Veelgestelde vragen - Nationale Hypotheek Garantie

NHG - Veelgestelde vragen - Nationale Hypotheek Garantie,NHG,Stichting Waarbor... 

Veelgestelde vragen - Geldig tot 1-1-2011 

De Veelgestelde vragen of FAQ's zijn per Artikel of Norm gerubriceerd zodat u snel het antwoord kunt 

vinden op uw vraag. 

LET OP: 

De veelgestelde vragen zijn van toepassing op de Voorwaarden en Normen 2010, geldig tot en 

met 31 december 2010. Per 1 januari 2011 zijn er geen veelgestelde vragen meer en wordt 

verwezen naar de Voorwaarden en Normen 2011 en de Toelichting bij de Normen. 

Voorwaarden 

1. Een bestaande lening met NHG moet worden overgesloten naar een andere 

geldverstrekker met behoud van NHG, kan dat? 

Ja, de borgtocht strekt in dit soort situaties niet verder dan de oorspronkelijke borgtocht. 

De nieuwe lening moet aan het WEW worden gemeld door middel van een regulier 

meldingsformulier. De borgtochtprovisie bedraagt € 1,- (administratiekosten). 

Zie hiervoor ook de artikelen B3 en A6 van de algemene voorwaarden voor borgtocht. 

2. Hoe wordt de waarde van de woning bij nieuwbouw bepaald? 

De waarde van een nieuwbouwwoning is de koop-/aanneemsom, eventueel (indien en voor zover 

niet begrepen onder de koop- aanneemsom) vermeerderd met: 

de kosten van onroerende installaties; 

de kosten van risicoverrekening; 

het architectenhonorarium; 

de kosten van dagelijks toezicht; 

de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond en/of 

aanneemovereenkomst; 

de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; 

de legeskosten; 

omzetbelasting; 

de kosten van meerwerk; 

de kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen. 

(definities, lid f. Waarde van de woning, algemene voorwaarden voor borgtocht) 

3. 2 partners gaan een woning bewonen terwijl er maar één eigenaar wordt. Er wordt geen 

huurovereenkomst afgesloten. Is een ontruimingsverklaring van de bewoner/niet-eigenaar 

vereist? Of hoofdelijke aansprakelijkheid voor de lening? 

http://www.nhg.nl/index.php?typeP=1&id=62 

Page 1 of 32 

PREVIEW! 

1-2-2011


Een ontruimingsverklaring of hoofdelijke aansprakelijkheid is niet vereist. 

4. In Voorwaarde B6 wordt in een situatie van eigendom van twee woningen, onder 

voorwaarden, tijdelijke verhuur toegestaan. Hoe verhoudt zich dat met de opschortende 

voorwaarde van Norm 2, onder b (dubbele NHG of te hoge financieringslasten)? 

De opschortende voorwaarde blijft gelden. Als de laatst gekochte woning onder een opschortende 

voorwaarde met NHG is gefinancierd, gaat de borgstelling voor deze woning pas gelden als deze 

voorwaarde (dubbele NHG of te hoge, gezamenlijke woonlasten) is vervallen. 

Geheel los daarvan kan tijdelijke verhuur van een met NHG gefinancierde woning (ongeacht of dit de 

eerst of de laatst aangekochte is) schadevoorkomend of beperkend werken. Voorwaarde B6 geeft 

aan onder welke condities dat geen belemmering vormt voor de bestaande borgstelling. 

5. Er staat bij de geldgever een bedrag in depot voor het herstel van achterstallig 

onderhoud. De cliënt lijkt niet voornemens de werkzaamheden uit te voeren. Mag de 

geldgever het depotbedrag aflossen op de lening? 

Hoewel de geldnemer verplicht is het herstel van achterstallig onderhoud uit te voeren, bestaat er 

geen bezwaar tegen het opheffen van het bouwdepot indien de geldnemer één jaar na het 

verstrekken van de lening schriftelijk heeft verklaard géén gebruik te maken van het depot. Het 

saldo dient te worden gebruikt als extra aflossing. 

6. Op welke manier wordt de waarde van de woning vastgesteld indien sprake is van bouw 

in eigen beheer? 

De waarde van de woning is de som van de kosten vermeld in onderdeel a t/m c van Norm 7.2. 

7. Cliënt heeft een lening met NHG afgesloten in 1996. Volgens de op de borgtocht van 

toepassing zijnde regelgeving mag het aflossingsvrije deel van de lening niet meer bedragen 

dan 25% van de oorspronkelijke waarde van de woning. Cliënt wil nu zijn aflossingsvrije 

deel verhogen naar een bedrag ter hoogte van 50% van de oorspronkelijke waarde, zoals 

opgenomen in artikel B5 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht. Is dit toegestaan? 

Ja, de stichting heeft hiertegen geen bezwaar. 

8. Cliënt heeft een verpande beleggersrekening. Mag de cliënt hieruit een bedrag opnemen? 

Nee, volgens de algemene voorwaarden voor borgtocht mag geen voor de lening bedongen 

zekerheid, zoals een verpande beleggersrekening, vrijwillig worden prijsgegeven, tenzij met 

schriftelijke toestemming van de stichting. Voor een dergelijke opname geeft de stichting geen 

toestemming. 

9. De tekst van Voorwaarde A2, lid 1 en 2 (voorwaarden voor borgtocht) is aangepast in de 

Voorwaarden en Normen 2005. Wat betekent dat vanaf 1 januari 2005 voor de tekst van 

hypotheekakten en andere documenten? 

De achtergrond van deze bepalingen is het feit dat nieuwe leningen zonder NHG onder het reeds 

bestaande hypotheekrecht kunnen worden gebracht. Dit artikel biedt hiertoe de mogelijkheid zonder 

de belangen van het WEW als borg in gevaar te brengen. 


Page 2 of 32 

1-2-2011


In lid 1 zijn twee principes opgenomen: 

1. er moet een eerste hypotheek worden gevestigd, en 

2. bij gedwongen verkoop moeten eerst de vorderingen uit de NHG-lening worden voldaan 

(verder te noemen: voorrangsregeling). 

Dezelfde principes gelden bij lid 2.2, al is de situatie hier complexer omdat er een tweede hypotheek 

mogelijk is en er al bestaande leningen zijn. De volgende voorrang in voldoening van de vorderingen 

geldt bij gedwongen verkoop: 

1. eerst, vorderingen uit leningen onder eerste hypotheek, afgesloten vòòr de aanvullende lening; 

2. dan, vorderingen uit de aanvullende NHG lening; 

3. daarna, vorderingen uit leningen (ook onder de eerste hypotheek) afgesloten nà de 

aanvullende lening. 

Hoe zat het met aanvullende leningen kwaliteitsverbetering die men onder een bestaande hogere 

eerste inschrijving wilde brengen? Volgens de Voorwaarden 2004 moet de voorrangsregeling in de 

hypotheekakte worden opgenomen. 

De inschrijving was bijvoorbeeld € 150.000,-, de eerste lening zonder NHG € 120.000,- en men 

wilde een aanvullende lening voor kwaliteitsverbetering afsluiten van € 20.000,-. Natuurlijk wilde 

men die onder de eerste hypotheek brengen. Probleem was dat in de bestaande hypotheekakte de 

voorrangsclausule van lid 2.2 niet was opgenomen, waardoor toch een tweede hypotheek moest 

worden gevestigd. 

