schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
schets 02 jaarverslag 2004 - CBF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Feiten over armoede en handicaps<br />
• 1,1 miljard mensen leven in<br />
extreme armoede, waarvan<br />
450 miljoen in Azië, 293 miljoen<br />
in Afrika en 50 miljoen in<br />
Latijns-Amerika. Ze hebben<br />
minder dan 1 dollar per dag te<br />
besteden. Dit is onvoldoende<br />
om te voorzien in de eerste<br />
levensbehoeften.<br />
• 830 miljoen mensen zijn ondervoed,<br />
waarvan 316 miljoen in<br />
Azië, 204 miljoen in Afrika en<br />
47 miljoen in Latijns-Amerika.<br />
Doordat ze te weinig calorieën<br />
binnenkrijgen, hebben ze te<br />
weinig energie voor noodzakelijke<br />
activiteiten.<br />
voor een kind meestal: afhankelijker blijven dan nodig is; een<br />
belemmerde sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling; een<br />
toekomst zonder perspectief. Het blijft gevangen in een vicieuze<br />
cirkel: armoede vergroot de kans op handicaps, een handicap<br />
vergroot de kans op armoede. Het kind met een handicap groeit<br />
op tot een machteloze volwassene, die niet voor zijn rechten<br />
kan opkomen en ze ook niet kan uitoefenen. In de praktijk betekent<br />
dit, dat hij niet meedoet in de samenleving en daardoor ook<br />
geen enkele invloed op de besluitvorming heeft. Dit leidt weer<br />
tot maatschappelijke uitsluiting en stigmatisering.<br />
14<br />
slechte levensomstandigheden<br />
doet niet mee in samenleving<br />
handicap<br />
maatschappelijke uitsluiting<br />
• Het merendeel van alle mensen<br />
die extreem arm en ondervoed<br />
zijn, bestaat uit kinderen onder<br />
de 18 jaar. De minst ontwikkelde<br />
landen hebben de jongste<br />
bevolking (65% < 18 jaar) en in<br />
de armste families worden vaak<br />
de meeste kinderen geboren.<br />
• 104 miljoen kinderen gaan niet<br />
naar de basisschool, waarvan<br />
41,7 miljoen in Azië, 39,9 miljoen<br />
in Afrika en 2,1 miljoen in<br />
Latijns-Amerika. De deelname<br />
van meisjes aan onderwijs<br />
blijft nog altijd achter bij die van<br />
jongens, vooral in landen als<br />
India, Pakistan en Afghanistan,<br />
weinig kansen tot ontwikkeling<br />
kan rechten niet uitoefenen<br />
armoede<br />
FIGUUR 3 de vicieuze cirkel van armoede en handicap 4<br />
en in delen van Afrika.<br />
• Door ziekten als diarree,<br />
longontsteking, malaria en<br />
hersenvliesontsteking sterven<br />
jaarlijks meer dan 10 miljoen<br />
kinderen onder de 5 jaar;<br />
kinderen die blijven leven,<br />
houden aan hun ziekte dikwijls<br />
een handicap over.<br />
• Elk jaar raken 500.000 kinderen<br />
(een deel van) hun gezichtsvermogen<br />
kwijt door gebrek<br />
aan vitamine A.<br />
• Jaarlijks worden miljoenen<br />
baby’s geboren die risico lopen<br />
op een verstandelijke handicap,<br />
doordat de voeding van hun<br />
moeder niet genoeg jodium<br />
bevatte.<br />
• Voor elk kind dat omkomt in<br />
een gewapend conflict, raken<br />
er drie gehandicapt. Jaarlijks<br />
worden meer dan 10.000<br />
kinderen gedood of gewond<br />
door landmijnen.<br />
• Miljoenen kinderen raken<br />
gehandicapt door de zware<br />
arbeid die ze moeten verrichten,<br />
doordat ze moeten vechten als<br />
kindsoldaat of door lichamelijke<br />
straffen.<br />
Bronnen: UNICEF en DCDD<br />
