ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
jaargang 10, <strong>dec</strong>ember 2011 03|04<br />
NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTING<br />
CULTUREEL ERFGOED <strong>ZE</strong>ELAND
ARCHEOLOGIECULTUURHISTORIEERFGOEDEDUCATIEMONUMENTENMUSEASTREEKTALEN<br />
Inhoudsopgave<br />
2 SCEZpresse<br />
MONUMENTEN<br />
3 Bijzondere opening Open Monumentendag in Aardenburg<br />
4 Natte maar geslaagde eerste Fortennacht<br />
• Ondersteuning moleneigenaren bij Brim-aanvraag 2012<br />
5 Monumenten Nieuws<br />
6 Stavenisser noodwoningen als cultureel erfgoed<br />
• Koninklijke onderscheiding voor Maurice Kindt<br />
7 Metselen of inboeten?<br />
8 Stucplafonds<br />
• Beroemd Zeeuws erfgoed<br />
9 Monumentenronde: Vereniging De Zeeuwse Molen<br />
MUSEA<br />
10 Activiteiten in de Maand van de Geschiedenis<br />
11 Museumnacht<br />
12 ’t Wasschappels gevoel<br />
13 Vrijwilligers brengen panoramaschilderij van Yerseke tot leven<br />
14 Collectiewacht voor Zeeuwse musea<br />
ALGEMEEN<br />
14 2012 Zeeuws Jaar van het water<br />
• 2012 Zeeuws Jaar van de Historische Buitenplaats<br />
• Kijk op geschiedeniszeeland.nl en stuur een gratis e-card!<br />
15 Tien jaar SCEZ: presentatie themanummer Zeeuws Tijdschrift<br />
• Bezoek aan Het Schuitvlot<br />
CULTUURHISTORIE<br />
16 <strong>Zeeland</strong> of de Waddeneilanden? Verschil moet er zijn<br />
17 Cultuurhistorie Nieuws<br />
STREEKTALEN<br />
18 Streektaal Varia<br />
ARCHEOLOGIE<br />
20 Archeologisch Nieuws<br />
21 Personalia<br />
• Onderzoek en meldingen<br />
25 Vondst voor het voetlicht: Een middeleeuws zwaard uit Cadzand<br />
ERFGOEDEDUCATIE<br />
26 Canonkaravaan naar <strong>Zeeland</strong> in 2012<br />
• Onderwijsproject in Biezelinge en Kapelle<br />
<strong>Erfgoed</strong> Allerlei<br />
27 Publicaties<br />
30 Kennismaking met de Meester van der Heijdengroeve<br />
31 Colofon | Kortelings | Monumentaal<br />
32 MOnuMENTaal (zie ook pagina 31)<br />
Bij de Omslag<br />
Schaatsen op de Vlissingsche Watergang bij buurtschap Nieuw<br />
Abeele, in de groene geledingszone tussen Middelburg en Vlissingen.<br />
De nabijgelegen bunkers langs het zogenaamde Bunkerpad maken<br />
deel uit van het Landfront Vlissingen, een aaneengesloten linie<br />
van Duitse verdedigingswerken uit de Tweede Wereldoorlog tussen<br />
Groot-Valkenisse en Fort Rammekens (foto Marinus van Dintel).<br />
Op 2 september werd het themanummer over erfgoed en de SCEZ<br />
van het Zeeuws Tijdschrift gepresenteerd. Een van de eerste exemplaren<br />
ging naar voormalig cultuurgedeputeerde Harry van Waveren (l)<br />
(foto Anda van Riet).<br />
SCEZpresse<br />
De uitgave van Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is in september eenmalig vervangen door<br />
de uitgave van een dubbeldik themanummer over erfgoed en de SCEZ van<br />
het Zeeuws Tijdschrift. Aanleiding was het tienjarig bestaan van de SCEZ.<br />
Het nummer werd gepresenteerd tijdens een sfeervolle bijeenkomst in de<br />
Middelburgse Kloveniersdoelen, aansluitend op een voorstelling van<br />
De Rietdekker en voorafgaand aan de bekendmaking van de longlist van<br />
de Zeeuws Boekenprijs. Zo vielen op 2 september veel dingen samen, met<br />
erfgoed als verbindend thema. In tien jaar is veel hetzelfde gebleven en is<br />
gelukkig ook veel veranderd. De komende tien jaar zal dat niet anders zijn.<br />
Wat bedoel ik hiermee? Welnu, wat gelukkig veel hetzelfde is gebleven is<br />
het erfgoed in al zijn verschijningsvormen: van museumvoorwerpen,<br />
monumenten, tradities en cultuurhistorische elementen in het landschap tot<br />
verhalen en archeologische voorwerpen. <strong>Zeeland</strong> is rijk voorzien van erfgoed<br />
en dat moeten we vooral zo zien te houden. Maar die onveranderlijkheid<br />
van het erfgoed zal niet lukken zonder verandering in de omgang daarmee.<br />
Impliciet aan het behoud van het erfgoed is ontwikkeling, ontwikkeling dan<br />
als exponent van maatschappelijke zingeving. Een van de interessantste<br />
ontwikkelingen die enige jaren geleden al is ingezet en die met ingang van<br />
volgend jaar een nieuw fase ingaat, is het benutten van het ruimtelijkeordeningsinstrumentarium<br />
voor de erfgoedzorg. Kort gezegd komt dat hier<br />
op neer, dat met ingang van 1 januari aanstaande bij besluiten over nieuwe<br />
ruimtelijke ontwikkelingen aandacht moet worden besteed aan archeologie,<br />
monumenten én cultuurhistorie. Dit laatste is nieuw. Het betekent dat vanaf<br />
volgend jaar ook rekening gehouden moet worden met de cultuurhistorische<br />
waarden in een bepaald gebied. Voor het onroerende erfgoed is de publieke<br />
opgave daarmee primair een ruimtelijke opgave geworden. Zeker zo<br />
interessant aan deze ontwikkeling naar gebiedsgerichte omgang met erfgoed<br />
is de verbinding naar andere maatschappelijke belangen en opgaven.<br />
De duurzaamheidsdriehoek mens, omgeving en economie biedt hiervoor<br />
een prima denkkader. Een van de voor <strong>Zeeland</strong> kansrijke verbindingen is<br />
die tussen erfgoed en economie en ecologie, een verbinding die zich met<br />
name in het landschap openbaart. Het Rijk spreekt in zijn recent<br />
gepubliceerde visie op erfgoed en ruimte in dit verband over het levende<br />
landschap, met provincie en gemeenten als belangrijke spelers.<br />
Ik denk dat de ontwikkeling naar gebiedsgericht erfgoedbeheer voor de<br />
komende jaren wel eens bepalend kan zijn voor de omgang met ons erfgoed.<br />
Vandaar dat de SCEZ haar dienstverlening aan de Zeeuwse overheden zal<br />
intensiveren en uitbreiden, bij voorkeur in het kader van slim ingerichte<br />
interbestuurlijke samenwerkingsverbanden. Centraal daarbij staan de<br />
advisering en ondersteuning bij de verdere beleidsontwikkeling en het<br />
verrichten van daaruit voortvloeiende werkzaamheden.<br />
Ik wens u een plezierige jaarwisseling toe en voor het nieuwe jaar veel<br />
inspiratie en genoegen in uw omgang met het erfgoed.<br />
Wim Scholten, directeur
Monumenten<br />
Bijzondere opening Open Monumentendag<br />
in Aardenburg<br />
De opening van de Open Monumentendag op 9 september in de<br />
Sint-Baafskerk in Aardenburg was in dubbel opzicht bijzonder.<br />
Bijzonder vanwege het grensoverschrijdende karakter én bijzonder<br />
vanwege de combinatie met de Fortennacht. Er was met circa 145<br />
aanwezigen veel belangstelling.<br />
De organisatie was in handen van de SCEZ en de gemeente Sluis,<br />
in samenwerking met de werkgroep Fortennacht Zeeuws-Vlaanderen<br />
en de Open Monumentendag-comités van de gemeenten Knokke-Heist,<br />
Damme, Maldegem en Sint-Laureins.<br />
De opening vormde de aanzet voor de 25 ste Open Monumentendag<br />
in Nederland en de 23 ste Open Monumentendag in Vlaanderen.<br />
De Fortennacht werd dit jaar voor de eerste keer gehouden. De thema’s<br />
sloten mooi op elkaar aan: respectievelijk herbestemming, conflict en<br />
forten. In de grensregio <strong>Zeeland</strong>-Vlaanderen is het niet moeilijk om<br />
monumenten of plekken te vinden waarin de drie thema’s samenkomen.<br />
In Aardenburg is er bijvoorbeeld het archeologisch museum, gevestigd<br />
in een voormalige patriciërswoning uit de zeventiende eeuw. Het is een<br />
rijksmonument, oorspronkelijk een woning en nu dus een museum.<br />
Een mooi voorbeeld van herbestemming. In het museum wordt onder<br />
andere een skelet van een Germaanse krijger uit omstreeks 275 na<br />
Chr. geëxposeerd. Het hoofd vertoont een gat, waarschijnlijk als gevolg<br />
van een gevecht. Daar moet een conflict aan ten grondslag hebben<br />
gelegen. Ook laat het museum voorwerpen zien, afkomstig van het<br />
Romeinse castellum, een fort. Een deel van de fundering van dit fort<br />
is zichtbaar gemaakt in het plaveisel, op een flinke steenworp afstand<br />
van het museum.<br />
Boeiend openingsprogramma<br />
De sprekers verbonden de drie thema’s ieder op eigen wijze, met de<br />
Staats-Spaanse Linies min of meer als Leitmotiv. Wethouder Peter<br />
Ploegaert van de gemeente Sluis gaf de gemeentelijke kaders aan<br />
waarbinnen herbestemming plaatsvindt. Hij noemde ook de spanning<br />
tussen enerzijds het relatief grote aanbod aan her te bestemmen<br />
monumenten en anderzijds de beperkt beschikbare middelen in een<br />
krimpgemeente als Sluis. Dit vraagt volgens hem om een gebundelde<br />
aanpak van overheden en particulier initiatief. Ed Peerbolte, verbonden<br />
aan de NV Economische Impuls <strong>Zeeland</strong>, zag nadrukkelijk mogelijkheden<br />
op het gebied van de cultuurhistorie. Hier liggen zijns inziens nog kansen<br />
voor <strong>Zeeland</strong>.<br />
Dat moet dan echter verder gaan dan het aanbieden van streekproducten.<br />
Professor Piet Lombaerde uit Antwerpen hield een boeiend betoog over<br />
de verschillende manieren van benadering van herbestemming.<br />
Het intermezzo in het programma werd verzorgd door streekzaalzanger<br />
en conferencier Adrie Oosterling. Met zijn activiteiten in het Slijkstraatje<br />
in Groede heeft hij vrijwel dagelijks met herbestemming te maken.<br />
Hij wist de aanwezigen met zijn voordracht en liedjes aan het lachen te<br />
maken en te ontroeren. Winant Halfwerk, projectleider Staats-Spaanse<br />
Linies van de Provincie <strong>Zeeland</strong>, maakte in een beeldrapportage nog eens<br />
duidelijk wat de publiekspotentie van de linies is en wat er dienaangaande<br />
in de toekomst nog meer mogelijk is. Gedeputeerde Kees van Beveren gaf<br />
aan dat er al de nodige initiatieven op het terrein van de herbestemming<br />
zijn ontwikkeld of in ontwikkeling zijn. Hij noemde onder andere<br />
het Industrieel Museum in Sas van Gent en het door de provincie<br />
ondersteunde project van de landelijke <strong>Stichting</strong> Behoud en<br />
Herbestemming van Religieus <strong>Erfgoed</strong> naar de mogelijkheden van<br />
de Nieuwe Kerk in Zierikzee.<br />
Het openingsprogramma werd afgesloten met de feestelijke presentatie<br />
van het aan de Staats-Spaanse Linies gewijde Suske en Wiske-album<br />
De Laaiende Linies aan Paul Breyne, gouverneur van de Provincie<br />
West-Vlaanderen. Dit gebeurde via de speciale bemiddeling van de<br />
stadsomroeper van Sluis.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 3 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
V.l.n.r.: Gouverneur Paul Breyne, gedeputeerde Kees van Beveren,<br />
wethouder Peter Ploegaert en de stadsomroeper van Sluis.<br />
Na het openingsprogramma in de Sint-Baafskerk in Aardenburg vond nog<br />
een receptie plaats, waarbij voor de eerste maal de nieuwe presentatiewand<br />
van de Monumentenwacht stond opgesteld.
Deelnemers aan<br />
de Fortennachtactiviteiten<br />
van Koewacht bij<br />
de evenemententent naast<br />
fort Sint-Livinus<br />
(foto E. van Waes).<br />
Natte maar geslaagde eerste Fortennacht<br />
Na maanden van grensoverschrijdende en vooral<br />
lokale voorbereiding vond op zaterdagavond<br />
10 september 2011 de eerste Fortennacht plaats.<br />
Ondanks het feit dat de weersomstandigheden in<br />
<strong>Zeeland</strong> sterk van invloed waren, kan er worden<br />
teruggekeken op een geslaagd evenement.<br />
In IJzendijke waren de vijftig deelnemers aan de fiets- en<br />
wandeltocht vlak voor het onweer binnen. De opvoering<br />
van de evocatie ‘Philips II ontmoet Maurits’ trok tweehonderdvijftig<br />
bezoekers en moest na uitstel vanwege<br />
een eerste onweersbui onder hagel en bliksem worden<br />
gestaakt. Het bleef echter lang druk en gezellig in de<br />
schuilplaats museum Het Bolwerk. Op 8 oktober werd<br />
het levende schaakspel alsnog met succes uitgevoerd<br />
voor vierhonderd (!) aanwezigen.<br />
Ook in Koewacht was de opkomst groot. De wandel- en<br />
fietstocht trokken ieder circa 60 deelnemers en de vossenjacht<br />
voor de jeugd 157 deelnemers, ook waren er nog<br />
Molens behoren samen met de kerken en de boerderijen<br />
tot de bakens in het Zeeuwse landschap. Er zijn er nog<br />
ongeveer tachtig te bewonderen, dankzij de gezamenlijke<br />
inspanningen van overheden, stichtingen en vrijwilligers<br />
in redelijke en goede staat. Het onderhoud van molens<br />
luistert echter heel erg nauw en het is zaak dat tijdig en<br />
planmatig te doen. Gebeurt dat niet dan dreigen er<br />
ingrijpender (restauratie)maatregelen en die zijn kostbaar.<br />
Het Rijk stelt met het Brim (Besluit rijkssubsidiering<br />
instandhouding monumenten) geld beschikbaar voor<br />
(planmatig) onderhoud. In 2006 konden moleneigenaren<br />
voor de eerste keer een onderhoudssubsidie aanvragen.<br />
Deze was bedoeld voor een periode van zes jaar.<br />
Die periode loopt volgend jaar af. Moleneigenaren<br />
kunnen vanaf 16 januari 2012 een vervolgaanvraag<br />
indienen voor een nieuwe periode van zes jaar.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 4 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
veel ouders aanwezig. De liniedijk aan weerszijden<br />
van fort Sint-Jacob krioelde soms van de mensen. Alle<br />
activiteiten waren hier gelukkig precies klaar voordat<br />
ook hier de hemelsluizen open gingen.<br />
In Aardenburg zorgde het dreigende onweer al voor<br />
een lage opkomst bij de activiteiten. Om die reden werd<br />
de fietstocht met negen deelnemers vrij snel gestaakt en<br />
gingen de weinige wandelaars mee met de huifkartocht<br />
naar de Kruisdijkschans. In Hulst werd vanwege het<br />
onweer na een kwartier alles afgelast.<br />
Voor alle deelnemers was er uiteindelijk de beloning van<br />
het speciale Suske en Wiske-album De Laaiende Linies.<br />
Deze strip werd bij de officiële start van de Fortennacht<br />
bij het Fort van Beieren in Koolkerke (B) die middag<br />
gepresenteerd en gesigneerd door de makers. Gezien de<br />
grote belangstelling bij deelnemers en organiserende<br />
vrijwilligers wordt bezien of de Fortennacht een<br />
terugkerend evenement kan worden.<br />
Ondersteuning moleneigenaren bij Brim-aanvraag 2012<br />
Voor het indienen van een aanvraag komt het nodige<br />
kijken. Er moet een (gekwantificeerd) inspectierapport<br />
worden opgesteld, inclusief overzichtsfoto’s, detailfoto’s<br />
en tekeningen en er moet op basis daarvan een werkomschrijving<br />
en een meerjarenbegroting (een PIP:<br />
periodiek instandhoudingsplan) worden gemaakt.<br />
Vanuit het Provinciaal Molenplatform en de vereniging<br />
De Zeeuwse Molen is geïnformeerd naar de mogelijkheden<br />
van de SCEZ om moleneigenaren te ondersteunen<br />
bij de subsidieaanvraag en het leveren van de<br />
noodzakelijke stukken. De Monumentenwacht heeft<br />
daar invulling aan gegeven en een aanbod gedaan voor<br />
het opstellen van zowel de inspectierapporten als de PIP’s.<br />
Voor het opstellen van de PIP’s wordt samengewerkt<br />
met Haak Adviesbureau en Bouwkundig Adviesbureau<br />
Business Care Solutions. Inmiddels heeft de SCEZ<br />
voor 24 molens aanvragen in behandeling.
Monumenten Nieuws<br />
Hoge waardering voor cursus Actualiteiten en Ontwikkelingen<br />
Op 18 oktober organiseerde <strong>Erfgoed</strong> in de Praktijk, een<br />
initiatief van de Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong><br />
(RCE) en het Nationaal Restauratiefonds (NRF), in<br />
samenwerking met de SCEZ en de Provincie <strong>Zeeland</strong><br />
de jaarlijkse netwerkbijeenkomst ‘Actualiteiten en<br />
Ontwikkelingen’. Dit jaar vond de bijeenkomst plaats<br />
in Grand Café De Werf in Zierikzee.<br />
Gedurende de dag werden de Zeeuwse gemeenteambtenaren<br />
cultuurhistorie en ruimtelijke ordening en<br />
andere erfgoedprofessionals bijgepraat over de landelijke<br />
en regionale actualiteiten en ontwikkelingen in de<br />
monumentenzorg. Door de RCE en het NRF werden<br />
toelichtingen gegeven op de wijzigingen in het kader<br />
van MoMo (Modernisering Monumentenzorg) en het<br />
Brim 2012 (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding<br />
monumenten). Vervolgens werden vanuit de regio<br />
presentaties gehouden over het gebruik van bouwhistorische<br />
waardenkaarten door de gemeente<br />
Middelburg, de uitbreiding van de (betaalde)<br />
dienstverlening door de SCEZ en het restauratieproces<br />
van het Grand Café door de uitvoerend architect. In de<br />
namiddag stond een rondwandeling door de nabijgelegen<br />
buurtschap Schuddebeurs op het programma, waarna<br />
het programma werd afgesloten met een discussieronde<br />
met concrete voorbeelden uit de praktijk als leidraad.<br />
De aanwezigen waren positief over het verloop van<br />
de bijeenkomst, waarbij naast de aangeboden informatie<br />
vooral de onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring<br />
als extra meerwaarde werd gezien.<br />
Nieuwe publicatie over vier Zeeuwse klippers<br />
In het historisch onderzoek naar het nautisch verleden van<br />
<strong>Zeeland</strong> is de beurtvaart lange tijd een ondergeschoven<br />
kindje geweest. Met de publicaties van Adrie Koppejan<br />
is hierin de afgelopen jaren aanzienlijk verandering<br />
gekomen. Na Sturen en Turen (2002) en De Blikken Motor<br />
(2008) weet de auteur met zijn nieuwe publicatie<br />
opnieuw belangstelling voor de verrichtingen van de<br />
voormalige Zeeuwse beurtschippers en hun schepen<br />
te wekken. Met co-auteur Dennis Helmich beschrijft<br />
Koppejan in Een veger wind de geschiedenis van vier<br />
Zeeuwse klippers: de Avontuur, de Elizabeth (1), de<br />
Elizabeth (2) en de Marigje. Deze zusterschepen,<br />
gebouwd tussen 1912 en 1915, behoren tot de laatste<br />
generatie zeilkippers, die bij oplevering direct moest<br />
concurreren met de eerste motorschepen en de veel<br />
grotere sleepschepen.<br />
Behalve de geschiedenis van de vier bovengenoemde<br />
schepen, komen in het boek ook de verhalen van oudschippers<br />
en schipperskinderen aan bod; zij halen<br />
herinneringen op aan het leven en werken aan boord.<br />
Zo vertellen ze boeiende verhalen over het alledaagse<br />
leven op deze binnenvaartklippers, maar ook over de<br />
oorlogstijd en over barre zeiltochten op de verraderlijke<br />
Zeeuwse stromen. Deze verhalen, aangevuld met uniek<br />
beeldmateriaal en waardevolle documenten, geven een<br />
compleet beeld van de geschiedenis van de schepen.<br />
Van de bovengenoemde zusterschepen is de Avontuur als<br />
enige als authentieke tweemastklipper behouden gebleven,<br />
vooral door de inzet van een grote groep vrijwilligers<br />
(binnen de <strong>Stichting</strong> Zeeuwse Klipper Avontuur).<br />
Het schip, dat nog volop op de Zeeuwse wateren te<br />
bewonderen valt, is echter aan een grote renovatie toe.<br />
Met de opbrengt van Een veger wind hopen de auteurs,<br />
eveneens vrijwilligers bij de bovengenoemde stichting,<br />
hiertoe een bijdrage te kunnen leveren.<br />
Een veger wind, De geschiedenis van vier Zeeuwse klippers,<br />
ISBN 978-90-817256-1-3, 248 pagina’s, gebonden<br />
€ 26,50. Het boek is te koop in de Zeeuwse boekhandels<br />
of te bestellen via helmichd@zeelandnet.nl en<br />
koppejanar@zeelandnet.nl.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 5 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
De excursie door het groene<br />
Schuddebeurs leverde<br />
de deelnemers aan de<br />
netwerkbijeenkomst veel<br />
nieuwe inzichten op.