De oplossing is gevonden door vanaf de Voorwaarden 2005 niet meer de verplichting te stellen dat 

de voorrangsregeling in de hypotheekakte wordt opgenomen. De geldgever moet ervoor zorgen dat 

bij een gedwongen verkoop de voorrangsregeling wordt toegepast, hoe hij dit regelt is aan hem. 

Samengevat kan gesteld worden dat in het voorbeeld de aanvullende lening van € 20.000,- nu 

gewoon onder het eerste hypotheekrecht kan worden gebracht, de voorrangsregeling kan op andere 

wijze tussen geldnemer en geldgever worden vastgelegd. 

10. Mijn cliënt wil een lopende NHG-lening zonder verhoging en verlenging, conform 

voorwaarde B3, oversluiten naar een andere geldgever. Mogen er dan nog andere lopende 

NHG-leningen (bijvoorbeeld een aanvullende financiering) bij de oude geldgever blijven 

doorlopen? 

Nee, dit is niet toegestaan. Bij oversluiting naar een andere geldgever conform voorwaarde B3 

dienen alle NHG-financieringen te worden overgedragen. 

11. Aan welke vereisten dient een nota in het kader van een depotonttrekking te voldoen? 

De datum van de nota dient te liggen na de offertedatum en de betaalde voorzieningen dienen te 

voldoen aan het begrip kwaliteitsverbetering. Dit mag ook een kwaliteitsverbetering betreffen die 

(nog) niet in het dossier is gespecificeerd. 

12. Cliënt levert voor uitbetaling uit depot een kopie van een nota aan. Mag deze worden 

uitbetaald? 

Ja, de geldgever mag genoegen nemen met een kopie van een nota, maar dient bij een 


Page 3 of 32 

1-2-2011


verliesdeclaratie desgevraagd de juistheid van de nota aannemelijk te maken. 

13. Een geldgever dient geen verliesdeclaratie in bij een pand dat met NHG is gefinancierd 

en met verlies is verkocht. Kan de geldgever zijn verlies dan verhalen op de geldnemer? 

De geldnemer heeft borgtochtprovisie betaald en gaat ervan uit dat NHG van toepassing is. Ook als 

de geldgever niet declareert, geldt de Gedragslijn Restantvorderingen. Het is aan de stichting 

voorbehouden om het dossier op te vragen en te bepalen of een geldnemer voor kwijtschelding in 

aanmerking komt volgens de criteria van Voorwaarde A3 lid 1 onder c. 

Indien een geldnemer hieraan voldoet, is de geldgever niet gerechtigd het verlies op de geldnemer 

te verhalen. 

14. Zijn de kosten van een energielabel declarabel bij het indienen van een 

verliesdeclaratie? 

Nee, de kosten van een energielabel zijn niet declarabel bij het indienen van een verliesdeclaratie. 

De verplichting van een verkoper om er een te overleggen, staat los van het moment van 

gedwongen verkoop. Een eenmaal gemaakt rapport blijft overigens tien jaar lang geldig. 

15. Kan een eerste storting in een bankspaarproduct gezien worden als een eenmalige extra 

(premie) storting zoals bedoeld in Norm 12.8 

Ja, deze storting mag beschouwd worden als extra storting zoals bedoeld in Norm 12.8. Banksparen 

valt niet onder definitie o. levensverzekering en/of p. beleggingsovereenkomst, maar kan, mits 

verpand aan de geldgever tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de geldnemer 

uit de lening, wel parallel aan deze “aflossingsproducten” beoordeeld worden. 

16. Een geldgever kan bijzondere kosten hebben gemaakt, die in Artikel B13 van de 

Voorwaarden niet bij de mogelijke kosten van het verlies worden omschreven. Bijvoorbeeld: 

notariskosten in verband met een schuldbekentenis voor de restantschuld, 

deurwaarderskosten in verband met het invorderen van de achterstanden, of rente die na 

365 dagen in rekening is gebracht wegens te late betaling van rente en aflossing. Mogen 

deze kosten worden verhaald op een debiteur die voor het overige wel voor de restantschuld 

is kwijtgescholden? 

Ja, kosten die buiten Artikel B13 van de Voorwaarden vallen, zijn niet declarabel, vallen niet onder 

de Gedragslijn restantvorderingen en mogen (dus) door de geldgever rechtstreeks worden verhaald 

op de debiteur. 

17. Ondanks dat alle kosten declarabel waren, is de geldgever op basis van een hertoets 

door de stichting geheel of gedeeltelijk gekort op de ingediende verliesdeclaratie. Mag de 

geldgever in dat geval het niet vergoede deel van het verlies gaan verhalen op de 

geldnemer? 

Nee, dat mag niet als de geldnemer (op basis van een oorzaak te goeder trouw en volledige 

medewerking) door de stichting is kwijtgescholden voor de restantschuld. 

In dat geval vallen de declarabele kosten namelijk onder de Gedragslijn restantvorderingen en 

kunnen ze, ook in geval van korting, niet door de geldgever op de geldnemer worden verhaald. De 

geldgever mag wel gaan verhalen op de geldnemer als deze niet is kwijtgescholden of als het niet 


Page 4 of 32 

1-2-2011


declarabele kosten betreft. 

Norm 1: Nationale Hypotheek Garantie 

1. De offerte is door de cliënt geaccepteerd en getekend. Nadien vindt er een mutatie plaats, 

bijvoorbeeld een kortere rentevastperiode met een lagere rente, een lager leningbedrag, een 

hoger bedrag voor kwaliteitsverbetering etc. Moet er nu weer een nieuwe offerte worden 

uitgebracht of mag de mutatie op een andere wijze bekend worden gemaakt, met 

handhaving van de geaccepteerde en getekende offerte? 

De mutatie, van welke aard dan ook, mag ook op een andere wijze worden doorgevoerd, 

bijvoorbeeld bevestiging van de mutatie via een separate brief of een informatieofferte aan de cliënt 

die niet door hem behoeft te worden getekend. Als moment van offreren geldt de datum van de 

geaccepteerde en getekende offerte. Alleen de gewijzigde gegevens dienen in de NHG-toetsing te 

worden doorgevoerd. De geldgever dient vast te stellen of op basis van de doorgevoerde wijziging 

de NHG toetsing akkoord is. Het is aan de geldgever te bepalen of een nieuwe offerte wordt 

uitgebracht. 

2. Cliënt overlegt, naast een geldig identiteitsbewijs waaruit de nationaliteit blijkt, een 

schriftelijk besluit van de vreemdelingendienst waaruit op te maken valt dat een 

verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd is verleend. Het vreemdelingendocument zelf, het 

pasje, moet echter nog worden gemaakt. Kan worden volstaan met dit besluit? 

In deze situatie kan worden volstaan met een geldig identiteitsbewijs waaruit de nationaliteit blijkt 

en het besluit van de vreemdelingendienst waaruit op te maken valt dat de verblijfsvergunning voor 

onbepaalde tijd is verleend. 

3. Is een rijbewijs een geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in deze norm? 

Nee, een rijbewijs bevat geen gegevens over de nationaliteit. Juist voor de nationaliteit heeft het 

WEW één van de documenten nodig, vermeld in deel 3 "Bijlagen" van de Voorwaarden en Normen 

“Checklist dossier” onder ‘f’; paspoort, Europese identiteitskaart of vreemdelingendocument met 

verblijfsvergunning. 