Cultuur en religie Cultuur en religie zijn medebepalend voor<br />
de kansen van een kind met een handicap. Wordt zijn handicap<br />
opgevat als een vingerwijzing of vloek van een hogere macht,<br />
dan kan dit tot gevolg hebben, dat het ofwel overdreven wordt<br />
beschermd ofwel wordt uitgestoten. Beide situaties, hoe<br />
verschillend ook, verhinderen het kind zich evenwichtig en<br />
naar vermogen te ontwikkelen.<br />
Vooral verstandelijke handicaps worden nogal eens beschouwd<br />
als het resultaat van magie of hekserij, of als straf voor slecht<br />
gedrag van de (voor)ouders.<br />
Sekse De situatie van meisjes met een handicap is in ontwikkelingslanden<br />
nog veel schrijnender dan die van jongens. Zij<br />
worden dubbel achtergesteld: vanwege hun handicap en<br />
omdat ze vrouw zijn. Ze hebben niet alleen nóg minder kans<br />
om te revalideren, ze hebben ook een verhoogd risico op verwaarlozing,<br />
mishandeling, uitbuiting en seksueel misbruik. Niet<br />
voor niets blijkt uit onderzoek, dat meisjes en vrouwen met een<br />
handicap extra gevaar lopen om met HIV te worden besmet.<br />
Ontstaan, rechtsvorm en<br />
vestigingsplaats<br />
De oprichting van de Stichting Liliane Fonds op 14 maart 1980<br />
kwam voort uit een particulier initiatief: de spontane hulp van<br />
een Nederlands echtpaar aan een Indonesisch meisje met een<br />
handicap.<br />
In de loop der tijd kreeg het Liliane Fonds, sinds 2001<br />
gevestigd in ’s-Hertogenbosch, steeds meer bekendheid en<br />
waardering. Het groeide uit tot ‘hét speciale fonds voor kinderen<br />
en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden’.<br />
4 Gebaseerd op het model van het Engelse DFID (Department for International Development) (2000).<br />
Het begin<br />
In 1976 ontmoeten Liliane<br />
Brekelmans-Gronert (1929) en<br />
haar man Ignaas (1925-<strong>2004</strong>)<br />
op Sumatra de 15-jarige Agnes.<br />
Liliane Brekelmans-Gronert<br />
Elk kind met een handicap<br />
heeft recht op een volwaardig<br />
en behoorlijk leven, met een zo<br />
groot mogelijke zelfstandigheid<br />
en de kans om mee te doen in<br />
de maatschappij. Kinderen met<br />
een handicap mogen aanspraak<br />
maken op de zorg, het<br />
onderwijs, de training en de<br />
Grondslag<br />
Het Liliane Fonds is een humanitaire organisatie zonder binding<br />
met een bepaalde religie of levensovertuiging.<br />
Missie<br />
De missie van het Liliane Fonds is eraan bijdragen, dat de<br />
levenskwaliteit van kinderen en jongeren met een handicap<br />
in ontwikkelingslanden verbetert en dat ze, nu en later als<br />
volwassenen, meetellen en meedoen in de samenleving.<br />
In het verlengde hiervan maakt het Liliane Fonds zich er sterk<br />
voor, dat zij hun rechten kunnen uitoefenen, zoals die zijn vastgelegd<br />
in onder meer het Internationale Verdrag voor de<br />
Rechten van het Kind (Verenigde Naties, 20 november 1989),<br />
inmiddels door alle landen ter wereld met uitzondering van de<br />
Verenigde Staten en Somalië ondertekend, en de Conventie<br />
voor de Rechten van Personen met een Handicap (Verenigde<br />
Naties, 13 december 2006), die staten vanaf 30 maart 2007<br />
kunnen bekrachtigen. Voor een kind met een handicap is<br />
15<br />
Het meisje is door polio<br />
gehandicapt geraakt. Liliane is<br />
getroffen door de overeenkomst<br />
