14.09.2013 Views

Nov. nr 86 - Oud Bennekom

Nov. nr 86 - Oud Bennekom

Nov. nr 86 - Oud Bennekom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Landbouw op de Veluwe en in de Gelderse Vallei;<br />

een historische schets<br />

door Ad Nooij<br />

Inleiding<br />

Wie goed wil boeren, moet op een goede plek zitten. Niet te droog, want dan willen de<br />

gewassen niet groeien. Maar ook niet te vochtig, want het gewas houdt meestal niet van natte<br />

voeten. ln de CelderseVallei, maar meer nog op de westelijke flank van deVeluwe, kunnen<br />

boeren goede plekken vinden. Zeker de eerste bewoners waren zeer afhankeli,;k van de<br />

natuurlijke omstandigheden en daarom zeer kieskeurig bij het zoeken naar een goede<br />

vestigingsplaats. In een zeer lange geschiedenis van groeiende landbouwkundige kennis,<br />

waarbij elke volgende generatie gebruik kon maken van de verworven kennis van hun voorouders,<br />

is de afhankelijkheid van de natuur geleidelijk minder geworden, zonder overigens te<br />

verdwijnen. Zo Ieerde men in een ver verleden dijken aan te leggen om het kwelwater van de<br />

Veluwe om te leiden. Ook het gereedschap waarover de boer beschikte, werd steeds geavanceerder.<br />

Bovendien was men zeer wel in staat nieuwe gewassen te selecteren die beter pasten<br />

bij de toenmalige productieomstandigheden. Het gebruik van mestmethoden, cruciaal voor<br />

de akkerbouw, ontwikkelde zich in de loop der eeuwen. Het is een grote misvatting te menen<br />

dat de landbouw tot aan het begin van de twintigste eeuw een conservatieve bedrijfstak was<br />

waar op een gedachtelozewijze tradities van vader op zoon werden overgedragen. Ook in de<br />

CelderseVallei en op deVeluwe is steeds sprake geweest van nieuwe ontwikkelingen, mede<br />

in antwoord op veranderde omstandigheden.<br />

De natuurlijke omgeving<br />

De Crebbeberg en de Wageningse Berg zijn twee markante elementen in het Iandschap.<br />

Het zijn de eindpunten van de Utrechtse Heuvelrug en het Veluwe-massief die ongeveer<br />

150.000 jaar geleden, in de vóórlaatste lJstijd, zijn ontstaan door de stuwende werking van de<br />

grote gletschers die vanuit Scandinavië over dit gebied schoven. Door deze ijsmassa werd de<br />

loop van de grote rivieren in een westelijke richting afgebogen. De twee stuwwallen waren<br />

in het zuiden hoefijzervormig met elkaar verbonden, maar deze verbinding is verdwenen<br />

door de eroderende werking van de Rijn. Toen in een volgende klimatologische periode met<br />

hogere temperaturen het landijs was gesmolten, lag tussen de stuwwallen het laaggelegen en<br />

vochtige gebied dat we nu de CelderseVallei noemen. ln de laatste lJstijd (ongeveer 70.000<br />

jaar geleden) was Nederland niet met ijs bedekt. In de CelderseVallei ontstond een toendraachtige<br />

vegetatie. Krachtige westenwinden verplaatsten veel zand. Crote delen van oostelijk<br />

Nederland werden bedekt met zogenaamde dekzanden. ln de Celderse Vallei ontstonden de<br />

hoger gelegen zandruggen in oost-west richting die we vinden bij <strong>Bennekom</strong> (de Kraats), Ede<br />

en Lunteren. Later, veel latet zouden dit ideale vestigingsplaatsen worden voor landbouwers.<br />

Klimaatveranderingen bleven optreden. Ongeveer 15.000 jaar geleden was het klimaat<br />

opnieuw aanzienlijk milder dan in de laatste lJstijd; het land werd nu geleidelijk bedekt met<br />

bossen. In de CelderseVallei met zijn slechte afwatering ontstonden venen en moerasbossen.<br />

Voor bewoning was dit gebied voorlopig niet geschikt. De eerste bewoners in dit gebied<br />

vestigden zich op de randen van de stuwwallen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!