br />

of het wettelijke doorlaat-verbod<br />

(artikel 126 ff Sv).<br />

Nadelen<br />

Er kleven nadelen aan de praktijk om de<br />

korte klap voornamelijk toe te passen met<br />

de instelling van “pakken wat je pakken<br />

kan”. De functionarissen uit de strafrechtpraktijk<br />

wijzen erop dat zij met een kortstondig<br />

onderzoek slechts een tipje van de<br />

sluier kunnen oplichten van de daadwerkelijke<br />

criminele activiteiten. Politiemensen<br />

zijn gedwongen informatie over strafbare<br />

feiten vanwege de tijdsdruk te laten voor<br />

wat het is. Dit brengt mee dat er onvoldoende<br />

zicht op geldstromen ontstaat en<br />

de vermogenspositie van de verdachte niet<br />

helder wordt. Ontneming van wederrechtelijk<br />

verkregen vermogen wordt daardoor<br />

moeilijk of zelfs onmogelijk. Met de huidige<br />

toepassing van de korte klap verschijnen<br />

primair de loopjongens voor de rechter,<br />

terwijl de zware jongens ongemoeid blijven.<br />

Een ondoordachte toepassing van de korte<br />

klap kan andere onderzoeken doorkruisen<br />

met alle gevolgen van dien.<br />

Met de huidige toepassing<br />

verschijnen primair de loopjongens<br />

voor de rechter<br />

Voordelen<br />

Daarentegen is de korte klap tegen de<br />

achtergrond van prestatiecontracten en<br />

de bij de recherche levende scoringsdrang<br />

tegelijkertijd een aantrekkelijke strategie.<br />

De jonge Nationale Recherche maakt mooie<br />

sier met snelle en zekere successen. De<br />

unit Zuid kan zich er zo van verzekeren zijn<br />

streefcijfers te halen. Daar komt nog bij<br />

dat het afbreukrisico van korte klaponderzoeken<br />

veel geringer is dan bij langdurige<br />

onderzoeken.<br />

Bezien vanuit de medewerkers zitten er<br />

twee kanten aan de korte klap. De acties<br />

zijn niet te plannen en vragen daarom grote<br />

flexibiliteit en inzet van de functionarissen<br />

van zowel de politie als het <strong>OM</strong>. Om niet al<br />

te zeer in te breken in de bedrijfsvoering,<br />

wordt de korte klap zo kort mogelijk gehouden.<br />

Dit neemt niet weg dat de korte klap<br />

volgens de geïnterviewde rechercheurs een<br />

gunstige uitwerking heeft op het werkplezier<br />

en de teamgeest vanwege de spanning<br />

en sensatie. Bij de oude garde binnen de<br />

recherche leeft nog wel eens het idee dat de<br />

korte klap weinig professionele uitdaging<br />

biedt. Dit wordt door de respondenten<br />

echter tegengesproken. “Korte klappen zijn<br />

dynamische acties waarvoor een goed kennis-<br />

en vaardigheidsniveau vereist is.”<br />

Effectiviteit en efficiëntie<br />

De korte klap lijkt een effectieve recherchestrategie<br />

te zijn. Het is immers een aanpak<br />

van snelle acties met concrete resultaten,<br />

in plaats van maanden- of zelfs jarenlang<br />

rechercheren alvorens eindelijk toe te<br />

slaan. Maar is dit ook zo? Wat is het strafrechtelijk<br />

rendement van de korte klap in<br />

vergelijking met langere onderzoeken? Om<br />

een antwoord op deze vragen te vinden,<br />

hebben wij de 48 opsporingsonderzoeken<br />

die in de jaren 2001-2004 verricht zijn door<br />

het Kernteam Zuid-Nederland en de Unit<br />

Synthetische Drugs in drie categorieën<br />

onderverdeeld naar de duur van het onderzoek<br />

(0-3 maanden, 3-6 maanden en 6<br />

maanden en meer). Vervolgens hebben wij<br />

bekeken hoe de onderzoeken zich tot elkaar<br />

verhouden wat betreft aantallen aangehouden<br />

verdachten, aantallen veroordelingen,<br />

de duur van de vrijheidsstraf en de aantallen<br />

bestede arbeidsuren. Over inbeslagnames<br />

waren geen gegevens beschikbaar.


16 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Buitenpost Bonaire 17<br />

Gebleken is dat korte onderzoeken vaker<br />

eindigen zonder aanhoudingen dan onderzoeken<br />

met een langere duur. Dit is te verklaren<br />

doordat soms het doel van een korte<br />

klap uitsluitend inbeslagname van goederen<br />

is, of het oprollen van een laboratorium.<br />

Verdachten die zijn aangehouden na korte<br />

klaponderzoeken worden vervolgens minder<br />

vaak veroordeeld. Dit in tegenstelling<br />

tot verdachten in middellange onderzoeken,<br />

die vrijwel allemaal zijn veroordeeld.<br />

Kennelijk is de bewijsgaring in deze zaken<br />

het beste geslaagd.<br />

De verdachten die na een kort onderzoek<br />

zijn aangehouden én veroordeeld hebben<br />

gemiddeld 4,3 jaar gevangenisstraf<br />

opgelegd gekregen; voor de middellange<br />

onderzoeken was dit ook 4,3 jaar; en voor<br />

de lange onderzoeken van zes maanden en<br />

langer was dit 4,0 jaar. De veronderstelling<br />

dat na diepgaand en langdurig onderzoek<br />

verdachten eerder tot langere gevangenisstraffen<br />

kunnen worden veroordeeld, wordt<br />

dus niet gestaafd door dit onderzoek. Kort<br />

gezegd was de prijs die werd betaald voor de<br />

korte klappen dat in verhoudingsgewijs een<br />

groot aantal zaken verdachten niet werden<br />

bestraft. Daar staat tegenover dat in de zaken<br />

waarin de rechter wel tot een veroordeling<br />

kwam, de duur van de gevangenisstraf<br />

fors te noemen is en gunstig afstak ten<br />

opzichte van de gedane investeringen.<br />

Hoe efficiënt is de korte klap? Efficiëntie<br />

hebben wij vertaald naar de vraag hoeveel<br />

arbeidsuren er zijn geïnvesteerd per aangehouden<br />

verdachte, per veroordeelde<br />

verdachte en per jaar gevangenisstraf. Deze<br />

variabelen hebben wij afgezet tegen het<br />

totaal aantal arbeidsuren van alle onderzoeken,<br />

dus ook van de onderzoeken waarin<br />

geen verdachte is aangehouden of geen verdachte<br />

is veroordeeld.<br />

De korte onderzoeken steken zo bezien<br />

positief af tegen de middellange en de lange<br />

onderzoeken. Zo is bij korte onderzoeken<br />

slechts 1400 uur besteed per aangehouden<br />

verdachte, terwijl dit bij middellange<br />

onderzoeken 2373 uren en bij lange onderzoeken<br />

3562 uren was, dus tweeënhalf<br />

keer zoveel. Per veroordeelde verdachte en<br />

per jaar opgelegde gevangenisstraf ligt de<br />

arbeidsinvestering gerekend in werkuren<br />

bij lange onderzoeken twee keer zo hoog als<br />

bij korte onderzoeken, terwijl het verschil<br />

tussen korte en middellange onderzoeken<br />

erg klein is. Heel concreet: per jaar opgelegde<br />

gevangenisstraf is bij de korte onderzoeken<br />

513 arbeidsuren geïnvesteerd en bij<br />

de lange onderzoeken 1058 arbeidsuren.<br />

De conclusie luidt dus dat tegen de achtergrond<br />

van het strafrechtelijk rendement de<br />

korte klap een efficiënte recherchestrategie<br />

lijkt te zijn.<br />

Strategische toepassing<br />

De grote voordelen van de ‘korte klap’-strategie<br />

motiveren tot het zoeken naar mogelijkheden<br />

om de toepassing daarvan te<br />

optimaliseren. Wij pleiten ervoor de korte<br />

klap wel kort te houden, maar toch iets<br />

meer tijd te investeren in de voorbereiding.<br />

Hiermee wordt een betere informatiepositie<br />

verkregen, wat een doelgerichtere actie<br />

met meer aanhoudingen mogelijk maakt.<br />

Ook is dan een betere inschatting van de<br />

gevolgen van een korte klap op een langlopend<br />

onderzoek mogelijk. Een strategische<br />

toepassing houdt tevens in dat rest- en<br />

zijtak-informatie op waarde wordt geschat<br />

en vastgelegd. Dit geeft hopelijk zicht op<br />

het functioneren van criminele netwerken<br />

en de identiteit van degenen die de lakens<br />

uitdelen. Op die manier kan de korte klap<br />

bijdragen aan het pakken van de grote<br />

jongens.<br />

Een strategiedocument van de recherche<br />

dient te bepalen in welke gevallen, om<br />

welke redenen en op welke manier de korte<br />

klap moet worden toegepast. Op deze<br />

manier kunnen met minder inspanning<br />

meer boeven worden gepakt en meer drugslaboratoria<br />

worden ontmanteld.<br />

Tekst: Magrete van der Steeg<br />

en Eric Schoenmakers.<br />

Voor meer informatie:<br />

e.schoenmakers@rijksrecherche.nl<br />

Toeval<br />

bestaat niet<br />

We hebben hier op Bonaire twee stuks geboefte dat zeer regelmatig<br />

met politie en justitie in aanraking komt. Het duo is verslaafd<br />

aan de base, een soort cocaïne. Het is het soort boeven dat jullie in<br />

Nederland draaideurcriminelen noemen, zij het dat wij hier geen<br />

draaideuren kennen, alleen criminelen.<br />

Beide heren stelen wel veel, maar zijn daarin toch nog niet zo bedreven,<br />

of beter gezegd: ze hebben dikwijls zoveel pech bij het uitoefenen<br />

van hun vak. Vaak op heterdaad betrapt. Net het verkeerde huis<br />

– zonder kluis – binnengegaan. Een onverwachte felle en agressieve<br />

hond in de kura (tuin/binnenplaats). Een collega-crimineel die hun<br />

net voor is geweest. Je kan het zo gek niet bedenken of ze hebben<br />

dit soort tegenslag wel een keer gehad. Zeg maar de Jansen & Jansen<br />

van het inbrekersgilde.<br />

Hoewel Bonaire een eiland in de visrijke Caraïbische Zee is, wordt<br />

de vis hier over het algemeen duur betaald. Er wordt veelal gevist<br />

met kleine barkjes, ruwe zee, hard werken, relatief kleine vangst,<br />

dus hoge prijzen. Garnalen worden hier gekweekt in een groot<br />

bedrijf, dat de larfjes importeert vanuit Aruba, die baby-garnaaltjes<br />

vervolgens hier een aantal weken opkweekt, waarna de pubergarnaaltjes<br />

naar Venezuela worden getransporteerd, om daar in het<br />

land van Chavez tot volle wasdom te rijpen. Tenslotte wordt een<br />

gedeelte van die volwassen garnalen weer teruggevlogen naar het<br />

bedrijf op Bonaire om vandaar uit te worden verkocht aan de locale<br />

horeca-ondernemingen. Van de handel zal ik nooit veel begrijpen,<br />

behalve dat ik nu wél snap waarom een portie garnalen in knoflookboter<br />

hier zo duur is.<br />

Goed, onze Jansen & Jansen hadden dus op een dag bedacht, dat<br />

het wel eens heel lucratief zou kunnen zijn om een flinke portie<br />

van die volwassen garnalen te stelen en via het illegale circuit aan<br />

de man te brengen. Zo gezegd zo gedaan, en op een nacht togen<br />

ze naar het bedrijf en stalen daar ongeveer dertig kilo adolescente<br />

jumbogarnalen. Tel uit je winst. Dachten ze. Maar ze hadden weer<br />

eens pech: ze stalen de garnalen nu juist uit die ene bak waarin<br />

het bedrijf bij wijze van experiment enkele hoge concentraties van<br />

– giftige – conserveringsmiddelen had gevoegd, om te zien hoe de<br />

garnalen daarop zouden reageren. Deze partij was dus niet voor<br />

consumptie bestemd en geschikt. En hoewel het bedrijf ver van de<br />

bewoonde wereld ligt, was er net die nacht een jong stelletje, dat<br />

juist vanwege die afgelegen ligging had besloten die nacht daar de<br />

liefde met elkaar te bedrijven. In welke bezigheid zij wreed werden<br />

gestoord door de koplichten van de auto van Jansen & Jansen,<br />

die zich met buit en al van de plaats des misdrijfs verwijderde. De<br />

geliefde hadden kenteken plus autotype onthouden, en toen de<br />

diefstal werd ontdekt, konden Jansen & Jansen dus betrekkelijk snel<br />

worden ingerekend. De buit had echter zijn weg in het illegale circuit<br />

al gevonden, waarna het bedrijf in kwestie alarm sloeg.<br />

De dag dat zich dit allemaal afspeelde stond ik op zitting, de garnalenzaak<br />

