KEIHARD DOOR DE EEUWEN HEEN - Afdeling
KEIHARD DOOR DE EEUWEN HEEN - Afdeling
KEIHARD DOOR DE EEUWEN HEEN - Afdeling
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>DE</strong> ZAAK<br />
Piet Groeneveld<br />
<strong>DE</strong> KERN VAN <strong>DE</strong> ZAAK Rinus van der Brug, schaderegelaar<br />
Bureau Beroepsziekten FNV: “De heer Groeneveld<br />
en zijn collega’s kregen destijds willens en wetens<br />
door de werkgever teveel werk aangeboden. Hierdoor<br />
konden zij met name in de avonduren geen vrij nemen<br />
en niet ontspannen. Het werk van vijf dagen werd in<br />
vier dagen gedaan, en daarnaast draaide men overuren.<br />
Wij konden dit bewijzen. Dit is dan ook de reden<br />
waarom het in deze zaak tot een regeling is gekomen.<br />
De lezer kan ervan leren dat hij of zij moet uitkijken met<br />
het alsmaar maken van overuren. Geld is belangrijk,<br />
maar je gezondheid nu en op langere termijn is nog<br />
belangrijker.”<br />
14 SEPTEMBER 2006 FNV BOUW MAGAZINE<br />
<strong>DE</strong> ZAAK GROENEVELD. TIMMERMAN/VOORMAN PIET<br />
GROENEVELD (53) KREEG EEN BURN-OUT <strong>DOOR</strong> TE HOGE<br />
WERKDRUK. BUREAU BEROEPSZIEKTEN FNV EISTE EEN<br />
SCHA<strong>DE</strong>VERGOEDING. <strong>DOOR</strong> STEPHANIE JANSEN. FOTO<br />
BERT JANSSEN.<br />
MOE<br />
“Het bouwbedrijf wilde me destijds graag hebben. Ze kenden me en<br />
wisten dat ik een harde werker was. Ik ging aan de slag als timmerman/voorman.<br />
Ik kwam soms ver van huis te werken, in Delfzijl,<br />
Hoogeveen, Veendam. Ik logeerde dan in een pension, meestal met een<br />
paar collega’s. We maakten lange werkdagen, van zeven tot vijf, en<br />
gingen na het avondeten door tot negen of tien uur. Op vrijdag hadden<br />
we officieel vrij, maar in de praktijk werkte ik de hele ochtend, onder<br />
meer om materialen klaar te zetten en administratieve taken af te handelen.<br />
In het weekend lag ik vaak thuis op de bank om bij te komen. De<br />
vermoeidheid sloop er langzaam in. Op kantoor gaf ik aan dat de werkdruk<br />
te hoog was. De bedrijfsleider raadde aan af en toe even in de keet<br />
te gaan zitten om uit te rusten. Maar dat is mijn aard niet, dus ik ging<br />
door. Tot mijn vrouw me op een dag zittend op mijn knieën onder de<br />
douche aantrof. Ik kon letterlijk niet meer op mijn benen staan. Zo kan<br />
het niet langer, zei ze. Ik meldde me ziek en ging een weekje naar Terschelling<br />
om uit te waaien. Het hielp niet. Ik was op, zowel lichamelijk<br />
als geestelijk. Ik lag hele dagen in bed. In overleg met de arbo-arts gaf ik<br />
mezelf een paar maanden tijd, maar ik knapte niet op. Een jaar na die<br />
eerste ziekmelding werd ik volledig afgekeurd wegens burn-out. Dat was<br />
een verademing: de druk was eraf. Ik hoefde even niks meer. Toen<br />
kwamen de emoties los. Waarom had het bedrijf niet naar mijn signalen<br />
geluisterd? Achteraf denk ik wel eens: had ik maar een gebroken been<br />
gehad, dan was tenminste duidelijk dat me iets mankeerde.<br />
Pas na ruim twee jaar kon ik weer energie opbrengen om af en toe naar<br />
de werkplaats te gaan om iets te doen. Dat waren kleine karweitjes,<br />
zoals opruimen, spullen klaarzetten, wat schilderwerk. Op den duur<br />
was ik zo’n vijftien uur in de week in touw. Ik vroeg me af of daar een<br />
kleine vergoeding tegenover kon staan. Toen ik dat bij de bedrijfsleider<br />
aankaartte, kreeg ik de kous op de kop. Wie dacht ik wel niet dat ik<br />
was, was zijn reactie. Ik voelde me als een hond behandeld. Toen ging<br />
bij mij een knop om. Ik heb de bond benaderd. Bureau Beroepsziekten<br />
FNV heeft een schadevergoeding geëist. Het bedrijf had nauwelijks verweer.<br />
Er is 45 duizend euro betaald.<br />
Inmiddels is het bijna zeven jaar geleden dat ik ziek werd. Ik ben nog<br />
steeds voor 45-65 procent afgekeurd. Sinds kort heb ik een nulurencontract<br />
bij een timmerwerkplaats. Daar ben ik blij om, ik heb weer wat<br />
om handen, hoor er weer een beetje bij. Het geld staat op de bank. We<br />
besteden het deels aan de jaarplaats van de stacaravan, die mijn vrouw<br />
en ik hebben om tot rust te komen.”