Een aantal van de<br />
karakteristieke Noorse<br />
noodwoningen in de<br />
Koning Haakonstraat is<br />
nog (grotendeels) authentiek.<br />
Op 13 augustus 1954<br />
brengen Koningin Juliana<br />
en Koning Haakon van<br />
Noorwegen een bezoek aan<br />
Stavenisse. Op de<br />
achtergrond de door<br />
Noorwegen geschonken<br />
noodwoningen in de Koning<br />
Haakonstraat<br />
(foto Zeeuwse<br />
Bibliotheek/Beeldbank<br />
<strong>Zeeland</strong>).<br />
Stavenisser noodwoningen<br />
als cultureel erfgoed<br />
Na de Watersnoodramp van 1953 werden door<br />
diverse landen houten noodwoningen aan de getroffen<br />
provincies geschonken. Vanuit Noorwegen werden<br />
tweehonderd woningen als bouwpakket naar<br />
Nederland verscheept, waarvan er negentien in<br />
de Koning Haakonstraat in Stavenisse werden<br />
opgebouwd.<br />
Het is inmiddels al weer enige maanden geleden, maar we<br />
mogen niet onvermeld laten dat het Hare Majesteit heeft<br />
behaagd om Maurice Kindt uit Westdorpe tot lid in de<br />
Orde van Oranje-Nassau te benoemen. Maurice Kindt<br />
is hiermee beloond voor zijn jarenlange strijd om een<br />
bouwvallige, maar zeer bijzondere, laat achttiende-eeuwse<br />
zeesluis even buiten zijn dorp voor het nageslacht te<br />
behouden. Onvermoeibaar heeft Maurice Kindt, daarin<br />
mede ondersteund door de <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer<br />
<strong>Zeeland</strong> en de SCEZ, gestreden om dit monument onder<br />
de aandacht te krijgen en gelden te verzamelen voor<br />
restauratie en consolidatie. Daarin is hij meer dan<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 6 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
Deze houten woningen waren ondanks hun benaming<br />
van ‘noodwoning’ zeer luxe uitgevoerd, zeker naar de<br />
maatstaven van ruim vijftig jaar geleden. Ze beschikten<br />
over een hal, een ruime keuken en woonkamer en op<br />
de eerste verdieping vier slaapkamers en een douche.<br />
De Noorse noodwoning was in 1946 als zogenaamde<br />
crisiswoning voor de Noorse wederopbouw ontworpen.<br />
Dit om de woningnood, ontstaan als gevolg van de Duitse<br />
verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog, zo snel<br />
mogelijk op te lossen. De Zeeuwen die er in 1954 een<br />
kregen toegewezen waren blij verrast met het Noorse<br />
concept, des te meer toen bleek dat het hout duurzamer<br />
was dan verwacht. Door de jaren heen zijn de meeste<br />
woningen uitgebouwd of zelfs versteend; toch zijn nog<br />
enkele exemplaren in originele staat bewaard gebleven.<br />
De woning op adres Koning Haakonstraat 9, die volgens<br />
de woningcorporatie gesloopt moest worden, is in 2003<br />
met financiële steun van o.a. de gemeente Tholen,<br />
de Provincie en museum De Meestoof verplaatst naar<br />
Sint-Annaland. Hier is zij naast het bovengenoemde<br />
museum in originele staat herbouwd, waarbij het te<br />
bezichtigen interieur in de jaren vijftig stijl van de<br />
vorige eeuw is ingericht.<br />
Voor het zuidwesten van Nederland zijn de noodwoningen<br />
met name van groot belang geweest in het<br />
opvangen van de woningnood na de Watersnoodramp<br />
van 1953. Vanuit diverse Europese landen werden<br />
honderden van deze houten prefabwoningen naar<br />
Nederland getransporteerd, waar ze in snel tempo in<br />
de getroffen gebieden werden opgebouwd en bewoonbaar<br />
gemaakt. Bijna zestig jaar na dato is een klein deel van<br />
deze noodwoningen herkenbaar bewaard gebleven.<br />
Aangezien de woningen tot het gebouwde erfgoed<br />
gerekend kunnen worden, is het belangrijk om die<br />
exemplaren die nog (vrij) authentiek zijn, als jonge<br />
(gemeentelijke/rijks-) monumenten aan te wijzen.<br />
Het draagvlak hiervoor zal mogelijk alleen nog maar<br />
toenemen nu momenteel in het Brabantse<br />
Raamsdonksveer een van de laatste authentiek bewaard<br />
gebleven Noorse noodwoningen gedemonteerd wordt<br />
om in 2012 in het Nederlands Openluchtmuseum in<br />
Arnhem herbouwd te worden. Maar zover hoeft men<br />
het in <strong>Zeeland</strong> niet te zoeken; een bezoek aan de<br />
Noorse woning in Museum De Meestoof of een blik<br />
in de Koning Haakonstraat in Stavenisse zal zeker<br />
de interesse voor ‘het Noorse concept’ doen toenemen.<br />
Koninklijke onderscheiding voor Maurice Kindt<br />
geslaagd. Het lukte hem verschillende organisaties,<br />
waaronder Rijkswaterstaat, waterschap Scheldestromen,<br />
Provincie <strong>Zeeland</strong> en gemeente Terneuzen aan zijn doel<br />
te committeren, waardoor de sluis in 2009 gerestaureerd<br />
kon worden en er weer prachtig bij ligt.<br />
Maurice is daarmee een voorbeeld voor eenieder die in<br />
de eigen omgeving een bijdrage wil leveren aan het<br />
behoud van bijzondere kwaliteiten en aantoont dat de<br />
inspanningen van één individu tot grote resultaten<br />
kunnen leiden.<br />
De SCEZ feliciteert Maurice Kindt van harte met zijn<br />
bijzondere erkenning!
Metselen of inboeten?<br />
Bij metselen in de nieuwbouw gaat het om grote<br />
aantallen stenen te vermetselen. In de restauratie pas je<br />
inboeten toe, een techniek waarbij je stenen vervangt.<br />
Maar als metselaar ben je nog geen restauratiemetselaar.<br />
Het verschil zit ’m in kennis en gevoel.<br />
Kennis die leerlingen restauratiemetselen van het<br />
ROC momenteel in de praktijk brengen bij een<br />
aantal lopende ROP-projecten.<br />
In nieuwbouw worden meestal stenen van gevelkwaliteit<br />
gebruikt met metselmortels op basis van portlandcement.<br />
Bij een ongelijkmatige zetting, door wat voor oorzaak dan<br />
ook, kan schuurvorming optreden van onder- tot bovenin<br />
de muur. Eigenlijk bestaat de muur dan uit twee delen.<br />
De laatste jaren is men er daarom van doordrongen<br />
dat mortels in de nieuwbouw beter een plastische<br />
samenstelling kunnen hebben.<br />
Inboeten is het herstellen van beschadigd metselwerk in<br />
gevels, met name van historische monumentenpanden.<br />
Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor de schade<br />
aan het metselwerk: ongelijkmatige zettingen in de<br />
ondergrond, rottende koppen van heipalen bij dalende<br />
grondwaterstand, boomwortels die de muren opdrukken,<br />
roestend ijzer in de muren et cetera.<br />
ROP <strong>Zeeland</strong><br />
In <strong>Zeeland</strong> zijn er op dit moment circa twaalf leerlingen<br />
metselen van diverse ROC’s werkzaam in de restauratiebouw.<br />
Zij zullen de uitstroom restauratie maken op<br />
niveau 3 in hun opleiding. Naast de theorie op school<br />
kunnen zij praktijkervaring opdoen bij diverse ROPprojecten<br />
zoals:<br />
- de kademuren in Middelburg;<br />
- de RK Kerk in Kloosterzande;<br />
- de Catharinakerk in Zoutelande;<br />
- de korenmolen in Stavenisse;<br />
- de Noord- en Zuidhavenpoort in Zierikzee.<br />
De coördinator van het ROP <strong>Zeeland</strong> verzorgt voor<br />
de leerlingen verder excursies en gastlessen.<br />
Men kan zich voorstellen dat voor al die bovengenoemde<br />
projecten verschillende mortels en stenen moeten worden<br />
gebruikt. Voor de kademuren zijn er bijvoorbeeld mortels<br />
en stenen nodig die langdurig in contact kunnen staan<br />
met zoet of zout water. Kerken hebben veel last van de<br />
regenzijde of de vorstkant. Molens zijn een verhaal apart,<br />
die hebben door de conische vorm van de molenromp<br />
toch al meer te lijden van regen en indringing van vocht.<br />
Bijkomend probleem is ook nog een keer dat de molenromp<br />
aan beweging onderhevig is waardoor de noodzaak<br />
nog groter is om een plastische mortel te gebruiken.<br />
Voor deze specialistische materie bestaan er diverse<br />
instellingen en bureaus die zich bezighouden met het<br />
voorschrijven van de toe te passen herstelmaterialen.<br />
Maar waar de nieuwbouwmetselaar druk bezig is om<br />
voldoende stenen te vermetselen op één dag, is de<br />
restauratiemetselaar drukdoende met het herstellen van<br />
metselwerk op een manier die past bij de bouw van het<br />
monument. Inboeten is niets anders dan het uithakken<br />
van beschadigde delen van gevels en het terugmetselen<br />
van stenen, ‘vol en zat’, zodat er geen open ruimtes in<br />
het muurwerk overblijven. Het voegwerk bezit daarbij<br />
dezelfde eigenschappen als de metselmortels.<br />
Het vochttransport in de gevels mag nergens hinder<br />
ondervinden. Belangrijk voor de restauratiemetselaar is<br />
zijn gevoel voor historische materialen en technieken.<br />
Die maken het inboeten tot een geslaagde restauratie!<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 7 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
Uitgehakt anker aan de<br />
Heilige Martinuskerk in<br />
Kloosterzande.<br />
Herstelmetselwerk<br />
aan de Oostpoort in Sluis.<br />
Inboetwerk aan de<br />
molenromp in Stavenisse.
Vooral bij rieten<br />
pleisterdragers is<br />
alertheidvereist<br />
bij waterschade.<br />
Rococo stucplafond in<br />
het stadhuis van Goes<br />
vervaardigd in 1775<br />
door Giuseppe Soldati.<br />
Herbestemming van<br />
beroemd Zeeuws erfgoed.<br />
Onderaan de balk doet<br />
het stroopblikje dienst<br />
als opvangblik voor<br />
lekkend vet.<br />
Stucplafonds<br />
Een mooi geornamenteerd stucplafond is een sierraad<br />
voor een woning of bedrijfspand. Status en rijkdom<br />
waren vooral in de zeventiende tot aan het begin van<br />
de twintigste eeuw de drijfveren om een plafond in<br />
een woonhuis rijk te laten versieren.<br />
Zo’n fraai versierd plafond is opgebouwd uit verschillende<br />
lagen. Allereerst een constructieve ondergrond, vaak van<br />
hout en bevestigd aan een balklaag. Vervolgens een<br />
pleisterdrager van bijvoorbeeld latjes, riet of steengaas<br />
waarop de stuclaag is aangebracht, en daarna een<br />
afwerklaag.<br />
In de dagelijkse praktijk van de Monumentenwacht zien<br />
we veel stucplafonds waaraan schade is ontstaan; schade<br />
door gebruik van het pand, ondeskundige reparaties of<br />
calamiteiten die zich hebben voorgedaan. Ook de vele<br />
Beroemd Zeeuws erfgoed<br />
De Monumentenwacht komt in de praktijk van<br />
alledag wel eens leuke en onverwachte zaken tegen.<br />
Niet alleen de ontmoetingen met eigenaren en<br />
beheerders van monumentale panden zijn in een<br />
aantal gevallen bijzonder, maar ook de aangetroffen<br />
toestand van het monument of het gebruik hiervan.<br />
In een Zeeuwse molen trof de Monumentwacht een heel<br />
oud blikje aan dat een tweede leven had gekregen.<br />
Zoals misschien bekend, bevindt zich in een molen een<br />
verticale as die ervoor zorgt dat de door de wieken<br />
opgewekte omwentelingen naar de molenstenen worden<br />
overgebracht. Deze zware houten koningspil of koning,<br />
want zo heet een dergelijke as, kan grote afmetingen<br />
hebben. Exemplaren van 40 bij 40 centimeter en een<br />
lengte van 5 meter zijn geen uitzondering.<br />
Om deze koningsspil om zijn as te laten wentelen,<br />
staat deze met de onderzijde op een lager of taatspot.<br />
Een ijzeren pen aan de onderzijde van de spil staat hierbij<br />
in een ijzeren bakje gevuld met vet om zo min mogelijk<br />
wrijving te veroorzaken tijdens de omwentelingen.<br />
Door de draaiende beweging van de as wordt het vet<br />
warm en kan het uit de taatspot gaan lekken.<br />
Omdat het voor een molenaar erg vervelend kan zijn<br />
als er voortdurend vet op de vloer druipt, heeft deze<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 8 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
schilderbeurten maken de ornamenten en lijsten soms<br />
‘onzichtbaar’, weggestopt onder de dikke lagen verf.<br />
Het ergste wat er met een stucplafond kan gebeuren,<br />
is een lekkage vanaf de bovengelegen vloer of het<br />
doorzakken van de houten balklaag waaraan het plafond<br />
bevestigd is. Om deze problemen op te lossen is een<br />
rigoureuze aanpak vereist.<br />
Maar in elk oud plafond, gepleisterd of niet, kunnen<br />
scheuren voorkomen. Bij behandeling ervan is het op<br />
de eerste plaats van belang om te weten of het plafond<br />
ondanks de scheuren nog stevig aan de balklaag<br />
bevestigd is.<br />
Vooral bij rieten plafonds die sporen vertonen van eerder<br />
geleden waterschade is extra alertheid nodig. De rieten<br />
pleisterdrager kan door een oude lekkage van een goot<br />
of een ongelukje met een op zolder geplaatste wasmachine<br />
nat geworden zijn. Door rotting van het riet en doorgeroeste<br />
plafondbevestigingen kan het plafond na enkele<br />
jaren pardoes naar beneden komen.<br />
Reparatie van loshangende en beschadigde plafonddelen<br />
is werk voor een vakman. Ontdekt u schade aan plafonddelen<br />
in uw monument, neem dan contact op met de<br />
Monumentenwacht om u deskundig te laten adviseren<br />
over de herstelwerkzaamheden.<br />
molenaar in het verleden een ‘lekbakje’ aangebracht.<br />
Waarschijnlijk heeft de goede man aan zijn vrouw<br />
gevraagd of ze geen leeg blikje bewaard had. En jawel,<br />
zij had een exemplaar bewaard waarin de overheerlijke<br />
“beroemde en bijzonder voedzame Zeeuwsche<br />
keukenstroop” in kiloverpakking had gezeten.<br />
Met wat knutselwerk heeft de molenaar het stroopblikje<br />
omgebouwd tot lekblikje en onderaan de balk vastgemaakt.<br />
Tot op de dag van vandaag doet het uitstekend<br />
dienst om het vet op te vangen.
MONUMENTENRONDE Vereniging De Zeeuwse Molen<br />
“Zolang de winden waaien<br />
zullen de Zeeuwse molens draaien”<br />
In januari 1975 is de vereniging De Zeeuwse Molen opgericht, dus<br />
een goede 36 jaar geleden. De initiatiefnemers, onder leiding van de<br />
toenmalige burgemeester van Goes, de heer mr. F.G.A. Huber, wilden<br />
bewerkstelligen dat de molens in <strong>Zeeland</strong> meer in de belangstelling<br />
zouden komen.<br />
Tot op de dag van vandaag ziet de vereniging dat als haar belangrijkste<br />
taakstelling, maar er is meer. Naast algemene bekendheid is er de zorg<br />
voor eigenaren om de objecten in redelijke en liefst goede staat te houden.<br />
Voor velen een forse inspanning. We noemen in dit verband het<br />
verzekeren tegen brand- en stormschade. Zeker ook wanneer men<br />
de molen tegen herbouw wenst te verzekeren is het al met al<br />
een enorme kostenpost. Uiteraard is dit afhankelijk van de<br />
grootte van de molen, zo zijn er molens bekend die tegen<br />
de 3.000 euro op jaarbasis aan premie kosten. Daarnaast is<br />
er ook de zorg van het voorkomen en verhelpen van<br />
gebreken. Voor veel particuliere eigenaren een niet geringe<br />
opgave! Neem daarnaast het gegeven dat een molen<br />
gemiddeld 10.000 euro op jaarbasis kost aan instandhouding.<br />
En dan te bedenken dat het op een enkele<br />
uitzondering na gaat om economisch volstrekt onrendabele<br />
objecten.<br />
De Zeeuwse Molen, die overigens nauw samenwerkt met de afdeling<br />
<strong>Zeeland</strong> van het Gilde van Vrijwillige Molenaars, adviseert desgewenst<br />
eigenaren waar het technische aangelegenheden betreft, maar ook op<br />
het vlak van verzekeringen.<br />
Het is van groot belang de molens ook letterlijk te beschouwen als<br />
monumenten van bedrijf en techniek. De rol van de actieve vrijwillige<br />
molenaar kan daarbij niet voldoende geroemd worden. Immers, het is de<br />
vrijwilliger die de molen regelmatig laat draaien, kleine gebreken opmerkt<br />
en die waar mogelijk verhelpt en natuurlijk ook gestalte geeft aan de rol<br />
van gastheer. In <strong>Zeeland</strong> is nog niet voor elke molen een gediplomeerd<br />
vrijwillig molenaar beschikbaar. In de praktijk zouden in veel gevallen<br />
twee vrijwilligers verantwoordelijk voor één molen kunnen zijn, zeker als<br />
de mogelijkheid bestaat dat men op verschillende dagen tijd kan en wil<br />
vrijmaken voor de molen. Dus ook hier de oproep: indien het u wat lijkt<br />
om zelf een molen te kunnen en mogen bedienen: neem contact op met<br />
het Gilde en loop een keer mee op een molen en proef en smaak dit<br />
aloude ambacht!<br />
Een bijzonder onderwerp is de ‘molenbiotoop’, dat wil zeggen de<br />
omgeving van een molen die van directe invloed is voor de windvang,<br />
de zichtbaarheid en de beleving van de molen in het landschap. Er zijn<br />
een aantal richtlijnen opgesteld door de vereniging De Hollandsche<br />
Molen, aan de hand hiervan kan bepaald worden in welke mate een<br />
bepaalde belemmering van negatieve invloed is op de molen.<br />
Toch blijft het maatwerk om de molenomgeving zodanig in te richten<br />
dat het molenbelang overeind blijft. Vaak wordt een molenomgeving,<br />
ook wel molenbeschermingszone genoemd, ervaren als een belemmering<br />
bij uitbreidings- of nieuwbouwplannen. Dit terwijl juist een molen<br />
vanwege zijn verschijningsvorm kansen biedt om te benutten en<br />
daarbij een extra dimensie vormt voor een aantrekkelijke woon- en<br />
werkomgeving. De vereniging adviseert op dit punt gemeenten bij<br />
het opstellen van ruimtelijke plannen.<br />
De Zeeuwse Molen onderhoudt contact met haar leden via de site<br />
www.zeeuwsemolens.nl en het verenigingsblad De Windmolen, dat vier<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 9 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MONUMENTEN<br />
maal per jaar verschijnt. Daarnaast is er een heus ‘molenmuseum’ ingericht<br />
in molen De Noorman te Westkapelle en is er uiteraard een ‘papieren’<br />
archief, dat op verzoek raadpleegbaar is.<br />
Jaarlijks worden twee vergaderingen belegd voor de leden. Dit gebeurt<br />
samen met het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Zij die zich willen<br />
aansluiten bij de vereniging De Zeeuwse Molen kunnen lid worden<br />
voor 15 euro per jaar. Voor adresgegevens zie<br />
www.zeeuwsemolens.nl. Aspirant leden van<br />
het Gilde van Vrijwillige Molenaars<br />
kunnen zich eveneens via deze site<br />
aanmelden.<br />
Feestelijke opening van molen De Korenbloem in Kortgene<br />
op 1 oktober jl. (foto A.H. Oele).
Musea<br />
Geïnteresseerde<br />
bezoekers krijgen in het<br />
depot van het Zeeuws<br />
Archief uitleg van<br />
archivaris Peter Blom<br />
(foto Leo Hollestelle).<br />
Speurtocht door<br />
het Zeeuws Museum<br />
(foto Anda van Riet).<br />
Middeleeuwse spelletjes<br />
rond het mottekasteel<br />
(foto Terra Maris).<br />
Activiteiten in de Maand<br />
van de Geschiedenis<br />
De maand oktober organiseerde het Nationaal<br />
Historisch Museum de Maand van de Geschiedenis.<br />
Honderden culturele instellingen in het hele land<br />
namen deel aan dit grootste historische evenement<br />
van Nederland. Het maandthema ‘Ik en wij’ was<br />
voor de musea en archieven in <strong>Zeeland</strong> uitnodigend<br />
genoeg om allerlei bijzondere activiteiten rond<br />
de verschillende aspecten van de eigen Zeeuwse<br />
identiteit te organiseren. De SCEZ coördineert deze<br />
maand in <strong>Zeeland</strong>.<br />
Bij het insturen van de kopij voor deze aflevering waren<br />
we net over de helft van de Maand van de Geschiedenis.<br />
Hieronder krijgt u een impressie van een drietal activiteiten<br />
die in de tweede helft van oktober gehouden zijn.<br />
15 oktober stond het Abdijplein en het museum bol van<br />
de activiteiten om het vijftigjarig bestaan van het Zeeuws<br />
Museum te gedenken. Voor deze feestelijke gelegenheid<br />
was een speciaal programma gemaakt en waren er<br />
bijzondere activiteiten gericht op het verleden, het heden<br />
en in het bijzonder op de toekomst van het museum.<br />
In het jubileumprogramma wordt de komende tijd de<br />
rol van de museumbezoeker onder de loep genomen.<br />
De bezoekers hebben de vrijheid om het erfgoed van<br />
het Zeeuws Museum aan te vullen, te veranderen of te<br />
herschikken. Om dit uit te drukken is de U en de W<br />
in het logo van het museum goud gekleurd. Het is<br />
UW Zeeuws Museum! Met het project ‘Eilanden’<br />
(tot september 2012) doet het museum een grootschalige<br />
oproep aan de inwoners en bezoekers van <strong>Zeeland</strong> om<br />
een filmpje te maken met het antwoord op de vraag<br />
‘Wat wil jij bewaren?’ Aansluitend gaan een aantal filmmakers<br />
en kunstenaars aan de slag om met het materiaal<br />
een viertal nieuwe films te maken. Doel van het project<br />
is om de hedendaagse cultuur van <strong>Zeeland</strong> vast te leggen<br />
voor de toekomst.<br />
Open Archievendag<br />
15 oktober werd de Open Archievendag <strong>Zeeland</strong><br />
gehouden. Het Zeeuws Archief en het Gemeentearchief<br />
Schouwen-Duiveland lieten het publiek kennismaken met<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 10 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MUSEA<br />
stamboomonderzoek en genealogie. In Zierikzee vertelde<br />
gemeentearchivaris Huib Uil hoe je op zoek kunt gaan<br />
naar je voorouders. Stamboomonderzoek of genealogie is<br />
voor velen een spannende tocht naar het verleden.<br />
Het gemeentearchief opende de deuren van de archiefbewaarplaats,<br />
zodat iedereen een indruk kon krijgen van<br />
allerlei documenten, kaarten, foto’s en films. Vrijwilligers<br />
lieten zien hoe je door middel van stamboomonderzoek<br />
kunt uitzoeken wie je voorouders waren, wat ze deden,<br />
hoe en waar ze leefden en of ze arm of rijk waren.<br />
‘Wilt u uw voorouders leren kennen?’ Het Zeeuws Archief<br />
riep via Twitter geïnteresseerden op voor de Genealogische<br />
Contactdag <strong>Zeeland</strong>, die samen met de Open Archievendag<br />
werd gehouden. Tweehonderdvijftig bezoekers waren<br />
nieuwsgierig naar de mogelijkheden van het doen van<br />
genealogieonderzoek.<br />
Kinderactiviteit ‘Beleef de middeleeuwen’<br />
18 en 24 oktober herleefden de middeleeuwen in<br />
Terra Maris. Kinderen vanaf 6 jaar konden in het <strong>dec</strong>or<br />
van het mottekasteel in de landschapstuin meedoen aan<br />
middeleeuwse spelletjes zoals boogschieten, kloslopen,<br />
hoepelen, kegelen, zaklopen, botvangen en speerwerpen.<br />
Ook kregen ze het verhaal van het mottekasteel,<br />
een middeleeuwse verdedigingstoren, te horen.<br />
Waar werd het kasteel voor gebruikt en hoe leefden<br />
de mensen in die tijd? En natuurlijk werden de vliedberg<br />
en de toren beklommen. De deelnemertjes mochten ook<br />
een middeleeuws beursje maken of een ketting rijgen.<br />
Kortom twee uurtjes terug in de tijd!<br />
Een zeer succesvolle activiteit binnen de Maand van<br />
de Geschiedenis is de MuseumNa|8. Op de avond van<br />
21 oktober hielden de Zeeuwse musea samen met<br />
de SCEZ al weer voor de vijfde maal een Zeeuwse<br />
Museumnacht. Zie de foto-impressie hiernaast.