werd door Justine afgehandeld, als altijd met grote voortvarendheid<br />

en professioneel. Tijdens de schorsing van een strafzaak<br />

tegen enkele minderjarige verdachten vertelde ze me het hele<br />

verhaal, met als bijzonderheid dat de garnalen in dit geval hoogst<br />

waarschijnlijk hun weg uiteindelijk hadden gevonden naar enkele<br />

Chinese restaurants (die geheel onkundig waren van de criminele<br />

herkomst en de vergiftiging van deze jumbo’s). Het onderzoek werd<br />

voortgezet: Justine op zoek naar de garnalen en de rechter naar de<br />

waarheidsvinding in de op rol staande strafzaak.<br />

Eén van de jeugdige verdachten werd opeens lijkbleek, stormde<br />

voor onze verbaasde ogen de zittingszaal uit waarna hij buiten,<br />

maar wel voor onze ogen, compleet over zijn nek ging. Enkele<br />

minuten later kwam hij, nog helemaal pips om de neus, de zittingszaal<br />

weer binnen. “Sorry,” sprak hij tot de rechter, “ik ben gisteren<br />

naar de Chinees geweest, kennelijk iets verkeerds gegeten, het zijn<br />

volgens mij die garnalen geweest.” Waarna hij een gave bekentenis<br />

in zijn zaak aflegde en ik Justine kon mededelen dat haar zaak thans<br />

eveneens geheel was opgelost.<br />

Arme Jansen & Jansen: toeval bestaat niet in dit leven, pech wel!<br />

Tekst: Ernst Wesselius


18 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Bruikbare tips 19<br />

Opsporingsberichtgeving<br />

Een effectief middel met een preventieve werking<br />

Marije de Vries op locatie voor ‘Ter Plaatse’. Foto: Ter Plaatse (RTV-Noord-Holland)<br />