4. Cliënt heeft de geldverstrekker in bezit gesteld van alle voor een toetsing benodigde 

documenten. Hierna heeft de cliënt van de geldverstrekker te horen gekregen dat de NHG- 

toetsing positief is. Na dit positieve bericht en voor het passeren van de akte verliest de 

cliënt zijn baan. Moet de NHG nu worden ingetrokken? 

Nee, er is definitief besloten NHG te verstrekken. 

5. Moet de koopovereenkomst of koop-/aanneemovereenkomst op alle pagina’s worden 

getekend? 

Nee, uitgangspunt is dat er een door beide partijen getekende koopovereenkomst of koop- 

/aanneemovereenkomst is. 

6. Cliënten hebben een woning gekocht waarbij sprake is van een recht van opstal. Is NHG 

mogelijk? 

Page 5 of 32 

Ja, hierbij geldt naar analogie het bepaalde over erfpacht in norm 1.7. Een verschuldigde vergoeding 


1-2-2011


voor het opstalrecht, meestal retributie genoemd, dient op dezelfde wijze te worden behandeld in de 

toetsing als een erfpachtcanon. 

7. Dient een cliënt met de Zwitserse nationaliteit een verblijfsvergunning voor onbepaalde 

tijd te overleggen? 

Nee, een Zwitser mag op dezelfde wijze worden behandeld als iemand met de nationaliteit van een 

lidstaat van de EU/EER. Dit omdat Zwitserse onderdanen volgens het Nederlandse 

vreemdelingenrecht worden aangemerkt als EU/EER-onderdanen. 

8. Mogen aanvragers uit de nieuwe lidstaten van de EU in het kader van Norm 1.5 

Identiteitsbewijs op dezelfde wijze worden behandeld als aanvragers uit de bestaande 

lidstaten? 

Ja, aanvragers met de nationaliteit van een nieuwe lidstaat van de EU mogen op dezelfde wijze 

worden behandeld als aanvragers met de nationaliteit van een bestaande lidstaat. Zij hoeven dus 

geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te overleggen. De nieuwe lidstaten per 1 mei 2004 

zijn Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De 

nieuwe lidstaten per 1 januari 2007 zijn Bulgarije en Roemenië. 

9. Mijn cliënt, mede-eigenaar van een te financieren woning, heeft een verblijfsaantekening 

in zijn paspoort, waardoor hij tijdelijk in Nederland mag verblijven. Zijn inkomen is niet 

benodigd. Volstaat dit in plaats van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd? 

Ja, indien het inkomen niet benodigd is, wordt een verblijfsaantekening beschouwd als een 

verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. 

10. Welke vormen van volmacht zijn toegestaan bij een aanvraag met NHG? 

De NHG gaat akkoord met een (ver-)koopovereenkomst op basis van een schriftelijke volmacht. Op 

de offerte van de geldlening worden echter de handtekeningen van alle hoofdelijk medeschuldenaren 

gevraagd. 

Norm 2: Opschortende voorwaarden 

1. Is het mogelijk om NHG te verkrijgen indien een reeds in eigendom zijnde woning wordt 

samengevoegd met een nieuw aan te kopen, aangrenzende woning? 

Dit kan onder de opschortende voorwaarde uit norm 2.f. De borgstelling treedt pas in werking nadat 

de gemeente schriftelijk toestemming heeft gegeven voor de samenvoeging (in verband met het 

onttrekken van een woning aan het woningbestand) en de woning feitelijk is samengevoegd. Voor 

het bepalen van de totale kosten van het verkrijgen in eigendom geldt Norm 10.1 als uitgangspunt. 

2. Mijn cliënt heeft gefinancierd onder opschortende voorwaarde van overheveling van een 

polis van levensverzekering. De huidige, te verkopen woning, is gefinancierd met NHG. Is 

het toegestaan de poliswaarde in de nieuwe financiering in te brengen en de lopende NHG- 

financiering onder de opschortende voorwaarde te plaatsen? 

Nee, dit is niet toegestaan. Zodra de poliswaarde wordt afgekocht of overgeheveld is er sprake van 

het vrijgeven van zekerheden (zie voorwaarde B7). Alleen de nieuwe NHG-financiering valt onder de 

opschortende voorwaarde tot aan de feitelijke overheveling van de lopende polis van 


Page 6 of 32 

1-2-2011


levensverzekering. 

3. In de Normen 7.1 en 7.2 wordt aangegeven dat een aannemer zich dient te verzekeren 

tegen insolventie. Hoe verhoudt zich dat met de opschortende voorwaarde van Norm 2, 

onder a (geen NHG zolang de woning nog niet is afgebouwd)? 

De opschortende voorwaarde blijft gelden. Zolang de woning niet is afgebouwd, geldt de borgstelling 

nog niet. 

Geheel los daarvan verschaft een insolventieverzekering de eigenaar en de geldgever meer 

zekerheid over afbouw van het (onder)pand. 

4. In Voorwaarde B6 wordt in een situatie van eigendom van twee woningen, onder 

voorwaarden, tijdelijke verhuur toegestaan. Hoe verhoudt zich dat met de opschortende 

voorwaarde van Norm 2, onder b (dubbele NHG of te hoge financieringslasten)? 

De opschortende voorwaarde blijft gelden. Als de laatst gekochte woning onder een opschortende 

voorwaarde met NHG is gefinancierd, gaat de borgstelling voor deze woning pas gelden als deze 

voorwaarde (dubbele NHG of te hoge, gezamenlijke woonlasten) is vervallen. 

Geheel los daarvan kan tijdelijke verhuur van een met NHG gefinancierde woning (ongeacht of dit de 

eerst of de laatst aangekochte is) schadevoorkomend of beperkend werken. Voorwaarde B6 geeft 

aan onder welke condities dat geen belemmering vormt voor de bestaande borgstelling. 

Norm 3: Kredietwaardigheid 

1. Vormt het een probleem voor NHG dat de BKR-toetsing niet op de offertedatum heeft 

plaatsgevonden? 

Als de toetsing de BKR-situatie weergeeft zoals die op de offertedatum was, vormt dit geen 

probleem. Wijkt de situatie echter af, dan zal dat door de stichting, in het kader van een 

verliesdeclaratie worden meegenomen in de hertoetsing van een dossier en kan dit leiden tot een 

gehele of gedeeltelijke afwijzing van het verlies. 

2. Hoe dient de BKR-toets te worden aangevraagd. Alleen op naam en geboortedatum of ook 

op postcode en huisnummer? 

Uitgangspunt is dat ten aanzien van alle aanvragers een juiste BKR toets plaatsvindt. 

3. Dient van een medeschuldenaar die geen eigenaar is een BKR-registratie te worden 

aangeleverd? 

Ja, het inkomen van deze aansprakelijke telt echter niet mee voor het toetsinkomen. 

Norm 4: Taxatierapport en bouwkundig rapport 

1. Kan bij de aanvraag van een lening worden volstaan met een WOZ-waardeverklaring? 

Nee, voor elke soort lening met NHG moet een volledig taxatierapport worden opgemaakt en in het 

dossier worden gehouden (Norm 4.1, Normen). 


