Download PDF
Download PDF
Download PDF
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VOOR U GELEZEN<br />
Rivieren & Inspiratie<br />
Auteurs Robbert de Koning en Liesbeth Eshuis (samenstelling)<br />
Recensent Henk Baars<br />
Uitgave Programmadirectie Ruimte voor de Rivier. Bestellen enkel via de<br />
website van Uitgeverij Eburon (www.eburon.nl/rivieren_en_inspiratie)<br />
Details Hardcover, 110 pagina’s, geïllustreerd, ISBN 978-90-5972-294-1. Prijs € 17,95<br />
Het programma Ruimte voor de Rivier gaat<br />
primair over het creëren van meer ruimte voor<br />
het water om het rivierengebied beter te<br />
beschermen tegen overstromingen. Als gevolg<br />
van klimaatsveranderingen krijgen de rivieren<br />
meer water te verwerken, waardoor de kans op<br />
overstromingen toeneemt. Het traditionele antwoord<br />
hierop, het ophogen van de dijken, biedt<br />
geen oplossing voor de langere termijn, waardoor<br />
men op zoek is gegaan naar nieuwe oplossingen:<br />
de rivier moet meer ruimte krijgen,<br />
bijvoorbeeld door het verleggen van dijken,<br />
het graven van nevengeulen of het verlagen<br />
van uiterwaarden.<br />
Uiterlijk in 2015, dat is dus al over 6 jaar!, moeten<br />
langs de grote Nederlandse rivieren zo'n 40<br />
“rivierverruimende maatregelen” zijn gerealiseerd.<br />
Hierbij gaat men in alle gevallen uit van<br />
het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’, een containerbegrip<br />
waar iedereen zo zijn eigen beelden en<br />
oplossingen bij heeft. Voor de één is het een<br />
soort oernatuur in de uiterwaarden, voor de<br />
ander gaat het vooral om behoud van het traditionele<br />
uiterwaardenlandschap. In dit boek<br />
wordt een groot aantal voorbeelden van elders<br />
gepresenteerd die als inspiratie kunnen dienen<br />
voor de inrichting van het Nederlandse rivierengebied.<br />
De voorbeelden zijn met name geselecteerd<br />
op hun toepasbaarheid voor Nederland.<br />
Ze zijn “na zorgvuldige selectie” gekozen door<br />
het Q-team”, een aantal mensen dat invulling<br />
moest geven aan het begrip van ruimtelijke<br />
kwaliteit. Via de website van Ruimte voor de<br />
Rivier (www.ruimtevoorderivier.nl) kunnen we<br />
zien dat dit Q-team bestaat uit Dirk Sijmons<br />
(landschapsarchitect), Frans Klijn (fysisch geograaf),<br />
Maurits de Hoog (stedenbouwkundige),<br />
Dick de Bruin (rivierkundige) en Sjef Jansen<br />
(ecoloog). De uitwerking en het advies zijn<br />
verzorgd door Robbert de Koning Landschapsarchitect<br />
BNT en Liesbeth Eshuis van ARCADIS.<br />
Het inspiratieboek is opgebouwd rond een aantal<br />
thema’s, zoals riviersystemen, stedelijke<br />
waterfronten of waterbelevenissen. Wat betreft<br />
het onderdeel ‘riviersystemen’ worden voorbeelden<br />
aangehaald uit Duitsland, Polen, Italië<br />
en Frankrijk. Rivieren die wat betreft de natuurlijke<br />
processen die spelen veel overeenkomsten<br />
vertonen met de rivieren in Nederland. Hierbij<br />
is met name gekeken naar de gemiddelde<br />
rivierwaterafvoer, de mate van sedimentafzet<br />
en de vorm van de rivierbedding.<br />
Het probleem dat ik altijd heb met dit soort<br />
voorbeeld- en inspiratieboeken is dat men voorbeelden<br />
uit het buitenland gebruikt, terwijl hét<br />
kenmerk van ons rivierenlandschap is dat het<br />
zo typisch voor Nederland is. Het kan best zo<br />
11 VITRUVIUS NUMMER 7 APRIL 2009<br />
zijn dat de Oder, de Po of de Vistula op het vlak<br />
van waterafvoer, sediment of rivierbedding<br />
vergelijkbaar zijn, maar verder zijn de rivieren<br />
totaal onvergelijkbaar met de Rijn, Waal, Maas<br />
of IJssel. Is het kenmerk van ons rivierenlandschap<br />
nu juist niet dat we hier een echt cultuurlandschap<br />
van hebben gemaakt? Dat de uiterwaarden<br />
eeuwenlang in gebruik zijn, soms zelf<br />
bewoond, en dat daarin enorm veel sporen van<br />
menselijke activiteiten aanwezig zijn, zowel<br />