Hoe sneller, hoe beter. Wordt opsporingsberichtgeving vroegtijdig<br />

ingezet, dan is de kans op bruikbare tips het grootst. “Vroeger<br />

werd het als ‘laatste redmiddel’ aangewend, wanneer het onderzoek<br />

vastliep en andere opsporingsmiddelen geen resultaat<br />

opleverden. Tegenwoordig wordt het sneller toegepast,” zegt<br />

Inge Klopper.<br />

Opsporingsberichtgeving moet snel<br />

maar niet klakkeloos worden ingezet. In<br />

de Aanwijzing opsporingsberichtgeving<br />

staat welke zaken in aanmerking komen<br />

voor het opsporingsmiddel. Het gaat om<br />

zogenaamde artikel 67 Strafvordering<br />

zaken. Dit zijn zaken waarvoor voorlopige<br />

hechtenis is toegestaan en die dus<br />

variëren van diefstal tot moord. “Niet elke<br />

zaak is natuurlijk geschikt. Het moet een<br />

goede afweging zijn: heeft het zin om dit<br />

aan het publiek te tonen?” meent Inge<br />

Klopper, (tijdelijk waarnemend) voorzitter<br />

van de Landelijke Selectiecommissie<br />

Opsporingsberichtgeving (LSO). Diederik<br />

Greive is sinds medio maart dit jaar de<br />

nieuwe voorzitter, hij heeft het stokje van<br />

Rieke Samson overgenomen.<br />

Hoewel het een effectief opsporingsmiddel<br />

is (het oplossingspercentage ligt gemiddeld<br />

op dertig procent) is het ook een zwaar middel.<br />

De inzet ervan maakt immers inbreuk<br />

op de privacy van verdachte en/of het<br />

slachtoffer. Er moet goed gekeken worden<br />

naar de ernst van het feit, de proportionaliteit<br />

en de subsidiariteit. Mede om die reden<br />

wordt een slachtoffer altijd van tevoren<br />

geïnformeerd dat er gebruik gemaakt wordt<br />

van opsporingsberichtgeving.<br />

Opsporingsberichtgeving kan op twee<br />

niveaus worden ingezet: landelijk of<br />

regionaal. In het eerste geval gaat het via de<br />

LSO. Op het regionale niveau gaat het via de<br />

regionale mediacommissies (RMC), onder<br />

voorzitterschap van de persofficier. “Er<br />

wordt veelal bekeken of het eerst regionaal<br />

kan worden ingezet en daarna landelijk. De<br />

afweging om regionaal of landelijk te gaan<br />

kan onder meer te maken hebben met de<br />

aard van het feit, de plaats delict en de kring<br />

van de getuigen,” zegt Coby van der Hoek,<br />

beleidssecretaris opsporingsberichtgeving.<br />

“Wanneer je de mogelijke dader via het regionale<br />

programma denkt te kunnen traceren<br />

is dat de eerst aangewezen weg. Bovendien<br />

is de inbreuk op de privacy, als gevolg van<br />

het kleinere bereik, minder.” Het is echter<br />

geen wet van Meden en Perzen om eerst<br />

regionaal en dan landelijk opsporingsberichtgeving<br />

in te zetten. Het kan net zo goed<br />

gelijktijdig of juist alleen landelijk wanneer<br />

de kans op bruikbare tips groter is. Veel parketten<br />

hebben een contract met een regionale<br />

omroep over opsporingsberichtgeving<br />

(zie kader).<br />

Opsporingsonderzoek<br />

Het wordt zeker niet als laatste redmiddel<br />

ingezet, het is regelmatig onderdeel van<br />

het lopende opsporingsonderzoek, zegt<br />

Catrien Zijlstra, jeugd- en voetbalofficier in<br />

Amsterdam. “In Amsterdam hangen veel<br />

camera’s; bij metrostations maar ook in de<br />

binnenstad. Als er aangifte wordt gedaan,<br />

worden de banden gelijk opgevraagd.<br />

Het bekijken van de banden op zoek naar<br />

de verdachte is tijdrovend maar zeker de<br />

moeite waard.” Zo kan op een minder ingrijpende<br />

manier de identiteit van de dader<br />

worden achterhaald, bijvoorbeeld via het<br />

inschakelen van buurtregisseurs die de<br />

daders van de beelden kunnen herkennen.<br />

Als dat geen resultaten oplevert, wordt het<br />

onderzoek voortgezet.<br />

Een volgende stap in het opsporingsonderzoek<br />

kan zijn dat de beelden in ‘Ter Plaatse’<br />

worden getoond. Al ruim vijf jaar wordt<br />

het opsporingsprogramma ‘Ter Plaatse’ op<br />

de regionale omroep RTV Noord-Holland<br />

uitgezonden. Producent Onno Vos moest<br />

vroeger nog wel eens zeuren om zaken.<br />

“Tegenwoordig weten ze ons goed te vinden,<br />

in de loop der jaren zijn we een begrip<br />

geworden.”<br />

Officier Zijlstra had laatst een zaak waarbij<br />

ze niet naar de verdachte op zoek was maar<br />

naar het slachtoffer. “Een vrouw had op<br />

straat geroepen ‘houd de dief’, getuigen<br />

hielden de verdachte staande. De politie<br />

kon vervolgens de verdachte oppakken. Hij<br />

werd voorgeleid voor diefstal met geweld,<br />

bedreiging met vuurwapen en bezit van<br />

vuurwapen. Maar zonder het slachtoffer<br />

konden een aantal van deze feiten niet worden<br />

bewezen. Ik heb toen besloten om een<br />

oproep te doen in ‘Ter Plaatse’. De vrouw<br />

heeft contact gezocht en aangifte gedaan.<br />

Levert ‘Ter Plaatse’ niets op dan kan men<br />

kiezen voor bijvoorbeeld Opsporing<br />

Verzocht, de Sp!ts, TMF en/of Bureau<br />

Misdaad.”<br />

De beelden worden gebruikt in het opsporingsonderzoek,<br />

maar geven Zijlstra ook<br />

een goed beeld van hoe het strafbaar feit is<br />

gepleegd. “Bij sommige zaken gebruik ik<br />

de beelden ook in de rechtszaal, zoals bij<br />

zaken van ongeregeldheden bij voetbalwedstrijden.”<br />

Preventief<br />

Van opsporingsberichtgeving kan ook preventieve<br />

werking uitgaan. “We zien regelmatig<br />

dat wanneer een opsporingsbericht<br />

in de Sp!ts wordt geplaatst, de dader zich<br />

meldt om te voorkomen dat hij ‘s avonds<br />

met zijn hoofd op de buis komt,” aldus<br />

beleidssecretaris Van der Hoek.<br />

Van der Hoek heeft gemerkt dat in de praktijk<br />

het middel bij veel zaaksofficieren en<br />

met name de jongere niet goed bekend is<br />

en draagvlak ontbreekt voor het inzetten<br />

van het middel. “Zowel over het procesmatige<br />

als over de effectiviteit tast men in het<br />

duister en gaat men meestal af op het advies<br />

van de recherche. Echter, ook het idee dat<br />

er ontzettend veel tijd met de inzet (voor-<br />

bespreking, reconstructies etc.) gemoeid is,<br />

weerhoudt velen ervan om tot inzet over te<br />

gaan. Zowel bij politie als <strong>OM</strong>.” Terwijl het<br />

nu juist tijdwinst op kan leveren. In plaats<br />

van een aantal rechercheurs een aantal<br />

dagen langs de huizen te laten gaan in het<br />

kader van een buurtonderzoek, zend je een<br />

opsporingsbericht uit.<br />

Er zijn nu meer mogelijkheden en alles is<br />

een stuk professioneler geworden. Er is<br />

een goede en snelle samenwerking met de<br />

Dienst Nationale Recherche-informatie van<br />

het KLPD, die de operationele kant van het<br />

opsporingsbericht begeleidt.<br />

Via de LSO wordt getracht het middel meer<br />

onder de aandacht van de officieren en<br />

recherchechefs te brengen. Daarom bekijkt<br />

een werkgroep van <strong>OM</strong>-ers, politiemensen<br />

en communicatiedeskundigen hoe het<br />

opsporingsmiddel meer bekend kan worden<br />

zodat het op het juiste moment en op<br />

de juiste wijze wordt toegepast.<br />

“Het uitgangspunt is dat het geen publieksvoorlichting<br />

over criminaliteitsbestrijding<br />

is, maar een opsporingsmiddel, met de<br />

afweging om het wel of niet in te zetten en<br />

wat de kans is dat het publiek reageert. We<br />

zorgen er wel voor dat het ‘aantrekkelijk’ is<br />

om naar te kijken, maar het gaat niet om de<br />

journalistieke waarde,” benadrukt Klopper.<br />

Tekst: Anne Hoeksema<br />

Voorlichtingsmiddag<br />

Uit de praktijk is gebleken dat men, zowel<br />

binnen politie- als <strong>OM</strong>-land, niet altijd<br />

bekend is met het opsporingsmiddel en het<br />

draagvlak onvoldoende is om het middel<br />

in te zetten. Om die reden organiseert het<br />

parket Amsterdam in co-productie met de<br />

politie Amsterdam-Amstelland op 20 april<br />

een voorlichtingsmiddag. Doel hiervan is te<br />

laten zien welke mogelijkheden er zijn om<br />

dit opsporingsmiddel optimaal te kunnen<br />

benutten en alles wat daarmee samenhangt<br />

toe te lichten. Dit gebeurt onder meer in<br />

samenwerking met de contractpartners<br />

opsporingsberichtgeving en de afdelingen<br />

Voorlichting van het parket Amsterdam en<br />

de politie Amsterdam-Amstelland.<br />

Opsporingsberichtgeving in de media<br />

Landelijk:<br />

• Opsporing Verzocht (Ned 2: dinsdag 20.30<br />

uur)<br />

• Bureau Misdaad (RTL 5: donderdag 21.30<br />

uur, momenteel niet uitgezonden)<br />

• Arbeidsvitaminen ‘One Minute’ (3FM:<br />

iedere werkdag 10.30 uur)<br />

• TMF ‘Factory Facts’ (TMF: woe, do, zat.<br />

tussen 07.00 en 11.00 uur)<br />

• SP!TS: elke dinsdagochtend een zaak die<br />

’s avonds in Opsporing Verzocht wordt<br />

getoond<br />

• NOS: korte opsporingsberichten na de<br />

journaals op Ned. 1, 2 en 3<br />

• SBS: korte opsporingsberichten na Hart<br />

van Nederland<br />

• Tiscali.nl: wekelijks een opsporingsbericht<br />

op de homesite<br />

• Politie.nl: zowel de landelijke opsporingsberichten<br />

als de opsporingsberichten<br />

per politieregio<br />

Regionaal:<br />

• Ter Plaatse (RTV Noord-Holland)<br />

• Team West (RTV West)<br />

• De Gouden Tip (L1 Televisie)<br />

• Bureau Brabant (Omroep Brabant)<br />

• Bureau Hengeveld (RTV Utrecht)<br />

• Opsporing Noord (RTV Noord)<br />

• Plysje Post (Omrop Fryslan)<br />

• Onder de loep (RTV Oost)<br />

• Ook zijn er ad hoc samenwerkingsverbanden<br />

met TV Rijnmond


20 OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Interview 21<br />

‘Bouw vijf robuuste parketten’<br />

Cyrille Fijnaut begrijpt de <strong>OM</strong>-organisatie vaak niet<br />

“Vorm het <strong>OM</strong> om tot vijf robuuste parketten,” adviseert Cyrille<br />

Fijnaut. Want de huidige <strong>OM</strong>-organisatie is veel te ingewikkeld<br />

en kostbaar. Interview met de criminoloog over ambtelijke<br />

bleekheid van officieren, pretentieuze verhalen van korpschefs<br />

en domme strategie van topcriminelen.<br />

Al decennia lang absorbeert de criminoloog<br />

kennis over politie, justitie en criminaliteit.<br />

Toch is professor Cyrille Fijnaut, verbonden<br />

aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van<br />

de Universiteit van Tilburg, pas in de loop<br />

der tijd steeds scherper gaan zien hoe het<br />

<strong>OM</strong> de spin in het rechtsstaatsweb is, zegt<br />

hij zelf. “Het gezag over politie en opsporingsdiensten.<br />

Het vervolgingsmonopolie.<br />

De brug naar de rechter, departement en<br />

wetgever: Het <strong>OM</strong> is cruciaal in de rechtsstaat,<br />

en dus is een voortreffelijk <strong>OM</strong> nodig,<br />

met goede mensen van hoog tot laag in de<br />

organisatie. Hier en daar zijn er natuurlijk<br />

<strong>OM</strong>’ers die intellectueel en operationeel<br />

bijscholing behoeven, maar in doorsnee<br />

slaagt het <strong>OM</strong> erin om goede mensen aan te<br />

trekken en te behouden. Alleen, de <strong>OM</strong>’ers<br />

staan te weinig met het gezicht naar de<br />

samenleving.”<br />

Omdat velen gewoon anoniem, inhoudelijk<br />

en met distantie willen werken?<br />

“Officieren moet niet afstandelijk en anoniem<br />

willen werken. Dat is de ambtelijke<br />

bleekheid die het <strong>OM</strong> en heel Nederland<br />

kenmerkt: uitgesproken persoonlijkheden<br />

ziet men hier niet graag. Maar de samenleving<br />

moet zien dat het <strong>OM</strong> een goede organisatie<br />

is; bekende gezichten moeten die<br />

kwaliteit van de organisatie weerspiegelen.<br />

De maatschappij moet zien dat er officieren<br />

zijn die ertoe doen, die er op de bühne<br />

stáán. Daar hebben de mensen vertrouwen<br />

in, niet in structuren van de organisatie<br />

want die zijn voor hen ongrijpbaar.”<br />

De structuur van het <strong>OM</strong> – ook en zeker als<br />

de reorganisatie is afgerond – is te ingewik-<br />

keld, meent Fijnaut. Ook voor hem “als welwillende<br />

buitenstaander die thuis kubieke<br />

meters <strong>OM</strong>-papier heeft opgestapeld”, is<br />

het lastig. Akkoord, de afzonderlijke parketten<br />

konden niet alle expertise in huis<br />

hebben en zijn kwetsbaar. “Maar ik zie de<br />

zin niet in van de oplossing die daarvoor<br />

gekozen is: de komst van een Landelijk<br />

Parket, met daarnaast weer een afzonderlijk<br />

Functioneel Parket. Dan laat je alle<br />

huidige parketten voortbestaan, bouw je er<br />

een Functioneel Parket bij, om die nieuwe<br />

organisatie vervolgens via verschillende<br />

Handhavingseenheden weer te deconcentreren.<br />

Dat zijn kostbare en ingewikkelde<br />

manoeuvres voor een klein land. De burger<br />

begrijpt dat niet.”<br />

Is dat zo erg als het ondertussen wel werkt?<br />

“Ja dat is erg. Want juist omdat het <strong>OM</strong> in<br />

de rechtstaat die cruciale plaats inneemt<br />

moeten welwillende mensen de organi-<br />

Functioneel Parket nodig dat de FIOD-ECD<br />

aanstuurt.<br />

Ik ben gecharmeerd van het Duitse <strong>OM</strong>,<br />

dat grote parketten kent die alles kunnen<br />

en elke specialisme in huis hebben.<br />

Ik zou me goed kunnen voorstellen dat<br />

het Nederlandse <strong>OM</strong> slechts vijf serieuze<br />

parketten telt. Bouw vijf robuuste parketten<br />

met daarin groepen van specialisten.<br />

Daarmee voorkom je dat je voortdurend<br />

wordt gedwongen tot coördineren en budget<br />

verdelen.”<br />

Dan verdwijnt de couleur locale.<br />

“Die hoeft helemaal niet te verdwijnen,<br />

die kan binnen de grote parketten worden<br />

behouden. Je moet een onderscheid maken<br />

tussen de rechterlijke organisatie en de<br />

organisatie van het <strong>OM</strong>. Er moet wel dichtbij<br />

mensen worden rechtgesproken, maar<br />

het <strong>OM</strong> hoeft niet op diezelfde maat te worden<br />

georganiseerd. Elke politieregio krijgt<br />

gewoon zijn eigen officieren van justitie.”<br />

Na een studie aan de Nederlandse<br />

Politieacademie werkte Cyrille Fijnaut<br />

tussen 1968 en 1973 als inspecteur bij de<br />

gemeentepolitie in Tilburg. Daarna dook hij<br />

de wetenschap in. Tussen 1986 en 1997 was<br />

hij hoogleraar strafrecht en criminologie<br />

‘Een politietop die niet solidair<br />

is met het <strong>OM</strong>, keert zich af van<br />

de rechtsstaat’<br />

satie ervan begrijpen. Het is nu overgeorganiseerd<br />

en daardoor onoverzichtelijk.<br />

Neem de aanpak van sigarettensmokkel.<br />

Tachtig procent van wat je moet kunnen<br />

om dat effectief te bestrijden, betreft<br />

kennis en vaardigheden die je ook al in<br />

reguliere onderzoeken gebruikt; het zijn<br />

dezelfde bevoegdheden. En dus heb je geen<br />

in Rotterdam, en tussen 1989 en 2004 was<br />

hij dit ook in Leuven. Voor de commissie-<br />

Van Traa publiceerde hij (samen met Frank<br />

Bovenkerk, Gerben Bruinsma en Henk<br />

van de Bunt) in 1996 de enquête-rapporten<br />

over “Georganiseerde criminaliteit in<br />

Nederland” en tussen 1996 en 1997 onderzocht<br />

hij in opdracht van het Belgische<br />

parlement het opsporingsonderzoek naar<br />

de Bende van Nijvel. In 1996 ondersteunde<br />

hij ook het Belgische parlementaire onderzoek<br />

naar het opsporingsonderzoek in<br />

de Dutroux-zaak. Het zijn slechts enkele<br />

onderdelen van het duizelingwekkende CV<br />

van de 59-jarige Fijnaut.<br />

Wat drijft u?<br />

“Tja, wat drijft me... Ik sta voor de publieke<br />

zaak, ik heb me nooit tot de private sector<br />

aangetrokken gevoeld. Het is een privilege<br />

om te kunnen onderzoeken en schrijven<br />

op een universiteit, niet ingekaderd door<br />

politieke of economische belangen. Hier<br />

kan ik mezelf zijn en staan voor de publieke<br />

zaak: het belang van een behoorlijke rechtsstaat<br />

die fair en doeltreffend is. Bij ‘de Bende<br />

van Nijvel’ en ‘Dutroux’ heb ik gezien wat er<br />

gebeurt als een rechtsstaat niet doeltreffend<br />

is – dat is net zo erg als een rechtsstaat die<br />

unfair is.”<br />

Staan voor de publieke zaak en de rechtsstaat<br />

– het zijn precies die dingen die volgens<br />

Fijnaut de laatste tijd onvoldoende<br />

aandacht kregen bij de Nederlandse politietop,<br />

toen die pleitte voor doorontwikkeling<br />

van het huidige decentrale politiebestel.<br />

Zelden zijn korpschefs hardhandiger<br />

over de knie gelegd dan Fijnaut deed op<br />

het afscheidssymposium voor Utrechtse<br />

korpschef Jan Wiarda. Fijnaut noemde<br />

het “kortzichtig en zorgwekkend” dat de<br />

korpschefs een strategische alliantie met de<br />

korpsbeheerders waren aangegaan. “Door<br />

deze eenzijdige positionering zetten zij heel<br />

bewust grote legitieme belangen van andere<br />

“Tijdig terreurverdachten aanhouden belangrijker dan een succesvolle vervolging.” Foto’s: Onno Kummer<br />

instellingen bij een behoorlijke organisatie<br />

en goede werking van het politiebestel opzij.<br />

In de eerste plaats de rechterlijke macht.<br />

Ik aarzel niet om te zeggen: een politietop<br />

die geen gezagsvolle solidariteit opbrengt<br />

met het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> en, op de achtergrond,<br />

