Leerstoflijnen lezen beschreven - Slo
Leerstoflijnen lezen beschreven - Slo
Leerstoflijnen lezen beschreven - Slo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘volwassenheid’ als verdringing van het kinderlijke, maar door erkenning van het<br />
kinderlijke als iets kwalitatiefs, iets waardevols.<br />
(Bekkering, 1989, p. 371-372)<br />
Symmetrische communicatie ontstaat bijvoorbeeld wanneer een schrijver niet met voorbe-<br />
dachten rade voor kinderen gaat schrijven. Schrijver en dichter Bart Moeyaert zegt daarover:<br />
In een Belgische krant had Emma Thompson het over haar vader Eric Thompson die<br />
– ik citeer – ‘schrijven voor kinderen een vreemd concept vond. Waarom zou er een<br />
verschil moeten zijn tussen schrijven voor volwassenen en voor kinderen?’ Ik was blij<br />
dat ze dat zei. Dan horen de mensen het ook eens van een ander.<br />
Schrijven is laten ontstaan: in de eerste scène van een nieuw boek van me komen geen<br />
kinderen of jongeren voor omdat ik doelbewust het plan heb opgevat om nog maar<br />
eens een kinderboek of jeugdroman te gaan schrijven. De eerste scène doet zich voor.<br />
Dient zich aan.<br />
Een veertigjarige apotheker stapt zijn deur uit en constateert dat er net een ongeluk<br />
met een fietser is gebeurd. Dat is de beginscène van mijn roman Graz, die gaandeweg<br />
een roman voor volwassenen bleek te zijn. Ik zat niet anders in mijn vel toen ik het<br />
boek schreef, het was de toon die de muziek bepaalde. Het schrijfproces zelf was niet<br />
anders.<br />
Uit: Het Schaap Genaamd Verbazend. Een lezing van Bart Moeyaert gehouden op 8<br />
mei 2010 aan de Roehampton University Londen.<br />
www.bartmoeyaert.com.<br />
In de leerstoflijnen rekenen we zowel ‘literatuur’ als ‘lectuur’ tot fictie en beide komen in het<br />
leesonderwijs aan bod. Het is wel van belang dat leraren weten wat globaal de verschillen<br />
zijn tussen lectuur en literatuur voor kinderen, zodat ze hun leerlingen zo breed mogelijk<br />
kunnen bedienen.<br />
Aan het eind van groep 8 moeten leerlingen het volgende kunnen (Referentiekader taal en<br />
rekenen, p. 14):<br />
Niveau 1F Niveau 1S/2F<br />
Kan jeugdliteratuur belevend <strong>lezen</strong>. Kan eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend <strong>lezen</strong>.<br />
Het begrip ‘literatuur’ vatten we hier op als fictie. Omdat het streefniveau voor het einde<br />
van de basisschool overeenkomt met het fundamentele niveau eind vmbo en mbo 1/2, is bij<br />
niveau 1S/2F het begrip ‘adolescentenliteratuur’ gebruikt. Voor gebruik op de basisschool<br />
49