De Zeeuwse herfstvakantie begon goed dit jaar met de 5 de editie van de MuseumNa|8, vrijdagavond 21 oktober. Thema dit jaar was ‘Ik en wij’.<br />
26 musea door heel <strong>Zeeland</strong> verwelkomden van 8 uur ’s avonds tot middernacht ruim 1.700 bezoekers met bijzondere programma’s, een hapje en een<br />
drankje. Overal stond het wij-gevoel centraal. De musea waren feestelijk aangekleed en ook was er traditioneel weer veel muziek zoals doedelzakken,<br />
klezmer en shanty-zingen. Het publiek kon verder genieten van verhalenvertellers, boeiende lezingen en spannende speurtochten. Kortom: de MuseumNa|8<br />
bood wederom een boordevol en zeer afwisselend programma. Een mooie kans om de Zeeuwse musea op een nieuwe manier te beleven.<br />
Van links naar rechts: quizzen in Veere, klezmer in Het Land<br />
van Axel, restauratie in het OosterscheldeMuseum, veiling in<br />
Goemanszorg, lint doorknippen in Westkapelle, Toorop in<br />
Domburg, re-enactment in museum Gdynia, de verlichte<br />
scheepswerf in Arnemuiden en spannende monsterspeurtocht in<br />
Goes.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 11 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MUSEA
VOLKSCULTUUR<br />
N IEUWS ’t Wasschappels gevoel<br />
De vuurtoren van<br />
Westkapelle is het meest<br />
kenmerkende onderdeel<br />
van het Wasschappels<br />
gevoel (foto Polderhuis<br />
Westkapelle).<br />
Westkappelaars vinden<br />
het heien de belangrijkste<br />
traditie van hun dorp<br />
(foto Polderhuis<br />
Westkapelle).<br />
’t Wasschappels gevoel bestaat. Dat stond voor de<br />
medewerkers van het Polderhuis vast. Maar waaruit<br />
dan? En houdt het voor iedereen hetzelfde in?<br />
Dat waren vragen waarop het museum in Westkapelle<br />
graag een antwoord wilde hebben. Hoe kijken<br />
Westkappelaars tegen hun dorp aan? Wat is voor<br />
hen ’t Wasschappels gevoel? En wat vinden buitenstaanders?<br />
Wat maakt voor hen de identiteit van<br />
het dorp uit?<br />
Het Polderhuis Westkapelle zette gedurende de zomermaanden<br />
een enquête uit onder inwoners en bezoekers<br />
van het dorp. Op maandag 17 oktober presenteerde<br />
Ada van Hoof van het museum de onderzoeksresultaten.<br />
Vertegenwoordigers van de gemeente Veere, VVV, PZC,<br />
Federatie van Ondernemersverenigingen Veere, werkgroep<br />
Marketing Polderhuis en SCEZ namen het eindrapport in<br />
ontvangst.<br />
Op een bijeenkomst van de SCEZ dit voorjaar raakte<br />
Ada van Hoof geïnspireerd door het thema van de Maand<br />
van de Geschiedenis, ‘Ik en wij’. Daarop nam zij met het<br />
museum het initiatief tot een onderzoek naar<br />
’t Wasschappels gevoel. Het onderzoek was bedoeld om<br />
te weten te komen of Westkappelaars een andere kijk op<br />
hun dorp hebben dan de bezoekers. En of mannen en<br />
vrouwen, jongeren en ouderen andere voorkeuren hebben.<br />
329 personen stuurden het enquêteformulier terug.<br />
Onder hen een aanzienlijk aantal jongeren. Iedereen<br />
maakte op een formulier zijn waardering kenbaar voor<br />
foto’s in zeven categorieën: symbolen, natuur, bakens,<br />
monumenten, woonklimaat, traditie en toerisme.<br />
De keuze was beperkt tot drie foto’s per categorie.<br />
Een aantal aspecten van het Westkappelse dorpsleven,<br />
zoals de kermis, het koor en het gaaischieten, viel buiten<br />
de boot.<br />
De vuurtoren en de rode daken van Westkapelle<br />
verbeelden ‘t Wasschappels gevoel het best. Zij kregen<br />
over het geheel genomen de meeste punten. Daarnaast<br />
ontlenen mensen de identiteit van Westkapelle aan de<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 12 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MUSEA<br />
natuur die het dorp omringt. De duinen en de kreek<br />
staan op nummer drie en vier. Het belangrijkste<br />
monument is de liberty bridge, een eerbetoon aan de<br />
geallieerde militairen die omkwamen bij de bevrijding<br />
van Westkapelle in 1944. Deze eindigt in de totaallijst op<br />
de vijfde plaats, voornamelijk door stemmen van buiten<br />
Westkapelle. Als het om monumenten gaat, voelen de<br />
Westkappelaars zelf het meest voor het monument op<br />
het kerkhof. Het museum staat in de totaallijst op de<br />
vijftiende plaats, net na het ringsteken.<br />
Verrassend wellicht is dat de Westkappelaars het heien<br />
de belangrijkste traditie van hun dorp vinden. Het dijkwerkambacht<br />
won het van ringrijden en streekdracht.<br />
De oprichting van de Wasschappelse Heiploeg ruim tien<br />
jaar geleden heeft deze traditie nieuw leven ingeblazen.<br />
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de inwoners van<br />
Westkapelle het heien als een bepalend element van hun<br />
identiteit zijn gaan zien. Vermoedelijk is het heien ook<br />
populair omdat Westkapelle zich hiermee onderscheidt<br />
van andere dorpen. Het heien komt elders op Walcheren<br />
niet voor. Overigens vinden ook de Walcherenaren en<br />
mensen uit de andere provincies het heien het meest<br />
karakteristiek voor Westkapelle. De overige Zeeuwen<br />
en buitenlanders, uitgezonderd de Duitsers, zetten het<br />
ringsteken op één. Voor Duitsers is streekdracht de<br />
belangrijkste traditie in Westkapelle.<br />
Het Wasschappels gevoel bestaat uit verschillende<br />
elementen die niet voor iedereen dezelfde betekenis<br />
hebben. Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren<br />
dat de Westkappelaars hun dorp anders beleven dan<br />
mensen van buiten het dorp. Het duidelijkst laat zich dat<br />
zien bij de monumenten en tradities. Om een identiteit te<br />
vormen, zoeken mensen naar overeenkomsten en grenzen<br />
zij tegelijkertijd af. Westkappelaars onderscheiden zich<br />
van andere Zeeuwen en Nederlanders met een heiploeg,<br />
een tank op de dijk en een kerktoren als vuurtoren.<br />
Maar net als bij andere Zeeuwen en Nederlanders steekt<br />
onvermijdelijk de Oranjekoorts de kop op als het<br />
Nederlands voetbalelftal een WK wedstrijd speelt. ‘Ik en<br />
wij’: het is maar net vanuit welk perspectief je het bekijkt.
Vrijwilligers brengen<br />
panoramaschilderij van Yerseke tot leven<br />
2011 is het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk.<br />
In Nederland doen zo’n vijf miljoen vrijwilligers<br />
onschatbaar werk voor de samenleving. Ook het<br />
Zeeuwse museumlandschap wordt voor het overgrote<br />
deel gerund door vrijwilligers. Een bijzonder Zeeuws<br />
vrijwilligersproject is de reddingsactie van een<br />
panoramaschilderij in Yerseke.<br />
De teller op de website bewijst dat het Oosterschelde-<br />
Museum bijna zijn doel heeft bereikt: voor de restauratie<br />
van ‘Gezicht op de haven van Yerseke’ is al een bedrag<br />
van 39.996 euro verzameld. Met subsidies, donaties,<br />
certificaten, sleutelhangers en… koekjes. Het einddoel:<br />
46.000 euro.<br />
Het museum draait volledig op vrijwilligers. Ze organiseren<br />
elk jaar een speciale dag voor hun vrijwilligersteam.<br />
Maar deze reddingsactie is letterlijk en figuurlijk heel<br />
andere koek. Crowdfunding in Yerseke, hoe hebben ze<br />
dat aangepakt?<br />
Alles draait om het panoramaschilderij van kunstenaar<br />
W.F.A.I. Vaarzon Morel, uit 1913. Het doek meet zes<br />
bij vier meter en wordt in oude glorie hersteld omdat<br />
het gaat om uniek Zeeuws erfgoed. Het is een kostbare<br />
restauratieklus. Vrijwilligers Jan van Helden, Rida<br />
Vervoorn en Truus Vercouteren vertellen over hun<br />
werkwijze.<br />
Jan: “We waren aan het vergaderen over mogelijke acties.<br />
Mijn vrouw had koekjes gebakken voor bij de koffie,<br />
zogenaamde ijzerwafeltjes naar een oud boerenrecept.<br />
Bij de eerste hap keek iedereen elkaar aan: dit gaat ’m<br />
worden!”<br />
Truus: “We hebben in weer en wind koekjes verkocht,<br />
er kwam niemand voorbij onze kraam. Tot nu toe hebben<br />
we 8.000 wafeltjes verkocht, dat is bijna 2.000 euro aan<br />
koekjes!”<br />
Rida: “In elk zakje zit een briefje met informatie over onze<br />
actie. Mensen nemen de koekjes mee, geven ze cadeau.<br />
Het lastige van fondsenwerving is de mensen blijvend<br />
betrokken te houden. Een muismat of balpen verkopen is<br />
een eenmalige actie. Maar koekjes gaan op en dat is juist<br />
de kracht, die moet je weer opnieuw kopen. Zo hebben<br />
we onze campagne levend gehouden.”<br />
Jan: “We verkopen ook certificaten, voor 25 euro kun<br />
je een stukje restauratiewerk adopteren. Het zijn op<br />
naam gestelde, genummerde certificaten die een gewild<br />
aandenken aan het worden zijn. Tot nu toe hebben die<br />
8.000 euro opgebracht.”<br />
Overal in Yerseke doken museumvrijwilligers op om<br />
te flyeren en persoonlijk over de restauratie te vertellen:<br />
in winkels, verzorgingstehuizen en bij bedrijven. Truus<br />
droomt inmiddels van de koekjes. Ze waren bij elk<br />
evenement present: van Mosseldag tot de Open<br />
Monumentendag.<br />
Ineens was er een omslagpunt en werd de reddingsactie<br />
ook door andere vrijwilligers omarmd.<br />
Rida: “Mensen gaan met je meedenken en er kwamen<br />
mooie nieuwe initiatieven: de boekhandel verkoopt<br />
kalenders, er zijn borduurpakketten en een verhalenboekje.<br />
De kampioen oestersteken kwam langs als<br />
publieksattractie, een liedjeszanger schonk zijn<br />
honorarium.”<br />
Truus: “Het is ritselen en hosselen. Je moet mensen<br />
blijven aanspreken en ook simpele dingen niet vergeten:<br />
een fooienpot bij de ingang en een emmertje voor<br />
kleingeld bij het toilet hebben al meer dan 1.000 euro<br />
opgebracht.”<br />
Het kost de vrijwilligers veel energie om de aandacht<br />
niet te laten verslappen. Maar iedereen is nog steeds<br />
enthousiast en de vorderingen van de restauratie sporen<br />
aan om ook het laatste bedrag binnen te halen.<br />
Rida: “Op onze website is alles te volgen, ook dankzij<br />
vrijwilligers: elke week is er nieuw fotomateriaal en we<br />
maken ook een film van het restauratieproces. Beide<br />
zijn gratis gerealiseerd door mensen uit het dorp.”<br />
Het museum krijgt hele leuke reacties, ook na de<br />
tentoonstelling met oude trouwfoto’s. Het schilderij<br />
van Vaarzon Morel was vroeger namelijk dé trouwachtergrond.<br />
Mensen brachten originele foto’s en oude<br />
16 mm-films. Jan: “Iedereen kijkt nu anders naar<br />
het schilderij. Een tijd terug was het nog ‘behang’,<br />
maar eindelijk krijgt het de aandacht die het verdient.<br />
Mensen gaan écht kijken en ontdekken het opnieuw:<br />
‘Hee, dat loodsje was van mijn opa!’ Het schilderij is<br />
echt tot leven gekomen in Yerseke.”<br />
Help mee met de laatste loodjes, kijk op<br />
www.oosterscheldemuseum.nl.<br />
Het museum kan altijd meer vrijwilligers gebruiken, net<br />
zoals alle musea in <strong>Zeeland</strong>. Baliewerk, collectieregistratie,<br />
technische ondersteuning, educatie: er is genoeg te doen, dus<br />
geef u op als vrijwilliger!<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 13 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MUSEA<br />
Vrijwilligers Rida, Jan en<br />
Truus voor het ‘Gezicht op<br />
de haven van Yerseke’.
Het team van Zeeuwse<br />
collectiewachters tijdens<br />
de presentatie op 5 juli in<br />
Veere.<br />
Collectiewacht voor Zeeuwse musea<br />
In navolging van Gelderland is <strong>Zeeland</strong> als tweede<br />
provincie gestart met een Collectiewacht. Dit is een<br />
service aan musea, te vergelijken met de Monumentenwacht.<br />
Doel is om de behoudsbehoefte van collecties te<br />
kwantificeren, conserveringsachterstanden weg te werken,<br />
kennis over de collectie te verbeteren en te verdiepen en<br />
veiligheid voor de collectie te bevorderen. Dit gebeurt op<br />
locatie in een samenwerking tussen materiaaldeskundigen<br />
én museummedewerkers. Ook in de provincies Noord-<br />
Brabant, Groningen, Friesland en Utrecht bestaan<br />
plannen voor een Collectiewacht.<br />
Zeeuws Jaar van het Water<br />
De Provincie <strong>Zeeland</strong> heeft 2012 uitgeroepen tot Zeeuws Jaar van het<br />
Water. Aanleiding is dat er 2012 enkele belangrijke waterevenementen<br />
staan gepland. Met het Jaar van het Water wil de provincie aan<br />
inwoners van en bezoekers laten zien dat <strong>Zeeland</strong> als geen andere regio<br />
leeft met het water. De wisselwerking tussen land en water vormt de<br />
kern van de Zeeuwse identiteit. Het themajaar ging al op 4 oktober van<br />
start met de festiviteiten rondom 25 jaar Oosterscheldekering.<br />
<strong>Erfgoed</strong>organisaties die een bijdrage willen leveren aan het Zeeuws Jaar<br />
van het Water, kunnen dit aanmelden via jaarvanhetwater@zeeland.nl.<br />
25 jaar Oosterscheldekering.<br />
Webportaal geschiedeniszeeland.nl is vernieuwd. Na vijf jaar gebruikservaring<br />
(het webportaal is in <strong>dec</strong>ember 2006 online gegaan), overdenking<br />
en voorbereiding is het nieuwe jasje klaar. Een nieuwe mogelijkheid is het<br />
gratis versturen van leuke historische kaarten.<br />
Nieuwe kleuren en nieuwe vormen maken dat geschiedeniszeeland.nl er<br />
wat jonger uitziet. Het hoekige is ervan af. Ook de techniek is verbeterd.<br />
De menustructuur is overzichtelijker en de informatie vollediger. Er zijn<br />
meer ingangen om onderwerpen uit de rijke Zeeuwse geschiedenis te<br />
doorzoeken: op personen, op plaatsen. Bovendien zijn nu ook de nieuwsberichten<br />
doorzoekbaar.<br />
Het sterkste wapen van geschiedeniszeeland.nl blijft ook nu centraal staan:<br />
de Aquabrowser Library. Deze zoekmachine doorzoekt de collecties van<br />
organisaties die in geschiedeniszeeland.nl samenwerken. Eén zoekopdracht<br />
brengt al deze bronnen tegelijkertijd binnen handbereik. Via de zoekresultaten<br />
kan worden doorgelinkt naar de oorspronkelijke collecties, waar<br />
2012<br />
De Collectiewacht werkt in het museum samen met de<br />
collectiebeheerders die daarmee een regelmatige en ter<br />
zake kundige begeleiding krijgen betreffende de conditie<br />
en het onderhoud van de collectie. Zo wordt een wakend<br />
oog op de collectie geboden, steun op maat en praktische<br />
samenwerking op de vloer. De Collectiewacht <strong>Zeeland</strong> is<br />
een samenwerkingsverband van de SCEZ en Zeeuwse<br />
restauratoren.<br />
De Collectiewacht is op 5 juli gepresenteerd in het<br />
Stadhuismuseum De Vierschaar in Veere. De komende<br />
drie jaar zal de Collectiewacht <strong>Zeeland</strong> werkzaam zijn in<br />
Streekmuseum Het Land van Axel, Museum De Schotse<br />
Huizen (Veere), Stadhuismuseum De Vierschaar (Veere),<br />
Streek- en Landbouwmuseum Goemanszorg (Dreischor),<br />
Historisch Museum De Bevelanden (Goes), Fruitteeltmuseum<br />
(Kapelle) en Museum De Vier Ambachten<br />
(Hulst).<br />
Dit werk wordt mogelijk gemaakt dankzij financiële<br />
bijdragen van het Steunfonds voor de Zeeuwse Musea,<br />
het Prins Bernhard Cultuurfonds <strong>Zeeland</strong> en de SCEZ.<br />
Jaar van de Historische<br />
Buitenplaats<br />
Landelijk is 2012 uitgeroepen tot Jaar van de Historische Buitenplaats.<br />
In <strong>Zeeland</strong> zijn nog zeventien, als complex beschermde historische<br />
buitenplaatsen waarbij huis, tuin en park samen een rijksmonument<br />
vormen. Daarnaast zijn er nog tientallen buitenplaatsen die minder<br />
compleet bewaard zijn gebleven en voormalige buitenplaatsen<br />
(de ‘verborgen buitens’) waarvan alleen nog restanten aanwezig zijn.<br />
Het Zeeuwse programma is enerzijds gericht op kennismaking van het<br />
algemene publiek met dit belangwekkend cultureel erfgoed en anderzijds<br />
op het informeren van de eigenaren/beheerders van de buitenplaatsen<br />
op het terrein van behoud en beheer. Vanaf begin 2012 is het<br />
programma te vinden op de webpagina van het Platform Kastelen en<br />
Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong> via www.scez.nl/monumenten.<br />
Kasteel Ter Hooge bij Middelburg.<br />
Nieuwsgierig naar Zeeuwse foto’s en verhalen van vroeger?<br />
Kijk op geschiedeniszeeland.nl en stuur een gratis e-card!<br />
aanvullende informatie te vinden is. Geheel nieuw aan geschiedeniszeeland.nl<br />
is de verzendmodule, zichtbaar op de startpagina. De kaarten<br />
combineren oude beelden van vroeger met eigentijdse uitspraken.<br />
Uiteraard is het de<br />
bedoeling dat er kaarten<br />
bijkomen, maar met vier<br />
stuks is het begin<br />
gemaakt.<br />
Dus… kijk vooral eens<br />
op www.geschiedeniszeeland.nl<br />
en stuur een<br />
grappige kaart aan<br />
familie en vrienden<br />
tijdens de <strong>dec</strong>emberfeestmaand!<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 14 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • MUSEA | ALGEMEEN Ze
Tien jaar SCEZ:<br />
presentatie themanummer Zeeuws Tijdschrift<br />
De vroeg zeventiende-eeuwse Kloveniersdoelen in<br />
Middelburg vormde op vrijdagavond 2 september<br />
het passende <strong>dec</strong>or voor de presentatie van het<br />
themanummer over erfgoed van het Zeeuws<br />
Tijdschrift. Het nummer verscheen naar aanleiding<br />
van tien jaar SCEZ en verving eenmalig de eigen<br />
nieuwsbrief Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>. De presentatie volgde op<br />
de indrukwekkende voorstelling van De Rietdekker.<br />
Voor directeur Wim Scholten was met de Kloveniersdoelen<br />
en De Rietdekker tegelijkertijd ook de volle<br />
breedte van het erfgoed geduid. <strong>Erfgoed</strong> is niet alleen<br />
materieel, maar ook immaterieel van aard. De combinatie<br />
maakt erfgoed juist zo waardevol voor mens, omgeving<br />
en economie van <strong>Zeeland</strong>. In zijn toespraak ging Wim<br />
Scholten kort in op de ontwikkelingen in de afgelopen<br />
tien jaar en memoreerde hij de stimulerende rol die de<br />
voormalige gedeputeerden voor cultuur Gert de Kok en<br />
Harry van Waveren hierin hebben gespeeld. Op speelse<br />
wijze werden wat onderwerpen belicht waarmee zij<br />
‘in functie’ te maken kregen: fietsen, borduren en<br />
het landschap. Beide gedeputeerden kregen van<br />
Wim Scholten en Paul van der Velde, hoofdredacteur<br />
van het Zeeuws Tijdschrift, de eerste exemplaren van het<br />
themanummer overhandigd.<br />
Bezoek aan Het Schuitvlot<br />
De SCEZ is gevestigd op twee locaties:<br />
De Burg en Het Schuitvlot. De laatste locatie<br />
is in juni vorig jaar in gebruik genomen.<br />
Op 7 oktober brachten de gemeenteraad<br />
van Middelburg en de Statencommissie<br />
Bestuur, Financiën en Welzijn een bezoek<br />
aan Het Schuitvlot.<br />
De gemeenteraad was vooral geïnteresseerd in<br />
het nieuwe gebouw, gelegen aan de rand van<br />
het beschermd stadsgezicht van Middelburg.<br />
De kern van het gebouw is de voormalige<br />
gemeentelijke brandweerkazerne met<br />
aangebouwde sporthal. De kazerne is gebouwd<br />
bovenop de bunker van de commandopost<br />
Bescherming Bevolking. De bunker is in 1965<br />
opgeleverd, de kazerne een jaar later. Na het<br />
vertrek van de brandweer is de kazerne<br />
aangekocht door de Provincie <strong>Zeeland</strong>, met als<br />
doel huisvesting van het Zeeuws Archeologisch<br />
Depot en de Monumentenwacht van de SCEZ.<br />
Het gebouw is naar ontwerp van de Architecten<br />
Alliantie in Goes geheel gerenoveerd en<br />
voorzien van een nieuwbouwgedeelte voor het<br />
archeologisch depot. De drie functies van het<br />
gebouw zijn in materiaalkeuze aan het exterieur<br />
af te lezen: koper voor het kantoorgedeelte,<br />
stortsteen voor garage- en opslagruimte en<br />
damwand voor het depotgedeelte. De gemeenteraad<br />
is in het bijzonder geïnformeerd over het<br />
werk van de Monumentenwacht en de taken<br />
van het Zeeuws Archeologisch Depot.<br />
De Statencommissie had een dubbele insteek:<br />
Er werden die avond meer verbindingen op het terrein<br />
van het erfgoed gelegd. Paul van der Velde interviewde<br />
Rinus Spruit, de schrijver van Zwieg Stille, het boek<br />
dat ten grondslag ligt aan de voorstelling, en Bram<br />
Kwekkeboom, de acteur. De kracht van het boek en<br />
de voorstelling blijkt vooral de persoonlijke dimensie,<br />
en in die zin ook de Zeeuwse afkomst van auteur en<br />
acteur te zijn.<br />
Schrijfster Floortje Zwigtman maakte later op de avond<br />
de longlist van de Zeeuwse Boekenprijs 2011 bekend. Zij<br />
won die prijs vorig jaar en schreef voor het themanummer<br />
‘Verhaaltjes voor het slapen gaan’, haar Zeeuws erfgoed.<br />
Leden van de gemeenteraad Middelburg in<br />
het algemeen depot voor archeologische vondsten<br />
van keramiek en glas. Zij bezochten<br />
ook het metaaldepot en het organisch depot<br />
voor houten en leren bodemvondsten.<br />
het nieuwe gebouw bekijken en geïnformeerd<br />
worden over de taken en werkzaamheden van<br />
de SCEZ, mede gezien de kerntakendiscussie<br />
en bezuinigingstaakstelling. De commissieleden<br />
kregen een presentatie aangeboden waarin de<br />
beleidskaders en de keuzes voor de toekomst<br />
werden toegelicht. Hier kwamen aspecten aan<br />
de orde als verbreding van het werkterrein in<br />
de richting van landschap, natuur en ruimte,<br />
andere financieringsstromen, meer doen voor<br />
gemeenten in het kader van gewijzigde wet-<br />
en regelgeving en zoeken naar een nieuwe,<br />
organisatorische setting. Ook bij dit bezoek<br />
werd ingegaan op de Monumentenwacht en<br />
het Zeeuws Archeologisch Depot.<br />
De commissieleden kregen een rondleiding<br />
met tussenstops in de depotruimten, de gang<br />
met vitrines en de garageruimte.<br />
Ook cultuurgedeputeerde Ben de Reu nam deel<br />
aan het werkbezoek van de Statencommissie.<br />
In de garageruimte van de Monumentenwacht<br />
klom hij moedig naar boven op een nagebootste<br />
torenspits met verplichte veiligheidsvoorzieningen.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 15 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ALGEMEEN<br />
Voormalig cultuurgedeputeerden<br />
Gert de Kok (l) en<br />
Harry van Waveren gaven<br />
na de overhandiging van<br />
het jubileumnummer een<br />
korte reflectie op de SCEZ<br />
(foto Anda van Riet).