de rechtsprekende macht, keert<br />

zich af van de rechtsstaat. In de tweede<br />

plaats belangrijke ministeries als Financiën,<br />

Economische Zaken, Landbouw en VR<strong>OM</strong><br />

en meer bepaald hun landelijke bijzondere<br />

opsporings- en inspectiediensten. En in de<br />

derde plaats ook de inlichtingendiensten en<br />

de krijgsmacht.”<br />

Wat Fijnaut evenzeer stoort, is dat de<br />

Nederlandse politie op eigen houtje een<br />

visie – ‘Politie in ontwikkeling’ – heeft geformuleerd.<br />

In de uitwerking van deze visie<br />

las Fijnaut dat de politie ‘moet waken tegen<br />

de invloed van diegenen die zich buiten de<br />

maatschappelijke orde plaatsen’. Fijnaut:<br />

“Zeker wanneer wordt geformuleerd dat de<br />

Nederlandse politie er is om ‘het kwaad’ in<br />

onze samenleving tegen te houden neemt<br />

zij griezelige, moralistische en onrechtstatelijke<br />

proporties aan.”<br />

“In een rechtsstaat moet de politie, onder<br />

het bevoegd gezag, instaan voor handhaving<br />

van de rechtsorde. En niet met de<br />

machtsmiddelen waarover zij beschikt, zélf<br />

een vage politiële orde aan een samenleving<br />

willen opleggen. Dat is een doodenge<br />

vorm van machtsusurpatie die zelfs trekken<br />

vertoont van politiestatelijk denken. Ik had<br />

nooit gedacht dat zo’n stuk in Nederland<br />

ooit gemaakt zou worden.”<br />

“Bizar” vindt Fijnaut de zogenaamd nieuwe<br />

‘nodale oriëntatie’ van de korpschefs die<br />

niet de plek maar de stromen van mensen,<br />

goederen, geld en informatie centraal stelt.<br />

“Het is prietpraat. Alsof de politie nu ineens<br />

iets heel nieuws bedenkt. Politiekorpsen<br />

zijn in Europa sedert eeuwen belast met<br />

controle op mensen- en goederenstromen.<br />

Neem grensovergangen, grote wegen en


22<br />

rivieren, verkeersrotondes, lucht- en zeehavens,<br />

hoofdkantoren van internetproviders,<br />

de centrales van banken... Zijn op al die<br />

punten al niet allerlei instanties actief zoals<br />

de Koninklijke marechaussee, de douane,<br />

de Nederlandse Bank? Nee, de nodale orientatie<br />

is een blinde slag in het luchtruim.<br />

Kijk hier,” zegt Fijnaut terwijl hij bladert<br />

door Closing the gap, het stuk waarin de<br />

Engelse politie haar toekomst verkent.<br />

“Dat is heel andere koek dan het stuk dat de<br />

Nederlandse politie ons voorschotelt.”<br />

Justitie had toen wel het gezag over de<br />

politie...<br />

“Justitie móét zich ook harder opstellen<br />

tegen de politie, en dat kan overigens best in<br />

fatsoenlijke bewoordingen. De politie heeft<br />

als referentiepunt de rechter en dat gaat<br />

gelukkig via het <strong>OM</strong>. Als je maar van alles<br />

beweert zonder rekening te houden met dat<br />

referentiepunt, dan is dat ongepast.”<br />

Over de analyse van de commissie-<br />

Leemhuis is Fijnaut heel wat meer te spreken,<br />

hoewel hij het jammer vindt dat in<br />

haar rapport het functioneren van de politie<br />

eenzijdig als een staatskundige kwestie van<br />

bestuur, beleid en beheer is gedefinieerd.<br />

“Ook deze commissie heeft niet nagegaan<br />

of het politiebestel dat zij voorstaat, is<br />

opgewassen tegen de confrontatie met<br />

harde, ten dele ook grensoverschrijdende,<br />

problemen als islamistisch terrorisme,<br />

zware gewelddadige en/of georganiseerde<br />

misdaad, plotse hevige rellen ergens in het<br />

land, natuur- en milieurampen of chaotische<br />

verkeersproblemen.”<br />

Fijnaut ziet het liefst een nationaal korps<br />

van specialisten ontstaan. Eenduidig aangestuurd,<br />

dus wendbaar en slagvaardig als<br />

de situatie erom vraagt.<br />

Maar helaas staat operationele slagkracht,<br />

geleverd door gespecialiseerde professionals<br />

in de frontlijnorganisatie die de politie<br />

is, niet centraal. Bureaucratisering heeft er<br />

volgens Fijnaut bijvoorbeeld toe geleid dat<br />

uitvoerend politiewerk structureel wordt<br />

ondergewaardeerd. “Je durft haast niet op<br />

te schrijven wat leden van Aanhoudings-<br />

en ondersteuningseenheden verdienen,<br />

en hoe miserabel de fooien zijn die ME’ers<br />

krijgen om voetbalspelletjes van miljonairs<br />

te beveiligen. Het zijn toch niet de vele<br />

management-assistentes, communicatiehelpers<br />

en beleidsmedewerkers die onregelmatige<br />

dienst doen en op straat de klappen<br />

opvangen?”<br />

Hij vindt het moeilijk te overzien, maar<br />

Fijnaut denkt dat de zware criminelen weer<br />

wat fermer tegemoet worden getreden. “In<br />

Amsterdam zie je dat men onder recherchechef<br />

Willem Woelders nu zwaar inzet<br />

op de zogenoemde Hollandse netwerken,<br />

Joegoslaven en andere groepen, terwijl ik in<br />

2001/2002 wel eens dacht: wat gebeurt er nu<br />

eigenlijk? Er was in de tweede helft van de<br />

jaren negentig als gevolg van de reorganisatie<br />

van de politie en door de bevindingen<br />

van ‘Van Traa’ wat luwte ontstaan.”<br />

De criminelen hebben hernieuwde aandacht<br />

ook over zich afgeroepen, meent<br />

Fijnaut. “Al die liquidaties in de vastgoedbranche,<br />

daar moet je op reageren en niet<br />

zeggen: ja maar in totaal neemt het aantal<br />

moorden af. Die criminelen hebben de<br />

overheid geprovoceerd en dan roep je de<br />

zwaardmacht van de staat over je af. Een<br />

contraproductieve, domme strategie.”<br />

Ondertussen wordt er geen zaak opgelost.<br />

“Dat vind ik niet zo’n punt. Je moet geduld<br />

opbrengen want het kan jaren duren. In<br />

Italië en New York duurt het soms ook tien<br />

jaar voordat zware zaken worden opgelost.<br />

Je moet nu een recherche en een <strong>OM</strong><br />

bouwen die steengoed zijn en Ausdauer<br />

hebben. En daarbij moet Nederland wat<br />

meer bieden aan meewerkende getuigen.<br />

Kamer en regering zijn te terughoudend in<br />

het doen van toezeggingen als getuigenbescherming<br />

en het temperen van vervolging.<br />

Nee, dat is niet onproportioneel tegen mensen<br />

die menen zich met geweld boven de<br />

rechtsstaat te kunnen stellen. De rechtstaat<br />

‘De rechtsstaat mag geen vrijplaats<br />

creëren voor hen die het meeste<br />

geweld gebruiken’<br />

mag geen vrijplaats creëren voor diegenen<br />

die het meeste geweld gebruiken.”<br />

Het recente vonnis tegen de ‘Hofstadgroep’<br />

heeft hij wegens tijdgebrek nog niet bestudeerd,<br />

maar Fijnaut behoort niet tot degenen<br />

die een snelle aanhouding te allen tijde<br />

willen voorkomen.<br />

Omdat moderne terroristen niet onderhandelen,<br />

maar zonder enig voorteken en met<br />

opoffering van het eigen leven veel slachtoffers<br />

kunnen maken, is vroegtijdig optreden<br />

geboden. Snel aanhouden om informatie<br />

te verkrijgen en aanslagen te voorkomen, is<br />

volgens Fijnaut cruciaal: “De EVRM-rechtspraak<br />

laat er geen twijfel over bestaan dat<br />

het voorkomen van terroristische aanslagen<br />

door de tijdige aanhouding van verdachten<br />

voorrang heeft op een succesvolle vervolging<br />

van de daders achteraf. Dat uitgangspunt<br />

zouden de verantwoordelijke justitiële<br />

autoriteiten trouwens veel beter moeten<br />

uitdragen.”<br />

Tekst: Pieter Vermaas<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Kort 23<br />

Landelijke bezwarencommissie<br />

voor reorganisatie<br />

Goede en eenduidige adviezen op<br />

‘reorganisatie-bezwaarschriften’ van rijks-<br />

en rechterlijke ambtenaren. Dat is het doel<br />

van de op 17 maart ingestelde Landelijke<br />

Bezwarenadviescommissie <strong>Openbaar</strong><br />

<strong>Ministerie</strong> (LBAC-<strong>OM</strong>).<br />

De LBAC-<strong>OM</strong> zal adviseren inzake alle bezwaarschriften tegen alle<br />

besluiten die zijn genomen in het kader van de <strong>OM</strong>-reorganisatie.<br />

Die bezwaren betreffen bijvoorbeeld besluiten over de aanwijzing<br />

als functievolger, de aanwijzing als herplaatsingskandidaat, de<br />

interpretatie van het begrip ‘passende functie’ en de toekenning van<br />

voorzieningen in het kader van sociaal-flankerend beleid.<br />

Met de LBAC is een centrale adviescommissie ontstaan die voldoet<br />

aan de wettelijke eisen. Bezwaarschriften op het gebied van de<br />

<strong>OM</strong>-reorganisatie hoeven daarmee niet meer te worden gericht<br />

aan twee andere bestaande adviescommissies: de lokale ambte-<br />

‘Webstrijd’ voor jongeren<br />

Het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong> en de Rechtspraak<br />

organiseren samen met Kennisnet een<br />

ThinkQuest Try Out wedstrijd over criminaliteit<br />

en recht. Jongeren (10-14 jaar) maken bij deze<br />

wedstrijd een website waarin ze aangeven hoe<br />

criminaliteit in de wijk naar hun idee het beste<br />

aangepakt kan worden.<br />

De ‘webstrijd’ is op 1 februari van start gegaan. Het doel van de wedstrijd<br />

is jongeren bewuster te maken van de samenleving en in het<br />

bijzonder van de Nederlandse rechtstaat. Welke regels zijn er en wie<br />

maakt die regels eigenlijk? Wat moet er gebeuren met mensen die de<br />

regels overtreden? Moeten ze de gevangenis in of klusjes doen? De<br />

jongeren zijn vrij in het vormgeven en vullen van hun website over<br />

criminaliteit. De websites worden gemaakt met de WebsiteMaker<br />

van Kennisnet. Jongeren kunnen hiermee zonder kennis van websitebouw<br />

eenvoudig een eigen website maken. Ze kunnen individu-<br />

lijke commissies ex art 7:5 Awb of de Adviescommissie bezwaarschriften<br />

Awb inzake personele aangelegenheden van het<br />

ministerie van Justitie. De centrale positie van de LBAC moet een<br />

aantal voordelen opleveren: bundeling van juridische en organisatiekennis,<br />

een professioneel secretariaat bij CAOP, één locatie voor<br />

hoorzittingen (CAOP Den Haag), efficiency en eenheid in adviezen.<br />

De LBAC kent één centraal coördinatiepunt gevestigd op de afdeling<br />

P&O van het Parket-Generaal, voor voortgangscontrole, termijnbewaking<br />

en communicatie. Het coördinatiepunt moet ook<br />

voorkomen dat bezwaarschriften bij de verkeerde commissie binnenkomen.<br />

Zo is ontslag wegens reorganisatie een zogenoemde<br />

‘zware personele beheersbeslissing’. Een bezwaarschrift daartegen<br />

moet niet aan de LBAC-<strong>OM</strong> worden voorgelegd, maar aan de<br />

adviescommissie van het ministerie van Justitie.<br />

De LBAC-<strong>OM</strong> staat onder voorzitterschap van Hans Blok, Joost<br />

