You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
17. Toen maakten zich de oudsten<br />
van zijn huis Dat is, zijn voornaamste<br />
officieren of hovelingen, die in het volgende<br />
zijn knechten genoemd worden. op tot<br />
hem, om hem te doen opstaan van<br />
de aarde; maar hij wilde niet, en at<br />
geen brood met hen. Zie boven, 2 Sam.<br />
3:35, en elders dikwijls.<br />
18. En het geschiedde op den<br />
zevenden dag, dat het kind stierf; en<br />
Davids knechten vreesden hem aan<br />
te zeggen, dat het kind dood was,<br />
want zij zeiden: Ziet, als het kind nog<br />
levend was, spraken wij tot hem,<br />
maar hij hoorde naar onze stem niet,<br />
hoe zullen wij dan tot hem zeggen:<br />
Het kind is dood? Want het mocht<br />
kwaad doen. Dat is, dit mocht hem nog<br />
meer kwellen en bedroeven dan tevoren.<br />
19. Maar David zag, dat zijn knechten<br />
mompelden; Binnensmonds en zachtjes,<br />
stillekens met elkander spraken, opdat het<br />
David niet mocht horen. zo merkte David,<br />
dat het kind dood was. Dies zeide<br />
David tot zijn knechten: Is het kind<br />
dood? En zij zeiden: Het is dood.<br />
20. Toen stond David op van de<br />
aarde, en wies en zalfde zich, Zie Ruth<br />
3:3. en veranderde zijn kleding, en<br />
ging in het huis des HEEREN, Versta,<br />
de tent, die David voor de ark had doen<br />
maken. Zie boven, 2 Sam. 6:17. en bad<br />
aan; daarna kwam hij in zijn huis, en<br />
eiste brood; en zij zetten hem brood<br />
voor, Gelijk boven, 2 Sam. 12:17, en in 2<br />
Sam. 12:22. en hij at.<br />
21. Zo zeiden zijn knechten tot hem:<br />
Wat is dit voor een ding, dat gij<br />
gedaan hebt? Om des levenden<br />
kinds wil hebt gij gevast en<br />
geweend; maar nadat het kind<br />
gestorven is, zijt gij opgestaan en<br />
hebt brood gegeten.<br />
22. En hij zeide: Te weten, bij mijzelven,<br />
dat is, ik dacht. Als het kind nog leefde,<br />
heb ik gevast en geweend; want ik<br />
zeide: Te weten, bij mijzelven, dat is, ik<br />
dacht. Wie weet, de HEERE zou mij<br />
mogen genadig zijn, dat het kind<br />
levend bleve.<br />
23. Maar nu is het dood, waarom zou<br />
ik nu vasten? Zal ik hem nog kunnen<br />
wederhalen? Te weten, in het leven. Ik<br />
zal wel tot hem gaan, Te weten, tot het<br />
kind, naar het lichaam in het graf, naar de ziel<br />
in den hemel. maar hij zal tot mij niet<br />
wederkomen. In dit leven.<br />
24. Daarna troostte David zijn<br />
huisvrouw Bathseba, en ging tot<br />
haar in, en lag bij haar; en zij baarde<br />
een zoon, wiens naam zij noemde<br />
Salomo; Hebreeuws, Schelomoh. Dezen<br />
naam heeft David hem gegeven naar Gods<br />
bevel. Zie 1 Kron. 22:9. en de HEERE had<br />
hem lief.<br />
25. En zond heen Te weten, de HEERE.<br />
Anders, hij David zond hem onder de hand<br />
van den profeet Nathan dat is, om van<br />
Nathan geleerd en geregeerd te worden in des<br />
Heeren vreze, die zijn naam noemde Jedid-<br />
Jah. door de hand van den profeet<br />
Nathan, Dat is, door den dienst. en<br />
noemde zijn naam Jedid-Jah, om des<br />
HEEREN wil. Dat is, omdat de Heere hem<br />
liefhad, gelijk 2 Sam. 12:24 gezegd is, en<br />
omdat hij een voorbeeld zou zijn van den<br />
Heere Christus, die de welbeminde Zoon<br />
Gods, de stichter van Gods huis en de rechte<br />
koning des vredes is. Zie boven 2 Sam. 7:13,<br />
enz. 1 Kron. 22:9,10; Ps. 45; Hooglied<br />
doorgaans; Jes. 9:5, enz.; Matth. 3:17; Luk.<br />
1:32,33; Hebr. 3:6.<br />
26. Joab nu krijgde Hier wordt nu vervolgd<br />
de historie, die begonnen is boven, 2 Sam. 11.<br />
tegen Rabba der kinderen Ammons;<br />
en hij nam de koninklijke stad in.<br />
Hebreeuws, de stad des koninkrijks.<br />
Waardoor men verstaan kan dat deel der<br />
stad, waar het koninklijke hof in was, dat aan<br />
het water gelegen of met wateren omsingeld<br />
mag geweest zijn. Zie 2 Sam. 12:27.<br />
27. Toen zond Joab boden tot David,<br />
en zeide: Dat is, liet hem zeggen. Ik heb