Cultuurhistorie<br />
<strong>Zeeland</strong> of de Waddeneilanden?<br />
Verschil moet er zijn<br />
Wie jaar na jaar vanuit <strong>Zeeland</strong> naar een van de<br />
(Nederlandse) Waddeneilanden trekt om daar een<br />
vakantie door te brengen, heeft wat uit te leggen.<br />
Wat hebben die eilanden te bieden wat <strong>Zeeland</strong> mogelijk<br />
mist? Een vraag die niet zonder betekenis is, nu toeristisch<br />
<strong>Zeeland</strong> eind september met zorg heeft moeten<br />
constateren dat Nederlanders (overigens ánders dan<br />
Belgen en Duitsers) onze provincie steeds meer mijden<br />
als vakantiebestemming. En ook de permanente zoektocht<br />
naar identiteit, imago, ‘merk’ van <strong>Zeeland</strong> rechtvaardigt<br />
enige vergelijking.<br />
Wie zich wat meer dan oppervlakkig in de vraag verdiept<br />
zal al snel merken dat beide regio’s aan elkaar gewaagd<br />
zijn als het gaat om het ophemelen van de eigen<br />
verworvenheden. De eenvoudige zonzoeker mag volgens<br />
de ene website de meeste zonuren verwachten in<br />
Vlissingen; de andere site overbiedt met een net iets<br />
hoger aantal uren zon in de regio Den Helder en Texel.<br />
De cultuurtoerist - die lijken we tegenwoordig hoger<br />
aan te slaan dan de zon-, zee- en strandliefhebber - zal<br />
constateren dat ook op dat terrein provincies en<br />
gemeenten met elkaar wedijveren, bijvoorbeeld om<br />
de hoogste museumdichtheid. Volgens sommige bronnen<br />
kan Friesland daar aanspraak op maken. Ameland zou<br />
zelfs de hoogste dichtheid ter wereld hebben, met vijf<br />
musea op een bevolking van 3.500. We weten dat ook<br />
<strong>Zeeland</strong> op dit punt hoog scoort. En dan natuurlijk het<br />
veel bezongen Zeeuwse licht: is dat echt iets anders dan<br />
het licht boven de Wadden? Ik dacht van niet. Dat licht<br />
lokte, dankzij de verbeterde spoorverbinding sinds de<br />
negentiende eeuw kunstenaars en in hun kielzog de<br />
eerste toeristen naar Walcheren. Voor de Wadden,<br />
met Ameland voorop, geldt iets dergelijks; daar waren<br />
het de sindsdien verbeterde veerverbindingen die een reis<br />
vergemakkelijkten.<br />
De Waddeneilanden lijken een gevoel van authenticiteit<br />
op te roepen dat er ondanks alle verandering en schaalvergroting<br />
voelbaar is. Jan Kolen bespeurt iets dergelijks<br />
ook in <strong>Zeeland</strong>, in de ‘trage landschappen’ van onze<br />
provincie, getuige zijn bijdrage in het recente SCEZnummer<br />
van het Zeeuws Tijdschrift. Maar schuilt dat<br />
gevoel van authenticiteit eigenlijk wel in het cultuurlandschap?<br />
Dat is niet erg waarschijnlijk. Vrijwel heel <strong>Zeeland</strong><br />
ging door ruil- en herverkaveling op de schop, Walcheren<br />
zelfs twee keer. Het landschappelijk spoor van de<br />
allereerste ruilverkaveling van ons land, die van de<br />
Ballumer Mieden op Ameland (in 1916), is al lang<br />
weer uitgewist door een volgende herinrichting.<br />
De Waddeneilanden weten zich sinds 2009 omarmd<br />
door werelderfgoed (want die status bezit de Waddenzee),<br />
maar zelf vallen ze erbuiten, althans de Nederlandse<br />
Waddeneilanden. Wel kennen ze een aantal fraaie, deels<br />
beschermde dorpsgezichten en een grootse natuur.<br />
Hoe dan ook, het gevoel van authenticiteit lijkt op de<br />
Wadden toch intenser dan in <strong>Zeeland</strong>. Natuurlijk wordt<br />
het versterkt door de veerverbinding die een reis naar de<br />
eilanden omslachtiger, duurder en selectiever, maar wel<br />
boeiender en verwachtingsvoller maakt dan de autorit<br />
over de A58. Met die bootreis ontstaat het eilandgevoel,<br />
het gevoel dat we in <strong>Zeeland</strong> hebben overbrugd en<br />
ondertunneld.<br />
Beschermd dorpsgezicht Schiermonnikoog<br />
(Langestreek om de Noord).<br />
De Waddeneilanden kennen een grote plaatstrouw:<br />
je gaat, vanuit Friesland of vanuit Groningen, je leven<br />
lang bewust naar Ameland en niet naar Schiermonnikoog,<br />
niet naar Terschelling maar wel naar Vlieland. Ook<br />
eilandhoppen komt vrijwel niet voor. In <strong>Zeeland</strong> lijkt van<br />
plaatstrouw niet veel meer over. Willen we de bezoekers<br />
aan onze provincie blijvend boeien en binden, dan is er<br />
dus inspanning nodig. We moeten hen ervan overtuigen<br />
dat ze <strong>Zeeland</strong> pas hebben gezien als ze alle délen van<br />
<strong>Zeeland</strong> hebben gezien. Maar dan moet Schouwen niet<br />
als twee druppels water gaan lijken op Noord-Beveland,<br />
en de Bevelanden niet op west- of oost-Zeeuws-<br />
Vlaanderen. Verschíl moet er zijn. Probeer, zonder<br />
daarvoor dammen door te steken of bruggen op te halen,<br />
de vroegere eilandenstructuur zichtbaar te houden. Ook<br />
die van de eilanden en dus van de scheidslijnen van nóg<br />
vroeger: Gouwe, Schenge, Zwake, Braakman. De Zeeuwse<br />
identiteit schuilt erin dat we juist meer dan één identiteit<br />
bezitten. Alles wat herinnert aan <strong>Zeeland</strong> als land van<br />
overkanten: koester dat. Koester dus het rondje met een<br />
pontje met alles wat daarbij hoort aan infrastructuur:<br />
een tijhaventje, havenplein, aanlegsteiger.<br />
Die identiteiten schuilen deels in fysieke kenmerken,<br />
in materieel erfgoed, in landschap. Maar ze schuilen zeker<br />
ook in het immateriële. En ook op dat terrein valt wel wat<br />
te verbeteren. In willekeurig welk dorp kan de toerist zich<br />
tijdens het ringrijseizoen oprecht vergapen aan de bijzondere<br />
dracht van die streek en zich verwonderen over de<br />
specifieke taal van die streek. Maar hij moet zich wel<br />
oprecht verbazen over de muziek die uit de luidsprekers<br />
schalt: die is op een Brabantse of Drentse of Terschellinger<br />
braderie niet anders. Over identiteit gesproken!<br />
Aad de Klerk,<br />
adviseur cultuurhistorie en landschap<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 16 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • CULTUURHISTORIE
Cultuurhistorie Nieuws<br />
Jan Kempeneers geëerd<br />
Een uitermate heugelijk en gedenkwaardig moment voor<br />
de Heemkundekring Philippuslandt, dat was 26 april.<br />
In de algemene ledenvergadering van de kring stond men<br />
die avond namelijk stil bij het tienjarig bestaan.<br />
Inmiddels zijn meer dan vijfhonderdvijftig leden bij<br />
de kring aangesloten; een prestatie die er mag zijn.<br />
Voor een belangrijk deel is de sterke ledenaanwas de<br />
HKW-Cultuurfondsprijs<br />
voor Hans Houterman en Hans Sakkers<br />
Alweer voor de vierde keer werd de HKW-Cultuurfondsprijs<br />
uitgereikt. Dat gebeurde tijdens de jaarvergadering<br />
van de Heemkundige Kring Walcheren op 27 april in<br />
Middelburg. De prijs is een onderscheiding voor inzet<br />
die geleverd is in de niet-professionele sfeer, ten bate van<br />
het Walchers cultuurgoed. In principe eenmaal in de drie<br />
jaar pakt de kring hiermee uit. Na Frans van den Driest<br />
(2001), Polderhuis Westkapelle, Dijk- en Oorlogsmuseum<br />
(in 2005) en Piet Smallegange (2008) waren ditmaal<br />
Hans Houterman te Middelburg en Hans Sakkers te<br />
Koudekerke de gelukkigen. Zij ontvingen de prijs voor<br />
hun onderzoek, uitmondend in diverse publicaties, dat<br />
volgens het juryrapport een ‘betekenisvolle bijdrage’<br />
heeft geleverd aan de geschiedschrijving van <strong>Zeeland</strong>, in<br />
het bijzonder van Walcheren, in de Tweede Wereldoorlog.<br />
Voor dat onderzoek raadpleegden zij vaak tot dan toe<br />
nauwelijks geraadpleegde bronnen, waaronder Duitse<br />
(militaire) archieven, en interviewden zij Duitse overlevenden<br />
en/of hun familie. Ook hun nadrukkelijke<br />
Commissie Regionale Geschiedbeoefening <strong>Zeeland</strong><br />
opgeheven<br />
De Commissie Regionale Geschiedbeoefening <strong>Zeeland</strong><br />
is opgeheven. De commissie is in 2001 door de SCEZ<br />
in het leven geroepen om enkele (lopende) projecten<br />
en activiteiten van de voormalige <strong>Stichting</strong> Regionale<br />
Geschiedbeoefening <strong>Zeeland</strong> te begeleiden en verder<br />
vorm en inhoud te geven aan de provinciale samenwerking<br />
op het terrein van de geschiedbeoefening.<br />
In de afgelopen jaren zijn de verschillende projecten<br />
en activiteiten succesvol afgerond. Het laatste onderzoeksproject<br />
van de commissie is in april van dit jaar afgesloten<br />
met de publicatie Onrust en welvaart van Jan Zwemer.<br />
De informatievoorziening op het terrein van de geschiedbeoefening,<br />
ook een belangrijke taak van de voormalige<br />
stichting, is geregeld via de nieuwsbrieven van het Zeeuws<br />
verdienste van Jan Kempeneers, tien jaar geleden oprichter<br />
en sindsdien ook een aantal jaren voorzitter en de<br />
drijvende kracht achter het tijdschrift van de kring,<br />
voluit de Cronicke van den lande van Philippuslandt.<br />
Jan Kempeneers - niet aanwezig bij de vergadering in<br />
verband met gezondheidsproblemen - was eerder die dag<br />
en meer dan terecht benoemd tot lid van verdienste.<br />
aandacht ‘voor het (behoud van het) erfgoed van de<br />
oorlog en de landschappelijke context daarvan’ werd in<br />
de argumentatie voor toekenning van de prijs geroemd.<br />
Archief en de SCEZ en via het webportaal geschiedeniszeeland.nl.<br />
Het webportaal is daarnaast uitgegroeid tot<br />
een stevig samenwerkingsverband van Zeeuws Archief,<br />
Zeeuwse Bibliotheek, Zeeuws Museum, SCEZ en de<br />
gemeentearchieven. De commissie was ook belast met<br />
het uitvoeren van de subsidieregeling van de onderzoeksvergoedingen.<br />
Deze regeling is in feite steeds minder<br />
nodig gebleken. Er werd nauwelijks meer een beroep op<br />
gedaan sinds studenten zijn voorzien van een OV-kaart,<br />
waardoor reiskosten geen belemmering meer zijn om in<br />
<strong>Zeeland</strong> onderzoek te doen. Daarom wordt de regeling<br />
onderzoeksvergoeding definitief per 1 januari 2012<br />
beëindigd. Lopende aanvragen zullen nog worden<br />
afgehandeld.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 17 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • CULTUURHISTORIE<br />
Walviskaken als<br />
afrastering langs de weg in<br />
Hollum anno 1930:<br />
tastbare herinneringen aan<br />
de vanuit Ameland<br />
ondernomen walvisvaart.<br />
Prijswinnaars<br />
Hans Houterman (l) en<br />
Hans Sakkers<br />
(foto Mirjam Wondergem).
Op de dialectendag worden<br />
er tijdens de zonnige pauze<br />
nieuwe contacten gelegd<br />
en worden oude<br />
vriendschapsbanden<br />
weer nauwer aangehaald.<br />
•<br />
STREEKTAAL VARIA<br />
Een mooie dag, de Zeeuwse dialectendag<br />
15 oktober begint mooi. Er hangt - ondanks de koude -<br />
een zomers herfstsfeertje met de grote opgaande zon die<br />
iedereen die op weg was naar Landlust wel moet hebben<br />
Zesde streektaalconferentie in Heerde<br />
Het was ver weg, dit jaar. Met het openbaar vervoer was<br />
het vrijwel onmogelijk om zonder overnachting de<br />
streektaalconferentie bij te wonen als je in <strong>Zeeland</strong> woont.<br />
Gelukkig was er toch een Zeeuwse inbreng, want Joop<br />
van den Bremen uit Vlissingen was een van de sprekers.<br />
Het was een soort thuiswedstrijd voor hem, want zijn<br />
roots liggen daar, in de buurt van Heerde. De lezingen<br />
waren interessant en zeer divers. Dialect en muziek is ook<br />
een dankbaar thema. Joop bracht een mooi overzicht van<br />
wat er allemaal is in Nederland. De Vlaamse Walter<br />
Evenepoel bracht - hij is zelf zanger - in zijn lezing zeker<br />
wat variatie door nu en dan te zingen. Ook de andere<br />
lezing over streektaalmuziek in Vlaanderen zorgde voor<br />
Vlaamse klanken, zij het deze keer niet uit eigen mond.<br />
Ook Friesland, Drenthe, de Stellingwerven, Twente<br />
kwamen uitgebreid aan bod in diverse verhalen.<br />
Op www.zeeuwseklapbank.nl kunt u binnenkort enkele<br />
van de lezingen beluisteren.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 18 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • STREEKTALEN<br />
gezien. Na de gebruikelijke ochtendvergadering waarin<br />
enkele inhoudelijke en financiële zaken besproken<br />
worden, wordt het publiek geboeid door het verhaal van<br />
Rob van Hoek. Het thema is immers beeld en geluid.<br />
Rob van Hoek was verantwoordelijk voor <strong>Zeeland</strong> in<br />
Van Gewest tot Gewest. Zijn voordracht over de thema’s<br />
die in dit programma aan bod kwamen in de loop van<br />
de periode dat Van Gewest tot Gewest op tv te zien was,<br />
wordt begeleid door mooie beelden uit <strong>Zeeland</strong>. Leuk<br />
dat ook enkele bekende Zeeuws-Vlaamse dialectliefhebbers<br />
even de revue passeren. Engel Reinhoudt zorgt<br />
op gepaste wijze voor een mooie afsluiter van het<br />
ochtendprogramma. Wat heeft die man weinig nodig om<br />
een hele zaal aan het lachen te brengen, elk jaar opnieuw.<br />
Velen zullen jaloers zijn op zijn gave om zo gepast te<br />
kunnen reageren op de kleine dingen van het leven, zoals<br />
de eerste tv in het dorp en het meegluren van de andere<br />
bewoners van de straat. De middagpauze is gezellig<br />
omdat iedereen lekker buiten kan staan praten met jan<br />
en alleman. Toch is iedereen gedisciplineerd genoeg om<br />
stipt om 14.00 uur weer binnen te komen en te luisteren<br />
naar de verhalen die in het namiddagprogramma<br />
geprogrammeerd zijn. Het was weer een mooie dag!<br />
Volgend jaar 20 oktober is het weer zover. Het thema<br />
is dan dieren in en rond het huis. Wie erbij wil zijn, kan<br />
de datum nu al noteren.<br />
Joop van den Bremen vertelt over Nederlandse<br />
streektaalmuziek en Walter Evenepoel voegt de daad bij<br />
het woord tijdens zijn lezing over de Vlaamse dialectmuziek<br />
en geeft een gratis miniconcert.<br />
Gezocht voor Zing Zeeuws 2012:<br />
Jonge enthousiaste medewerkers die van ‘Zing<br />
Zeeuws’ weer een feest willen maken! In het najaar<br />
van 2012 komt er een vierde editie van de dialectwedstrijd<br />
‘Zing Zeeuws’. We zoeken nog enkele<br />
enthousiaste vrijwilligers om mee te helpen. We<br />
willen er immers nog meer jongeren bij betrekken.<br />
Geef een seintje aan de adviseur streektaal als dit iets<br />
voor u is (v.de.tier@scez.nl). Meer informatie op<br />
www.zingzeeuws.nl.
Streektalen<br />
Cursus Kennismaking met het Zeeuws<br />
Na Middelburg is Zierikzee aan de beurt. Vanaf 5 oktober<br />
volgen twaalf dappere mannen en vooral vrouwen de<br />
cursus ‘Goed gebekt in het Zeeuws dialect! Kennismaking<br />
met het Zeeuws’. De eerste cursusavond kwam er ook een<br />
journalist meevolgen. Zijn verslag stond op 7 oktober in<br />
de Schouwse editie van de PZC (www.scez.nl/streektalen<br />
of www.zeeuwseklapbank.nl). In de cursus komen de<br />
diverse dialecten van <strong>Zeeland</strong> aan de orde. Woordenschat,<br />
klankleer, grammatica, het komt allemaal aan bod.<br />
Het vertrekpunt is de regio waar de cursus plaatsvindt.<br />
Daarna vergelijken we het met de andere regio’s.<br />
Wat zijn de verschillen, wat zijn de gelijkenissen?<br />
Vrijwilligersgroepje<br />
Op onze oproep voor vrijwilligers kwam al enige reactie.<br />
Ondertussen zijn we dan ook met enkele mensen van<br />
start gegaan om wat er al over het Zeeuws is verzameld<br />
op een goede manier te ontsluiten. De werkjes zijn divers.<br />
Zo zoeken we nog altijd mensen die oude vragenlijsten<br />
in een database of excelformulier willen omzetten,<br />
zodat de gegevens beschikbaar komen voor het tekenen<br />
van bijvoorbeeld dialectkaarten zoals deze kaart van<br />
de ragebol.<br />
Een ander werkje is het digitaliseren van het gesproken<br />
Zeeuws materiaal. In de jaren zestig en zeventig van de<br />
vorige eeuw zijn allerlei gesprekken in het Zeeuws op<br />
band opgenomen. Die kan u deels horen op de website<br />
www.zeeuwseklapbank.nl en op die van het Meertens<br />
Instituut, www.meertens.knaw.nl/soundbites.<br />
Van sommige van deze gesprekken bestaan al transcripties<br />
of uitgeschreven teksten. Die willen we digitaliseren.<br />
Helaas komen er bij het omzetten van de scans heel wat<br />
fouten voor in de dialectweergave. We zoeken dus<br />
correctoren om deze teksten na te lezen en ondertussen<br />
te luisteren naar de verhalen om eventuele fouten recht<br />
te zetten.<br />
Verder bereiden we in 2012 ook een mooi programma<br />
voor zorginstellingen en andere instituten voor. We zijn<br />
zeer benieuwd naar de al bestaande vertelprogramma’s<br />
van onze verhalenvertellers, zodat we een overzicht<br />
Taal in de MuseumNa|8<br />
Streekmuseum De Meestoof heeft wel iets met dialecten.<br />
Jaren geleden gaven ze het Zeeuwse leesplankje uit en dit<br />
jaar was er op de MuseumNa|8 een lezing over de woordenschat<br />
van het trekpaard. Heel wat bezoekers weten nu<br />
waar het kachteltje op de diek vandaan komt, of wat een<br />
toam of een grêêl is. Hebt u bijvoorbeeld het oude woord<br />
oorslop nog gehoord? Het zou een Thools woord moeten<br />
zijn voor het haam van het paard. Dit en andere wetenswaardigheden<br />
rond het paard kwamen aan bod tijdens de<br />
MuseumNa|8 (zie elders in deze aflevering). Er waren<br />
uiteraard ook echte paarden aanwezig, waar je de bevelen<br />
haerop en hito direct op kon uitproberen.<br />
Welke woorden komen waar voor, enz. Het is een echte<br />
kennismaking met de verschillende taalregio’s in ons<br />
Zeeuwse gebied.<br />
Op 6 februari start de cursus in Terneuzen. De lessen<br />
worden gegeven in het Zeldenrust-Steelantcollege,<br />
Zeldenrustlaan 2, Terneuzen op maandagavond van<br />
19.00 uur tot 21.00 uur. Er is plaats voor een vijftiental<br />
cursisten. Inschrijven kan bij de ZVU en kost 40 euro.<br />
De cursus wordt mogelijk gemaakt dankzij een subsidie<br />
van de Provincie <strong>Zeeland</strong>. Meer informatie op<br />
www.volksuniversiteitzeeland.nl/algemeen/zeeuwse-dialecten.<br />
kunnen maken van wat er al bestaat aan dergelijke<br />
initiatieven. In dit kader zoeken we ook ‘taalreporters’,<br />
die bereid zijn om her en der verhalen te verzamelen en<br />
op te nemen. Dat kunnen levensverhalen zijn maar ook<br />
leuke verhaaltjes om aan anderen te vertellen.<br />
Werk genoeg dus voor wie graag iets met de Zeeuwse taal<br />
doet. We kijken uit naar jullie reacties. In het voorjaar<br />
proberen we de vrijwilligers eens samen te brengen om<br />
ideeën uit te wisselen en eventuele nieuwe projecten op<br />
te starten.<br />
Net verschenen<br />
De dialectatlas van Nederland biedt een mooi<br />
overzicht van dialectkaarten op het vlak van<br />
woordenschat, klanken, grammaticale verschijnselen<br />
en namen. Dialectatlas van het Nederlands bevat<br />
ongeveer honderdvijftig paginagrote kaarten<br />
waarop de verspreiding van een taalverschijnsel<br />
wordt getoond. Aan elke kaart is een pagina met<br />
duidelijke uitleg en commentaar toegevoegd.<br />
Het boek wordt ingeleid met een hoofdstuk<br />
over de geschiedenis van de Nederlandse<br />
dialecten. Het is nu te koop in de<br />
boekhandel.<br />
De dialectkaart voor ‘zoen’ laat zien<br />
dat in <strong>Zeeland</strong> niet alleen ‘kos’<br />
(verspreid) maar ook ‘toot’<br />
(Oost-Zeeuws-Vlaanderen) te horen is.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 19 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • STREEKTALENN
Archeologie<br />
Archeologisch Nieuws<br />
Drie fragmenten van een<br />
vrij gevormd beeld van<br />
roodbakkend aardewerk<br />
met witte engobe, voorstellende<br />
rug en achterhoofd<br />
van een menselijke figuur;<br />
datering vijftiende-zestiende<br />
eeuw.<br />
Bovenleer en zool van een<br />
veertiende-eeuwse schoen<br />
uit Aendijcke.<br />
Project Probleemloos Toegankelijk<br />
Het project voor het inlopen van de achterstanden in de<br />
ontsluiting van het Zeeuws Archeologisch Depot ligt goed<br />
op stoom en velen dragen daar aan bij. Zo ook voormalig<br />
assistent-provinciaal archeoloog Bas Oele. In de afgelopen<br />
maanden heeft Bas enige duizenden gedigitaliseerde<br />
negatieven van onderzoek in <strong>Zeeland</strong>, waarvan een groot<br />
deel door hem zelf is gemaakt, voorzien van een globale<br />
beschrijving. Voor hem (en ook voor zijn vrouw Koos)<br />
was dat een bijzondere reis door het eigen verleden,<br />
waarmee informatie is verkregen die door niemand anders<br />
meer kon worden gegeven.<br />
Een nieuwe medewerkster, Ina Dellebeke,<br />
vervult een belangrijke taak bij de invoer van data.<br />
Inmiddels zijn er circa 14.000 vondsten geregistreerd en<br />
wordt nu prioriteit gegeven aan de invoer van 3.500 oude<br />
onderzoeks- en vondstmeldingdossiers in de<br />
documentatiedatabase. De database die gemaakt is voor<br />
de Provinciale Onderzoeksagenda Archeologie <strong>Zeeland</strong><br />
is daar nu ook in opgenomen, waarmee in één keer circa<br />
600 dossiers zijn toegevoegd. De beschrijving van de<br />
tekeningen is eind oktober afgerond en de laatste 900<br />
tekeningen worden nu gescand.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 20 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE<br />
Wederom heeft de registratie van vondsten uit Zeeuwse<br />
musea leuke nieuwe gegevens opgeleverd, vooral uit het<br />
verdronken dorp Aendijcke bij Zaamslag. Naast het<br />
bekende pijpaarden beeldje van Christus als kind zijn<br />
er nog fragmenten van drie andere beeldjes in de<br />
inventarisatie aan het licht gekomen, waarvan twee van<br />
roodbakkend aardewerk, bedekt met een witte engobe.<br />
Tegen de verwachting in bleek Jeroen Ras (SOB Research)<br />
nog in staat bijna alle fragmenten leer uit Aendijcke te<br />
conserveren; daaronder bevonden zich resten van<br />
schoenen uit de dertiende en de veertiende eeuw, die nu<br />
geschikt zijn om tentoongesteld te worden.<br />
Heel bijzonder is een fragment van een Rijnlandse wijnamfoor<br />
uit de tiende of elfde eeuw, heel wat ouder dan<br />
de oudste vermelding van het dorp Adendijk in 1170!<br />
Fossiele mammoetkies uit het pleistoceen, gevonden in<br />
een laatmiddeleeuwse puinlaag in Aendijcke.<br />
Veel ouder nog is een fossiele kies van een mammoet,<br />
gevonden tussen het laatmiddeleeuwse puin van het<br />
verdronken dorp. Duidelijk is dat hij in de late middeleeuwen<br />
al eens is gevonden en benut, maar de vraag<br />
is of men de kies als zodanig of als iets speciaals heeft<br />
herkend, of hem gewoon heeft beschouwd en gebruikt<br />
als bouwmateriaal.<br />
Aankondiging<br />
ZAAD 2012: 17 maart<br />
De dertiende Zeeuwse Amateur Archeologen Dag<br />
vindt plaats op zaterdag 17 maart 2012 in SCEZlocatie<br />
Het Schuitvlot in Middelburg. Noteer de<br />
datum vast in uw agenda! Het programma zal<br />
aandacht schenken aan twee belangrijke themajaren<br />
voor <strong>Zeeland</strong>: het Jaar van de Historische<br />
Buitenplaats 2012 en het Zeeuws Jaar van het<br />
Water.