Hulsenbek en Henk Wooldrik. In de commissie hebben ook de<br />

Nederlandse Vereniging van Rechtspraak en het Georganiseerd<br />

Overleg <strong>Ministerie</strong> van Justitie elk vertegenwoordigers afgevaardigd.<br />

Tekst: Pieter Vermaas<br />

eel of met een groep meedoen. Er hebben ruim driehonderd jongeren<br />

zich aangemeld om een website te maken.<br />

De jongeren hadden tot 2 april de tijd om aan hun website te bouwen.<br />

Een jury bestaande uit procureur-generaal Rieke Samson,<br />

een officier van justitie, een rechter en de redactieleden van de<br />

VetVerkeerd website (jongerensite van het <strong>OM</strong>) selecteren de drie<br />

beste websites. Door middel van een poll op Kennisnet kiezen de<br />

jongeren zelf de uiteindelijke winnaars. Deze zullen voor de Open<br />

dag van de Rechtspraak bekend worden gemaakt.<br />

Prijzen<br />

De winnaars worden uitgenodigd een bezoek te brengen aan een<br />

rechtbank in de buurt. Hier kunnen ze vragen stellen aan een officier<br />

van justitie en een rechter. Daarnaast zijn er ook prijzen om<br />

mee naar huis te nemen. Voor de winnende klas of groep is er één<br />

digitale camera voor de klas en voor de individuele winnaar een<br />

iPod Nano.<br />

Tekst: Anne Hoeksema


24<br />

Personalia<br />

Zutphen<br />

Rectificatie: Dunja de Vries is sinds 1 december in dienst getreden<br />

bij het parket.<br />

Amsterdam<br />

Marianne Bloos (teamleider) heeft per 15 maart het parket<br />

Amsterdam verlaten. Ze is nu plaatsvervangend hoofdofficier bij<br />

het Functioneel Parket. Linda van Bakel en Dewi Groot zijn tevens<br />

uit dienst getreden.<br />

Ressortsparket Amsterdam<br />

Els Leuftink (communicatie-adviseur) verlaat per 7 april het <strong>OM</strong> en<br />

gaat de advocatuur in.<br />

Utrecht<br />

In dienst: Joris Flesch is op 13 maart gestart als ketenmanager voor<br />

Veiligheidshuis Amersfoort. Esther Jongeneel is enkele weken aan<br />

de slag gegaan in dezelfde functie, maar dan in Veiligheidshuis<br />

Utrecht.<br />

Femke Willems en Astrid de Mink starten als allround administratief<br />

medewerkers in Team Utrecht Buiten.<br />

Melanie Nijenhuis is begonnen als substituut officier van justitie.<br />

Uit dienst: administratief medewerker Peter Wolf verlaat het parket<br />

per eind maart.<br />

Den Bosch<br />

In februari zijn de volgende personen in dienst gekomen: Floor<br />

Baars als teamsecretaresse en Yvonne Spee als allround secretaresse.<br />

In maart is Karin Dalleu begonnen als administratief medewerker<br />

bij team Eindhoven/Peelland; Julia Santing is begonnen als<br />

teamsecretaresse bij het Bijzondere Zaken Team. Vera Sluijter is als<br />

administratie medewerker bij Kanton/Mulder aan de slag gegaan;<br />

Ingrid Ter Horst is begonnen als juridisch team secretaresse bij<br />

Team Eindhoven/Peelland; Jeanette Smallegang is het team<br />

Eindhoven/Peelland komen versterken; Jaquoline Kasse is begonnen<br />

als administratief juridisch medewerker.<br />

De volgende collega’s zijn gedetacheerd: Judith van de Meerakker<br />

bij team Eindhoven / Peelland; Geert Broeren naar parket Breda;<br />

John Heesakkers naar Utrecht, project GPS; Edwin van de<br />

Westerlaken naar PAG; Cathelijne Willemen naar politie; Irma<br />

Goossens en Ankie van der Wijst naar Functioneel Parket.<br />

Uit dienst zijn getreden: Nelly de Werd-Moonen; Gerda Scheers-<br />

Dona; Jacqueline Wolfs, Linda van de Hoven is overgestapt naar<br />

het Functioneel Parket; Ruth Bolth is begonnen bij de Raad voor de<br />

Kinderbescherming; Michiel Dickerscheid is overgestapt naar het<br />

Functioneel Parket; Ferry Molendijk is overgestapt naar het Parket-<br />

Generaal; Carmen Polman vertrekt binnenkort naar de gemeente<br />

Nijmegen; Julitta Beerthuizen is begonnen bij de CV<strong>OM</strong>.<br />

Breda<br />

Elke Kool is begonnen als parketvoorlichter; Michael Okoe is in<br />

dienst getreden als algemeen administratief medewerker; Henk<br />

van Hooijdonk is begonnen als vakgericht administratief juridisch<br />

medewerker; Toon van den Heijkant is aangenomen als medewerker<br />

logistiek; Ton Haest komt het parket Breda versterken als<br />

adjunct-parketsecretaris in de unit Lokale Zorg.<br />

Middelburg<br />

Danielle Westveer is in dienst gekomen als algemeen administratief<br />

medewerker; Marc Jansse is in dienst gekomen in de functie van<br />

allround facilitair medewerker.<br />

Uit dienst zijn getreden: Vera Opdam; Rutger Nouse en Ilona de<br />

Moor.<br />

Rotterdam<br />

Sinds het begin van 2006 zijn de volgende nieuwe administratieve<br />

medewerkers aan de slag gegaan: Vildan Andac, Iris Annard, A.S.<br />

Kalloe, Edwin Ouwerkerk, T.M.D. Quach, Silvia Rodrigues en V.<br />

da Silva Gregorio Goncalves. Een nieuwe medewerker administratie<br />

personeelsbeheer is Nancy Partoredjo. Maaike Molendijk<br />

en Vanessa Post zijn aangetreden als senior parketsecretaris. Aart<br />

Lodder is begonnen als plaatsvervangend officier van justitie enkelvoudige<br />

zittingen. De functie van financial controller wordt vervuld<br />

door J. Voogt.<br />

Parket Zwolle-Lelystad, vestiging Lelystad<br />

Gerard Veenstra is bij Koninklijk Besluit van 16 februari 2006<br />

benoemd tot fungerend hoofdofficier voor de politieregio<br />

Flevoland. Per 1 februari is Rob van der Velde begonnen als recherche<br />

officier.<br />

Vestiging Zwolle<br />

Per 1 februari 2006 is Fianne Feenstra begonnen als medewerker<br />

servicedesk.<br />

Uit dienst, vestiging Lelystad: Jetty Bult, officier van justitie, is overgestapt<br />

naar Prisma; Ietje Vermeulen, officier van justitie, heeft per<br />

1 februari 2006 de vestiging Lelystad verlaten. Zij is advocaat-generaal<br />

geworden in Leeuwarden.<br />

Uit dienst: Maaike Schrijver, medewerker control, is overgeplaatst<br />

naar DV<strong>OM</strong>-F; Taner Taskiran, algemeen administratief medewerker,<br />

is overgeplaatst naar CV<strong>OM</strong>; Hugo Pos is per 1 januari<br />

2006 formeel overgeplaatst naar de rechtbank in Zwolle. Hugo was<br />

beleidsmedewerker, hij is rechter geworden bij de rechtbank in<br />

Lelystad.<br />

<strong>OM</strong> Verandert<br />

Femmieke Jonkman en Jane Klompenhouwer treden per 1 april<br />

uit dienst bij het <strong>OM</strong> Verandert.<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Personalia 25<br />

CV<strong>OM</strong><br />

Chrisner Michel en Joshua Patty zijn als medewerkers post/repro<br />

begonnen; De Mulderunit is per 1 februari versterkt met Malou<br />

Kaplanian, Mualla Yilmaz, Irene Somaroe, Brigitte Kilian, Rukiye<br />

Turhan, Anthony Legein, Helga Faber en Annet van Amerongen.<br />

Per 15 februari zijn daarbij de volgende medewerkers gekomen:<br />

Henk Oolbekkink, Ernst Wouters, Shakila Doerga, Marc de Man,<br />

Anne-Marie Wieser, Wim ter Horst, Yvonne Matser, Riënk Avink,<br />

Linda van den Hoven, Kitty van der Wielen, Grace Kooijman en<br />

Ingrid Vergouwe. Op 20 februari is Coen Coolen binnengekomen<br />

als unitmanager. Nog een aantal Muldermedewerkers kwamen<br />

vanaf 1 maart binnen, te weten Ronald de Joode, Ilona Bontan,<br />

Ria Oosterbaan en Petra Heidinger. Ook is per 1 maart Patrick<br />

Molenaar als applicatiebeheerder aangesteld. Op 7 maart is nog<br />

een Muldermedewerker binnengekomen, Evelien Vogel genaamd.<br />

Taner Taskiran en Julitta Beerthuizen zijn per 13 maart voor de<br />

unit Mulder gaan werken en Hein van Wandelen per 15 maart.<br />

Een deel van bovenstaande CV<strong>OM</strong>-medewerkers komt van<br />

het BV<strong>OM</strong> en de parketten Arnhem, Den Haag, Den Bosch en<br />

Amsterdam.<br />

Dordrecht<br />

Jantina Voogt is begonnen als financial controller; Er zijn twee<br />

nieuwe beleidsmedewerkers aangesteld: Drieska Roks en Sandra<br />

Harleman. Met ingang van 1 april gaat Sanne Groen aan de slag als<br />

officier van justitie.<br />

Vertrokken collega’s: Per 1 februari is Bianca Burgers vertrokken<br />

naar Parket Middelburg.<br />

Groningen<br />

Per 1 april maakt Ton Kooi, documentalist, gebruik van de FPUregeling.<br />

Berend Kremer, medewerker FA gaat over naar het parket<br />

Assen.<br />

Haarlem<br />

Anja Huzemeier is begonnen als personeelsmanagementadviseur<br />

bij het Stafbureau. Annemarie Klein gaat over van team Schiphol<br />

naar het Serviceteam.<br />

Roermond<br />

Carla Alberts is benoemd tot officier van justitie enkelvoudige<br />

zaken in vaste dienst; Frans Pommer is benoemd tot officier eerste<br />

klasse; Toine van de Ven is benoemd tot plaatsvervangend officier<br />

van justitie; Neeltje Keeris is benoemd tot officier van justitie in de<br />

rang van substituut-officier.<br />

Den Haag<br />

Anne-Katrien Banning is aangesteld als officier van justitie; Iduna<br />

Brink is aangesteld als plaatsvervangend officier van justitie; Sonja<br />

Taal is begonnen als secretaresse; Vincent Blommesteijn en Ineke<br />

Havermans zijn in dienst getreden als beleidssecretaris; Tessa van<br />

Lit is aangesteld als administratief medewerker; Karin Hofman is<br />

in dienst getreden al management assistent; Hedy Kaufmann is in<br />

dienst getreden als ambtelijk secretaris OR; Karelle Villerius is aan<br />

de slag gegaan als beleidsmedewerker en Yvette Wanders als P&Oadviseur.<br />

Arrondissementsparket Leeuwarden<br />

Fred Janssens verplaatst zijn werkzaamheden als officier van justitie<br />

naar het parket Groningen.<br />

Anneke Rietveld is aangesteld als officier van justitie; Gymoon<br />

van Oostveen is begonnen als medewerker post en administratie;<br />

Ginette Nijland is begonnen als management-assistente; Sanne<br />

Bolt is begonnen als adjunct-parketsecretaris; D’Edsiren Jansen is<br />

in dienst gekomen als adjunct-parketsecretaris; Thijs Kapinga is<br />

aangesteld als togamaster.<br />

Uit dienst zijn getreden: Roelof de Graaf, officier van justitie;<br />

Roland Wijmenga, specialistisch beleidsmedewerker bestuur;<br />

Harry Luiken, senior parketsecretaris specialist Mulder; Letty van<br />

der Heijden, was adjunct parketsecretaris<br />

Ressortsparket Leeuwarden<br />

In dienst is getreden: Meint Geerds in de functie van advocaatgeneraal;<br />

Ietje Vermeulen is begonnen als advocaat-generaal;<br />

Mathieu Hoogduin en Harry Luiken zijn aangesteld als senior<br />

secretaris; Carlo Boonstra en Yvonnen Lourens zijn begonnen als<br />

allround administratief medewerker; Astrid Wijnsma-Schuin is<br />

aangsteld als togamaster.<br />

BO<strong>OM</strong><br />

Aart Lodder, strafrechtelijk juridisch adviseur/teamleider CEBES is<br />

per 1 maart overgestapt naar het parket Rotterdam.<br />

Parket-Generaal<br />

Rieke Samson is benoemd tot procureur-generaal.<br />

Alicia Sopacua begint bij DV<strong>OM</strong>-F in Den Bosch; Rabia Tanoti is<br />

