schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een goede partnerorganisatie<br />
• werkt vanuit het ‘kinderrechtenperspectief’<br />
• heeft specifiek aandacht voor<br />
kinderen met een handicap<br />
• werkt op ‘grassroot level’<br />
• levert voldoende capabele<br />
22<br />
mediators en blijft dit doen<br />
• is betrokken bij het werk van<br />
haar mediators<br />
• laat dit o.m. blijken door aanwezig<br />
te zijn als het nationale<br />
coördinatieteam de mediator<br />
Sterke partnerorganisaties hebben de invloed, de mensen en<br />
de middelen om in hun land initiatieven voor de emancipatie<br />
van mensen met een handicap te ontplooien en om bij lokale<br />
en nationale overheden te pleiten voor structurele aandacht<br />
voor de verbetering van hun positie. Het Liliane Fonds moedigt<br />
zijn partnerorganisaties hiertoe ook aan.<br />
Het Liliane Fonds stimuleert zijn partnerorganisaties ook tot<br />
samenwerking met elkaar om zo het effect van hun activiteiten<br />
te vergroten, zowel waar het gaat om de persoonlijke revalidatie<br />
van kinderen als om de verbetering van hun maatschappelijke<br />
positie.<br />
Decentralisatie<br />
Nieuwe ontwikkelingen Met de voortzetting van de decentralisatie<br />
wil het Liliane Fonds bereiken, dat de kwaliteit en het<br />
effect van de hulp verder toenemen; dat meer kinderen hulp<br />
krijgen tegen lagere kosten; en dat er meer lokale capaciteit<br />
wordt opgebouwd, zodat de deskundigheid om de hulp aan<br />
kinderen adequaat te organiseren, uit te voeren en te administreren<br />
ter plaatse aanwezig is en blijft.<br />
Op dit moment wordt 85% van de hulpverlening decentraal<br />
gerealiseerd tegenover 15% in overige landen. Het Liliane<br />
Fonds streeft ernaar, dat in de toekomst minimaal 95% van<br />
de hulp decentraal wordt geregeld en beheerd en hooguit<br />
5% vanuit het kantoor in Nederland.<br />
Om dit te bereiken wordt niet per definitie gekozen voor<br />
uitbreiding van het aantal nationale coördinatieteams, maar<br />
ook en zelfs bij voorkeur voor ‘clustering’, dat wil zeggen voor<br />
koppeling van een of meer (buur)landen aan goed functionerende<br />
teams. Deze krijgen hiermee een regionale functie en bedienen<br />
meerdere landen.<br />
Dat een klein percentage van het budget gereserveerd blijft voor<br />
de hulp aan kinderen in overige landen, berust op de overtuiging<br />
van het Liliane Fonds, dat in beginsel ieder kind recht heeft op hulp.<br />
Aanstelling van een nationaal coördinatieteam blijft alleen een<br />
optie in landen met een minimumaantal mediators (25) en<br />
waar bovendien een gedegen partnerorganisatie bereid is<br />
medeverantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van de<br />
nationale coördinatie.<br />
bezoekt, en bij trainingen<br />
• houdt toezicht op het functioneren<br />
van mediators en controleert<br />
hun verantwoordingen<br />
• werkt actief mee aan de revalidatie<br />
van kinderen en aan de<br />
totstandkoming van de voorzieningen<br />
die hiervoor nodig<br />
zijn<br />
• zet zich in voor de positieverbetering<br />
van mensen met<br />
een handicap<br />
Reikwijdte Op dit moment heeft het Liliane Fonds in drie landen<br />
met een nationaal coördinatieteam - Kenia, de Filippijnen en<br />
Argentinië - een officiële juridische status. Hiervoor is onder<br />
meer gekozen op basis van de aanbevelingen van een onderzoek,<br />
dat ETC Crystal in 20<strong>02</strong> deed in Kenia.<br />
Het Liliane Fonds gaat de komende tijd zijn visie op de vorm en<br />
status van nationale en regionale coördinatieteams verder uitwerken.<br />
Centraal hierbij staat de vraag welke structuur past bij<br />
het huidige beleid.<br />
Nationale coördinatieteams Omdat het overgrote deel van de<br />
hulpverlening zich afspeelt in landen met een nationaal coördinatieteam,<br />