Page 7 of 32 

1-2-2011


2. Hoe oud mag een bouwkundig rapport zijn om te gebruiken bij een financiering met NHG? 

Het bouwkundig rapport mag op het moment van offreren van de lening niet ouder zijn dan 12 

maanden (Norm 4.2, Normen). 

3. In welke situaties moet een bouwkundig rapport worden opgemaakt? 

Alleen bij aankoop van een woning moet een bouwkundig rapport worden opgemaakt als uit het 

taxatierapport blijkt dat: 

de kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud naar schatting meer 

bedragen dan 10% van de onderhandse vrije verkoopwaarde vrij van huur en gebruik, of 

nader bouwkundig onderzoek aanbeveling verdient, of 

sprake is van een appartement met een bouwjaar van 1940 of eerder, tenzij uit het taxatierapport 

blijkt dat na 1940 een totale renovatie heeft plaatsgevonden. 

4. In het taxatierapport staat geen executiewaarde vermeld. Is dit een probleem? 

Ja, dit is een probleem. Volgens de norm dient het taxatierapport volledig ingevuld te zijn. 

5. Uit bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat er sprake is van 

bodemverontreiniging. Kan NHG worden verstrekt? 

Indien uit het taxatierapport niet blijkt dat de woning als gevolg van verontreiniging ongeschikt is 

voor bewoning, kan NHG worden verstrekt. 


bodemverontreiniging. Is het verplicht de kosten van sanering mee te financieren? 

Nee, tenzij uit het taxatierapport blijkt dat de woning als gevolg van de verontreiniging ongeschikt is 

voor bewoning en door sanering geschikt kan worden gemaakt voor bewoning. 


bodemverontreiniging. Bij de stukken zit een opgave van de kosten van sanering van de 

grond. Mogen deze kosten worden meegefinancierd? 

Ja, deze kosten mogen worden meegefinancierd als kwaliteitsverbetering. 

8. Mag de opdrachtgever voor het taxatierapport ook een andere zijn dan de aanvrager? 

Ja, dit vormt geen bezwaar. 

9. Cliënt koopt een aspirant-appartement in een gebouw met een bouwjaar van 1940 of 

eerder, maar dat pas bij het passeren gesplitst wordt in appartementsrechten. Is een 

bouwkundig rapport noodzakelijk? 

Ja, het bouwjaar van het gebouw is bepalend. 


Page 8 of 32 

1-2-2011


10. Het taxatierapport geeft geen aanleiding tot het opmaken van een bouwkundig rapport 

(zie Norm 4.2). Desondanks is er wel een bouwkundig rapport opgemaakt waarin melding 

wordt gemaakt van direct noodzakelijke kosten. Geldt hiervoor de verplichting deze kosten 

mee te financieren? 

Nee. Het taxatierapport is leidend. 

11. Uit een taxatierapport blijkt dat sprake is van een aanschrijving. Dient hiermee bij het 

aanvragen van NHG rekening gehouden te worden? 

Ja. Uit de aanschrijving en het bouwkundig rapport van de gemeente blijken de kosten van 

achterstallig onderhoud. Deze dienen onderdeel uit te maken van de kosten van het verkrijgen in 

eigendom, tenzij cliënt door middel van een bouwkundig rapport (Norm 4.2) kan aantonen dat (een 

deel van) de betreffende werkzaamheden reeds zijn uitgevoerd. 

12. Uit een bouwkundig rapport blijkt dat sprake is van kostenverdeling. Welk bedrag dient 

onderdeel uit te maken van de kosten voor het verkrijgen in eigendom voor een NHG- 

aanvraag? 

Op pagina 1 van het model-bouwkundig rapport Nationale Hypotheek Garantie worden de direct 

noodzakelijke kosten vermeld. Het totaalbedrag hiervan dient onderdeel uit te maken van de kosten 

van het verkrijgen in eigendom. 

Norm 5: Lening 

1. Wat is het maximale aflossingsvrije gedeelte bij een oversluiting van een lening in 

verband met kwaliteitsverbetering? 

Het aflossingsvrije gedeelte van de lening is maximaal 50% van de waarde van de woning 

(zie definitie f.). 

Voorbeeld: Waarde van de woning: € 400.000,-Nieuwe lening: € 215.000,-Maximaal aflossingsvrij 

gedeelte: € 400.000 x 50% = € 200.000,-. 

2. Welk gedeelte van de lening mag maximaal aflossingsvrij worden verstrekt bij de 

aankoop van een woning? 

Maximaal 50% van de waarde van de woning (zie definitie f.) mag aflossingsvrij verstrekt worden. 

Voorbeeld:Koopsom bestaande bouw: € 189.000,-Waarde van de woning: € 192.000,- Maximaal 

aflossingsvrij gedeelte: € 192.000x 50% = € 96.000,- 

3. Wat is het maximale aflossingsvrije gedeelte van de lening als bij aankoop van een 

bestaande woning een verbouwing wordt meegefinancierd? 

Maximaal 50% van de waarde van de woning (zie definitie f.) mag aflossingsvrij worden verstrekt. 

Voorbeeld: 

Koopsom: € 162.500,- 

Waarde van de woning voor kwaliteitsverbetering: € 160.000,- 


Page 9 of 32 

1-2-2011

NHG - Veelgestelde vragen - Nationale Hypotheek Garantie,NHG,Stichting Waarb... 

Kwaliteitsverbetering: € 27.500,- 

Berekening waarde van de woning: € 160.000,- + € 27.500,- = € 187.500,-Maximaal aflossingsvrij 

gedeelte: € 187.500,- x 50% = € 93.750,- 

4. Voor welk welk deel van de lening moet minimaal een overlijdensrisicoverzekering 

worden afgesloten? 

Het deel van de lening boven 80% van de waarde van de woning moet worden afgedekt door een 

overlijdensrisicoverzekering. Dit geldt voor alle aanvragers van wie het inkomen noodzakelijk is om 

de NHG te verkrijgen. 

Voorbeeld: Waarde woning € 200.000,-. 

Lening met NHG € 224.000,-. 

Berekening: € 200.000,- x 80% = € 160.000,-. 

€ 224.000,- - € 160.000,-= € 64.000,- 

Verplichte overlijdensrisicoverzekering: € 64.000. 

5. In de meest recente Code Rendement en Risico wordt een NHG-rendement gedefinieerd. 

Is dit het prognoserendement bij aflossingsvormen waarbij het voor aflossing bestemde 

eindkapitaal niet vooraf vaststaat, zoals bedoeld in Norm 5.1? 

Ja, het maximum rendement ter verkrijging van de Nationale Hypotheek Garantie is een bruto 

rendement voor aftrek van alle kosten en bedraagt maximaal 8%. Dit stemt overeen met de definitie 

in de huidige Code rendement en Risico. In de definitie van ‘Eigen voorbeeldrendement’ van deze 

code is aangegeven hoe het eigen voorbeeldrendement bij een offerte op basis van NHG moet 

worden bepaald. 

6. Hoe wordt de waarde van de woning bij nieuwbouw bepaald? 

De waarde van een nieuwbouwwoning is de koop-/aanneemsom, eventueel (indien en voor zover 

niet begrepen onder de koop- aanneemsom) vermeerderd met: 

de kosten van de grond 

de kosten van onroerende installaties; 

de kosten van risicoverrekening; 

het architectenhonorarium; 

de kosten van dagelijks toezicht; 

de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond en/of 

aanneemovereenkomst; 

de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen; 

de legeskosten; 

omzetbelasting; 

de kosten van meerwerk; 

de kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen. 