begonnen als medewerker personeelsmanagement en rechtspositie<br />

bij afdeling Personeel en Organisatie; Stan Gielen verricht werkzaamheden<br />

die zijn voortgekomen uit het project PIOFAH.<br />

Hill de Ronde heeft het Parket-Generaal verruild voor het ministerie<br />

van Algemene Zaken.<br />

BV<strong>OM</strong><br />

In dienst is getreden Bart van Bruggen als adviseur projectontwikkeling.<br />

Birgit Moorees-de Haay treedt uit dienst; Hein van<br />

Wandelen is gedetacheerd naar de CV<strong>OM</strong> en Tineke de Wit-<br />

Benjamins is overgeplaatst naar de CV<strong>OM</strong>.<br />

Samenstelling: Karin Mensink


26<br />

Het is een doordeweekse ochtend in hartje<br />

Utrecht, als een langlopend conflict tussen<br />

twee families tot een (nieuwe) uitbarsting<br />

komt. In een auto voor hem ziet onze latere<br />

verdachte twee mannen zitten die vermoedelijk<br />

deel uitmaken van een rivaliserende<br />

familie uit Breda. Bovendien ziet hij aan de<br />

andere kant van de weg een oom van hem<br />

lopen. Omdat de inzittenden van de auto<br />

stoppen voor een stoplicht, naar de oom<br />

kijken en een vreemde beweging maken,<br />

besluit onze verdachte dat de aanval de<br />

beste verdediging is. Hij neemt een pistool<br />

uit zijn broeksband, laadt het door en legt<br />

het tussen zijn benen. Vervolgens draait<br />

hij het raam open en schiet. De kogel ketst<br />

echter af, omdat de auto van gepantserd<br />

glas is voorzien.<br />

Aan verdachte wordt tenlastegelegd poging<br />

tot moord, subsidiair poging tot doodslag.<br />

Het verschil daartussen is dat voor (poging<br />

tot) moord ‘voorbedachten rade’ is vereist.<br />

In een arrest van 27 juni 2000 (NJ 2000, 605)<br />

stelt de Hoge Raad dat reeds van voorbedachten<br />

rade sprake is, als “verdachte tijd<br />

had zich te beraden op het te nemen of het<br />

genomen besluit, zodat de gelegenheid<br />

heeft bestaan dat hij over de betekenis en de<br />

gevolgen van zijn voorgenomen daad heeft<br />

nagedacht en zich daarvan rekenschap<br />

heeft gegeven.”<br />

Interessant is ook een arrest van het Hof te<br />

’s-Hertogenbosch van 26 mei 2003 (NJ 2003,<br />

409). Daarbij ging het om een verdachte die<br />

in de richting van het slachtoffer is gelopen,<br />

een pistool uit zijn broeksband pakte, op<br />

de grond richtte – dit om te controleren of<br />

het wapen werkte – en vervolgens op het<br />

slachtoffer richtte. Hij laadde daarbij het<br />

pistool door, bracht zijn vinger bij de trek-<br />

Uitgelicht<br />

Moord<br />

en doodslag<br />

ker en verwondde het slachtoffer dodelijk.<br />

Het Hof vond dat sprake was van voorbedachten<br />

rade, omdat “de verdachte vanaf<br />

het moment dat hij het pistool uit zijn<br />

broeksband nam gelegenheid heeft gehad<br />

om zich te beraden op hetgeen hij met het<br />

wapen zou doen. Het laden en richten van<br />

het wapen zijn dus geschied na kalm beraad<br />

en rustig overleg, zodat sprake is van voorbedachte<br />

raad.”<br />

Ook in de roemruchte Deventer moordzaak<br />

was voorbedachten rade aan de orde. Het<br />

Hof Den Bosch leidde de voorbedachten<br />

rade af uit de gepleegde handelingen: “Het<br />

slachtoffer is immers op verschillende wijzen<br />

– verwurging, steken met een scherp<br />

voorwerp, mechanisch samendrukkend<br />

geweld – en op verschillende plaatsen<br />

– hals, diverse plaatsen op de borst – verwond.<br />

De verdachte moet zich ofwel tevoren<br />

van een steekvoorwerp hebben voorzien,<br />

ofwel dit steekvoorwerp in de woning<br />

van het slachtoffer erbij gepakt hebben.<br />

Toen het slachtoffer al op de grond lag is zij<br />

meermalen in de borst gestoken.” Op grond<br />

daarvan concludeert het Hof dat verdachte<br />

tijd had zich te beraden; moord dus. De<br />

Hoge Raad vindt dat oordeel niet getuigen<br />

van een onjuiste rechtsopvatting (HR 22<br />

februari 2005, LJN AR5714).<br />

En hoe liep het af met onze Utrechtse schutter?<br />

Die werd veroordeeld voor poging<br />

tot doodslag – en dus niet voor poging tot<br />

moord, omdat het hof niet door de inhoud<br />

van wettige bewijsmiddelen de overtuiging<br />

heeft bekomen dat van voorbedachten rade<br />

sprake was (Hof Arnhem 9 maart 2006, parketnr<br />

21-4197-04).<br />

Tekst: Jan-Willem Grimbergen,<br />

AG bij het ressortsparket Arnhem.<br />

Agenda<br />

Agenda<br />

Nieuwe Bestuurlijke Boete in de praktijk,<br />

26 april<br />

Op dit congres komen aan de orde: Invulling en<br />

reikwijdte Bestuurlijke Boete en <strong>OM</strong>-afdoening<br />

voor kleine en grote gemeenten; rol van de politie;<br />

Implementatieplan Bestuurlijke Boete; Criteria die<br />

bepalen of de <strong>OM</strong>-afdoening óf Bestuurlijke Boete<br />

het meest oplevert.<br />

Locatie: Holiday Inn, Leiden<br />

Kosten: € 749,– (excl. BTW)<br />

Informatie: SBO Klantenservice telefoon<br />

040-2 974 980 of via www.sbo.nl<br />

Hennep(thuis)teelt,<br />

26 april<br />

Hennepteelt in woningen wordt een steeds<br />

omvangrijker probleem. Thuisteelt gaat samen<br />

met fraude en onveiligheid. In Rotterdam en<br />

Utrecht hebben gemeente, politie, woningcorpo-<br />

raties en andere partners met succes een com-<br />

plete aanpak van thuistelers toegepast.<br />

Locatie: Meeting Plaza Hoog Catharijne in<br />

Utrecht<br />

Kosten: € 575,– (excl. BTW) per persoon<br />

Informatie: Elseviercongressen, Linda Baan,<br />

congresontwikkelaar, telefoon 070-441 5707 of via<br />

www.elseviercongressen.nl<br />

Bevolkingssamenstelling, levensloop<br />

en criminaliteit<br />

11 mei<br />

WODC-congres over vraagstukken die de crimi-<br />

nologie en de demografie betreffen. En over de<br />

vraag welke invloed vergrijzing, verkleuring en het<br />

huidige beleid hebben op het gebruik van justitie-<br />

voorzieningen.<br />

Locatie: De Reehorst, Ede<br />

Kosten: onbekend<br />

Informatie: WODC Congrescommissie WODC via<br />

e-mail wodc@minjus.nl of via www.wodc.nl<br />

Tekst: Mirelle Herlfterkamp<br />

Uitgebreide congresinformatie vindt u op <strong>OM</strong>tranet<br />

2G via Actueel>Agenda>Congresagenda<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Beleid en regels 27<br />

beleid en regels<br />

Voor complete teksten, bel de<br />

documentatie van het Parket-Generaal,<br />

070-3399813 of 070-3399812.<br />

Redelijke termijn en compensatie<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 00356.05. / LJN<br />