Personalia<br />
‘Nog meer jubilea’<br />
Stagiaire en vrijwilligster Céline den Engelsman schreef in<br />
augustus het volgende bericht over haar werkzaamheden<br />
in het archeologisch depot aan het Armeniaans Schuitvlot:<br />
“Misschien heeft u mij weleens zien rondlopen op de<br />
SCEZ of op archeologische bijeenkomsten. Ik ben dat<br />
kleine meisje dat wel wat opvalt tussen de rest, vanwege<br />
haar leeftijd (en lengte). Mijn naam is Céline den<br />
Engelsman (16 jaar). En in deze maand vier ik mijn<br />
1-jarig jubileum bij de SCEZ en in de archeologie!<br />
Ik heb een jaar lang elke dinsdagmiddag als vrijwilliger<br />
geholpen bij het inlopen van de achterstanden. Voor mijn<br />
maatschappelijke stage moest ik 72 uur vrijwilligerswerk<br />
doen. En daarna ben ik gewoon lekker doorgegaan.<br />
Het werk dat ik er doe is erg divers. Als er een doos<br />
binnenkomt controleer ik de volledigheid en inventariseer<br />
ik de inhoud, voor zover dat nog niet gebeurd is.<br />
Ook maak ik foto’s en heb ik weleens mogen tekenen.<br />
Zo kom ik in aanraking met de vondsten. Scherven,<br />
potten, munten, gewichten, botten, hout, textiel, leer,<br />
ik kom van alles tegen! Maar ik heb zelf ook al eens<br />
opgegraven. Dat was supergaaf! En zo raak ik vertrouwd<br />
met beide kanten van het archeologisch bedrijf: opgraven<br />
en verwerken van vondsten. Later wil ik archeologie gaan<br />
studeren. En dan veldarcheoloog worden, dat weet ik<br />
zeker. Ook ben ik dit jaar op de open dag van de<br />
Universiteit Leiden geweest. Uiteraard heb ik dat meteen<br />
even gecombineerd met een bezoekje aan het<br />
Rijksmuseum van Oudheden.<br />
Met deze kleine bijdrage aan Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> wil ik<br />
graag een aantal mensen van harte bedanken. Allereerst<br />
Antoinette van Duijn, mijn lerares, die mij enthousiast<br />
maakte voor deze geweldige wetenschap. Robert van<br />
Dierendonck die de stage regelde, en mij een onuitputtelijk<br />
enthousiasme meegaf. Bernard Meijlink en Bram<br />
Silkens van de WAD, met wie ik mee mocht helpen op<br />
hun opgraving op Hof Essenvelt. Maar ook Dicky de<br />
Koning, Leida Goldschmitz, Niek Beeke, Hans Bostelaar,<br />
Jan Kuipers en Ina Dellebeke. En vooral niet te vergeten:<br />
Henk Hendrikse, mijn strenge maar rechtvaardige<br />
‘mentor’ die me elke week weer begeleidt en me zijn<br />
kennis bijbrengt. Ik heb het hier erg naar mijn zin, en ik<br />
hoop dan ook op nog meer jubilea.”<br />
Onderzoek en meldingen<br />
SCHOUWEN-DUIVELAND<br />
Zegelstempels uit Schouwen-Duiveland<br />
Ruim vijf jaar na de uitgave van Zegelstempels en<br />
Zegelringen uit Zeeuwse bodem blijkt de voorraad zegelstempels<br />
in het bodemarchief nog steeds niet te zijn uitgeput.<br />
Degenen dit het boek kennen, weten dat vondsten<br />
uit Schouwen-Duiveland hierin weinig vertegenwoordigd<br />
zijn. Niet omdat het gebruik van zegelstempels in die<br />
regio onbekend was, maar omdat de bodemvondsten eenvoudigweg<br />
niet werden aangemeld.<br />
Gelukkig is dat manco door de melding van de heer S.<br />
Nelisse enigszins rechtgetrokken. De afgelopen tijd liet hij<br />
maar liefs vijftien zegelstempels zien die hij in de laatste<br />
tien jaar aantrof op verschillende Schouwen-Duivelandse<br />
vindplaatsen. Kwaliteit en datering lopen erg uiteen. Zo<br />
Promotie Wouter Dhaeze<br />
Vrijdag 23 september verdedigde Wouter Dhaeze zijn<br />
proefschrift De Romeinse kustverdediging langs de Noordzee<br />
en het Kanaal van 120 tot 410 na Chr. aan de universiteit<br />
van Gent. Wouter begon zijn archeologische loopbaan al<br />
omstreeks 1988, toen hij als kleine jongen meehielp bij<br />
archeologisch onderzoek in Aardenburg, waarbij ook het<br />
Provinciaal Depot voor Bodemvondsten (nu het werkveld<br />
archeologie van de SCEZ) was betrokken. De contacten<br />
zijn sindsdien nooit verbroken.<br />
zijn er mooie zegelstempels uit de late middeleeuwen,<br />
maar daarbij ook materiaal dat bewust gekapt en beschadigd<br />
is (om misbruik door onbevoegden te voorkomen).<br />
Ook zeventiende- en achttiende-eeuwse stempels komen<br />
onder de aangemelde vondsten voor.<br />
Een opvallend zegelstempel (hier afgebeeld) is vervaardigd<br />
uit zilver en dateert uit de veertiende eeuw. Zilveren middeleeuwse<br />
zegelstempels zijn uiterst zeldzaam en dit is dan<br />
ook slechts het tweede exemplaar uit Zeeuwse bodem dat<br />
de laatste tien jaar is aangemeld. Centraal op het stempel<br />
is een aanziend portret van vermoedelijk een man<br />
bekroond door een dubbelkoppige adelaar. Het geheel is<br />
geplaatst in een veelhoekig motief met acht roosjes in de<br />
hoeken. De greep is voorzien van een driepas. Een naam<br />
is niet vermeld, hetgeen ongebruikelijk is bij middeleeuw-<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 21 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE<br />
Stagiaire en vrijwilligster<br />
Céline den Engelsman.<br />
Wouter Dhaeze met zijn<br />
proefschrift over de<br />
Romeinse kustverdediging.
Zegelstempel uit<br />
Schouwen-Duiveland,<br />
in zilver met aanziend<br />
portret.<br />
Diameter 1,9 centimeter;<br />
hoogte 2,4 centimeter<br />
(collectie S. Nelisse).<br />
Dubbelwandige waterput<br />
naast het badgebouw.<br />
Het Romeinse badgebouw<br />
van Aardenburg; reconstructie<br />
door Mikko Kriek.<br />
se zegelstempels. Mogelijk gaat het hier om een<br />
contrastempel: een stempel dat aan de keerzijde in de<br />
was onder de akte werd gedrukt om fraude te voorkomen.<br />
Slimmeriken konden namelijk de was aan de keerzijde<br />
verwijderen en een eigen beeldmerk aan een akte<br />
bevestigen. Door een contrastempel werd dit tegengegaan.<br />
Dat dit alleen bij akten van grote importantie gebeurde<br />
lijkt logisch. Het feit dat de uitvoering van het zegelstempel<br />
in zilver is, bewijst de hogere dan gemiddelde<br />
status van de eigenaar. Sinds de publicatie van<br />
Zegelstempels en Zegelringen met daarin de beschrijving<br />
en/of afbeelding van 275 zegelstempels is de tellerstand<br />
inmiddels opgelopen tot een totaal van 365 exemplaren.<br />
Naast belangrijke informatie over het voorkomen van<br />
diverse typen zegelstempels op Schouwen-Duiveland<br />
leveren de aangemelde vondsten kennis op van nieuwe<br />
vindplaatsen. Deze informatie wordt door de Werkgroep<br />
<strong>ZE</strong>EUWS-VLAANDEREN<br />
Onderzoek Romeins Aardenburg<br />
De thermen van Aardenburg<br />
Het Aardenburgse Odysseeproject schrijdt voort.<br />
In september is begonnen met het beschrijven van de<br />
structuren, nadat eerder alle bij de opgravingen opgetekende<br />
sporen digitaal waren verwerkt. Zo zijn overzichten<br />
van alle Romeinse grondsporen van de verschillende<br />
opgravingen verkregen. Hieruit zijn de belangrijkste<br />
structuren geselecteerd, die nu verder worden uitgewerkt.<br />
Een bijzondere ontdekking bij dit onderzoek is een<br />
Romeins badgebouw, ook wel thermae of thermen<br />
genoemd, waarvan de sporen in 1965 werden aangetroffen<br />
op het terrein van de voormalige Gasfabriek in<br />
Aardenburg, ter hoogte van de Beekmanstraat. Van het<br />
gebouw werden de sporen van de funderingen en muurwerk<br />
aangetroffen, met daaromheen grote hoeveelheden<br />
puin. Dat het om een badgebouw moet gaan blijkt uit de<br />
verschillende ruimtes voor de heet-, lauw- en koudwater-<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 22 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE<br />
Metaalvondsten <strong>Zeeland</strong> (WMZ) beheerd maar ook<br />
opgeslagen in het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA).<br />
Bestudering van deze gegevens in combinatie met de<br />
vondsten kan weer aanleiding<br />
zijn tot nieuwe inzichten<br />
in de Schouwen-<br />
Duivelandse en dus<br />
Zeeuwse<br />
archeologie.<br />
Hopelijk komen<br />
hierdoor nieuwe<br />
meldingen binnen<br />
van vondsten<br />
uit die regio.<br />
baden die binnen de structuur herkenbaar zijn. Het zware<br />
gebouw was deels gefundeerd op houten paaltjes.<br />
Deze manier van funderen kennen we ook van het hoofdgebouw<br />
van de Romeinse vesting. Het patroon van deze<br />
paaltjesfundering laat zien dat de warme ruimtes door<br />
middel van een ondergronds verwarmingssysteem<br />
(hypocaustum) werden verhit. Op basis van deze gegevens<br />
is een reconstructie van het badgebouw gemaakt, met<br />
van zuid naar noord het praefurnium (stookruimte),<br />
het caldarium (heetwaterruimte), in het midden het<br />
tepidarium (lauwwaterruimte) en daarboven het<br />
frigidarium (koudwaterruimte). Hierbij is uitgegaan<br />
van de klassieke indeling van een Romeins badgebouw,<br />
waarbij de bezoeker een vaste route volgde van koud<br />
naar lauw naar heet. Ieder badgebouw had ook een<br />
apodyterium (kleedruimte). Deze is in het Aardenburgse<br />
gebouw niet opgegraven, maar moet tegen de koudwaterruimte<br />
aan gelegen hebben. Vermoedelijk lag aan de<br />
noordwestgebouw een omsloten hof.<br />
Het water voor dit badhuis was waarschijnlijk afkomstig<br />
van de waterput die enkele meters ten zuiden van het<br />
gebouw is opgegraven. Het betreft een grote vierkante<br />
houten waterput met dubbele bekisting; deze was waarschijnlijk<br />
bedoeld om verontreiniging van het water van<br />
de omliggende bodem te voorkomen.<br />
Het badcomplex was gelegen aan een nieuw ontdekte<br />
Romeinse weg ten oosten van de ommuurde nederzetting.<br />
Het gebouw is georiënteerd op deze weg en heeft eveneens<br />
dezelfde oriëntatie als de Romeinse gebouwen binnen de<br />
muren. Ten zuiden van de weg lag een industriële zone<br />
met ovens waar zout, vissaus en kalk kan zijn geproduceerd<br />
en ijzer werd gesmolten of gesmeed.<br />
Momenteel worden de andere structuren van de Romeinse<br />
nederzetting uitgewerkt en beschreven. Het wetenschappelijk<br />
deel van het project zal in het eerste kwartaal van<br />
2012 worden afgerond. Daarna zijn een publieksboek en<br />
een tentoonstelling voorzien.
Metaalvondsten uit Sluis<br />
De heer J.P. Schoutens uit Retranchement meldde<br />
de vondst van een groot aantal voornamelijk metalen<br />
voorwerpen uit de middeleeuwen en nieuwe tijd uit Sluis.<br />
Ze zijn merendeels afkomstig uit de stortgrond van een<br />
opgraving, die in januari 2011 door het archeologisch<br />
bedrijf Artefact in samenwerking met de Grontmij is<br />
uitgevoerd bij de Brugstraat (plan Smeedtoren).<br />
Andere vondsten komen van diverse rioleringsprojecten<br />
uit de binnenstad van Sluis, waaronder die uit de<br />
J.H. van Dalestraat, de Ridderstraat en de Handboogstraat.<br />
De SCEZ heeft alle voorwerpen gedocumenteerd<br />
en gefotografeerd. De vondsten van de opgraving worden<br />
in een rapport van Artefact gepubliceerd.<br />
Erotisch insigne uit de Handboogstraat in Sluis<br />
(collectie J.P. Schoutens).<br />
Inspecties rioleringswerk Oostburg<br />
De SCEZ heeft afgelopen zomer enkele archeologische<br />
inspecties van de rioleringswerkzaamheden in de<br />
Veerhoeklaan te Oostburg uitgevoerd. Op de kruising<br />
van de Veerhoeklaan met de Pastoor van Genklaan werden<br />
drie handgevormde aardewerkfragmenten aangetroffen<br />
in de top van het Hollandveen. De aardewerkfragmenten<br />
dateren waarschijnlijk uit de Romeinse tijd. Daarnaast<br />
kwam in de top van het veen, zowel in het profiel als in<br />
het vlak, een dun rood brokkelig laagje tevoorschijn,<br />
Dijken in Saeftinghe<br />
Op 31 augustus, 19 september en 4 oktober verrichtte<br />
de SCEZ in samenwerking met de Archeologische<br />
Werkgemeenschap Nederland (AWN) en leden van een<br />
archeologische werkgroep Saeftinghe, archeologische<br />
waarnemingen en boringen bij twee buitendijks gelegen<br />
oude dijken in het oostelijke deel van het Verdronken<br />
Land van Saeftinghe. Waarschijnlijk dateren deze dijken<br />
uit de middeleeuwen. De werkgroep Saeftinghe stond<br />
onder leiding van de heer M. Buise, tevens melder van<br />
de dijken en gids in het gebied.<br />
De eerste en langste dijk, die langs de Schelde loopt en<br />
bij laag water bloot ligt, is momenteel ongeveer 200 meter<br />
lang zichtbaar met een noord-noordwest/zuid-zuidoost<br />
oriëntatie, dus bijna gelijk aan die van de Scheldeloop.<br />
De dijk is volgens de heer Buise al voor een deel<br />
geërodeerd, zowel in de diepte als in de lengte. Vroeger<br />
was de dijk hoger en liep verder de Schelde in. De breedte<br />
kon niet goed worden bepaald, daar er aan de zijkanten<br />
nog veel slib aanwezig was. Het profiel van het<br />
dijklichaam bestond uit een afwisseling van klei en veen<br />
op natuurlijk Hollandveen. De dijk was grotendeels<br />
opgebouwd uit kleiplaggen, maar hier en daar ook uit<br />
veenplaggen. Uit de boringen bleek dat de dijk is<br />
aangelegd op een laagje klei dat zich op het natuurlijke<br />
Hollandveen bevindt en dat hij in de ondergrond nog<br />
verder in zuidelijke richting onder het slib doorloopt.<br />
Hoever de dijk doorloopt is nog niet bekend, maar<br />
aanvullende boringen kunnen hierover uitsluitsel geven.<br />
Tijdens de laatste tocht is een nieuw stuk dijk ontdekt,<br />
dat min of meer haaks op de dijk de Schelde inliep.<br />
Door erosie van het slib waren diverse kleiplaggen te<br />
voorschijn gekomen. In dit nog onbekende dijktracé is<br />
een boring gezet, waaruit bleek dat de opbouw vrijwel<br />
identiek was aan die van de eerste dijk.<br />
De tweede dijk bevond zich circa 200 meter ten westen<br />
van de eerste dijk en was zowel in het vlak als in het<br />
bestaande uit een soort zeer fijn baksteenpuin. Dit laagje<br />
is over een lengte van minimaal 3 meter waargenomen en<br />
is bemonsterd. De resultaten hiervan zijn nog niet<br />
bekend. Het bodemprofiel is gedocumenteerd en<br />
gefotografeerd. Het Hollandveen was intact aanwezig,<br />
met een harde veraarde bovenlaag en onderin stukken<br />
natuurlijk hout. Boven het veen bevond zich een<br />
1,5 meter dikke vette kleilaag, die waarschijnlijk in<br />
de middeleeuwen is gevormd. Onder het veen lag<br />
pleistoceen zand uit het eind van de laatste ijstijd.<br />
profiel van een geul prachtig zichtbaar, direct langs het<br />
schor. De dijk is in het vlak nog veel beter bewaard als de<br />
eerstgenoemde dijk, daar de tweede voor het grootste<br />
gedeelte pas in de loop van 2011 verder tevoorschijn is<br />
gekomen door een vrij snelle erosie van het schor. De<br />
zichtbare lengte van deze dijk bedraagt 30 meter. De<br />
oriëntatie is bijna dezelfde als die van de eerste dijk, maar<br />
nu iets meer noord-zuid. Zeer waarschijnlijk loopt de dijk<br />
zowel in noordelijke als in zuidelijke richting nog verder<br />
door. De breedte van de basis van de dijk bedraagt 18<br />
meter. Uit boringen bleek dat het resterende dijklichaam<br />
uit enkel veenplaggen bestaat en dat de dijk direct op het<br />
Hollandveen is aangelegd. De plaggen hadden een vrij<br />
onregelmatige grootte en vorm (zowel vierkant als rechthoekig<br />
als trapezium-/ruitvormig). Van het dijklichaam<br />
resteert nog een stuk van 1,30 à 1,40 meter hoog, gerekend<br />
van de voet van de dijk tot de top in het midden.<br />
Onder het Hollandveen is in de boor nog pleistoceen<br />
zand aangetroffen, waarvan de top waarschijnlijk nog<br />
intact is. In de basis van het schor - in het verlengde van<br />
de dijk - is een boring gezet om te kijken of er eventueel<br />
een kleibekleding aanwezig is geweest op de veenplaggen.<br />
Dit kon op die plek echter niet worden aangetoond.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 23 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE<br />
De tweede (veen)dijk in<br />
het Verdronken Land van<br />
Saeftinghe.