(definities f, lid 2, Voorwaarden en Normen NHG) 

Page 10 of 32 

7. Cliënt heeft een verpande beleggersrekening. Mag de cliënt hieruit een bedrag opnemen? 


1-2-2011


Nee, volgens de Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht mag geen voor de lening bedongen 

zekerheid, zoals een verpande beleggersrekening, vrijwillig worden prijsgegeven, tenzij met 

schriftelijke toestemming van de stichting. Voor een dergelijke opname geeft de stichting geen 

toestemming. 

8. Waaraan dient de opgave van het geprognosticeerde eindkapitaal te voldoen? 

Uit de opgave dient expliciet te blijken dat sprake is van een berekening op basis van een bruto 

prognoserendement, conform de Code Rendement en Risico. Hiermee wordt de consument helder 

voorgelicht over de kosten die van invloed kunnen zijn op het beoogde eindkapitaal. 

Het bruto prognoserendement mag maximaal 8% bedragen. Voor de goede orde wordt hier vermeld 

dat deze NHG-norm de geldgever niet ontslaat van de zorgplicht jegens de consument. 

Norm 6: Aankoop bestaande woning 

1. Wat is de maximale koopsom voor bestaande bouw om in aanmerking te komen voor 

NHG? 

Maximale koopsom of vrije verkoopwaarde (rekenen met de laagste van de twee) is € 312.500. 

Berekening: Kostengrens € 350.000,-. 

Standaard percentage voor bijkomende kosten is 12%. 

350.000: 1,12 = 312.500. (Norm 6, Normen 2009) 

Let op! 

Indien roerende zaken in de koopovereenkomst zijn opgenomen, worden deze op de koopsom in 

mindering gebracht. 

2. Blijkens een bouwkundig rapport is sprake van achterstallig onderhoud ter grootte van € 

7.500,-. Hiervoor geldt een depotverplichting. Cliënt wil echter ook een verbouwing 

meefinancieren. Wat is de maximale lening en hoe wordt de waarde van de woning bepaald? 

De maximale lening is de som van de koopsom (of de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en 

gebruik van de woning, de laagste van de twee), de kosten van achterstallig onderhoud en de 

kosten van de verbouwing, vermeerderd met 12% voor bijkomende kosten. 

De waarde wordt bepaald door de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik voor 

uitvoering van de verbouwing te vermeerderen met het bedrag van het achterstallig onderhoud en 

het bedrag van de verbouwing. 

3. Wat wordt verstaan onder kwaliteitsverbetering? 

Het treffen van voorzieningen in verband met herstel van achterstallig onderhoud, verbetering en/of 

uitbreiding van de woning, waarbij de voorzieningen volgens verkeersopvatting onderdeel gaan 

uitmaken van de woning of zodanig met de woning worden verbonden dat zij daarvan niet kunnen 

worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan de woning of de 

voorzieningen. 

Voorbeelden zijn: inbouwapparatuur in de keuken, schilderwerk aan binnen en buitenzijde van de 

woning, isolatiematerialen, (onderdelen van) een verwarmingsinstallatie, (drie-)dubbel glas, 

zonwering en rolluiken aan de buitenzijde van de woning, parket, laminaat, plavuizen, 


Page 11 of 32 

1-2-2011


vloerbedekking, tuinaanleg en de kosten van de voor de kwaliteitsverbetering gehuurd gereedschap. 

Ook als kwaliteitsverbetering mag worden beschouwd de aankoop van een bij de woning gelegen 

garage of parkeerplaats of een stuk grond dat direct aan het perceel van de woning grenst. Deze 

zaken moeten dan uiteraard onder het, op de woning, te vestigen hypotheekrecht worden 

opgenomen. Het hypotheekrecht moet dus gevestigd zijn op de woning en op het stuk grond, de 

garage of de parkeerplaats. 

Een voorbeeld van een voorziening die niet als kwaliteitsverbetering wordt beschouwd is zonwering 

aan de binnenzijde van de woning. 

4. Is NHG mogelijk in een situatie dat de woning in formele zin reeds in eigendom is bij de 

aanvrager(s) op basis van een zogeheten “Groninger-akte”? 

Ja, dat is mogelijk. Bij de “Groninger-akte” wordt de koopsom betaald na de juridische levering van 

de woning. Het moment van betaling van de koopsom mag in dit geval als moment van verwerving 

worden beschouwd. 

5. Kan mijn cliënt een eenmalige storting in een arbeidsongeschiktheidsverzekering 

meefinancieren als daarin medische voorbehouden worden gemaakt? 

Medische voorbehouden vormen geen belemmering voor meefinancieren van de storting. 

6. Welk bedrag dient bij de toetsing te worden ingevuld bij “jaarlijks erfpachtcanon” indien 

deze de komende tijd gaat stijgen? 

Indien de canon binnen twaalf maanden na offertedatum stijgt, dient het hoogste bedrag te worden 

ingevuld. Bij erfpachtconstructies met meerdere, contractueel vastgelegde stijgingen (los van 

indexatie) dient het gemiddelde van de komende 10 jaar te worden ingevuld. 

7. Ter bevordering van het eigenwoningbezit bestaan er constructies waarbij de verkoop 

onder aanvullende voorwaarden plaatsvindt. Welke constructies met deze “Verkoop onder 

Voorwaarden” zijn bij financieringen met NHG toegestaan? 

De stichting heeft toestemming gegeven om de volgende constructies met "Verkoop onder 

Voorwaarden" met NHG te financieren: 

Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE); 

Maatschappelijk Verantwoord Eigendom (MVE); 

Koopgarant; 

Koopzeker; 

Koop Goedkoop; 

Slimmer Kopen (voorheen: Profijtwoning); 

Beterkoop; 

Betaalbaar Koopwoning Systeem; 

KmK-woning (Kopen met Korting); 

Koop Voordeel-woningen; 

Koopcomfort-bepalingen (versie 1 april 2007, of later); 

Verrassend Wonen; 

Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ). 

Verder heeft de stichting geen bezwaar tegen constructies met: 


Page 12 of 32 

1-2-2011


Anti-speculatiebeding; 

Voorkeursrecht; 

Terugkoopregeling. 

De afspraken tussen de verkoper, de koper en de geldgever omtrent de voorwaarden van terugkoop 

en de tijdige informatieplicht dienen uit het dossier te blijken, bijvoorbeeld omdat ze in de 

hypotheekakte zijn opgenomen. 

Nieuw ontwikkelde constructies kunnen aan de stichting worden voorgelegd. 





Norm 7: Aankoop nieuwbouwwoning of bouw in eigen beheer 

1. Wat is de maximale koop-/ aanneemsom voor nieuwbouw om in aanmerking te komen 

voor NHG? 

Maximale koop-/ aanneemsom is € 324.074,07 Berekening: Kostengrens is € 350.000,-. 

Standaard percentage voor bijkomende kosten is 8%. 

350.000: 1,08 = 324.074,07 (Norm 7, Normen) 

2. Conform norm 7.2 dient er een begroting te komen van een bouwkundig bedrijf welke een 

specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaamheden in eigen 

beheer of via eigen werk. Gelden hiervoor vormvoorschriften? 