AU8887<br />

Veroordeeld is terzake zedendelicten tot een<br />

gevangenisstraf van achttien maanden waarvan<br />

zes voorwaardelijk<br />

Geklaagd wordt dat de overschrijding van de<br />

redelijke termijn door voortvarende behandeling<br />

in hoger beroep is gecompenseerd.<br />

De Hoge Raad overweegt dat het tijdsverloop<br />

tussen de inverzekeringstelling en de uit-<br />

spraak in eerste aanleg meer dan 36 maanden<br />

bedraagt. Na appèl in juni 2004 is de zaak door<br />

het Hof behandeld en afgedaan in januari 2005.<br />

Of compensatie kan worden aangenomen is<br />

afhankelijk van de omstandigheden van het geval,<br />

meer in het bijzonder ook van de mate waarin die<br />

termijn in eerste aanleg is overschreden.<br />

Gelet op de overschrijding van de redelijke<br />

termijn in eerste aanleg met meer dan een jaar,<br />

is het oordeel van het Hof dat die overschrij-<br />

ding is gecompenseerd door de voortvarende<br />

behandeling in hoger beroep niet zonder meer<br />

begrijpelijk.<br />

Vernietiging en vermindering van de straf tot<br />

veertien maanden waarvan vier voorwaardelijk.<br />

(Am)<br />

Ongewenst vreemdeling, terme de grace.<br />

Art. 197 Sr<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 01337.05<br />

Veroordeeld is terzake het als ongewenst vreem-<br />

deling in Nederland verblijven.<br />

In eerste aanleg was beslist dat het openbaar<br />

ministerie niet-ontvankelijk is omdat de terme de<br />

grace niet in acht was genomen. De Rechtbank<br />

voert het beleid dat het openbaar ministerie<br />

niet-ontvankelijk wordt verklaard indien de<br />

ongewenst vreemdeling binnen tien dagen na<br />

zijn vrijlating opnieuw wordt aangehouden voor<br />

art. 197 Sr.<br />

Verdachte was twee dagen nadat hij uit detentie<br />

kwam aangehouden voor een straatroof. Hij<br />

werd vervolgd niet voor dat feit maar voor over-<br />

treding van art. 197 Sr.<br />

Het Hof overwoog dat gronden van redelijkheid<br />

en billijkheid met zich mee brengen dat aan een<br />

vreemdeling na ontslag uit detentie een zoge-<br />

naamde terme de grace wordt vergund teneinde<br />

zijn vertrek uit Nederland voor te bereiden en te<br />

realiseren. Daaruit kan niet een onvoorwaarde-<br />

lijk recht op tijdelijk voortgezet verblijf worden<br />

afgeleid. Dat de terme de grace steeds onverkort<br />

moet worden gegund vindt geen steun in het<br />

recht. In casu heeft verdachte zich bediend van<br />

diverse aliassen en heeft hij geen geldige iden-<br />

titeitspapieren. Voorts blijkt geenszins dat ver-<br />

dachte bezig was met zijn vertrek. Verdachte is<br />

aangehouden terzake straatroof en is voorts ver-<br />

oordeeld voor een straatroof begaan een maand<br />

daarna. Verdachte komt dus geen beroep toe op<br />

een terme de grace. Dat hij voor de straatroof<br />

niet is vervolgd doet daaraan niet af.<br />

Beroep zonder nadere motivering verworpen.<br />

(Am)<br />

(AG Wortel: uit de verdenking terzake een<br />

ander strafbaar feit dan art, 197 Sr kan worden<br />

afgeleid dat verdachte zijn criminele en illegale<br />

verblijf wil continueren. Die verdenking kan der-<br />

halve een zelfstandige reden zijn om de terme<br />

de grace niet toe te passen. De Amsterdamse<br />

Rechtbank heeft door het voeren van beleid zijn<br />

bevoegdheden overschreden omdat de wet de<br />

rechter geen aanknopingspunten geeft om zelf-<br />

standig, bij wijze van eigen beleid, vast te stellen<br />

wanneer het openbaar ministerie tot vervolging<br />

mag besluiten. De feitenrechter mag slechts<br />

nagaan of vervolging in strijd is met een wet-<br />

telijke voorwaarde dan wel een ernstige inbreuk<br />

is op de procesorde, waaronder of het openbaar<br />

ministerie zich houdt aan de eigen gepubli-<br />

ceerde richtlijnen welke de stellige verwachting<br />

kunnen wekken dat niet wordt vervolgd (ver-<br />

trouwensbeginsel).<br />

Aanwezigheidsrecht geschonden; onjuist<br />

bericht CJIB<br />

Hoge Raad 28 februari 2006, 00394.05 /<br />

LJN AU8094<br />

Veroordeeld is terzake valsheid tot een werk-<br />

straf. Verdachte ging in appèl. In hoger beroep<br />

werd bij verstek vijf maanden gevangenisstraf<br />

opgelegd.<br />

Klacht is dat de zaak in hoger beroep buiten<br />

afwezigheid van de verdachte is afgedaan.<br />

De Hoge Raad overweegt dat uit het CJIB ten<br />

onrechte aan verdachte had bericht dat het von-<br />

nis onherroepelijk was. Verdachte is vervolgens<br />

aan zijn werkstraf begonnen. De werkzaam-<br />

heden zijn beëindigd na een verzoek van het<br />

CJIB aan de Reclassering de werkstraf stop te<br />

zetten omdat tijdig hoger beroep is ingesteld.<br />

Verdachte heeft zich aan de afspraken met de<br />

Reclassering gehouden.<br />

Verdachte heeft gedwaald over de onherroepe-<br />

lijkheid van het vonnis. Dat kan hem niet worden<br />

toegerekend nu de onjuist informatie afkomstig<br />

was van een overheidsinstantie die namens<br />

het openbaar ministerie rechterlijke beslissin-<br />

gen uitvoert. Hieruit vloeit voort dat verdachte<br />

ervan uitging dat geen hoger beroep meer zou<br />

plaatsvinden. De dwaling is verschoonbaar. Nu<br />

verder niet blijkt dat verdachte op de hoogte is<br />

gekomen van de appeldagvaarding (griffiebe-<br />

tekening), kan niet worden aangenomen dat<br />

verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van<br />

zijn recht om bij de behandeling in hoger beroep<br />

aanwezig te zijn. Verdachte was er immers zelfs<br />

niet (meer) op bedacht dat die behandeling zou<br />

plaats vinden.<br />

Gelet op het belang aanwezig te zijn, met name<br />

in hoger beroep waar fouten gemaakt in eerste<br />

aanleg kunnen worden hersteld en gelet op art.<br />

6 EVRM, dient verdachte de mogelijkheid te<br />

hebben om zijn zaak alsnog in zijn tegenwoor-<br />

digheid te doen behandelen.<br />

Vernietiging en verwijzing. (DH)<br />

Tekst: Angela Kaptein<br />

Zie verder op <strong>OM</strong>tranet:<br />

• Lucie de B.: geen levenslang met<br />

tbs en dwangverpleging; toerekenbaarheid;<br />

strafrechter over gratie<br />

Hoge Raad 14 maart 2006, 03431.04<br />

/LJN AU5496<br />

• Ontneming, verzoek getuigen<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 03426.04 P /<br />

LJN AV0361<br />

• Grondslagverlating?<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 00426.05 /<br />

LJN AU7118<br />

• Verwijzing naar RC: schending<br />

ondervragingsrecht<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 00717.05 /<br />

LJN AU8264<br />

• Ontucht, klacht- of hoorrecht. Art.<br />

167a Sv<br />

Hoge Raad 7 maart 2006, 01125.05 /<br />

LJN AV0312<br />

• Strafmotivering: omstandigheden<br />

blijkend uit?<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00498.05 /<br />

LJN AU7119<br />

• Verkrachting van een slapende<br />

vrouw?; art. 242 Sr<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00301.05 /<br />

LJN AU8042<br />

• Wapenbezit, maatstaf fouillering<br />

oud/nieuw; art. 52 WWM<br />

Hoge Raad 14 februari 2006, 00333.05 /<br />

LJN AU8064


28<br />

internationaal<br />

Bureau Internationale Rechtshulp in<br />

Strafzaken, telefoon 070-37 07 468.<br />

Artikel 54 SUO: “ne bis in idem” aan de<br />

hand van feiten ipv juridische kwalificatie<br />

Europese Hof van Justitie, 9 maart 2006<br />

Een Belg wordt in Noorwegen veroordeeld voor<br />

de illegale invoer van drugs. Na een deel van zijn<br />

straf te hebben ondergaan wordt hij voorwaar-<br />

delijk in vrijheid gesteld en onder begeleiding<br />

naar België gebracht. In België wordt hij vervol-<br />

gens veroordeeld voor de illegale uitvoer van<br />

dezelfde drugs. Naar aanleiding hiervan stellen<br />

de Belgische autoriteiten vragen aan het Hof<br />

over de inhoud van het “ne bis in idem” beginsel<br />

uit artikel 54 SUO. Het Hof overweegt dat in deze<br />

situatie sprake is van een identiek feitencomplex<br />

(drugshandel) maar een verschillende juridische<br />

kwalificatie (invoer en uitvoer) en buigt zich over<br />

de vraag of deze situatie valt onder het “ne bis<br />

in idem” principe. Artikel 54 SUO spreekt over<br />

“dezelfde feiten”. Hieruit kan worden afgeleid dat<br />

van belang is of sprake is van dezelfde feiten,<br />

los van de juridische kwalificatie hiervan. Dus<br />

een andere juridische kwalificatie mag geen<br />

belemmering vormen voor toepassing van “ne<br />

bis in idem”. Daarbij merkt het hof op dat “ne<br />

bis in idem” uiteindelijk wordt vastgesteld door<br />

de nationale instanties tijdens een juridische<br />

procedure.<br />

Toepasbaarheid van artikel 57 Sr bij omzet-<br />

ting buitenlandse straf<br />

Hoge Raad, 14 maart 2006, LJN AV0350<br />

De Nederlandse rechter zet een in Engeland<br />

opgelegde straf om naar Nederlands recht. De<br />

Engelse veroordeling betreft meerdere feiten,<br />

de straffen hiervoor worden aldaar tegelijkertijd<br />

ten uitvoer gelegd (lagere straffen worden dus<br />

geabsorbeerd door hogere). De Nederlandse<br />

rechter heeft, met toepassing van artikel 57 Sr<br />

(meerdaadse samenloop), het strafmaximum<br />

van een van de omgezette feiten met eenderde<br />

verhoogd. De raadsman stelt dat artikel 57 Sr<br />

niet toegepast kan worden bij omzetting (art. 31<br />

WOTS). De Hoge Raad wijst dit echter af. De PG<br />

voegt in zijn noot toe dat de Nederlandse omzet-<br />

tingsrechter niet alleen bevoegd is om artikel<br />

57 Sr toe te passen, maar daartoe (volgens<br />

hem) zelfs verplicht is. Volgens artikel 31 WOTS<br />

moet deze immers de straf opleggen “die op het<br />

overeenkomstige feit naar Nederlands recht<br />

is gesteld” en het Nederlands recht laat bij de<br />

straftoemeting ter zake van verschillende feiten<br />

(die niet in elkaar opgaan of door een speciali-<br />

teitverhouding worden bestreden) geen keuze.<br />

WOTS, meewegen VI buitenland bij straftoe-<br />

meting<br />

Hoge Raad, 14 februari 2006, LJN AU8299<br />

De rechtbank zet een Duitse straf om naar<br />

Nederlands recht. De raadsman stelt schending<br />

van artikel 31 WOTS, omdat bij bepaling van de<br />

strafmaat geen rekening is gehouden met het<br />

Duitse principe van “halbstrafe” (de helft van<br />

de straf wordt omgezet in een voorwaardelijke<br />

straf). De rechtbank overweegt dat terwijl de<br />

Nederlandse VI in beginsel automatisch van<br />

kracht is, de Duitse halbstrafe enkel doorgang<br />

vindt als aan bepaalde voorwaarden wordt<br />

voldaan, waarbij o.a. wordt gekeken naar de<br />

persoon van de dader, de aard van het delict, het<br />

gedrag van de gedetineerde en de kans op suc-<br />

cesvolle terugkeer in de maatschappij. De recht-<br />

bank acht het dus niet aannemelijk dat de Duitse<br />

rechter deze halbstrafe standaard toepast, des<br />

te meer nu de genoemde voorwaarden pas goed<br />

kunnen worden beoordeeld als de eerste helft<br />

van de gevangenisstraf is uitgezeten. Aldus<br />

wordt met deze mogelijkheid van halbstrafe<br />

geen rekening gehouden bij omzetting. Het door<br />

de raadsman ingestelde middel kon niet tot cas-<br />

satie leiden.<br />

Instructie opsporingshandelingen in het<br />

buitenland<br />

Op 15 april 2006 treedt de instructie opsporings-<br />

handelingen in het buitenland in werking en<br />

vervangt daarmee de richtlijnen buitenlandse<br />

dienstreizen van opsporingsambtenaren in het<br />

kader van de internationale rechtshulp (d.d. 04-<br />

08-1983). De instructie voorziet in een procedure<br />

voor dienstreizen door opsporingsambtenaren<br />

en leden van het openbaar ministerie naar het<br />

buitenland bij een strafrechtelijk onderzoek.<br />

Het verschil tussen dienstreizen voor een<br />

verkennend vooroverleg in het buitenland en<br />

dienstreizen ten behoeve van het verrichten van<br />

opsporingshandelingen door buitenlandse of<br />

Nederlandse opsporingsambtenaren wordt in<br />

deze instructie toegelicht. Tevens wordt inge-<br />

gaan op de verschillen in aanpak van landen<br />

binnen de EU en landen erbuiten.<br />

verdragen<br />

www.minbuza.nl/buitenlandsbeleid/verdragen<br />

- Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme<br />

(Straatsburg, 27-01-1977)<br />

Inwerkingtreding voor Aruba op 10-02-2006<br />

- Verdrag van de Verenigde Naties tegen de<br />

sluikhandel in verdovende middelen en psycho-<br />

trope stoffen (Wenen, 20-12-1988)<br />

Inwerkingtreding voor Vanuatu op 26-04-2006<br />

- Internationaal Verdrag ter bestrijding van de<br />

financiering van terrorisme<br />

(New York, 09-12-1999)<br />

Inwerkingtreding voor Cambodja op 11-01-2006<br />

Inwerkingtreding voor Tsjechië op 26-01-2006<br />

Inwerkingtreding voor Kameroen op 08-03-2006<br />

- Facultatief Protocol inzake de verkoop van kin-<br />

deren, kinderprostitutie en kinderpornografie bij<br />

het Verdrag inzake de rechten van het kind<br />

(New York, 25-05-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Letland op 22-03-2006<br />

