12.09.2013 Views

2 Samuël

2 Samuël

2 Samuël

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

30. En David ging op door den opgang<br />

der olijven, Die op den Olijfberg bij<br />

menigte stonden. opgaande en<br />

wenende, en het hoofd was hem<br />

bewonden; Dit waren tekenen van rouw,<br />

schaamte en vernedering. Zie ook van<br />

toedekken of verhullen des hoofds, onder, 2<br />

Sam. 19:4; Esth. 6:12; Jer. 14:3,4; Ezech.<br />

31:15; en van barrevoets of ongeschoeid<br />

gaan, Jes. 20:2,3,4; Jer. 2:25. en hij zelf<br />

ging barrevoets; ook had al het volk,<br />

dat met hem was, een iegelijk zijn<br />

hoofd bedekt, en zij gingen op,<br />

opgaande en wenende.<br />

31. Toen gaf men David te kennen,<br />

Anders, toen verklaarde David, zeggende, enz.<br />

zeggende: Achitofel is onder<br />

degenen, die zich met Absalom<br />

hebben verbonden. Dies zeide<br />

David: O, HEERE! maak toch<br />

Hebreeuws, maak zot, verdwaas. Vergelijk<br />

onder, 2 Sam. 16:23. Achitofels raad tot<br />

zotheid.<br />

32. En het geschiedde, als David tot<br />

op de hoogte kwam, Te weten, van den<br />

Olijfberg, vanwaar hij de stad en woning des<br />

Heeren, waarin de ark een voorbeeld van den<br />

Messias Jezus Christus haar verblijf had, en<br />

waarheen de gelovigen des Ouden<br />

Testaments, absent of ballingen zijnde, hun<br />

aangezicht in het bidden plachten te richten,<br />

tot een teken dat zij hun gebeden fondeerden<br />

op de verdiensten van den Messias. Vergelijk<br />

1 Kon. 8:44,48; Dan. 6:11. dat hij aldaar<br />

God aanbad; ziet, toen ontmoette<br />

hem Husai, de Archiet, hebbende<br />

zijn rok gescheurd, Zie boven, 2 Sam. 1:2.<br />

en aarde op zijn hoofd.<br />

33. En David zeide tot hem: Zo gij met<br />

mij voortgaat, zo zult gij mij tot een<br />

last zijn; Hebreeuws, een last op mij zijn.<br />

34. Maar zo gij weder in de stad gaat,<br />

en tot Absalom zegt: Uw knecht, Een<br />

afgebroken rede, gelijk men nu ook spreekt,<br />

voor: ik ben uw knecht, ik zal uw knecht zijn.<br />

Anders, O koning, ik zal uw knecht zijn, gelijk<br />

ik uws vaders knecht tevoren geweest ben,<br />

alzo zal ik nu uw knecht zijn. ik zal des<br />

konings zijn; ik ben wel uws vaders<br />

knecht van te voren geweest,<br />

Hebreeuws, van toen af. maar nu zal ik<br />

uw knecht zijn; zo zoudt gij mij den<br />

raad van Achitofel te niet maken.<br />

35. En zijn niet Dat is, die zijn voorzeker<br />

aldaar. Van zulk een manier van vragen, zie<br />

Richt. 4:6, en elders dikwijls. Zadok en<br />

Abjathar, de priesters, aldaar met u?<br />

Zo zal het geschieden, dat gij alle<br />

ding, dat gij uit des konings huis zult<br />

horen, den priesteren, Zadok en<br />

Abjathar, zult te kennen geven.<br />

36. Ziet, hun beide zonen zijn aldaar<br />

bij hen, Ahimaaz, Zadoks, en<br />

Jonathan, Abjathars zoon; zo zult<br />

gijlieden door hun hand Dat is, dienst.<br />

tot mij zenden alle ding, dat gij zult<br />

horen.<br />

37. Alzo kwam Husai, Davids vriend,<br />

in de stad; en Absalom kwam te<br />

Jeruzalem.<br />

2 <strong>Samuël</strong> 16<br />

1. Als nu David een weinig van de<br />

hoogte Des Olijfbergs. was<br />

voortgegaan, ziet, toen ontmoette<br />

hem Ziba, Mefiboseths jongen, Dat is,<br />

knecht of dienaar. Zie van dezen boven, 2<br />

Sam. 9:2, enz. met een paar gezadelde<br />

ezelen, Anders, gegorde, geladene. en<br />

daarop tweehonderd broden, met<br />

honderd stukken rozijnen, en<br />

honderd stukken zomervruchten, en<br />

een lederen zak wijns.<br />

2. En de koning zeide tot Ziba: Wat zult<br />

gij daarmede? Hebreeuws, wat zullen u<br />

die? En Ziba zeide: De ezels zijn voor<br />

het huis des konings, Als daar waren<br />

enige vrouwen, mitsgaders de vrienden en<br />

hovelingen des konings, benevens de koning<br />

zelf, die te voet ging; boven, 2 Sam.<br />

15:16,17,30. om op te rijden en het<br />

brood en de zomervruchten, om te<br />

eten voor de jongens; en de wijn,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!