Nee, hiervoor gelden geen nadere vormvoorschriften. 

3. Maakt een te betalen disagio onderdeel uit van de kosten van verwerving en financiering? 

Nee, disagio is vooruitbetaalde hypotheekrente en maakt geen onderdeel uit van de kosten van 

verwerving en financiering. 

4. Op welke manier wordt de waarde van de woning vastgesteld indien sprake is van bouw 

in eigen beheer? 

De waarde van de woning is de som van de kosten vermeld in onderdeel a t/m c van Norm 7.2. 






Page 13 of 32 



1-2-2011




7. Cliënten willen een woning in eigen beheer gaan bouwen op een stuk grond met daarop 

een sloopwoning. Hoe kan dit worden gefinancierd met NHG? 

Deze aanvraag valt onder Norm 7.2. Onder NHG kunnen worden gefinancierd: de kosten van de 

nieuwbouwwoning blijkens een begroting, de kosten van de grond, de sloopkosten en de overige in 

Norm 7.2 genoemde kosten. 

De waarde van de sloopwoning kan niet onder NHG worden gefinancierd omdat sloop valt onder 

vrijgeven van zekerheden (Voorwaarde B7). Deze waarde dient dus te worden betaald uit een 

financiering zonder NHG of uit eigen middelen. 

De kosten van de grond kunnen blijken uit een notariële akte van levering of een taxatierapport. Tot 

aan de hoogte van dit bedrag kan een eventueel bestaande financiering van de grond worden 

afgelost door de financiering met NHG. 

8. Klanten kopen een woning net onder de kostengrens en gaan dan uit eigen middelen een 

keuken/badkamer/toilet aanleggen. Kan dit met NHG? 

Nee. Alle kosten die nodig zijn om de woning geschikt te maken voor permanente bewoning maken 

onderdeel uit van de kosten van verkrijging in eigendom (ook al worden die kosten uit eigen 

middelen voldaan). Deze kosten mogen niet uitstijgen boven de kostengrens. 








Koopgarant; 

Koopzeker; 



Beterkoop; 










Terugkoopregeling; 




Page 14 of 32 

1-2-2011








Norm 8: Aankoop woonwagen en/of woonwagenstandplaats 
























Norm 9: Vergroten van de eigendom 

1. Is overdrachtsbelasting een onderdeel van de kosten van verwerving en financiering bij 

verwerving van de woning na echtscheiding? 

Indien overdrachtsbelasting verschuldigd is, behoort deze tot de kosten van verwerving en 

financiering. 


Page 15 of 32 

1-2-2011






















4. Mogen verschuldigde successie- en schenkingsrechten als kosten van verwerving en 

financiering worden beschouwd? 

Ja, door de aanvrager(s) verschuldigde bedragen aan successie- of schenkingsrechten mogen als 

kosten van verwerving en financiering worden beschouwd. 




6. Wat is de waarde van de woning bij het verkrijgen van het recht van volle eigendom van 

de erfpachtgrond? 

Zowel in het toetsingsprogramma als bij de toepassing van Norm 9.3 en 9.4 en bij definitie f. dient 

te worden uitgegaan van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik na aankoop van 

de grond en vóór uitvoering van de kwaliteitsverbetering blijkens een taxatierapport. 







Page 16 of 32 

1-2-2011




Koopgarant; 

Koopzeker; 



Beterkoop; 















Norm 10: Kwaliteitsverbetering 



















Page 17 of 32 

1-2-2011


2. Cliënt heeft een hypothecaire lening van euro; 150.000,- en wenst de lening over te 

sluiten en te verhogen met euro; 20.000,- in verband met een verbouwing. Waarde van de 

woning is op dit moment euro; 155.000,-. Is NHG mogelijk? 

Ja, maximale lening met NHG is de restantschuld (150.000) vermeerderd met verbouwingskosten 

(20.000) en kosten van financiering. (Norm 10.1). 

3. Moet een taxatierapport worden opgemaakt bij verstrekking van een aanvullende lening 

in verband met kwaliteitsverbetering? 

Ja, voor elke soort lening met NHG moet een volledig taxatierapport worden opgemaakt en in het 

dossier worden gehouden. (Norm 4.1). 

4. Mag de aanvullende lening in verband met kwaliteitsverbetering bij een andere 

geldverstrekker worden afgesloten? 

Nee, de aanvullende lening moet worden afgesloten bij de geldverstrekker van de bestaande lening. 

(Norm 10.2). 

5. Kan mijn cliënt gebruik maken van norm 10.1 (oversluiten van een lening met 

kwaliteitsverbetering) als de huidige hypotheek zonder NHG is afgesloten? 

Ja, dat kan. Voor het verstrekken van een nieuwe lening in verband met kwaliteitsverbetering is het 

niet van belang dat de huidige lening met NHG is gesloten. 

6. Als de huidige lening gedeeltelijk is besteed aan consumptieve zaken, mag dit gedeelte 

van de lening dan worden betrokken in de nieuwe lening met NHG? 

Ja, dat mag. Het criterium is dat de restantschuld een 'hypothecaire' lening is. De oorspronkelijke 

besteding van deze hypothecaire lening(en) wordt niet gecontroleerd en doet dus niet ter zake. 





8. In welke gemeenten is NHG voor kwaliteitsverbetering niet mogelijk? 

Met ingang van 2 mei 2006 is NHG voor kwaliteitsverbetering in alle gemeenten in Nederland 

mogelijk. 

9. De waarde van de woning van mijn cliënt ligt ver boven € 265.000,-. Is dit een 

belemmering voor het verkrijgen van een NHG onder de voorwaarden van 

kwaliteitsverbetering (Norm 10.1 en 10.2)? 

Nee, dit is geen belemmering. 


Page 18 of 32 

1-2-2011


10. Wat is de maximale nieuwe looptijd van de lening die is overgesloten in verband met 

kwaliteitsverbetering? 

NHG stelt geen regels aan de maximum looptijd van de lening. Bij de toetsing moet worden 

uitgegaan van de geoffreerde looptijd met een maximum van 30 jaar. De garantie heeft echter een 

maximum looptijd van 30 jaar. 

11. Wat is het minimale bedrag dat aan kwaliteitsverbetering moet worden besteed? 

Er is geen minimaal bedrag dat aan kwaliteitsverbetering moet worden besteed. Om de bestaande 

hypothecaire lening te kunnen oversluiten met NHG onder de voorwaarden van norm 10.1, moet een 

bedrag worden besteed aan kwaliteitsverbetering. 

12. Maakt een te betalen disagio onderdeel uit van de kosten van verwerving en 

financiering? 



13. Is de bijleenregeling ook van toepassing op de norm kwaliteitsverbetering? 

De bijleenregeling is niet van toepassing op de norm kwaliteitsverbetering. Wel dient u aan te geven 

welke deel van de lening niet fiscaal aftrekbaar is. Voor dit deel van de lening geldt een lager 

financieringslastpercentage. 




15. Cliënt heeft een lopende hypothecaire lening en sluit daarnaast een aanvullende lening 

af met NHG. Welke toetsrente dient gehanteerd te worden en op welke wijze vindt de 

toetsing plaats? 

