Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vergelijken met 1 Sam. 31, en oordelen wat<br />
van de zaak is. niet leven zou; en ik nam<br />
de kroon, die op zijn hoofd was, en<br />
het armgesmijde, dat aan zijn arm<br />
was, en heb ze hier tot mijn heer<br />
gebracht. Te weten, David, dat is, tot u.<br />
11. Toen vatte David zijn klederen en<br />
scheurde ze; Gelijk boven, 2 Sam. 1:2.<br />
desgelijks ook al de mannen, die met<br />
hem waren.<br />
12. En zij weeklaagden, en weenden,<br />
en vastten tot op den avond, over<br />
Saul en over Jonathan, zijn zoon, en<br />
over het volk des HEEREN, en over<br />
het huis Israels, omdat zij door het<br />
zwaard gevallen waren.<br />
13. Voorts zeide David tot den<br />
jongen, die hem de boodschap<br />
gebracht had: Van waar zijt gij? En<br />
hij zeide: Ik ben de zoon van een<br />
vreemden man, van een Amalekiet.<br />
14. En David zeide tot hem: Hoe, hebt<br />
gij niet gevreesd uw hand uit te<br />
strekken, om den gezalfde des<br />
HEEREN Zie 1 Sam. 10:1, en 1 Kon. 1:14. te<br />
verderven. Dat is, te verslaan, nedervellen,<br />
doden. Vergelijk Richt. 20:21,25,35,42, en<br />
elders.<br />
15. En David riep een van de jongens,<br />
Zijne dienstknechten of hovelingen. en<br />
zeide: Treed toe, val op hem aan. En<br />
hij sloeg hem, dat hij stierf.<br />
16. En David zeide tot hem: Uw bloed<br />
zij op uw hoofd; Zie Lev. 20:9, en Richt.<br />
9:24. want uw mond heeft tegen u<br />
getuigd, zeggende: ik heb den<br />
gezalfde des HEEREN gedood.<br />
17. David nu klaagde deze klage Die in<br />
2 Sam. 19: begint. over Saul en over<br />
Jonathan, zijn zoon;<br />
18. Als hij gezegd had, Dat is, bevolen,<br />
orde gesteld, om het volk Gods na huns<br />
konings dood vooreerst op te richten en tot<br />
kloekmoedigheid te vermanen, opdat zij door<br />
zijn volgend klaaglied niet versaagd mochten<br />
worden. dat men den kinderen van<br />
Juda Uit welken stam David zelf gesproten<br />
was, en die de belofte Gods had van het<br />
koninkrijk en dapperheid in den oorlog; Gen.<br />
49:8,9,10. den boog zou leren; Versta<br />
het hanteren van den boog, om geoefende<br />
schutters en krijgslieden te worden, naar<br />
Sauls en Jonathans exempel, 2 Sam. 1:22.<br />
ziet, het is geschreven in het boek Dit<br />
kan men alzo verstaan, dat in dit boek<br />
geschreven is geweest, wat David<br />
diepaangaande voor orde gesteld heeft, om<br />
de oefening der krijgswapenen bij zijn stam<br />
gemeen te maken. des Oprechten. Van dit<br />
boek, zie Joz. 10:13.<br />
19. O Sieraad van Israel, op uw<br />
hoogten Te weten, op de bergen van Gilboa<br />
2 Sam. 1:21, en 1 Sam. 31:8, die hij Gods<br />
hoogten noemt, omdat ze God bijzonderlijk<br />
als in Israël gelegen toebehoorden. is hij<br />
verslagen; hoe zijn de helden<br />
gevallen!<br />
20. Verkondigt het niet te Gath, Gath<br />
en Askelon waren beide bewoond van de<br />
Filistijnen, liggende in het zuidwesten van de<br />
bergen Gilboa aan de zee; Gath in Dan, en<br />
Askelon in Simeon. Zie Richt. 14:19, en onder,<br />
2 Sam. 21:20,22. boodschapt het niet<br />
op de straten van Askelon; opdat de<br />
dochters der Filistijnen zich niet<br />
verblijden, God en zijn volk lasterende en<br />
beschimpende; gelijk Richt. 16:23, enz.<br />
opdat de dochters der<br />
onbesnedenen Zie Richt. 15:18. niet<br />
opspringen van vreugde. Met uiterlijke<br />
gebaren en tekenen van vreugde hun goden<br />
den lof dezer victorie toeschrijvende.<br />
21. Gij, bergen van Gilboa, Dit dient tot<br />
beweging en schrik der Israëlieten over de<br />
zaken, die aldaar gebeurd waren. Vergelijk<br />
Richt. 5:23; Job 3, en elders. noch dauw<br />
noch regen moet zijn op u, noch<br />
velden der hefofferen; Dat is, er moeten<br />
op deze bergen geen vruchtbare velden zijn,<br />
waarvan men hefoffers zou kunnen doen. Of,<br />
op de verheven velden, hoge velden.<br />
Hebreeuws, velden der verheffingen. want<br />
aldaar is der helden schild smadelijk<br />
weggeworpen, Of, verfoeilijk, verachtelijk.