Vondstmeldingen en<br />
archeologisch spreekuur<br />
Melding van archeologische<br />
vondsten dient te<br />
geschieden bij de SCEZ.<br />
Het materiaal wordt<br />
wanneer nodig geregistreerd<br />
en gedocumenteerd,<br />
maar blijft altijd in<br />
het bezit van de melder,<br />
tenzij deze het zelf wil<br />
afstaan. Uw melding<br />
van vondst(en) of<br />
waarneming(en) kan ook<br />
schriftelijk of telefonisch<br />
geschieden bij:<br />
SCEZ<br />
Postbus 49<br />
4330 AA<br />
Middelburg<br />
T 0118-670870<br />
E j.jongepier@scez.nl<br />
Daarnaast houdt de<br />
SCEZ op elke eerste<br />
dinsdagmiddag van de<br />
maand een archeologisch<br />
spreekuur. U kunt het<br />
spreekuur in locatie<br />
De Burg<br />
Groenmarkt 13<br />
te Middelburg<br />
bezoeken om voorwerpen<br />
te laten determineren<br />
(geldwaarde wordt niet<br />
getaxeerd), vondstmeldingen<br />
te doen, of allerlei<br />
vragen op het gebied van<br />
de Zeeuwse archeologie<br />
voor te leggen.<br />
De eerstvolgende<br />
archeologische<br />
spreekuren vinden<br />
plaats op de dinsdagmiddagen<br />
3 januari,<br />
7 februari en 6 maart<br />
van 15.30 tot 16.30<br />
uur.<br />
Dank voor uw<br />
medewerking!<br />
Scheepsrestanten werpen nieuw licht op handelsverleden Hulst<br />
In de binnenstad van Hulst is het plan De Nieuwe<br />
Bierkaai in ontwikkeling. Een onderdeel van het plan is<br />
de waterpartij, gelegen op de plek waar zich in de late<br />
middeleeuwen de haven bevond. Tijdens het vooronderzoek<br />
werd duidelijk dat er grootschalig archeologisch<br />
onderzoek nodig was. Op basis van de stadsplattegrond<br />
van Jacob van Deventer uit circa 1560 bleek dat bij de<br />
ontgraving van de nieuwe haven de restanten van twee<br />
bruggen konden worden aangetroffen, alsook resten van<br />
kades, havenactiviteiten en huizen. Bij voorbereidende<br />
werkzaamheden werden dan ook niet geheel onverwacht<br />
de resten van de Visbrug gevonden; en later stuitte men<br />
nog op de resten van de Steenbrugghe. Dit betrof een<br />
massief bakstenen bruggenhoofd uit de vijftiende-zestiende<br />
eeuw met een aanzet van een boog. Gezien de monumentaliteit<br />
van de vondst onderzoekt de gemeente Hulst<br />
de mogelijkheden om het bruggenhoofd te behouden en<br />
zichtbaar te maken in het straatbeeld.<br />
In tegenstelling tot de gangbare praktijk koos de gemeente<br />
voor de verdere uitvoering van het plan voor een archeologische<br />
begeleiding van de graafwerkzaamheden in plaats<br />
van een opgraving. De archeologen van Arcadis en<br />
Artefact hebben tot eind september onder soms zware<br />
omstandigheden gedreven en nauwgezet gewerkt. Hierbij<br />
werden ze veelvuldig bijgestaan door leden van de<br />
Werkgroep Archeologie Hulst, die niet alleen assisteerden<br />
bij het veldwerk, maar ook een onmisbare bijdrage bij de<br />
vondstverwerking hebben geleverd.<br />
Veldtechnicus Hans Bostelaar (Artefact) veegt de planken<br />
van de dertiende-eeuwse schepen schoon.<br />
Zoals verwacht werden grote hoeveelheden vondsten van<br />
laatmiddeleeuwse woningen aangetroffen. Ook werd de<br />
loop van de havengeul teruggevonden, die in de vijftiende<br />
en zestiende eeuw voorzien was van bakstenen en natuurstenen<br />
kademuren. In de kade werden bovendien twee<br />
houten trappen en een grote natuurstenen trap ontdekt.<br />
De stenen trap en een deel van de kademuur kunnen<br />
worden behouden in de nieuwe kade.<br />
Delen van de houten kade bleken uit hergebruikt<br />
scheepshout te bestaan. De Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong><br />
<strong>Erfgoed</strong> werd om advies gevraagd hoe hiermee om te<br />
gaan, omdat de vondst van laatmiddeleeuwse scheepswrakken<br />
zeer bijzonder is. Het was niet mogelijk om<br />
vanuit het Rijk extra gelden beschikbaar te krijgen voor<br />
nader onderzoek naar de scheepsdelen. Arcadis zag<br />
uitgebreide documentatie van de scheepsresten als<br />
meerwerk, ondanks het feit dat deze vondst in de<br />
archeologische verwachting van het Programma van Eisen<br />
omschreven was. Helaas had ook de gemeente geen extra<br />
financiën beschikbaar. Door deze patstelling dreigden<br />
belangrijke archeologische relicten het onderspit te delven.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 24 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE<br />
Restanten van het bakstenen bruggenhoofd binnen<br />
de kademuren van de Nieuwe Haven;<br />
datering vijftiende-zestiende eeuw. Op de achtergrond<br />
de Dobbele Poort/Keldermanspoort.<br />
Nog net op tijd kon een beroep worden gedaan op de<br />
deskundigheid van prof. dr. André van Holk, hoogleraar<br />
maritieme archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen,<br />
die concludeerde dat de haven en de scheepsdelen een<br />
uitermate interessant ensemble vormden voor de kennis<br />
over het Zeeuwse maritieme verleden. Nader onderzoek<br />
naar de scheepsdelen zou nieuwe informatie kunnen<br />
opleveren over de handelscontacten van Hulst.<br />
Scheepsresten vormen in de Provinciale Onderzoeksagenda<br />
Archeologie <strong>Zeeland</strong> (POAZ) een belangrijk<br />
speerpunt. Daarom heeft de Provincie <strong>Zeeland</strong> de<br />
Vlaamse scheepsarcheoloog Jeroen Vermeersch<br />
ingeschakeld om de scheepsresten op te graven. Door<br />
de inzet van deze scheepsarcheoloog, archeologen van<br />
de SCEZ en vrijwilligers konden de scheepsresten binnen<br />
de gestelde termijn worden opgegraven. Er werden delen<br />
van tenminste vier verschillende schepen gevonden, alle<br />
verwerkt in de kadebeschoeiingen. Er werden hier<br />
bepaalde Scandinavische kenmerken in herkend, die er<br />
op wijzen dat in het dertiende-eeuwse Hulst al contacten<br />
met Noord-Europa bestonden. Inmiddels zijn de<br />
scheepsdelen overgedragen aan het Nationaal Scheepsarcheologisch<br />
Depot in Lelystad voor verder onderzoek<br />
door de Rijksuniversiteit Groningen.<br />
Hoewel het veldonderzoek is afgerond, begint nu pas het<br />
belangrijkste onderdeel van het proces om tot een goed<br />
verhaal over het verleden van het gebied te kunnen<br />
komen. De vele vondsten en onderzoeksgegevens moeten<br />
worden verwerkt en geanalyseerd door deskundigen tot<br />
een standaardrapportage en publieksboek. En natuurlijk<br />
moeten de vondsten worden geconserveerd voor behoud<br />
in depot of vitrines. Het laatste verdient aanbeveling.<br />
Wellicht dat de gemeente Hulst hiervoor zo dicht<br />
mogelijk bij de plek van opgraving een voorziening kan<br />
creëren.<br />
IJzeren helm uit<br />
de Tachtigjarige<br />
Oorlog,<br />
gebruikt als<br />
schietdoel.<br />
De schietgaten<br />
zijn nog duidelijk<br />
zichtbaar.
Vondst voor het voetlicht<br />
Een middeleeuws zwaard uit Cadzand<br />
Tijdens munitieonderzoek bij Cadzand is in oktober <strong>2010</strong><br />
een ijzeren zwaard gevonden op 1,20 meter diepte. Het betreft<br />
een klein exemplaar uit waarschijnlijk het tweede kwart van<br />
de veertiende eeuw (1325-1350). Het geconserveerde zwaard<br />
wordt tentoongesteld in museum Het Bolwerk in IJzendijke<br />
(bruikleen SCEZ).<br />
De gemeente Sluis meldde dit bijzondere voorwerp aan als<br />
toevalsvondst bij de SCEZ. De conservering vond plaats<br />
bij het bedrijf Archeoplan in Delft. In het kader van de<br />
conservering is het zwaard mechanisch en elektrolytisch<br />
gereinigd, ontzout en beschermd met microwas.<br />
De gemeente Sluis heeft de conservering bekostigd.<br />
Klein, maar ‘volwassen’<br />
Met een huidige lengte van 63 centimeter (dat wil zeggen<br />
van kling plus angel) gaat het om een klein zwaard, dat<br />
echter het formaat van een dolk te boven gaat. De kling<br />
van het wapen uit Cadzand is onderaan afgebroken.<br />
Waarschijnlijk ontbreekt een stuk van ongeveer 8 tot 10<br />
centimeter. Inclusief ongeveer 5 centimeter voor de<br />
ontbrekende pommel (gevestknop) en een stukje angel<br />
- het dunnere stuk waar ooit de greep op heeft gezeten -<br />
zal het zwaard oorspronkelijk een totaallengte van ongeveer<br />
77 centimeter hebben gehad. Vermoedelijk was het een<br />
wapen voor een volwassene (dus geen speelgoedwapen),<br />
omdat de overblijvende angel nogal groot is. Kennelijk was<br />
dit een nogal dikke greep. Vermoedelijk is van de angel alleen<br />
het bovenste stuk verdwenen, het stuk dat in de gevestknop<br />
zat. De angel zal net onder de gevestknop zijn afgebroken.<br />
Belangrijke onderdelen van een zwaard<br />
- Het gevest is de handgreep van een zwaard en bestaat uit<br />
verschillende onderdelen. De greep is het deel waar de hand<br />
past; de pareerstang of stootplaat is de metalen stang tussen<br />
greep en kling, die gebruikt wordt om slagen van het wapen<br />
van de tegenstander op te vangen;<br />
- De pommel (gevestknop) bevindt zich aan het uiteinde van<br />
het gevest en heeft verschillende functies: uitbalancering,<br />
voorkoming van het wegglijden van de hand, houvast voor<br />
de andere hand, soms ook bevestiging van de kling aan het<br />
gevest. Niet elk zwaard was uitgerust met een pommel.<br />
De pommel kon door geoefende zwaardvechters ook worden<br />
gebruikt om ‘benedenhandse’ stoten uit te delen;<br />
- De angel is het (niet zichtbare) deel onderaan de kling, dat<br />
zorgt voor de verankering in het gevest;<br />
- De kling of lemmet is het blad van het zwaard; de snede<br />
vormt de scherpe kant ervan. Er zijn zowel dubbelzijdige<br />
zwaarden met een snede aan beide zijden van de kling, als<br />
enkelzijdige met één scherpe kant. De botte kant heet bij<br />
enkelzijdig gescherpte klingen de rug.<br />
Miniatuurzwaard, in 2006 gevonden in Sluis.<br />
De kling van het Cadzandse zwaard is vol, dat wil zeggen kennelijk<br />
van ruitvormige doorsnede en zonder een centrale geul of meerdere<br />
geulen. Deze geulen werden vaak aangebracht om het gewicht van<br />
de kling te verminderen en deze tegelijkertijd toch stijf te houden;<br />
de in de populaire cultuur nog altijd gangbare functie van<br />
‘bloedgeul’ is een mythe. De volle kling komt voor in de periode<br />
1350-1550. De vorm van de pareerstang zoals aangetroffen aan<br />
het Cadzandse zwaard komt niet vaak voor en wordt gedateerd in<br />
de periode 1300-1340. Deze twee dateringen samen<br />
nemend, kan het zwaard voorzichtig gedateerd<br />
worden in de periode 1325-1350.<br />
Zwaard gevonden in Cadzand, datering ongeveer 1325-1350.<br />
Zwaardvechters te paard; afbeelding uit het beroemde<br />
liederenhandschrift ‘Codex Manesse’<br />
(Zürich, circa 1304-1340).<br />
Hans Jongepier<br />
(m.m.v. de heer J.P. Puype en Jan Kuipers)<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 25 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ARCHEOLOGIE
<strong>Erfgoed</strong>educatie<br />
Canonkaravaan naar <strong>Zeeland</strong> in 2012<br />
De Canonkaravaan trekt weer door ’t land. Sinds augustus <strong>2010</strong><br />
staat de Canon van de Nederlandse geschiedenis in de kerndoelen<br />
voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet<br />
onderwijs. In 2011 en 2012 trekt daarom de Canonkaravaan weer<br />
door het land met een scholingsprogramma.<br />
De Canonkaravaan is een inspirerende nascholingsdag voor leerkrachten<br />
basisonderwijs rond de Canon van Nederland, met boeiende sprekers,<br />
prikkelende workshops, enthousiaste collega’s en praktische lestips.<br />
Op 14 maart 2012 doet de Canonkaravaan <strong>Zeeland</strong> aan.<br />
Canon van Nederland<br />
De Canon van Nederland telt vijftig vensters: belangrijke personen,<br />
creaties en gebeurtenissen die samen laten zien hoe Nederland zich<br />
ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven. Samen vormen zij de<br />
bron waaruit leerkrachten kunnen putten om de tien geschiedenistijdvakken<br />
te illustreren. Hoe? Daarover gaat deze Canonkaravaan!<br />
Canon in de klas<br />
Sinds <strong>2010</strong> staat de Canon van Nederland in de kern-doelen. Elke school<br />
staat dus voor de vraag: wat doen we met de Canon in ons - toch al zo<br />
drukke - lesprogramma? De Canonkaravaan is een nascholingsdag waarop<br />
deze vraag vanuit verschillende invalshoeken van een direct toepasbaar<br />
antwoord wordt voorzien. Met praktische tips die meteen in praktijk<br />
kunnen worden gebracht.<br />
Het verleden is dichterbij dan je denkt<br />
Onderwijsproject in Biezelinge en Kapelle<br />
Heemkundige Kring De Bevelanden heeft sinds 2009 een regionaal<br />
project waarbij enkele leden van de kring de hoogste groepen van de<br />
basisschool bezoeken. Het project omvat een gastles en een wandeling<br />
in de eigen omgeving.<br />
De Heemkundige Kring De Bevelanden heeft onder andere als doel het<br />
bevorderen en verspreiden van kennis over de geschiedenis, volkskunde,<br />
taalkunde en oudheden van Noord- en Zuid-Beveland en de bestudering<br />
van de levensomstandigheden, gewoonten en gebruiken van de mensen<br />
die dit gebied bewonen en bewoond hebben. Tot haar taak rekent ze ook<br />
het stimuleren van de belangstelling van jongeren voor het verleden van de<br />
eigen omgeving.<br />
Het onderwijsproject bestaat uit twee delen:<br />
1. Een gastles van ongeveer een uur. Hierin wordt verteld over het<br />
ontstaan en de ontwikkeling van het betreffende dorp. Dit wordt<br />
(digitaal) geïllustreerd aan de hand van foto’s of kaartjes;<br />
2. Ongeveer een week later is er vervolgens een wandeling van de<br />
groep(en) met een gids door het dorp (anderhalf tot twee uur).<br />
Daarbij kijken de leerlingen naar wat er nu nog zichtbaar is van het<br />
verleden en de ontwikkeling van het dorp. Dat kan aan de hand van<br />
landschapselementen, de kerk, een molen, voormalige winkels en<br />
bedrijven en dergelijke.<br />
De eerste basisscholen die met het project gewerkt hebben, waren in 2009<br />
die van Wolphaartsdijk / Oud-Sabbinge, vervolgens in <strong>2010</strong> die van Nisse<br />
en dit jaar waren Biezelinge en Kapelle aan de beurt. Op alle deelnemende<br />
scholen kregen de gastdocenten enthousiaste reacties van leerlingen en<br />
leerkrachten. Iedere keer blijkt dat het niet altijd de ‘grote’ geschiedenis<br />
is die het meeste boeit. Juist de aandacht voor de eigen, bekende omgeving<br />
spreekt veel leerlingen aan. Zaken waar ze altijd achteloos aan voorbij<br />
liepen, blijken soms een interessant stukje tastbaar verleden.<br />
Wat, wanneer en waar<br />
• Woensdag 14 maart 2012, in de Abdij van Middelburg;<br />
• Dagvoorzitter is Valentijn Byvanck;<br />
• Kijk voor het programma op www.entoen.nu/canonkaravaan/middelburg.<br />
Op deze website kunt u zich ook aanmelden;<br />
• De kosten bedragen 75 euro per persoon. Neem ook uw collega’s mee:<br />
bij meer inschrijvingen van dezelfde school geldt een korting van 10%<br />
op de entreeprijs;<br />
• Iedere deelnemer ontvangt het nascholingscertificaat van stichting<br />
entoen.nu.<br />
Ook in de toekomst wil Heemkundige Kring De Bevelanden verder gaan<br />
met dit project. Omdat het project door een klein aantal vrijwilligers<br />
wordt uitgevoerd, kunnen per jaar slechts enkele scholen worden bezocht.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 26 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ERFGOEDEDUCATIE<br />
Trijnie Lepoeter tijdens de dorpswandeling in Biezelinge<br />
met de leerlingen van De Linge.<br />
Gratis format voor wandeling<br />
Scholen die ook met hun leerlingen in de eigen regio een stads- of<br />
dorpswandeling willen houden, kunnen kijken op website<br />
www.scez.nl/projector > Omgevingsonderwijs - ‘Het verleden is<br />
dichterbij dan je denkt’ voor het aanbod in hun buurt. Het format<br />
voor deze wandeling kan kosteloos bij de SCEZ worden<br />
opgevraagd.
<strong>Erfgoed</strong> Allerlei<br />
PUBLICATIES<br />
SCEZ kan geen aanvullende informatie<br />
verstrekken over de verkoop van<br />
verschenen publicaties.<br />
• Boeken<br />
en eenmalige uitgaven<br />
Marty Bax, Ben Joppe, schilder van het<br />
onmogelijke ([Zierikzee]: <strong>Stichting</strong> Ben<br />
Joppe, 2011) 104 pag.; ill., foto’s.<br />
Retrospectief van de Zierikzeese schilder<br />
Ben Joppe (1915-2007). Joppe was<br />
een kunstenaar die veel heeft gereisd en<br />
in het buitenland verbleef. De hoofdstukken<br />
zijn dan ook chronologisch<br />
ingedeeld naar periodes in het buitenland<br />
in Nederlands-Indië, Bali,<br />
Maleisië, Japan, Italië, Canada en<br />
Frankrijk. Daarnaast was Joppe nog<br />
actief als secretaris van dirigent Bernard<br />
Haitink en werkte hij voor het platenlabel<br />
Phonogram in Japan. Uiteraard<br />
zijn in dit boek vele kleurenafdrukken<br />
van het werk van Joppe opgenomen.<br />
Jeanne van Bijlevelt, Het meisje in het<br />
mandje (mijn twintigste eeuw) ([S.l.]:<br />
Jeanne van Bijlevelt, 2011) 168 pag.;<br />
ill., foto’s. Autobiografisch levensverhaal<br />
van Jeanne van Bijlevelt (Zierikzee<br />
1935), die na vijf jaar Voorburg en 55<br />
jaar in <strong>Zeeland</strong> te hebben gewoond,<br />
naar Frankrijk verhuisde. Vandaar kijkt<br />
ze terug op een turbulent leven.<br />
Kees van Boven, Noord-Beveland en de<br />
Noord-Bevelanders (Wissenkerke:<br />
BPZW, 2011) 160 pag.; ill., foto’s, tek.<br />
Bevat een verzameling verhalen in dialect,<br />
gedichten, toneelstukken en historische<br />
stukken over de geschiedenis van<br />
Noord-Beveland en zijn bewoners.<br />
Hoewel het boekje op de gehele<br />
geschiedenis is afgestemd ligt de focus<br />
toch vooral op de Ramp en de twintigste-eeuwse<br />
geschiedenis.<br />
Richard Brooks, Graham Turner (ill.),<br />
Walcheren 1944. Storming Hitler´s<br />
island fortress (Oxford: Osprey, 2011)<br />
96 pag.; ill., foto´s, krt., tek., ISBN<br />
978-1-84908-237-2. Na een inleiding<br />
volgt een korte chronologische lijst van<br />
gebeurtenissen. Vervolgens komen drie<br />
korte hoofdstukken over de bevelvoerders,<br />
strijdkrachten en plannen aan<br />
geallieerde en Duitse zijde. Het grootste<br />
hoofdstuk wordt gevormd door de<br />
beschrijving van operatie Infatuate.<br />
Tevens is er aandacht voor het gebeurde<br />
na afloop van de operatie en voor<br />
wat er nog van het voormalige slagveld<br />
is te zien in het hedendaagse landschap.<br />
Het boek sluit af met een literatuurlijst,<br />
lijst van afkortingen en index.<br />
Bijzonder fraai geïllustreerd.<br />
Paul Brusse, Gevallen stad. Stedelijke<br />
netwerken en het platteland. <strong>Zeeland</strong><br />
1750-1850. Balans tussen stad en<br />
platteland 1 (Utrecht: Waanders/<br />
Universiteit Utrecht, 2011) 247 pag.;<br />
tab., graf.; ISBN 978-90-400-7790-6.<br />
Eerste deel uit het desurbanisatie<br />
project. Brusse beziet de stedelijke<br />
ontwikkelingen in Zierikzee, Vlissingen<br />
en Middelburg in het vermelde tijdvak<br />
aan de hand van acht hoofdstukken<br />
over ontstedelijking, de stedelijke<br />
economie, migranten en belastingbetalers,<br />
de plattelandseconomie,<br />
stedelijke buitens en landerijen op het<br />
platteland, welvaart en elitevorming op<br />
het platteland en een synthese. Met<br />
summary, bijlagen, lijst van literatuur<br />
en archivalia, notenapparaat en namenregister.<br />
Paul Brusse and Wijnand<br />
W. Mijnhardt, Towards a new template<br />
for Dutch history. De-urbanization and<br />
the balance between city and countryside.<br />
Balance between city and countryside<br />
4 (Utrecht: Waander/Universiteit<br />
Utrecht, 2011) 115 pag.; ill., krt., fig.,<br />
tab. Brusse beziet <strong>Zeeland</strong> hierin vanuit<br />
een grotere context. Het eerste van drie<br />
hoofdstukken gaat over de achteruitgang<br />
van de stedelijke samenleving en<br />
de desurbanisatie in de vroegmoderne<br />
periode in Europa. Het tweede hoofdstuk<br />
behandelt <strong>Zeeland</strong> in deze periode.<br />
In het derde hoofdstuk wordt deze<br />
problematiek op Nederland toeggepast.<br />
Met bibliografie en notenapparaat.<br />
Carlo Buijsrogge en George<br />
Sponselee, Het hof te Zande met zijn<br />
kerkje te Kloosterzande in de loop der<br />
eeuwen (Kloosterzande: Carlo<br />
Buijsrogge, 2011) 95 pag.; ill., foto’s,<br />
krt., tek. Historische beschrijving van<br />
de enige in <strong>Zeeland</strong> overgebleven<br />
restanten van Cisterciënzer bouwkunst.<br />
Doorlopende tekst met bronnenopgave.<br />
Jacques Cats, Bèl, bèl! Zeeuwse streekdrachten<br />
in een ander daglicht<br />
(Middelburg: Uitgave in eigen beheer,<br />
2011) 155 pag.; ill., foto’s. Op geheel<br />
eigen wijze signaleert en registreert Cats<br />
ontwikkelingen en gebeurtenissen rond<br />
de Zeeuwse streekdrachten. Het resultaat<br />
is een bonte verzameling van ruim<br />
tachtig verhalen en berichten, de ene<br />
keer goed voor een glimlach, de andere<br />
keer voor een blik van verbazing.<br />
Het boek is rijkelijk geïllustreerd met<br />
foto’s en reclame-uitingen met<br />
(verwijzingen naar) de Zeeuwse streekdracht<br />
als blikvanger. Tijdens de totstandkoming<br />
van de publicatie voorzag<br />
de SCEZ de schrijver van adviezen.<br />
J. Claeys, N.L. Jaspers en<br />
S. Ostkamp, [et.al.], Vier eeuwen leven<br />
en sterven aan de Dokkershaven in<br />
Vlissingen. Een archeologische opgraving<br />
van een postmiddeleeuwse stadswijk in<br />
het Scheldekwartier in Vlissingen. ADC<br />
monografie 9 (ADC: Archeo Projecten,<br />
<strong>2010</strong>) 728 pag.; ill., foto’s, krt., tek.,<br />
tab.; ISBN. Archeologisch rapport over<br />
de Dokhaven in Vlissingen waarbij de<br />
gevonden voorwerpen vanuit een<br />
archeologische en historische invalshoek<br />
worden belicht. Bevat tien bijlagen,<br />
literatuurlijst, lijst van afbeeldingen,<br />
tabellen een CD en een losse<br />
kaartbijlage.<br />
Jeanine Dekker, Onderdanig en<br />
opstandig. Desurbanisatie en de politieke<br />
verhoudingen op het platteland in<br />
<strong>Zeeland</strong> 1750-1850. Balans tussen stad<br />
en platteland 2 (Utrecht:<br />
Waanders/Universiteit Utrecht, 2011)<br />
224 pag.; tab., graf.; ISBN 978-90-<br />
400-7796-8. Wat gebeurde er met het<br />
politieke bewustzijn van de plattelandsbevolking<br />
toen het goed ging in de<br />
landbouw en de steden in verval<br />
raakten? Dekker besteedt aandacht aan<br />
deze vraag in drie grote hoofdstukken:<br />
politieke macht als stedelijk belang: de<br />
ambachtsheren, politieke macht en<br />
collectief belang: de lokale besturen op<br />
het platteland en de politieke ideeënwereld<br />
op het platteland. Tot slot is<br />
er een synthese, een summary, een lijst<br />
met bijlagen, afkortingen, gebruikt<br />
bronnenmateriaal, notenapparaat en<br />
een register op persoons- en<br />
geografische namen.<br />
Arjan van Dixhoorn, Lustige geesten.<br />
Rederijkers in de Noordelijke<br />
Nederlanden (1480-1650) (Amsterdam:<br />
University Press, 2009) 441 pag.; ill.,<br />
tab., graf., krt.; ISBN 978-90-8964-<br />
104-5. Eén van de eerste hernieuwde<br />
aanzetten tot onderzoek naar de<br />
rederijkerscultuur in de Nederlanden<br />
en <strong>Zeeland</strong>. In elf hoofdstukken<br />
worden de volgende zaken behandeld:<br />
onderzoek naar rederijkers, literaire<br />
netwerksamenleving, organisatieprincipe,<br />
de kamerbroeders, scholen<br />
van retorica, meesters en scholieren,<br />
feesten en publieksschrijvers, strijd<br />
om het publieke domein, festivals en<br />
prijsschrijvers, publicisten en geleerden<br />
en welsprekendheid. Met bijlagen,<br />
lijst van afkortingen, eindnoten,<br />
bibliografie en drie indexen.<br />
Frans van den Driest, De goudschat<br />
van Serooskerke. Het verhaal achter de<br />
grote goudvondst in 1966 (Serooskerke:<br />
Dorpsraad Serooskerke/Kunst- en<br />
Cultuurroute, 2011) 46 pag.; ill., krt.,<br />
tek., foto’s, In het boekje wordt<br />
ingegaan op de geschiedenis van de<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 27 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ERFGOED ALLERLEIN<br />
muntvondst, maar ook op de<br />
geschiedenis van Serooskerke zelf en<br />
de reden waarom de schat er mogelijk<br />
begraven is, de veiling van de munten<br />
en wat de gemeente met de opbrengst<br />
bewerkstelligd heeft.<br />
Dulu di wijk =[Vroeger in de wijk].<br />
50 jaar verhalen uit de Molukse wijk<br />
(Oost-Souburg: <strong>Stichting</strong> Mae-Uku,<br />
2011) 108 pag.; ill., foto’s. Verzameling<br />
van verhalen en foto’s van vijftig jaar<br />
geschiedenis van de Molukse gemeenschap<br />
in de Oost-Souburgse wijk.<br />
Eric Hageman en Toon Franken,<br />
Hop en gerst veredeld. De geschiedenis<br />
van bier in en rond Middelburg 1800-<br />
2000. Over bierbrouwerijen, bierhandel<br />
en biercultuur (Middelburg: <strong>Stichting</strong><br />
Bier in <strong>Zeeland</strong>/ Zeeuws Archief,<br />
2011) 188 pag.; ill., krt., tek., foto’s;<br />
ISBN 978-90-817638-06. Het boek<br />
bestaat uit een deel A en B van ieder<br />
drie hoofdstukken. Deel A omvat een<br />
inleiding en hoofdstukken over de<br />
biercultuur en –wetgeving in de<br />
perioden 1800-1870, 1870-1917 en<br />
1917 en later. Deel B gaat in op de drie<br />
Middelburgse brouwerijen de Moriaan,<br />
de Lelie en de Vijfhoek, en geeft een<br />
overzicht van brouwerijen die zich<br />
manifesteerden op de Middelburgse<br />
biermarkt in de periode 1870-1917<br />
en de periode na 1917. Een epiloog<br />
behandelt de nieuwe biercultuur.<br />
Bevat een overzicht van bierhandelaren<br />
van 1870-1917, lijst met geraadpleegde<br />
literatuur, illustratieverantwoording en<br />
eindnoten.<br />
Kor van der Have, Zonnemaire. Oe<br />
leefden die in de Jaeren Dèrteg en Feerteg<br />
van de Twintegste Eêuw? Antekenienhen<br />
uut de buurtschap Diek’uusje heléhe in<br />
de Heméénte Zonnemaire en ’t ouwe<br />
Bommenêê (Koudekerke: L.K. van der<br />
Have, 2011) 180 pag.; ill., foto’s, krt.,<br />
tek.; ISBN 978-90-85-70283-2.<br />
In dialect geschreven boek over<br />
Zonnemaire in de jaren dertig en<br />
veertig waarin de auteur, afkomstig<br />
van een landarbeidersgezin, terugblikt<br />
op zijn kindertijd, dorpsleven, school,<br />
speeltijd, winkeliers, muziek, voetbalvereniging,<br />
kerken en de Tweede<br />
Wereldoorlog. Het manuscript werd al<br />
in 2001 voltooid, maar het boek werd<br />
pas in 2009 voor het eerst uitgegeven.<br />
Ada van Hoof, Het niet vertelde<br />
verhaal van 44 (Westkapelle: Polderhuis<br />
dijk- en Oorlogmuseum, 2011) 167<br />
pag.; ill., foto’s, krt., 978-90-79210-00-<br />
8. In dit boek zijn de persoonlijke<br />
herinneringen van bewoners, bevrijders<br />
en bezetters opgetekend aan de<br />
bevrijding van Westkapelle in<br />
oktober/november 1944; velen hiervan<br />
vielen in week 44 en niet minder dan<br />
44 kinderen en 44 mensen van ouder<br />
dan 60 jaar kwamen om, terwijl in<br />
molen de Roos ook nog eens 44 slachtoffers<br />
vielen. De informatie in het boek<br />
is voor een belangrijk deel ontleend aan<br />
het project Memories to Share.