Als toetsrente wordt de gewogen gemiddelde rente gehanteerd conform Norm 12.3. 

Op de website vindt u de applicatie ‘gewogen gemiddelde toetsrente’ , waarmee u dit eenvoudig 

kunt berekenen. (klik hier voor de applicatie) 

Er wordt getoetst op basis van de totale lening (restantschuld lopende lening met of zonder NHG + 

aanvullende lening met NHG), de gewogen gemiddelde toetsrente en de looptijd. 

Voor de looptijd wordt in de toetsing uitgegaan van het langstlopende leningdeel met een maximum 

van 30 jaar. 

Wanneer de lopende hypothecaire lening uit delen met en zonder NHG bestaat, is een aanvullende 

lening met NHG niet mogelijk. 

16. Op de woning is een eerste hypotheek met NHG gevestigd. Er is nog ruimte in het 

Page 19 of 32 

bouwdepot en men krijgt de mogelijkheid een aangrenzend stuk grond of een bij de woning 


1-2-2011


gelegen garage of parkeerplaats aan te kopen. Kan de aankoop hiervan uit het bouwdepot 

betaald worden? 

Als het eerste recht van hypotheek ook op de grond, garage of parkeerplaats wordt gevestigd, kan 

de koopsom uit het bouwdepot onttrokken worden. 








Koopgarant; 

Koopzeker; 



Beterkoop; 















18. Bij een nieuwe lening in verband met kwaliteitsverbetering (Norm 10.1) wil een cliënt 

ook een persoonlijke lening aflossen, die voor een deel is gebruikt voor een eerdere 

verbouwing van de woning. Kan dat met NHG? 

Alleen het deel van een niet-hypothecaire financiering waarvan de rente aftrekbaar is op grond van 

de wet IB 2001, kan worden afgelost als onderdeel van een nieuwe lening in verband met 

kwaliteitsverbetering. 

Als na aflossing een resterend deel van de niet-hypothecaire lening doorloopt, dient met de 

maandlasten daarvan rekening te worden gehouden in de NHG-toets. 

Norm 11: Bron van inkomen 

1. Per 1 oktober 2004 is het wettelijke systeem van herbeoordeling van mensen met een 


Page 20 of 32 

1-2-2011


WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering gewijzigd. Heeft dit consequenties voor de NHG? 

Ja, dit heeft consequenties. Hieronder is het beleid van de NHG en een toelichting daarop vermeld. 

Beleid NHG 

Tijdelijke uitkering 

Als niet blijvende uitkering wordt beschouwd een arbeidsongeschiktheidsuitkering van iemand die op 

grond van de wetswijziging wordt herbeoordeeld. Dit betreft arbeidsongeschikten die zijn geboren na 

1 juli 1954. 

Blijvende uitkering 

Als blijvende arbeidsongeschiktheidsuitkering mogen worden beschouwd: 

1. De uitkering die is vastgesteld na beoordeling of herbeoordeling op basis van het per 1 oktober 

2004 gewijzigde Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Uit een schrijven van de 

uitkerende instantie dient te blijken dat het gewijzigde Schattingsbesluit is toegepast. 

2. De uitkering van iemand die op 1 juli 2004 een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving en 

geboren is voor of op 1 juli 1954. Uit een schrijven van de uitkerende instantie dient te blijken 

dat er geen herbeoordeling plaatsvindt. 

3. De uitkering van iemand, geboren na 1 juli 1954, die bij eerdere herbeoordelingsoperaties is 

ontzien en wiens arbeidsongeschiktheid niet wordt herbeoordeeld. 

Toelichting op het beleid 

Het systeem van herbeoordelingen van arbeidsongeschikten op vaste tijdstippen is per 1 oktober 

2004 vervallen. De herbeoordelingen vonden plaats na één jaar uitkering en daarna elke vijf jaar. In 

plaats daarvan worden alle arbeidsongeschikten geboren na 1 juli 1954 herbeoordeeld op basis van 

strengere criteria. De oproep voor herbeoordelingen gaat naar leeftijd. 

Met het vervallen van de periodieke herbeoordelingen worden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen na 

beoordeling of herbeoordeling geacht te zijn toegekend voor onbepaalde tijd. 

Het vervallen van de periodieke herbeoordelingen wil niet zeggen dat er nooit meer een 

herbeoordeling plaatsvindt. Veranderingen in gezondheid kunnen, ongeacht de leeftijd, aanleiding 

zijn tot een herbeoordeling. 

De wijzigingen in de regelgeving gelden voor personen met een WAO-uitkering en voor personen 

met een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) of 

de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). 

In het voorgaande is rekening gehouden met verlaging van de leeftijdsgrens bij de 

herbeoordelingsoperatie van 55 naar 50 jaar, zoals overeengekomen in het Sociaal akkoord tussen 

het Kabinet en de sociale partners in november 2004. 

2. Mijn cliënt heeft een dienstverband voor bepaalde tijd. De werkgever weigert de 

verklaring voortzetting dienstverband (de 'intentieverklaring') af te geven. Zijn de kansen 

op NHG hiermee verkeken? 

Dat hoeft niet. Als iemand een dienstverband voor bepaalde tijd zonder verklaring voortzetting 

dienstverband heeft, mag Norm 11.3 'flexibele en overige arbeidsrelaties' worden toegepast. 


Page 21 of 32 

1-2-2011


Als toetsinkomen geldt het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen drie kalenderjaren, op basis 

van de jaaropgaven van het loon en loonvervangende uitkeringen, tot maximaal het jaarinkomen 

van het laatste kalenderjaar. 

3. Mijn cliënt is sinds 2,5 jaar vennoot in het bedrijf dat is opgericht door zijn vader. Kan hij 

met het inkomen uit deze onderneming in aanmerking komen voor NHG? 

Nee, indien inkomen uit een zelfstandig beroep op bedrijf wordt verkregen, moet hieruit minimaal de 

laatste 3 kalenderjaren aaneengesloten inkomen genoten zijn. Het gaat hierbij niet om de periode 

dat het bedrijf bestaat maar om de periode dat de cliënt inkomen heeft verkregen uit de 

onderneming. In deze situatie is dat korter dan 3 kalenderjaren en derhalve is NHG niet mogelijk. 

4. Cliënt heeft een flexibele arbeidsrelatie, een zogenaamd 0-urencontract. Er zijn 

jaaropgaven van de afgelopen 3 kalenderjaren. De werkgever weigert een inkomen te 

vermelden op de werkgeversverklaring. Is dat een probleem? 

Nee, indien de werkgeversverklaring voor het overige wel is ingevuld, behoeft geen inkomen te zijn 

vermeld. 

5. Mag de norm omtrent zelfstandigen (11.4) worden toegepast indien de aanvrager in de 

afgelopen 3 jaren verschillende bedrijven heeft gehad? 

Nee, er moet sprake zijn van één bedrijf. 

6. Het toetsinkomen van cliënt dient conform Norm 11.3 (flexibele en overige 

arbeidsrelaties) vastgesteld te worden. Cliënt heeft in de afgelopen drie kalenderjaren zijn 

inkomen echter één of meerdere jaren in het buitenland verworven. Op welke wijze mag 

inkomen verworven in het buitenland vastgesteld worden? 