boven als ondergronds?<br />
En is het kenmerk ook niet dat we dit prachtige<br />
landschap enorm onder handen hebben genomen.<br />
Grootschalige zand- en grindwinning<br />
hebben enorme gaten in het landschap achtergelaten.<br />
Beken en rivieren zijn stuk voor stuk<br />
‘genormaliseerd’, waardoor de waterafvoer versneld<br />
plaatsvond. Steeds meer beek- en rivierlandschappen<br />
zijn belast met bedrijventerreinen<br />
en nieuwbouwlocaties, met alle gevolgen van<br />
dien voor de waterhuishouding en waterbergingsmogelijkheden.<br />
Vervolgens wordt de<br />
afgelopen 20 jaar door natuurorganisaties en<br />
waterschappen (in nauwe samenwerking<br />
met klei-, zand- en grindbedrijven, iets waar<br />
overigens met geen woord over wordt gerept<br />
in dit boek) weer hard gewerkt aan herstel van<br />
met name de boven- en benedenlopen van<br />
beken, door hermeanderingsprogramma’s,<br />
de aanleg van vistrappen en broekbosjes.<br />
In dit inspiratieboek ontbreekt het aan positieve<br />
en negatieve voorbeelden uit ons eigen rivierengebied.<br />
Moeten nieuwe opgaven niet veel meer<br />
uitgaan van het cultuurlandschap zoals dat<br />
door de mens in de loop der eeuwen vorm is<br />
gegeven? En van de positieve en negatieve<br />
ervaringen die zijn opgedaan met `grootschalige’<br />
en `minder grootschalige’ werkzaamheden in<br />
deze landschappen?<br />
In de studie Levend Verleden (1989) zijn de verschillende<br />
Nederlandse landschapstypen in een<br />
internationaal perspectief geplaatst. Het rivierengebied,<br />
met zijn stroomruggen en kommen,<br />
is in tegenstelling tot het landschap dat zich<br />
voortzet aan de andere zijde van de Neder-<br />
lands-Duitse grens veel meer een eenheid. Het<br />
Nederlandse rivierengebied vormt volgens deze<br />
studie, internationaal beschouwd, een zeldzaam<br />
en bijzonder landschapstype. Bijzonder is het<br />
intensieve gebruik van het rivierenlandschap<br />
door de eeuwen heen, waarbij buitendijks werd<br />
gewoond en gewerkt. De uiterwaarden zijn veel<br />
meer dan elders onderdeel van de agrarische<br />
bedrijfsvoering geweest.<br />
Zou je bij een nieuwe inrichting dus niet veel<br />
meer moeten uitgaan van het eigene, het specifieke<br />
van ons rivierenlandschap? De landschapsecologische<br />
benadering die men nu<br />
voorstaat plaatst de rol van de mens op het<br />
tweede plan. Het lijkt nu vaak te gaan om de<br />
aanleg van nevengeulen, of begrazing door<br />
Poolse Konikpaarden en Schotse Gallowayrunderen<br />
(Millingerwaard). Maar is dit wat<br />
men onder ruimtelijke kwaliteit verstaat? Een<br />
sjabloon van pseudo natuurlijkheid? Zoals men<br />
zelf al aangaf: de één wel, de ander niet. Maar<br />
waar is de rol van “de ander” in dit boek? De<br />
nadruk ligt wel heel erg op de natuurlijkheid<br />
van de systemen. De cultuurhistorische betekenis<br />
van dit bijzondere landschap komt niet of<br />
nauwelijks aan de orde. En waar is de burger in<br />
dit verhaal? Het zijn ontwerpers en techneuten<br />
die met oplossingen komen aandragen, waarbij<br />
de groep van deskundigen onevenwichtig is<br />
samengesteld. Ik zou meer willen pleiten voor<br />
een benadering waarbij voor elk van de projecten<br />
wordt uitgegaan van het specifieke van de<br />
locatie, waarbij een gedegen historische analyse<br />
van de riviergeschiedenis inzicht geeft in de<br />
genese van het cultuurlandschap, en waarbij<br />
daadwerkelijk inspraak en betrokkenheid van<br />
burgers leidt tot oplossingen die passen bij<br />
gebiedsspecifieke problemen.<br />
Los van deze persoonlijke kanttekeningen bevat<br />
het boek tal van leuke voorbeelden van over de<br />
hele wereld die mogelijk binnen de verschillende<br />
Ruimte voor de Rivierprojecten wel degelijk<br />
inspiratie kunnen bieden voor oplossingen.<br />
Soms heeft dit meer het karakter van landart,