- Overeenkomst, door de Raad vastgesteld over-<br />

eenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffen-<br />

de de Europese Unie, betreffende de wederzijdse<br />

rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van<br />

de Europese Unie (EU Rechtshulpovereenkomst)<br />

(Brussel 29-05-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Duitsland op 02-02-2006<br />

Inwerkingtreding voor Cyprus op 01-02-2006<br />

- Verdrag van de Verenigde Naties tegen grens-<br />

overschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Cambodja op 11-01-2006<br />

Inwerkingtreding voor Vanuatu op 03-02-2006<br />

Inwerkingtreding voor Kameroen op 08-03-2006<br />

- Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en<br />

bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder<br />

vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling<br />

van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen<br />

grensoverschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Kameroen op 08-03-2006<br />

- Protocol tegen de smokkel van migranten over<br />

land, over zee en door de lucht, tot aanvulling<br />

van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen<br />

grensoverschrijdende georganiseerde misdaad<br />

(New York, 15-11-2000)<br />

Inwerkingtreding voor Kameroen op 08-03-2006<br />

Inwerkingtreding voor Nicaragua op 17-03-2006<br />

Tekst: Linda Bregman<br />

OPPORTUUN Nummer 4 – 2006 Verkeer 297<br />

verkeer<br />

Bureau Verkeershandhaving <strong>OM</strong>.<br />

Voor complete teksten, bel 0346-333310<br />

Overgangsregeling; ‘oude’ (toegepaste)<br />

sanctie was €95, ‘nieuwe’ sanctie €75<br />

Gerechtshof Leeuwarden 17 februari 2006,<br />

WAHV 05/0153; LJN: AV2140<br />

Betrokkene stelt zich op het standpunt dat, nu<br />

sinds 1 januari 2006 de sanctie voor het niet<br />

zoveel mogelijk rechts houden op de auto(snel-<br />

)weg (feitcode R301) is bepaald op €75, aan<br />

haar ten onrechte een sanctie van €95 is opge-<br />

legd (pleegdatum: 13 maart 2005).<br />

Het hof haalt aan dat bij besluit van 8 oktober<br />

2005 (Stb. 2005, 555) de bijlage, bedoeld in art.<br />

2, eerste lid WAHV, is gewijzigd. Op 1 januari<br />

2006 is de gewijzigde bijlage in werking getre-<br />

den (Stb. 2005, 580). Art. II van het besluit van 8<br />

oktober 2005 luidt: “Een wijziging in de hoogte<br />

van de sanctie heeft geen gevolgen voor gedra-<br />

gingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding<br />

van dit Besluit hebben plaatsgevonden”. Onder<br />

verwijzing naar de Nota van Toelichting en de in<br />

de toelichting op art. 5.4.1.7, vierde lid, van het<br />

wetsvoorstel Vierde tranche Awb (Kamerstukken<br />

II, 29 702, nr. 3) genoemde arrest van de Hoge<br />

Raad van 14 mei 2002, NJ 2002, 369, sluit het<br />

hof zich aan bij de opvatting van de wetgever<br />

dat de overgangsbepaling niet is strijd is met art.<br />

15, eerste lid, derde volzin, IVBPR. Voorgaande<br />

brengt mee, volgens het hof, dat niet kan worden<br />

gezegd dat de overgangsbepaling in het onder-<br />

havige geval niet van toepassing is. Volgt beves-<br />

tiging van de beslissing van de kantonrechter tot<br />

niet-ontvankelijk verklaren van het beroep.<br />

Speakerfunctie van mobiele telefoon aan de<br />

pols bevestigd (tóch) vasthouden cf. 61a<br />

RVV90<br />

Gerechtshof Leeuwarden 15 februari 2006,<br />

WAHV 05/01231<br />

Betrokkene stelt dat zij handsfree telefoneerde<br />

omdat zij de (mobiele) telefoon via een speciaal<br />

daarvoor ontworpen systeem om haar linkerpols<br />

bevestigd had. Tijdens het telefoneren maakte<br />

zij gebruik van de speakerfunctie en had ze de<br />

handen aan het stuur.<br />

De verbalisant verklaarde dat hij zag dat zij de<br />

telefoon met haar linkerhand vasthield. Het hof<br />

overweegt dat inherent aan deze door betrok-<br />

kene beschreven vorm van telefoneren is dat de<br />

afstand van de gebruiker tot het toestel direct<br />

van invloed is op de kwaliteit van het contact.<br />

Blijkens de Nota van Toelichting ontstaat juist<br />

door de combinatie van factoren (kwaliteit con-<br />

tact, risico van teveel betrokkenheid bij het voe-<br />

ren van het gesprek en daardoor minder goed<br />

in staat zijn de benodigde verkeershandelingen<br />

te verrichten) een niet te veronachtzamen risico<br />

ontstaat voor de verkeersveiligheid. Bovendien<br />

kan, wanneer de verstaanbaarheid bij gebruik<br />

van de speakerfunctie tijdelijk of blijvend is<br />

beperkt - bijvoorbeeld door omgevingsge-<br />

luid- eenvoudig het toestel alsnog naar het oor<br />

worden gebracht. Uit het voorgaande volgt, naar<br />

het oordeel van het hof, dat onder het begrip<br />

vasthouden ook zal moeten worden verstaan<br />

de bevestiging van een mobiele telefoon aan de<br />

pols. Volgt bevestiging van de beslissing van de<br />

kantonrechter tot niet-ontvankelijk verklaren van<br />

het beroep.<br />

Misbruik herzieningsprocedure / novum?<br />

Hoge Raad 31 januari 2006, strafkamer nr.<br />

01341/05<br />

Aanvraagster van herziening is bij verstek ver-<br />

oordeeld wegens een snelheidsovertreding. De<br />

dagvaarding was in persoon betekend en er is<br />

niet gebleken dat zij hoger beroep heeft inge-<br />

steld. De stelling in herziening is dat een ander<br />

dan de aanvraagster de auto ten tijde van de<br />

snelheidsovertreding bestuurde. De advocaat-<br />

generaal bij de HR stelt onder meer dat alle kan-<br />

sen die de gewone strafprocedure haar biedt om<br />

de zaak recht te zetten onbenut zijn gelaten. Hij<br />

vraagt zich af of de buitengewone procedure van<br />

herziening bedoeld is om dergelijk tekortschie-<br />

ten van de verdachte te repareren. Wordt de her-<br />

zieningsprocedure hier niet oneigenlijk gebruikt,<br />

en zou dat geen reden moeten zijn de aanvrage<br />

niet-ontvankelijk te verklaren? Het antwoord<br />

formuleert de AG als volgt: tot nu toe heeft de<br />

HR niet willen weten van niet-ontvankelijkheid<br />

wegens misbruik of oneigenlijk gebruik van<br />

de herzieningsprocedure (vgl. HR 5 september<br />

1995, NJ 1996, 23 en HR 18 februari 1998, 34 m.<br />

nt. Kn.). Op dit moment ziet de AG onvoldoende<br />

reden om heroverweging van dit absolute stand-<br />

punt te bepleiten, in aanmerking nemende dat in<br />

dit geval van opzettelijke misleiding van de justi-<br />

tiële autoriteiten geen sprake lijkt te zijn. Daarbij<br />

neemt hij ook in aanmerking dat momenteel bij<br />

de Eerste Kamer het wetsvoorstel <strong>OM</strong>-afdoening<br />

in behandeling is (TK 29 849) dat zal leiden tot<br />

een zekere beperking van het recht op herzie-<br />

ning. De verdachte die zich bij de strafbeschik-<br />

king van het <strong>OM</strong> neerlegt -en daartegen dus<br />

niet in verzet gaat- kan later niet om herziening<br />

vragen. Anders dan in de uitspraak van de HR<br />

in het voorjaar (HR 12 april 2005, LJN: AT3568;<br />

eerst in herziening bekendgemaakte bestuurder<br />

na een bekeuring op kenteken), was de kanton-<br />

rechter niet bekend met het feit dat aanvraagster<br />

niet de bestuurder was van het voertuig ten tijde<br />

van de overtreding (de betreffende antwoord-<br />

kaart werd vermoedelijk niet door haar maar<br />

door de feitelijk bestuurder ingevuld en retour<br />

gezonden). Het ernstige vermoeden bestaat dat<br />

indien die omstandigheid de kantonrechter wel<br />

bekend was geweest, vrijspraak zou gevolgd zou<br />

zijn. Volgt gegrond verklaring van de aanvrage<br />

tot herziening, verwijzing naar een ander hof<br />

opdat de zaak opnieuw zal worden behandeld en<br />

afgedaan.<br />

Tekst: Koos Spee<br />

Zie verder op <strong>OM</strong>tranet:<br />

• Dubbele doorgetrokken asstreep<br />

conform art. 76 RVV90<br />

Gerechtshof Leeuwarden 9 en 17<br />

februari 2006, resp. WAHV 05/01254 en<br />

05/01247<br />

• Aanmerkelijk onvoorzichtig handelen<br />

als bedoeld in art. 6 WVW94<br />

Hoge Raad strafkamer 7 februari 2006,<br />

nr. 00430/05<br />

• Snelheidsmeting d.m.v. lasergun<br />

niet onrechtmatig<br />

Hoge Raad strafkamer 14 februari 2006,<br />

nr. 00603/05<br />

• Géén wegpiraat of misdadiger<br />

Gerechtshof Leeuwarden 17 februari<br />

2006, WAHV 05/01404<br />

• Verkeerscontrole, doorzoeking<br />

voertuig en aantreffen vuurwapen<br />

Hoge Raad strafkamer, 7 februari 2006<br />

nr. 00439/05


PG’s Steenhuis en Uniken Venema namen op 22 maart - de nationale Boomfeestdag - het jaarverslag 2005 van het BO<strong>OM</strong><br />

in ontvangst.<br />

Een spontaan georganiseerde zondagmiddagwandeling met het parket van Aruba<br />

in het enige natuurgebied van Aruba, het nationale park Arikok. Doel van de<br />

middag was een onderzoek naar de wenselijkheid van de invoering van milieuwetgeving<br />

in Aruba. Of zoiets....<br />

Hoera! Het is 6 maart 2006: Lelystad,<br />

volwaardige vestiging van parket<br />

Zwolle-Lelystad, bestaat 12,5 jaar.<br />

Hannie Reeuwijk, medewerkster van<br />

het eerste uur, mag de feesttaart<br />

aansnijden.<br />

De winnares van de prijsvraag in de<br />

VetVerkeerd Krant is met haar klas<br />

feestelijk ontvangen door het <strong>OM</strong><br />

in Zwolle.<br />

Een grote opruimactie op het parket Leeuwarden. Iedereen werd om 15.30 uur<br />

geacht te stoppen met werken (uiteraard uitgezonderd het werk dat geen uitstel<br />

duldt) en kritisch te bekijken wat er allemaal in zijn of haar kasten en kamer opgeruimd<br />

kon worden. De lounge was binnen een uur omgetoverd in vuilstortplaats!<br />

Vanaf begin maart heeft de CV<strong>OM</strong><br />

haar eigen ‘vouwwonder’ waarmee de<br />

mannen van de postkamer de laatste<br />

stap in het postproces afronden.<br />

Van links naar rechts: de trotse<br />

teammanager Ben Wichmann en<br />

‘zijn’ mannen, Joshua Patty en<br />

Chrisnar Michel.<br />

In plaats van chocolade bij de koffieautomaat<br />

hebben alle ‘vissen’ (medewerkers<br />

met het sterrenbeeld vis) in<br />

Zutphen de collega’s getrakteerd op<br />

een vissenparty.<br />

Samenstelling: Anne Hoeksema

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!