12.09.2013 Views

2 Samuël

2 Samuël

2 Samuël

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

David offerde brandofferen voor des<br />

HEEREN aangezicht, en dankofferen.<br />

18. Als David geeindigd had het<br />

brandoffer en de dankofferen te<br />

offeren, zo zegende hij het volk Als<br />

een profeet en godzalig koning wenst hij het<br />

volk van God alle lichamelijke en geestelijke<br />

welvaart. in den Naam des HEEREN<br />

der heirscharen. Zie boven, 2 Sam. 6:2.<br />

19. En hij deelde uit aan het ganse<br />

volk, aan de ganse menigte van<br />

Israel, van de mannen tot de<br />

vrouwen toe, aan een iegelijk een<br />

broodkoek, en een schoon stuk<br />

vlees, en een fles wijn. Dit verstaan de<br />

Hebreën van zulk een stuk of gedeelte van<br />

een beest, gelijk vrienden op grote gastmalen<br />

elkander te dien tijde plachten te vereren.<br />

Sommigen menen dat het Hebreeuwse woord<br />

eschpar komt van vuur en vet; dat is te zeggen<br />

een rundgebraad. Toen ging al dat volk<br />

heen, een iegelijk naar zijn huis.<br />

20. Als nu David wederkwam, om zijn<br />

huis te zegenen, Zie 2 Sam. 6:18. ging<br />

Michal, Sauls dochter, uit, David<br />

tegemoet, en zeide: Hoe is heden de<br />

koning van Israel verheerlijkt, die<br />

zich heden voor de ogen van de<br />

dienstmaagden zijner<br />

dienstknechten heeft ontbloot, gelijk<br />

een van de ijdele lieden Van het kaal,<br />

ijdel en lichtvaardig gespuis, zie Richt. 9:4.<br />

Hebreeuws, zich ontblotende ontbloot, of,<br />

ontbloot wordende ontbloot wordt. zich<br />

onbeschaamdelijk ontbloot?<br />

21. Maar David zeide tot Michal: Voor<br />

het aangezicht des HEEREN, Gelijk<br />

boven, 2 Sam. 6:14,16,17. David wil zeggen<br />

dat hij dit alles ter ere Gods en tot<br />

dankbaarheid voor zijn onbegrijpende<br />

genade, zo geestelijke als lichamelijke, gedaan<br />

heeft, ja dat hij gelijk volgt nog veel meer<br />

schuldig was te doen, en doen wilde. Die mij<br />

verkoren heeft voor uw vader en<br />

voor zijn ganse huis, Dit is,<br />

voorbijgaande uw vader en uws vaders huis.<br />

mij instellende Hebreeuws, mij<br />

gebiedende; of bevelende een voorganger Of,<br />

leidsman; gelijk 1 Sam. 9:16, en 1 Sam. 10:1, en 1 Sam.<br />

13:14, en 1 Sam. 25:30., versta te zijn; dat is, mij<br />

instellende tot een voorganger Of, leidsman;<br />

gelijk 1 Sam. 9:16, en 1 Sam. 10:1, en 1 Sam. 13:14, en 1<br />

Sam. 25:30.. Vergelijk onder, 2 Sam. 7:11, en 1<br />

Sam. 13:14. tot een voorganger Of,<br />

leidsman; gelijk 1 Sam. 9:16, en 1 Sam. 10:1,<br />

en 1 Sam. 13:14, en 1 Sam. 25:30. over het<br />

volk des HEEREN, over Israel; ja, ik<br />

zal spelen voor het aangezicht des<br />

HEEREN.<br />

22. Ook zal ik mij nog geringer<br />

houden dan alzo, en zal nederig zijn<br />

in mijn ogen, en met de<br />

dienstmaagden, waarvan gij gezegd<br />

hebt, met dezelve Achtende het mij geen<br />

schande gelijk gij meent maar een eer te zijn<br />

voor God, wanneer ik hem ook met de<br />

allerminsten zijns volks vereer, en mij in die<br />

delen aan hen gelijk stel. zal ik<br />

verheerlijkt worden.<br />

23. Michal nu, Sauls dochter, had<br />

geen kind, tot den dag van haar<br />

dood toe. Dat is, zolang zij leefde,<br />

nimmermeer. Vergelijk 1 Sam. 15:35; Matth.<br />

1:25, enz.<br />

2 <strong>Samuël</strong> 7<br />

1. En het geschiedde, Vergelijk dit ganse<br />

hoofdstuk, 2 Sam. 7, met 1 Kron. 17. als de<br />

koning in zijn huis zat, Wonende in stilte<br />

en rust, gelijk volgt. en de HEERE hem<br />

rust gegeven had van al zijn vijanden<br />

rondom, Die alzo voor David vreesden, dat<br />

zij hem geen krijg meer durfden aandoen,<br />

hoewel David uit eigen beweging naderhand<br />

verscheidene oorlogen gevoerd heeft, om<br />

Israël in bezitting te stellen van het recht en<br />

de vrijheid, die hun van God beloofd was. Zie<br />

onder, 2 Sam. 8:11,12,13,14; 1 Kron. 18:3, en<br />

Gen. 15:18.<br />

2. Zo zeide de koning tot den profeet<br />

Nathan: Zie toch, ik woon in een<br />

cederen huis, Zie boven, 2 Sam. 5:11. en<br />

de ark Gods woont in het midden<br />

der gordijnen. Volgens Gods bevel, Exod.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!