tussen het meisje en zichzelf.<br />
Ook zij is op Sumatra geboren,<br />
ook zij kreeg er als kind polio<br />
en hield aan de ziekte een<br />
handicap over. Maar het verschil<br />
raakt haar nog méér. Zelf is ze<br />
in haar jeugd met zorg en liefde<br />
omringd. Ze heeft gestudeerd<br />
en kon zich ontwikkelen tot<br />
een vrouw die volop meedoet<br />
in de maatschappij. Agnes is<br />
voor haar straatarme ouders<br />
een blok aan het been, woont<br />
in een weeshuis, is nooit naar<br />
school gegaan en heeft geen<br />
Rechten van kinderen met een handicap<br />
maatregelen die hiervoor<br />
nodig zijn.<br />
Verdrag voor de Rechten van het Kind,<br />
artikel 23<br />
Kinderen met een handicap<br />
hebben recht op alle maatregelen<br />
die nodig zijn om te<br />
verzekeren, dat ze alle mensen-<br />
enkel uitzicht op een zelfstandig<br />
bestaan.<br />
Terug in Nederland vragen<br />
Liliane en Ignaas verschillende<br />
organisaties om Agnes te<br />
helpen met een naaimachine<br />
die ze goed kan bedienen en<br />
waarmee ze zelf kan voorzien<br />
in haar levensonderhoud. Als<br />
blijkt dat geen enkele organisatie<br />
heil ziet in dit soort kleinschalige,<br />
rechtstreekse hulp<br />
aan één enkel kind, beginnen<br />
ze zelf te sparen, samen met<br />
enkele vrienden en familieleden.<br />
Agnes krijgt haar naaimachine<br />
rechten en fundamentele<br />
vrijheden kunnen uitoefenen,<br />
in gelijke mate als alle andere<br />
kinderen.<br />
In alles wat jegens kinderen<br />
met een handicap wordt<br />
ondernomen, moet hún belang<br />
voorop staan.<br />
Kinderen met een handicap<br />
revalidatie geen gunst, maar een fundamenteel recht.<br />
Statutaire doelstelling<br />
Het Liliane Fonds heeft ten doel:<br />
én een naaicursus. Maar intussen<br />
liggen er alweer nieuwe verzoeken<br />
om hulp. Het sparen<br />
houdt nooit meer op. En steeds<br />
meer mensen sparen mee. Op<br />
14 maart 1980 wordt het Liliane<br />
Fonds een officiële stichting.<br />
“Het was geweldig om dat ene kind,<br />
dat nooit was opgemerkt en<br />
aandacht had gekregen, te laten<br />
ervaren dat het nu ‘gezien’ werd<br />
en dat het helemaal bij de gemeenschap<br />
hoort.”<br />
Liliane Brekelmans in ‘We zijn allen<br />
één. Het gedachtegoed van het<br />
Liliane Fonds’ (2006)<br />
hebben net als alle andere<br />
kinderen het recht om vrijelijk<br />
hun mening te uiten over alles<br />
wat hun aangaat; en om<br />
serieus genomen te worden.<br />
Conventie voor de Rechten van<br />
Personen met een Handicap,<br />
artikel 7<br />
1 persoonsgerichte, kleinschalige en directe hulp bieden aan<br />
kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden<br />
via lokale contactpersonen; en<br />
2 voorlichting geven, in én buiten Nederland, over de specifieke<br />
problematiek van ontwikkelingslanden in het algemeen, en<br />
over de gevolgen hiervan voor kinderen en jongeren met een<br />
handicap die leven in een ontwikkelingsland, in het bijzonder.<br />
Doelgroep<br />
Het Liliane Fonds helpt kinderen en jongeren tot en met 25 jaar.<br />
Hoe jonger een kind begint met zijn revalidatie, hoe gunstiger<br />
zijn vooruitzichten zijn. De hulp is primair bestemd voor thuiswonende<br />
kinderen, maar ook kinderen die niet bij hun familie<br />
kunnen wonen en daarom een ander ‘thuis’ hebben, komen<br />
voor hulp in aanmerking.