R.H.M. van Immerseel met medew.<br />
van A.M.M. van Haperen, “Dat de<br />
Overduinsche bloemhof bloei”<br />
De geschiedenis van de buitenplaats<br />
Overduin te Oostkapelle ([S.l.]: <strong>Stichting</strong><br />
In Arcadië, 2011) 96 pag.; ill., foto’s,<br />
krt., tek. Van Immerseel, zelf werkzaam<br />
bij de uitgever van het boek, beschrijft<br />
de geschiedenis van het buiten in vijf<br />
hoofdstukken: een inleiding, het eerste<br />
hoofdstuk over de bouwgeschiedenis<br />
van boerderij, huis Overduin en<br />
buitenplaats, de eigenaren en bewoners,<br />
tuin en park en het Oranjebos. In een<br />
bijlage zijn de eigenaren en bewoners<br />
opgenomen en verder is er een literatuurlijst<br />
en een lijst met eindnoten.<br />
De kleine historische elementen in<br />
<strong>Zeeland</strong>. Een gids voor instandhouding<br />
en herstel (Goes: <strong>Stichting</strong><br />
Landschapsbeheer <strong>Zeeland</strong>, 2011)<br />
bevat 25 katernen in 1 ringband; ill.,<br />
foto’s, tek., krt. In de katernen komen<br />
alle afzonderlijke historische elementen<br />
uit de Zeeuwse architectuur aan bod:<br />
van metselverband en stenen tot<br />
metselwerk, voegen, dakvormen,<br />
kapconstructies, dakpannen, ramen,<br />
deuren, luiken, potdekselwerk,<br />
hang- en sluitwerk, hekken, hout,<br />
zink en lood, kleur en verf tot corrosie.<br />
Handige gids voor een verkennend<br />
onderzoek bij restauratie van een<br />
monumentaal pand.<br />
A.P. de Klerk, Wegbeplanting in de<br />
Tuin van <strong>Zeeland</strong>. Aspecten van het<br />
ontstaan en het vroegere beheer van<br />
de wegbeplanting op Walcheren<br />
(Middelburg: Waterschap<br />
Scheldestromen i.s.m. SCEZ en<br />
<strong>Stichting</strong> Tuin van <strong>Zeeland</strong>) 48 pag.;<br />
foto’s; ISBN 978-90-817293-1-4.<br />
Toen in 1998 het waterschap Zeeuwse<br />
Eilanden met een plan kwam om de<br />
wegbeplanting om te vormen en op<br />
Walcheren de <strong>Stichting</strong> Tuin van<br />
<strong>Zeeland</strong> daartegen te hoop liep, kwam<br />
bij Aad de Klerk de vraag op: hoe werd<br />
er vroeger met de wegbeplanting op<br />
Walcheren omgegaan? En waar bestond<br />
die beplanting uit? Dit boekje geeft<br />
daarop nu het antwoord; na grondig<br />
onderzoek in het archief van het voormalige<br />
waterschap Walcheren, en met<br />
veel afbeeldingen van de vroegere en<br />
recente situatie.<br />
Jan J.B. Kuipers m.m.v. Goffe<br />
Jensma en Oebele Vries, Nederland<br />
in de middeleeuwen. De canon van ons<br />
middeleeuws verleden (Zutphen:<br />
Walburg Pers) 192 pag.; geb., ill.,<br />
fulcolour,; ISBN 978.90.5730.776.8.<br />
De canon, aldus Piet de Rooy, een van<br />
de initiatiefnemers van de historische<br />
canon van Nederland, heeft zich<br />
ontwikkeld tot een nieuw historisch<br />
genre. Nederland in de middeleeuwen,<br />
een nieuwe aanwinst in dit genre, bevat<br />
geen onwrikbare ijkpunten, maar<br />
presenteert onze middeleeuwse<br />
geschiedenis voor een breed publiek.<br />
Bij de keuze van de vijftig vensters<br />
speelden zowel de traditie als nieuwe<br />
inzichten een rol. De lezer vindt overbekende<br />
feiten als de moord op Floris<br />
V, maar verneemt ook over plattelandsleven,<br />
ridderideaal, kloosterwezen,<br />
overzeese handel, klimaatontwikkeling,<br />
ketters en bonte volkscultuur.<br />
Het graafschap Holland en <strong>Zeeland</strong><br />
wordt ruim behandeld. Andere voor<br />
<strong>Zeeland</strong> belangrijke onderwerpen als<br />
stormvloeden, ontginningsgeschiedenis,<br />
Noormannen en Jacoba van Beieren<br />
komen ook aan bod.<br />
Gerard Lepoeter (et al.), ‘Allemaal<br />
Zorro’s op het dorp!’ Het Sint-<br />
Sebastiaans- of Handbooggilde te<br />
Kloetinge (Goes: De Koperen Tuin,<br />
2011) 124 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-<br />
90-7681531-2.<br />
Woord vooraf door de ambachtsvrouwe<br />
van Kloetinge, waarna het boek in twee<br />
delen te splitsen valt; de geschiedenis<br />
van het handbooggilde geschreven door<br />
Gerard Lepoeter (met bronnenlijst) en<br />
de bijlagen met een overzicht van de<br />
ingetreden gildebroeders vanaf 1784,<br />
de samenstelling van het gilde in 1714<br />
en de aanschaf van rouwmantels of<br />
pellen. Het grootste deel van het boek<br />
wordt ingeruimd voor interviews met<br />
alle gildebroeders anno 2011 door<br />
Marloes Matthijssen.<br />
Liefs van Annie. De mooiste brieven van<br />
Annie M.G. Schmidt, ingeleid door<br />
Annejet van der Zijl (Amsterdam:<br />
Querido, 2011) 368 pag.; ill., foto’s;<br />
ISBN 978-90-21-43958-7. Bundeling<br />
van brieven van Annie M.G. Schmidt<br />
die zij schreef aan haar moeder, haar<br />
geliefde, haar zoon en haar vriendinnen.<br />
Het boek is chronologisch<br />
opgebouwd, en ingedeeld naar<br />
alle plaatsen (Kapelle, Schiedam,<br />
Amsterdam, Vlissingen, Amsterdam,<br />
Berkel en Rodenrijs, Le Rouret) waar<br />
Schmidt gewoond heeft.<br />
Arno Neele, De ontdekking van<br />
het Zeeuwse platteland. Culturele<br />
verhoudingen tussen stad en platteland in<br />
<strong>Zeeland</strong> 1750-1850. Balans tussen stad<br />
en platteland 3 (Utrecht:<br />
Waanders/Universiteit Utrecht, 2011)<br />
224 pag.; tab., graf.; ISBN 978-90-<br />
400-7797-5. Dit deel van de desurbanisatie<br />
reeks is een proefschrift. Neele<br />
schetst de culturele verhoudingen op<br />
het platteland aan de hand van vijf<br />
hoofdstukken: de problematisering<br />
van het platteland in het Nederlandse<br />
Verlichtingsdenken, de beschaving op<br />
het platteland: participatie en verzet,<br />
het ontstaan van een zelfbewuste<br />
plattelandscultuur, het opheffen van<br />
de periferie: soevereiniteit, re-urbanisatie<br />
en landbouwbevordering en het<br />
cultiveren van de periferie: de Zeeuw<br />
wordt boer. Bevat een synthese,<br />
summary, bijlagen, lijst met bronnen,<br />
afkortingen, literatuur en notenapparaat<br />
en register.<br />
Corstiaan Prince, De RAF tijdens de<br />
slag om de Schelde, september-november<br />
1944 (Krabbendijke: <strong>Stichting</strong> Wings<br />
to Victory, 2011) 71 pag., ill., foto’s, ;<br />
ISBN 978-90-816580-2-0. Gaat in op<br />
de vraag hoe belangrijk de tactische<br />
luchtsteun was voor het succes van de<br />
grondtroepen tijdens operatie Infatuate.<br />
De schrijver analyseert hierbij langs<br />
chronologische weg het verloop van de<br />
gebeurtenissen.<br />
Gerard Smallegange, Tuin van mijn<br />
verhalen (Goes: Koperen Tuin, 2011)<br />
[153] pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-<br />
76815-30-5. De auteur beschrijft<br />
chronologisch een jaar lang werken,<br />
plukken en oogsten in zijn eigen tuin<br />
in het Zuid-Bevelandse Nisse.<br />
Bert Stulp, Verdwenen dorpen in<br />
Nederland. Deel 5: <strong>Zeeland</strong> (Alkmaar:<br />
Falstaff Media, 2011) 330 pag.; ill.,<br />
tek.; ISBN 978-94-6129045-8. Stulp<br />
schreef een vijfdelige reeks over<br />
verdwenen dorpen in Nederland, en<br />
<strong>Zeeland</strong> is de enige provincie met een<br />
boek geheel gewijd aan haar verdwenen<br />
dorpen. Bevat tien hoofdstukken<br />
waarin telkens een eiland of deel van<br />
de provincie wordt besproken waarin<br />
vele dorpen in de loop van de tijd zijn<br />
verdwenen. Het eerste hoofdstuk is<br />
een introductie en het derde hoofdstuk<br />
een overzicht van stormvloeden in<br />
Nederland. De verdwenen dorpen van<br />
Schouwen-Duiveland worden zelfs<br />
besproken in twee hoofdstukken: voor<br />
en na de Ramp. Met literatuuropgave<br />
en register.<br />
Martin van Thiel (fotografie), Jorien<br />
Brugmans en Jan J.B. Kuipers (poëzie<br />
en proza), Golven. Walcheren in woord<br />
en beeld (Utrecht: Uitgeverij Dichterbij,<br />
2011) 96 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-<br />
90-79003-08-2. Fotoboek met als<br />
thematiek het water, de zee, Westerschelde,<br />
duin/dijk en land. Elk thema<br />
is voorzien van een of meerdere<br />
gedichten.<br />
Francisca van Vloten, met bijdragen<br />
van André Groeneveld en Renée<br />
Smithuis, Nieuw licht! Jan Toorop en<br />
de Domburgsche tentoonstellingen 1911-<br />
1921 (Deventer: De Factory, 2011)<br />
232 pag.; ill., foto’s, tek.; ISBN 978-<br />
90-811727-4-5. Het boek is onderverdeeld<br />
in vier grote hoofdstukken:<br />
Domburg de bakermat van het<br />
Nederlandse luminisme; Katwijk, een<br />
kunstenaarsdorp met een lange traditie;<br />
Jan Toorop en de Domburgse tentoonstellingen;<br />
en Jan Toorop en zijn relatie<br />
tot Bergen en de Bergense school.<br />
Vervolgens volgen de catalogi van de<br />
tentoonstellingen in Katwijk, Domburg<br />
en Bergen en lijsten met deelnemers in<br />
Domburg, literatuurverantwoording en<br />
fotoverantwoording, personenregister<br />
en colofon.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 28 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ERFGOED ALLERLEIN<br />
• Tijdschriften<br />
Archief. Mededelingen van het<br />
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der<br />
Wetenschappen (<strong>2010</strong>) 1-160. Vier grote<br />
artikelen in dit jaarboek. Caroline van<br />
Santen opent met ‘Een Zeeuwse<br />
rancher in Canada’, over Meinard<br />
Jacob Iman Sprenger en de collectie<br />
van de zwartvoet indianen die deze<br />
Middelburger het KZGW naliet.<br />
Wim Dirksen beschouwt ‘de Opstand<br />
en de weg naar Zeeuwse gewestelijke<br />
financiën (1572-circa 1580)’ en<br />
Johan Francke en Katie Heyning<br />
schreven een dubbelartikel over leven<br />
en werk en de kunstcollectie van de<br />
Middelburgse burgemeester,<br />
koopman-reder en kunstverzamelaar<br />
Jean Walleran Sandra (1661-1712).<br />
Nehalennia. Archeologie, cultuurhistorie,<br />
streektaal en volkscultuur van <strong>Zeeland</strong> en<br />
Goeree-Overflakkee afl. 172, zomer<br />
2011, bevat een groot artikel ‘’Dream<br />
and determination’ in Oostburg,<br />
Wisconsin’ van Arco Willeboordse.<br />
Ko de Jonge schrijft over Australische<br />
sporen van de ondergang van<br />
‘De Zuytdorp’ (1712); Veronique<br />
De Tier behandelt ‘Nog meer uit<br />
de ‘Lijst van Woorden, die gebruikt<br />
worden op het eiland Schouwen, in<br />
den omtrek van het dorp Serooskerke’’<br />
(eind negentiende eeuw). Afl. 173,<br />
najaar 2011, heeft als thema ‘Sport in<br />
<strong>Zeeland</strong>’ met bijdragen van Nico van<br />
Horn (‘Bronnen voor Zeeuwse sportgeschiedenis’),<br />
PZC-redacteur Rudy<br />
Boogert (over de ontwikkeling van<br />
de Zeeuwse sportjournalistiek) en<br />
Veronique De Tier & Johan Taeldeman<br />
(Vlaamse en Zeeuwse namen voor de<br />
fiets en zijn onderdelen).<br />
<strong>Zeeland</strong> 20/3 (2011) 81-120. In dit<br />
nummer drie artikelen. J.P. Zwemer<br />
schreef een eerste artikel uit een<br />
driedelige reeks over huwelijk en<br />
sociaal-economische omstandigheden<br />
op de Zeeuwse eilanden in de halve<br />
eeuw voor 1880, J.K. Vrijling bespreekt<br />
de voordracht die op 20 november<br />
<strong>2010</strong> werd gehouden op het<br />
symposium ‘<strong>Zeeland</strong> en zeewater’,<br />
aangaande het advies van de nieuwe<br />
Deltacommissie. Roosanne Goudbeek<br />
verhaalt over het verloop van een reis<br />
door <strong>Zeeland</strong> gemaakt door Louise de<br />
Coligny in 1594. Verder de rubrieken<br />
aanwinsten en de boekrecensies.<br />
Zeeuws Tijdschrift 61/ 5/8 (2011) 1-74.<br />
Dit nummer van Zeeuws Tijdschrift is<br />
vooral gewijd aan het tienjarig bestaan<br />
van de <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong><br />
<strong>Zeeland</strong> (SCEZ). De grotere bijdragen<br />
in deze uitgave zijn een interview met<br />
SCEZ-iconen Wim Scholten en<br />
Leo Adriaanse; Jan Kolen bespreekt de<br />
waarde en toekomst van het Zeeuwse<br />
cultuurlandschap; Jan van de Voorde<br />
bespreekt de stand van zaken met<br />
betrekking tot restauratieobjecten in
de provincie; en Roosanne Goudbeek<br />
legt uit wat het belang is van de<br />
opname van het archief van de<br />
Middelburgsche Commercie<br />
Compagnie op de Werelderfgoedlijst.<br />
Verder zijn er kleinere bijdragen met<br />
boekrecensies, over dialect, beiaardiers<br />
en literaire uitstapjes van onder<br />
anderen Mario Molegraaf en<br />
André van der Veeke.<br />
• Heem- en<br />
oudheidkundige bladen<br />
Schouwen-Duiveland<br />
Stad en Lande, Historische bijdragen en<br />
mededelingen van de Vereniging Stad en<br />
Lande van Schouwen-Duiveland<br />
(juli 2011), besteedt aandacht aan<br />
Job Baster, bekend medicus in de<br />
achttiende eeuw te Zierikzee.<br />
De Rotaryclub Zierikzee organiseerde<br />
een herdenking ter gelegenheid van de<br />
driehonderdste geboortedag van Baster<br />
en H. Uil schrijft een biografie en<br />
vertelt over de vele verdiensten van<br />
deze beroemde stadgenoot. S. den<br />
Haan geeft de geschiedenis van de<br />
herberg in Schuddebeurs in de negentiende<br />
eeuw, uitgaande van een boekje<br />
uit 1821 van een schoolmeester,<br />
Pieter Nicolaas Muyt. De auteur laat<br />
zien dat de uitspanning twee eeuwen<br />
later nog steeds in trek is. R. van<br />
Langeraad beschrijft de uitzet van een<br />
Schouwse bruidegom aan het begin<br />
van de twintigste eeuw.<br />
Tholen<br />
De Nieuwsbrief van de<br />
Heemkundekring Stad en Lande van<br />
Tholen (augustus 2011) gaat over de<br />
benoeming van een nieuwe voorzitter,<br />
de jaarlijkse excursie, de Open<br />
Monumentendag, een bezoek aan de<br />
hervormde kerk in Oud-Vossemeer, de<br />
collectie van de fotowerkgroep en een<br />
lezing over boerderijen door G.<br />
Smallegange.<br />
Walcheren<br />
Het hoofdartikel in De Wete gedaan<br />
aan de leden van de Heemkundige Kring<br />
Walcheren (juli 2011) is van I. Vogel-<br />
Wessels Boer: ‘Kinderzorgkinderen. De<br />
eerste twintig jaar van de Vereeniging<br />
Kinderzorg te Middelburg’. Het is het<br />
tweede deel van een serie artikelen over<br />
J. van Drunen, van 1910 tot 1926 verbonden<br />
aan De Casembrootschool aan<br />
de Zuidsingel in Middelburg. Veel van<br />
de kinderen van de Vereeniging<br />
Kinderzorg bezochten deze hervormde<br />
school. De auteur beschrijft de oprichting<br />
van de vereniging, de huisvesting,<br />
de financiën en de pupillen en het personeel.<br />
De teksten van de vier lezingen<br />
in het kader van ‘Walcheren 2025’ zijn<br />
opgenomen in dit nummer van De<br />
Wete. De lezingen zijn gehouden door<br />
H.J. van Koeveringen, directeur<br />
Roompot Recreatie Beheer B.V. (recreatie),<br />
C.J. Colijn, directeur Ruimte,<br />
Milieu en Water van de Provincie<br />
<strong>Zeeland</strong> (wonen, werken en verkeer),<br />
Ch. Jacobusse, hoofd ecologie stichting<br />
Het Zeeuwse Landschap (natuur),<br />
en J. Kodde Azn, landbouwer in<br />
Arnemuiden (landbouw). De teksten<br />
van de lezingen zijn afgesloten met een<br />
nabeschouwing door L. Faasse.<br />
L. Hollestelle laat de lezers kennismaken<br />
met zeven trouwe auteurs van<br />
De Wete: F. van den Driest, T. Franken,<br />
J. Kaljouw, J. Midavaine, J. Braat,<br />
M. van den Broeke en J. Simons.<br />
Zij verdienen applaus zowel van de<br />
lezers als van de redactie, maar volgens<br />
de auteurs zelf verdient eindredacteur<br />
L. Hollestelle het grootste applaus.<br />
In De Wete van oktober 2011 vinden<br />
we het derde deel van de Van Drunenartikelen.<br />
In dit deel beschrijft<br />
L. van der Vliet de tijd van de Eerste<br />
Wereldoorlog, een moeilijke tijd voor<br />
Middelburg en de bewoners. Aan de<br />
hand van de geschreven herinneringen<br />
van Van Drunen vertelt de auteur over<br />
die moeilijke periode. L. Hollestelle<br />
schrijft over smid en schrijver Hendrik<br />
Sturm uit Serooskerke, naar aanleiding<br />
van een artikel in De Spiegel uit 1956.<br />
Er is ook een verhaaltje opgenomen<br />
met de titel ‘De nieuwe burgemeester’,<br />
dat Hendrik heeft geschreven. M. van<br />
den Broeke licht ons in over ongenode<br />
gasten in de buitenplaats Huis ten<br />
Duine in de Manteling bij Oostkapelle.<br />
Het ‘Vadertje’ van F. van den Driest<br />
gaat over een briefje dat door<br />
molenaars getoond moest kunnen<br />
worden als bewijs dat ze hun maalbelasting<br />
betaald hadden. In 1574<br />
hadden de Staten van <strong>Zeeland</strong> besloten<br />
belasting te heffen op verschillende<br />
zaken, om van de opbrengst de<br />
Tachtigjarige Oorlog te kunnen<br />
financieren. Na de vrede in 1648 werden<br />
de belastingen niet ingetrokken.<br />
In Den Spiegel, tijdschrift van<br />
de Vereniging Vrienden van het<br />
mu<strong>ZE</strong>Eum en het Gemeentearchief<br />
Vlissingen (juli 2011), lezen we over<br />
de gesprekken van de vertrekkende<br />
gemeentearchivaris Adri Meerman met<br />
het redactielid A. Verdonk-Rodenhuis.<br />
Na bijna 46 jaar gaat de archivaris met<br />
welverdiend pensioen; hij wordt opgevolgd<br />
door Ad Tramper. Het afscheid<br />
van Meerman is gevierd met een<br />
minisymposium en aansluitend een<br />
afscheidsreceptie. J. den Exter beschrijft<br />
een stukje geschiedenis van Vlissingen<br />
uit de jaren dertig van de twintigste<br />
eeuw - tijdens het Franco-tijdperk - in:<br />
‘Het Spaanse Goud in Vlissingen.<br />
Met de tapissière naar de sequester’.<br />
Het gaat over het S.S. Thorpehall, in<br />
1936 gecharterd door de Baskische<br />
regering om de belegerde stad Bilbao<br />
van voedsel te voorzien. Het schip is<br />
in 1938 gezonken buiten Valencia na<br />
een bombardement door Spaanse<br />
Nationalistische vliegtuigen. Het schip<br />
werd opgebracht naar Vlissingen,<br />
waarna een juridische strijd volgt over<br />
de kostbaarheden aan boord. Na veel<br />
gekrakeel wordt alles in een kluis van<br />
de bank van de Nederlandsche Handel<br />
Maatschappij opgeslagen en na enkele<br />
jaren aan de rechtmatige eigenaars<br />
teruggegeven. R. Paesie verschaft<br />
nieuwe inzichten over het leven van<br />
Abraham Crijnsens, een bekende<br />
kapitein-commandeur die in 1667<br />
Suriname veroverde op de Engelsen.<br />
‘Een modern droogdok voor een<br />
moderne haven’ is een artikel van<br />
P. van Druenen, die hiermee het dokje<br />
van Perry in internationaal perspectief<br />
zet. Het dokje staat bekend als het<br />
oudste droogdok van Nederland.<br />
Arneklanken, kwartaalblad van de<br />
Historische Vereniging Arnemuiden<br />
(2011, 2), is volgens de eindredacteur<br />
een kleine ‘museumspecial’, omdat er<br />
drie unieke zaken uit het Arnemuidse<br />
museum in gepresenteerd worden.<br />
Het gaat om een collectie nooit eerder<br />
vertoonde foto’s van de visserij in Veere<br />
en Arnemuiden uit 1955-1960 van<br />
jhr. W.L. den Beer Poortugael, twee<br />
beiaardklokken uit het vroegere carillon<br />
van 1556 tot 1583 en een unieke serie<br />