is het van cruciaal belang, dat deze teams goed voor<br />
hun taken zijn berekend. De belangrijkste van deze taken is de<br />
aansturing en begeleiding van de mediators in hun land. Om<br />
mediators te helpen zich te ontwikkelen, ontplooit een nationaal<br />
coördinatieteam verschillende activiteiten. Het organiseert<br />
bijvoorbeeld workshops en trainingen, vooral over CBR<br />
(Community Based Rehabilitation), over oorzaken van handicaps<br />
en werken vanuit het kinderrechtenperspectief, maar ook over<br />
administratieve zaken als het gebruik van ‘mini-IDP’ (software<br />
voor de administratie van de verantwoordingen van de<br />
verstrekte hulp). Het verstrekt mediators allerlei inhoudelijke en<br />
praktische informatie, onder meer als feedback op hun halfjaarlijkse<br />
verantwoordingen en op het resultaat van de ‘mediatoranalyse’,<br />
een beoordelingsinstrument dat de kwaliteit van de<br />
mediator ‘screent’ aan de hand van zijn relaties met respectievelijk<br />
het kind en zijn ouders, de partnerorganisatie waaraan hij is<br />
verbonden, de correspondent, het nationale coördinatieteam en<br />
relevante instanties in zijn omgeving. De nationale coördinator<br />
en de correspondent leggen ook veldbezoeken af; in principe<br />
wordt iedere mediator ten minste elke twee jaar op locatie<br />
bezocht. Het nationale coördinatieteam stimuleert de samenwerking<br />
tussen mediators en vergemakkelijkt deze door<br />
mediators met elkaar in contact te brengen.<br />
Het Liliane Fonds besteedt veel aandacht aan de ontwikkeling<br />
van zijn nationale coördinatieteams. Nieuwe medewerkers van de<br />
teams komen voor een veertiendaagse training naar Nederland.<br />
De teamleden vergroten daarnaast hun deskundigheid door in<br />
hun eigen land trainingen te volgen en samen te werken met<br />
partnerorganisaties, strategische partners en andere nationale<br />
coördinatieteams, en door vrijwel dagelijks overleg met het<br />
Een goed nationaal coördinatieteam<br />
• vertaalt het concept van het<br />
Liliane Fonds succesvol naar<br />
de context van het eigen land<br />
• houdt toezicht op de<br />
taakvervulling van de mediators<br />
in het land<br />
kantoor in Nederland. De verantwoordelijkheid voor de begeleiding<br />
van een nationaal coördinatieteam berust bij de coördinator van<br />
de regio waartoe het team behoort. Het Liliane Fonds onderscheidt<br />
vier hulpverleningsregio’s: Engelstalig Afrika, Franstalig Afrika, Azië<br />
en Latijns-Amerika. Voor elke regio is er op het kantoor in<br />
Nederland een coördinator, die leiding geeft aan zowel de nationale<br />
coördinatieteams in zijn regio als aan de correspondenten op het<br />
kantoor in Nederland die de hulpaanvragen behandelen uit landen<br />
binnen de regio zonder nationaal coördinatieteam. Alle vier regiocoördinatoren<br />
zijn ofwel zelf afkomstig uit hun regio of hebben er<br />
lange tijd gewoond en gewerkt.<br />
Het Liliane Fonds verwacht van zijn nationale coördinatieteams<br />
ook, dat ze initiatieven ontplooien voor de emancipatie van<br />
kinderen met een handicap, hierop gerichte acties van andere<br />
organisaties onderschrijven en de noodzaak tot verbetering van<br />
de maatschappelijke positie van kinderen met een handicap<br />
onder de aandacht brengen van de overheid en andere relevante<br />
instanties.<br />
Het Liliane Fonds in Nederland<br />
Hoewel de uitvoeringstaken rondom de hulpverlening tegenwoordig<br />
grotendeels decentraal worden verricht, blijft het<br />
Liliane Fonds in Nederland eindverantwoordelijk voor het<br />
geheel van de hulpverlening: voor de verdeling van de<br />
budgetten, voor een doeltreffende en doelmatige besteding<br />
van de gelden die het Liliane Fonds voor de hulp aan kinderen<br />
zijn toevertrouwd, en voor een heldere verantwoording van<br />
