ontwerp bp De Liede - toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
ontwerp bp De Liede - toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
ontwerp bp De Liede - toelichting - Gemeente Haarlemmermeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.4 Cultuurhistorie en archeologie<br />
5.4.1 Beleid en regelgeving<br />
Nederland tekende in 1992 het Verdrag van Malta dat de omgang met het Europees archeologisch<br />
erfgoed regelt. Aanleiding voor dit verdrag was dat het Europese archeologische erfgoed in<br />
toenemende mate bedreigd werd. Niet alleen door natuurlijke processen of ondeskundig gebruik van<br />
het bodemarchief, maar ook door ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening.<br />
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee<br />
zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving<br />
geïmplementeerd. <strong>De</strong> wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de<br />
inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: ‘de veroorzaker<br />
betaalt’. Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis van Nederland. Het<br />
belangrijkste doel van de wet is het behoud van dit erfgoed in situ (ter plekke), omdat de bodem de<br />
beste garantie biedt voor een goede conservering van de archeologische waarden.<br />
<strong>De</strong> Beleidsnota Cultureel Erfgoed <strong>Gemeente</strong> <strong>Haarlemmermeer</strong> gaat in een breed kader in op<br />
cultuurhistorie in de gemeente <strong>Haarlemmermeer</strong>. Het monumentenbeleid en het archeologiebeleid in<br />
algemene zin komt in deze nota aan bod. Binnen het gemeentelijk monumentenbeleid is een<br />
belangrijke taak weggelegd voor de monumentencommissie. <strong>De</strong> taak van de monumentencommissie<br />
is omschreven in de gemeentelijke monumentenverordening. In de Nota Ruimtelijk Beleid en<br />
Archeologie <strong>Haarlemmermeer</strong> wordt uiteengezet hoe de gemeente omgaat met de archeologische<br />
zorgplicht (bescherming van het bodemarchief) in ruimtelijke plannen en bij vergunningverlening.<br />
Stelling van Amsterdam<br />
<strong>De</strong> Stelling van Amsterdam is door het Rijk aangewezen als Nationaal Landschap. Nationale<br />
landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende<br />
landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.<br />
Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van nationale landschappen moeten<br />
behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. <strong>De</strong> provincies zijn<br />
verantwoordelijk voor de uitwerking van het beleid voor de nationale landschappen (Nota Ruimte<br />
2006, paragrafen 3.4.2 en 3.4.3).<br />
<strong>De</strong> Stelling van Amsterdam is een militaire verdedigingslinie rond de hoofdstad van Nederland. In<br />
1881 werd met de bouw begonnen. In 1963 werd de militaire status van de verdedigingslinie<br />
opgeheven. <strong>De</strong> Stelling van Amsterdam is in 1991 op de provinciale monumentenlijst geplaatst. In<br />
1996 is de Stelling van Amsterdam door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst. <strong>De</strong> Stelling van<br />
Amsterdam kent twee identiteiten: Nationaal Landschap (cultuurlandschap) en UNESCO monument<br />
(militaire verdedigingslinie). Beide identiteiten dragen bij aan de kernkwaliteiten (waarden) van de<br />
Stelling van Amsterdam.<br />
In november 2009 heeft de raad de nota Visie op de Geniedijk vastgesteld. In deze nota zijn de<br />
doelstellingen van het gemeentelijk beleid geformuleerd en worden voorstellen gedaan voor een<br />
toekomstig beter gebruik van de Geniedijk. Het gemeentelijk beleid zet in op concrete activiteiten die<br />
aansluiting vinden bij het algemeen geformuleerde landelijk en provinciaal beleid.<br />
5.4.2 Onderzoek<br />
Inventarisatie<br />
Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de archeologische verwachting in het plangebied<br />
overwegend laag is. <strong>De</strong> kans op het aantreffen van intacte bewoningsresten is zeer klein. <strong>De</strong> locatie<br />
van het Fort aan de <strong>Liede</strong> heeft echter een hoge verwachtingswaarde. Aangezien er bij het Fort geen<br />
ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt is het niet te verwachten dat er aantasting van de aanwezige<br />
archeologische waarden plaatsvindt.<br />
Indien op de locatie van het Fort aan de <strong>Liede</strong> ingrepen in de bodem gepland worden, dient<br />
voorafgaand aan de werkzaamheden een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. <strong>De</strong> aanpak<br />
van een dergelijk onderzoek zal pas worden opgesteld als de geplande ingreep bekend is.<br />
Ontwerp bestemmingsplan <strong>De</strong> <strong>Liede</strong> 36