Spaans-Moorse vloertegels. Over de<br />
beiaardklokken vertelt L. Schouls en<br />
over de vloertegels - misschien de<br />
belangrijkste vondst in Nederland van<br />
dit materiaal tot nu toe - horen we alle<br />
bijzonderheden van R. Rijken.<br />
L. van Belzen vervolgt de genealogie<br />
van zijn familie en J. Simons schrijft<br />
over de oud-secretaris van Arnemuiden,<br />
Pieter Cannoije.<br />
In het derde nummer van Arneklanken<br />
in 2011 wordt de genealogie van Van<br />
Belzen vervolgd. P.J. Feij bespreekt de<br />
gevolgen voor Arnemuiden nadat ons<br />
land een deel van het keizerrijk van<br />
Napoleon is geworden. De nationale<br />
dienstplicht was een flinke tegenvaller,<br />
er waren veel werklozen en de armoede<br />
was groot. Er waren ook positieve<br />
ontwikkelingen, zoals een betere<br />
registratie van geboorten, huwelijken<br />
en sterfgevallen. Len F.W. de Klerk<br />
beschrijft het leven en werk van<br />
Lein de Klerk en zijn vrouw Elisabeth<br />
Nederhand. Hij werd spoorwegwerker<br />
in Arnemuiden en zijn vrouw overwegwachteres.<br />
‘Arnemuiden in de jaren<br />
1894, 1895 en 1896’ is van de hand<br />
van J. Adriaanse, en L.C. Schouls<br />
bespreekt een schenking aan het<br />
museum: een aflevering van het tijdschrift<br />
Het Leven Geïllustreerd van<br />
26 juli 1924, waarin een scheepsramp<br />
van 18 juli 1924 wordt vermeld waarbij<br />
vijf Arnemuidse vissers omkwamen.<br />
In Het Polderhuis Blad (zomer 2011)<br />
veel aandacht voor een expositie van<br />
schilderijen en tekeningen die deze<br />
zomer te zien was van Rob Meijer,<br />
vader van de overleden vormgeefster<br />
van het museum; het werk heeft te<br />
maken met zijn veelbewogen leven. In<br />
2011 staan levenslooprituelen centraal.<br />
Mevrouw E. Flipse-Minderhoud uit<br />
Westkapelle vertelt hoe zij als kind elk<br />
jaar eind <strong>dec</strong>ember bij de lokale<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 29 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ERFGOED ALLERLEIN<br />
ambachtsmensen de rekeningen op<br />
moest halen voor een oom die paarden<br />
en koeien had. De volgende dag moest<br />
ze de rekeningen gaan betalen.<br />
Volwassenen kregen soms een sigaar,<br />
kinderen een snoepje. Het was een<br />
algemeen gebruik in Westkapelle. Er is<br />
een nieuw boek van het Polderhuis<br />
verschenen over de periode van week<br />
40 tot en met 44 in 1944. In deze<br />
aflevering van het tijdschrift lezen we<br />
een aantal fragmenten uit het boek.<br />
De Bevelanden<br />
Het eerste artikel in De Spuije, het<br />
tijdschrift van de Heemkundige Kring<br />
De Bevelanden en de vereniging<br />
Vrienden van het Historisch Museum<br />
De Bevelanden, is van J. Kloosterman.<br />
Zij beschrijft het leven en werk van de<br />
huisarts Willem Hendrik Klos in Nisse.<br />
De auto van de arts, van het<br />
Nederlandse merk Eysink, krijgt veel<br />
aandacht in het verhaal. De auto is<br />
jarenlang in het bezit geweest van de<br />
familie Louisse, maar werd in 1976<br />
bij de verkoop van hun garagebedrijf<br />
ondergebracht in een stichting die de<br />
Eysink in bruikleen gaf aan het<br />
Autotron in Drunen. In een volgend<br />
artikel laat J. Adriaanse ons rondkijken<br />
in Goes in het jaar 1711. Veel verschillende<br />
onderwerpen komen aan de orde,<br />
zoals het functioneren van de kerken en<br />
het stadsbestuur, de openbare orde,<br />
de schutterijen en de zorg en het<br />
onderwijs. K. Sluijter bespreekt een<br />
schilderij uit de collectie van het<br />
museum, en B. Chamuleau daalt<br />
met de lezers af naar de bodem van<br />
Oost-Zuid-Beveland, en vertelt over<br />
zaken die bij graafwerkzaamheden aan<br />
het licht gekomen zijn. Er volgen nog<br />
artikelen over het ‘Parlevinkerspad<br />
Hansweert’, de ‘Onthulling van het<br />
monument bij de Postbrug’, ‘Herstelde<br />
travalje in ’s-Heer Arendskerke’, een<br />
‘Lezing over de Sailing Letters door<br />
Erik van der Doe’ en een ‘Aanvulling<br />
crash bij Nieuwdorp’.<br />
Zeeuws-Vlaanderen<br />
Het eerste artikel in de Nieuwsbrief van<br />
de Heemkundige Vereniging Terneuzen<br />
(september 2011) is van K. Stoffels:<br />
‘De Citadel van Antwerpen’.<br />
De Citadel was het laatste steunpunt<br />
van koning Willem I aan het einde van<br />
de Belgische opstand. De informatie<br />
over de belegering van de Citadel is<br />
grotendeels gebaseerd op een artikel<br />
van P. Lombaerde in het tijdschrift<br />
‘Vesting’. ‘Het leven op een klein<br />
boerderijtje op ’t naaikussen’ is<br />
geschreven door J.L. Platteeuw.<br />
Met ‘het naaikussen’ werd het gehucht<br />
Driewegen bedoeld en het beschreven<br />
boerderijtje is gebouwd in 1885 en was<br />
het bezit van Christiaan ’t Gilde. In<br />
1976 werd het onteigend in verband<br />
met uitbreiding van de industrie van<br />
Terneuzen. P.W. Stuij schreef<br />
‘De Hoekse en de Neuzense twisten’.<br />
In 1816 ontstond door bedijking een
gebiedsuitbreiding, gelegen voor de<br />
grensscheiding van de gemeenten Hoek<br />
en Terneuzen. De nieuwe polder moest<br />
verdeeld worden, wat onenigheid<br />
opriep. De gemeenten konden zelf de<br />
moeilijkheden niet oplossen, zodat er<br />
een beslissing werd genomen door de<br />
Kroon. Tot de herindeling van Zeeuws-<br />
Vlaanderen in 1970 bleef de toen<br />
vastgelegde grens bestaan. Van 3 tot<br />
en met 20 september 1944, de laatste<br />
dagen voor de bevrijding van Zeeuws-<br />
Vlaanderen, heeft Izaak Dierx een<br />
dagboek bijgehouden, nu opgenomen<br />
in deze Nieuwsbrief.<br />
In Tijdschrift, het bulletin van de<br />
Heemkundige Kring West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen (2011, 3), schrijft N.M.P.<br />
Peterse het verslag van de onthulling<br />
in 2011 van het herdenkingsmonument<br />
1940-1945 in Oostburg. Het<br />
monument is ontworpen door de kunstenaar<br />
Ton Koops uit IJzendijke, die<br />
uitgegaan lijkt te zijn van de beelden<br />
van de verwoestingen in de oorlog, en<br />
vooral van de triestige aanblik van de<br />
ingezakte watertoren. J. Poissonnier<br />
biedt het artikel aan: ‘Nazaten van<br />
Isaac Benteijn (1738-1799),<br />
landbouwer op Scherpbier’. De ware<br />
geschiedenis van de familie Benteijn<br />
blijkt anders verlopen te zijn dan door<br />
de musicus Cor Schijve beschreven is<br />
in het ‘Kezands spel’ Jaontje, maar<br />
beide histories geven de dramatiek<br />
van het leven weer. Van L. van Driel<br />
is het verhaal over Jacobus Rosseel,<br />
een markante figuur in Aardenburg,<br />
geboren in de Isabellapolder in 1895.<br />
Na de uitgebreide biografie volgt de<br />
tekst van de herinneringen van<br />
Jacobus Rosseel zelf, vanaf 1 mei 1901.<br />
Voor het tweede deel van<br />
‘Van veemeester tot dierenarts’ door<br />
I. van Damme, is de auteur in de<br />
verschillende kranten uit de negentiende<br />
eeuw gaan snuffelen om er achter<br />
te komen hoe in West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen de verhouding was tussen<br />
afgestudeerde veeartsen en boeren,<br />
maar ook de paraveterinairen worden<br />
in haar onderzoek betrokken.<br />
R. Willemsen schrijft het derde en laat-<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 30 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • ERFGOED ALLERLEI<br />
ste deel over ‘De handel en wandel van<br />
meneer Carpreau’. Carpreaus<br />
functioneren als deurwaarder en<br />
plaatselijk kerkbestuurder hebben we<br />
in eerdere artikelen al kunnen lezen,<br />
nu gaat het voornamelijk over de<br />
manier van verkoop van landbouwproducten<br />
en zijn sociale houding.<br />
Behalve over de hoofdpersoon gaat het<br />
stuk over het dagelijkse leven rondom<br />
IJzendijke in de negentiende eeuw.<br />
De straatnamen die A.R. Bauwens in<br />
dit nummer onder de loep neemt zijn<br />
de Schorerweg, de mr. Willem<br />
Schorerstraat en Schorersgraf.<br />
De beide straten en het graf liggen<br />
in de driehoek Hoofdplaat-Biervliet-<br />
IJzendijke.<br />
Het plioceen-avontuur van Evert van Ginkel<br />
Kennismaking met de Meester van der Heijdengroeve<br />
Een eervolle uitnodiging<br />
“In <strong>2010</strong> gaf ik een korte lezing te Middelburg<br />
over Zeeuws erfgoed en archeologie. Omdat ik<br />
bij die gelegenheid het publiek aan het lachen<br />
had weten te krijgen, had een collega mijn naam<br />
genoemd toen er werd gezocht naar een<br />
onderhoudende rondleider bij de opening van<br />
de Meester van der Heijdengroeve in Nieuw-<br />
Namen. Wilde ik daar iets komen vertellen over<br />
de archeologie en geologie van dit monument?<br />
Ik geef in zulke gevallen automatisch mijn<br />
jawoord en ga dan pas kijken, wat er te vertellen<br />
valt. Noch van Nieuw-Namen, noch van de<br />
groeve in het bijzonder had ik ooit gehoord.<br />
Het oudste strand van <strong>Zeeland</strong><br />
Ten onrechte, zo bleek al snel. De groeve, las ik,<br />
is de enige plaats in Nederland waar te zien is<br />
hoe een strand uit het plioceen direct grenst aan<br />
pleistoceen dekzand. Dat zei me al iets meer.<br />
Het plioceen is de voorlaatste geologische<br />
periode, het tijdvak direct vóórdat de ijstijden<br />
hun invloed deden gelden. Wikipedia dateert<br />
het plioceen opvallend nauwkeurig, van 5,332<br />
tot 2,588 miljoen jaar geleden. Het was er<br />
warmer dan nu (en zeker dan in de ijstijden)<br />
maar koeler ten opzichte van de voorgaande<br />
tijdvakken. Nederland lag onder water, op wat<br />
kustzones na die nu onze zuidelijke een<br />
oostelijke grensregio’s vormen. Het enige nog<br />
zichtbare stukje van die kust van miljoenen jaren<br />
terug - ‘het oudste strand van <strong>Zeeland</strong>’ - is te<br />
zien in de Nieuw-Namense groeve. De groeve<br />
zelf is een kijkgaatje in een enorme pliocene<br />
zandbank, de Kauter, die de geschiedenis en<br />
het karakter van de omgeving bepaalt.<br />
Op verkenning<br />
De door de Provincie <strong>Zeeland</strong> toegestuurde<br />
informatie en het Wikipedialemma waren nuttig<br />
als introductie, maar voor een rondleiding voor<br />
een volkomen vreemd publiek over een volkomen<br />
nieuw onderwerp was meer voorbereiding<br />
nodig. Ik reisde af naar Middelburg, waar<br />
Hans Jongepier van de SCEZ me in twintig<br />
minuten bijpraatte over wat ik in Nieuw-Namen<br />
kon verwachten. Hij liet me ook de vondsten<br />
zien uit steen-, brons- en ijzertijd die ter plekke<br />
waren gedaan, waardoor ik ook het archeologische<br />
deel van mijn verhaal kon invullen.<br />
“Dat is allemaal gevonden door Richard<br />
Bleijenberg, de beheerder”, zei Hans; “die zul<br />
je toch zeker ook wel ontmoeten”.<br />
Die ontmoeting vond nog dezelfde middag<br />
plaats, in Richards woning, vlak om de hoek bij<br />
de groeve. Een gedreven man, die heeft gelééfd<br />
voor de groeve en wie het duidelijk aan het hart<br />
ging, dat hij na ruim een kwart eeuw rondleidingen<br />
te hebben gegeven, afstand moest<br />
nemen.<br />
Aan de rand van de groeve<br />
Op grond van wat Hans Jongepier me had<br />
verteld, wist ik wel ongeveer wat ik kon verwachten.<br />
Waar ik niet op had gerekend, was de<br />
inrichting die Staatsbosbeheer in de groeve had<br />
gerealiseerd en die bijna klaar was: het ruime,<br />
houten looppad dat boven de miljoenen jaren<br />
oude zandvlakte kronkelde. Daarnaast was<br />
het profiel zichtbaar dat me door Hans was<br />
uitgelegd: de verkitte lagen plioceen zand, met<br />
daarboven het opvallende rode ‘rostzand’ dat<br />
aan het eind van het pleistoceen (meer in het<br />
bijzonder: het einde van de laatste ijstijd, enkele<br />
tienduizenden jaren geleden) over het fossiele<br />
strand was gewaaid. Ook op een niet-geoloog<br />
(ik heb de klok wel horen luiden...) maakte<br />
het geheel een diepe indruk. Richard Bleijenberg<br />
testte ter plaatse mijn kennis, leek redelijk<br />
tevreden en zegde toe om op het moment<br />
suprême geen kritische opmerkingen te maken -<br />
tenminste: niet op heel luide toon.<br />
Ontluisterend einde<br />
Dat moment, hoe zorgvuldig ik het ook had<br />
voorbereid, kwam nooit. Op 1 juni kreeg ik te<br />
maken met een zelden voorkomende combinatie<br />
van een stukgetrokken bovenleiding bij<br />
Roosendaal, een defecte auto van de collega<br />
die me in Bergen op Zoom kwam oppikken,<br />
en tenslotte groot onderhoud in de tunnels rond<br />
Antwerpen, waardoor ik ruimschoots te laat in<br />
de groeve arriveerde. De feestelijkheden waren<br />
toen al in volle gang en het leek me niet<br />
opportuun, alsnog het woord te vragen.<br />
Voor wie die dag naar me had willen luisteren:<br />
u moet het doen met dit artikeltje, en ieder<br />
ander mag ik van harte aanraden op een mooie<br />
dag naar de Meester van der Heijdengroeve af<br />
te reizen. De natuur én de ontwerpers van<br />
Staatsbosbeheer hebben samen gezorgd voor<br />
een uniek monument, dat inhoudelijk de moeite<br />
waard is om te leren kennen en een bijzondere<br />
ruimtelijke belevenis vormt.”<br />
Vrijwilliger Richard Bleijenberg in de Meester<br />
van der Heijdengroeve in Nieuw-Namen.<br />
Evert van Ginkel,<br />
archeoloog en eigenaar van presentatiebureau TGV<br />
teksten en presentatie
Colofon<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is een uitgave van <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over<br />
archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten,<br />
musea en streektalen in <strong>Zeeland</strong>. Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> wordt mede<br />
mogelijk gemaakt door de Provincie <strong>Zeeland</strong>.<br />
Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk<br />
via postbus 49 o.v.v. Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />
redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, Jan Kuipers,<br />
Veronique De Tier, Tony Veenstra en Janneke de Wit<br />
eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk en Jan Kuipers<br />
foto’s <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong>, tenzij anders vermeld.<br />
De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om<br />
voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen<br />
met de rechthebbenden.<br />
De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor<br />
beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.<br />
opmaak <strong>dec</strong>reet, Ramon de Nennie, Middelburg<br />
druk Verhage, Middelburg<br />
contact <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
Postbus 49 4330 AA Middelburg<br />
Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13<br />
T 0118-670870 | F 0118-670880 | E info@scez.nl<br />
KORTelings in dienst<br />
Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur<br />
Vanaf 15 september is Jeanine Dekker bij de SCEZ in dienst als adviseur<br />
volkscultuur. Zij volgt in die functie Hesther van den Donk op.<br />
Jeanine groeide op te midden van Zeeuwse volkscultuur. Tijdens haar<br />
studie sociologie aan de universiteit in Tilburg leerde zij de betekenis<br />
van volkscultuur te benoemen vanuit sociaal perspectief. En nadat zij<br />
zich ging bezighouden met de geschiedwetenschap, kreeg zij zicht op<br />
de historische ontwikkelingslijnen ervan.<br />
Jeanine publiceerde na haar opleiding en promotie boeken en artikelen,<br />
voornamelijk op het terrein van de Zeeuwse geschiedenis. Zij werkte<br />
onder andere mee aan het boek over de Zeeuwse streekdrachten.<br />
Als adviseur volkscultuur gaat zij haar kennis inzetten ten behoeve van<br />
de instellingen, verenigingen en particulieren die op dit terrein actief zijn.<br />
Tot eind 2012 werkt Jeanine twee dagen per week voor de SCEZ. De<br />
andere dagen zijn voor Inhistory, haar onderneming in geschiedenisproducties.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong><br />
jaargang 10 nr. 3|4 • <strong>dec</strong>ember 2011<br />
Meegezonden<br />
- Zeeuws Archief Nieuws nr. 52<br />
Aan dit nummer droegen bij<br />
• ARCHEOLOGIE Guus Besuijen, Robert van Dierendonck,<br />
Henk Hendrikse, Hans Jongepier, Marcel de Koning, Jan Kuipers,<br />
J.P. Puype en Ilona van der Weide-Haas<br />
• CULTUURHISTORIE Marinus van Dintel en Aad de Klerk<br />
• ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes<br />
• MONUMENTEN Robert van Dierendonck, Marinus van Dintel,<br />
Wim Jakobsen, David Koren, Gerard Ottevanger, Wim Scholten<br />
en Jan van Zon<br />
• MUSEA Leo Adriaanse, Jeanine Dekker, Marloes Matthijssen<br />
en Josien Pootjes<br />
• STREEKTALEN Veronique De Tier<br />
• MONUMENTAAL David Koren<br />
• ALGEMEEN Leo Adriaanse, Saskia Buitenkamp en Wim Scholten<br />
• ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking<br />
en Evert van Ginkel<br />
Aanlevering van kopij<br />
Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij<br />
voorkeur digitaal tot 17 oktober 2011, zeeuwserfgoed@scez.nl of<br />
via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />
www.scez.nl<br />
MonuMENTaal<br />
De Oostkerk werd tussen 1648 en 1667 speciaal voor de protestantse<br />
eredienst gebouwd voor de gemeente van de “Nieuwe Stad”, de grote<br />
zeventiende-eeuwse stadsuitbreiding van Middelburg. De stad groeide<br />
juist in deze periode sterk vanwege de komst van vele Zuid-Nederlandse<br />
handelslieden na de Val van Antwerpen. Tegelijkertijd ging Middelburg<br />
een eigen actieve handelspolitiek voeren en kreeg de stad - na Amsterdam<br />
- de belangrijkste Kamers in zowel de VOC als de WIC. De kaapvaart en<br />
slavenhandel brachten ongekende welvaart en de Oostkerk is hier een<br />
uitdrukking van. De kerk is een rijk uitgevoerde achthoekige<br />
classicistische centraalbouw voorzien van een enorme koepel en met<br />
lantaarn. Onder de rondboogvensters bevinden zich festoenen (guirlandes)<br />
met symbolen van leven en dood, met op de hoeken kolossale Ionische<br />
pilasters. Ook het interieur dateert nog geheel uit de bouwtijd.<br />
Bartolomeus Drijfhout tekende voor het ontwerp, daarbij terzijde gestaan<br />
door niemand minder dan Pieter Post. Het is nog altijd een van de meest<br />
markante monumenten van Middelburg en wordt op grond van zijn<br />
kunsthistorisch belang gerekend tot de top-100 monumenten van ons<br />
land. Helaas is de kerkelijke gemeenschap niet meer zo vitaal als het<br />
kerkgebouw zelf. Hoe pijnlijk ook, de kerk behoeft een herbestemming<br />
of op z’n minst een nevenbestemming die voldoende inkomsten kan<br />
genereren voor instandhouding van het gebouw. In een uiterst<br />
monumentaal kerkgebouw als de Oostkerk is dit heel wat moeilijker<br />
dan in een minder rijk uitgevoerd gebouw. De kerk staat hiermee dan<br />
ook voor de grootste uitdaging uit haar trotse geschiedenis.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 31 <strong>dec</strong>ember 2011/03|04 • COLOFON | KORTELINGS | MONUMENTAAL
MOnuMENTaal