deze bestedingen. Daarnaast zorgt de organisatie in Nederland<br />
voor de werving van fondsen; besteedt ze het budget voor<br />
voorlichting (tot op heden alleen bestemd voor voorlichting in<br />
Nederland); en is ze verantwoordelijk voor het bestuur van de<br />
organisatie en het toezicht hierop, voor de administratieve<br />
organisatie en interne controle, en voor het personeels- en<br />
vrijwilligersbeleid.<br />
Hulpverlening<br />
De rol die de afdeling Hulpverlening van het kantoor in<br />
Nederland speelt bij de uitvoering van de hulpverlening, is<br />
door de decentralisatie veel bescheidener dan in het verleden,<br />
maar haar toezichthoudende en faciliterende functie is steeds<br />
belangrijker en door de groei van de hulpverlening ook steeds<br />
complexer geworden.<br />
23<br />
• ondersteunt het werk van<br />
mediators inhoudelijk en<br />
praktisch<br />
• helpt mediators zich te<br />
ontwikkelen<br />
• stemt de werkzaamheden<br />
binnen het mediatornetwerk<br />
op elkaar af<br />
• werkt actief aan de kwantitatieve<br />
en kwalitatieve uitbreiding<br />
van de hulpverlening in het<br />
land<br />
• zet zich in voor een structurele<br />
positieverbetering van mensen<br />
met een handicap<br />
Methodiek Om deze functie, die zich toespitst op de aansturing<br />
en begeleiding van de nationale coördinatieteams, zo goed<br />
mogelijk te vervullen, is in aanvulling op trainingen, werkbezoeken<br />
en frequent overleg tussen het kantoor in Nederland en de<br />
teams in ontwikkelingslanden, een methodiek ontwikkeld, die<br />
bestaat uit verschillende instrumenten:<br />
• De Positiebepaling Nationale Coördinatie Teams, een monitoringinstrument<br />
voor de taakvervulling door een nationaal coördinatieteam,<br />
die jaarlijks voor elk team wordt uitgevoerd. De<br />
Positiebepaling bestaat uit een vragenlijst, die is ontwikkeld<br />
door het kantoor in Nederland in samenspraak met de nationale<br />
coördinatieteams. De vragen bieden de teams handvatten om<br />
hun werk goed te doen; de antwoorden verschaffen het kantoor<br />
in Nederland aanknopingspunten voor bijsturing op maat.<br />
• De Analyse van het Hulpverleningsproces ofwel mediatoranalyse,<br />
een monitoringinstrument voor de taakvervulling door een<br />
mediator, dat zowel door de nationale coördinatieteams als de<br />
afdeling Hulpverlening in Nederland wordt gebruikt.<br />
• Kwaliteitsonderzoek, een monitoringinstrument voor kwaliteit<br />
en effect van de verleende hulp. De onderzoeksmethode is in<br />
de loop der tijd verfijnd en wordt nog verder gestandaardiseerd.<br />
Inzicht De rol van de afdeling Hulpverlening op het kantoor in<br />
Nederland vereist goed inzicht in de politieke, maatschappelijke<br />
en culturele context van de regio’s waar hulp wordt verleend.<br />
Hieraan wordt voldaan door de aanwezigheid van een groot<br />
aantal beroepskrachten, onder wie de regiocoördinatoren, en<br />
vrijwilligers die ofwel zelf afkomstig zijn uit Afrika, Azië of<br />
Latijns-Amerika ofwel daar lang hebben verbleven.<br />
Verdeling fondsen Het hulpverleningsbudget wordt verdeeld<br />
over de vier regio’s waar het Liliane Fonds actief is en vervolgens<br />
over de landen binnen deze regio’s. Bij de toekenning van<br />
budgetten wordt met meerdere factoren rekening gehouden:<br />
• De verschillende behoeften van landen en regio’s: in Afrika is de<br />
situatie van kinderen met een handicap verreweg het slechtst,<br />
in Azië iets beter en in Latijns-Amerika in verhouding het best.<br />
• De capaciteit van het netwerk van partnerorganisaties en<br />
mediators in een land.<br />
• Kansen en bedreigingen in de verschillende regio’s en landen;<br />
als wordt gevreesd, dat de hulpverlening in een land gaat<br />
stagneren, bijvoorbeeld door oorlog of een instabiele politieke