Het inkomen dient te worden vastgesteld aan de hand van jaaropgaven of een verklaring van de 

toenmalige werkgever. Deze opgave of verklaring is opgesteld in een begrijpelijke taal of voorzien 

van een vertaling. Bedragen dienen te zijn vermeld in euro’s of voorzien van een koersberekening op 

offertedatum. 

7. Mijn cliënt is een aantal jaren werkzaam als freelancer maar hij heeft nooit jaarrapporten 

van zijn bedrijf aan de Belastingdienst behoeven te overleggen. Hoe moet zijn inkomen 

worden bepaald? 

Aan de hand van de vermelding van zijn inkomsten als freelancer op de aangiftebiljetten IB. 

Aangiftebiljetten IB kennen een apart onderdeel waar freelancers hun inkomsten vermelden. 

Freelancers worden door de stichting beschouwd als uitoefenaars van een zelfstandig beroep of 

bedrijf. Norm 11.4 (inkomen uit zelfstandig beroep en bedrijf) is derhalve van toepassing. Dit 

betekent dat een freelancer minimaal de laatste 3 kalenderjaren aaneengesloten inkomen als 

freelancer genoten moet hebben. 

Het toetsinkomen is het gemiddelde van de op de aangiften IB vermelde bedragen aan “inkomsten 

uit overige werkzaamheden” van de afgelopen 3 kalenderjaren, tot maximaal het bedrag aan 

“inkomsten uit overige werkzaamheden” van het laatste kalenderjaar. In het dossier dienen zich, 

naast de aangiften IB, ook de documenten te bevinden naar aanleiding waarvan de aangifte is 


Page 22 of 32 

1-2-2011


opgemaakt. 

8. Mijn cliënt is als directeur in dienst van de vennootschap waarvan hij voor 10% 

aandeelhouder is. Wordt hij als directeur-grootaandeelhouder beschouwd? 

Nee, de stichting beschouwt iemand als directeur-grootaandeelhouder indien hij en/of zijn partner 

meer dan 50% van de aandelen in de vennootschap bezit. 

9. Mijn cliënt geniet een uitkering uit de Ziektewet die door de werkgever wordt aangevuld 

tot 100%. Dit blijkt niet uit de werkgeversverklaring. Wat geldt voor de NHG als 

toetsinkomen? 

Het inkomen zoals vermeld op de werkgeversverklaring. 

10. Het inkomen uit dienstbetrekking van een cliënt is voldoende voor het aanvragen van 

NHG. Daarnaast is er een inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf. Dient men van dit 

zakelijke inkomen (positief of negatief) stukken te overleggen? 

Nee, indien het inkomen uit arbeid voldoende is, kunnen de inkomsten uit onderneming voor het 

aanvragen van NHG buiten beschouwing worden gelaten. 

11. Mijn cliënt heeft blijkens de werkgeversverklaring een arbeidsovereenkomst voor 

bepaalde tijd, met verklaring van voortzetting dienstverband, waarvan de proeftijd nog niet 

is verstreken. Mag het toetsinkomen conform Norm 11.2 worden vastgesteld? 

Nee, tijdens de proeftijd kan geen geldige verklaring van voortzetting dienstverband worden 

afgegeven. Norm 11.3 is van toepassing. 

12. Het toetsinkomen van de cliënt dient te worden vastgesteld op basis van de jaaropgaven 

overeenkomstig Norm 11.3. De jaaropgave van het afgelopen kalenderjaar is nog niet 

voorhanden. Kan in plaats van de jaaropgave de laatste salarisstrook van het afgelopen 

kalenderjaar overgelegd worden? 

Ja, indien de offerte wordt uitgebracht in januari of februari mag, wanneer er nog geen jaaropgave 

verstrekt is, voor de berekening van het gemiddelde jaarinkomen worden uitgegaan van het 

cumulatieve bedrag op de laatste salarisstrook van het afgelopen kalenderjaar. 

13. Mijn cliënt dient jaaropgaven aan te leveren van de afgelopen drie kalenderjaren, maar 

één of twee van die jaren was er geheel geen inkomen uit arbeid of loonvervangende 

uitkering. Hoe wordt dan het toetsinkomen bepaald? 

Als toetsinkomen wordt gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen drie 

kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven 

van loonvervangende uitkeringen, tot maximaal het jaarinkomen van het laatste kalenderjaar. 

Indien daarbij sprake is van een inkomen dat in het eerste en/of tweede jaar nihil is, dient in het 

toetsingsprogramma in dat betreffende jaar als inkomen € 0,- te worden opgevoerd. Van de jaren 

zonder inkomen wordt geen jaaropgave verlangd. 

14. Mijn cliënt heeft blijkens de werkgeversverklaring een arbeidsovereenkomst voor 


Page 23 of 32 

1-2-2011


bepaalde of onbepaalde tijd, waarvan de proeftijd nog niet is verstreken. Hoe wordt het 

toetsinkomen vastgesteld? 

Indien sprake is van een werkgeversverklaring die is afgegeven tijdens de proeftijd wordt het 

toetsinkomen bepaald conform Norm 11.3. 

15. Vormt het een belemmering voor NHG als de model-werkgeversverklaring niet helemaal 

is ingevuld of als een ander model is gebruikt? 

Als alle relevante gegevens zijn vermeld, vormt dit geen belemmering. 

Voorbeelden: 

Bij een ambtenaar is de vraag over directeur/aandeelhouder niet relevant 

Bij een niet-ambtenaar is het niet relevant als de proeftijdvraag niet is beantwoord, wanneer de 

aanvrager al langer dan twee maanden in dienst is. 

Als voetnoten ontbreken bij inkomensbestanddelen die niet tot het toetsinkomen behoren, is dat niet 

relevant. 

Het is niet relevant als voetnoot 2 ontbreekt in een branche waarin men niet met vakantiebonnen 

werkt 

Het is niet relevant dat een firmastempel ontbreekt, als die er bij navraag niet blijkt te zijn. 

Een werkgever mag ontbrekende, relevante gegevens ook op een aanvullende schriftelijke verklaring 

weergeven. 

16. Op welke wijze kan een inkomen verkregen uit een Persoon Gebonden Budget (PGB) in 

de toetsing voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) betrokken worden? 

Bij een overeenkomst van opdracht is Norm 11.4 (inkomen uit zelfstandig beroep) van toepassing. 

Indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst is Norm 11.1 (Arbeidsovereenkomst voor 

onbepaalde tijd), Norm 11.2 (Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd) of Norm 11.3 (Flexibele en 

overige arbeidsrelaties) van toepassing. 

17. Mijn cliënt is deelvisser/predikant/raadslid. Hoe wordt zijn toetsinkomen bepaald? 

Aan de hand van belastingaangiften van de cliënt dient te worden bepaald hoe het toetsinkomen 

moet worden bepaald. 

Aangifte gedaan onder “loondienst”: 

Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (Norm 11.1) of uit een arbeidsovereenkomst voor 

bepaalde tijd met intentieverklaring (Norm 11.2) blijkt het toetsinkomen uit een 

werkgeversverklaring. 

Bij een flexibele arbeidsrelatie (Norm 11.3) wordt het toetsinkomen berekend op basis van de 

jaaropgaven van de afgelopen drie kalenderjaren. 


Page 24 of 32 

1-2-2011


Aangifte gedaan onder “winst uit onderneming” 

Bij een inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (Norm 11.4) wordt het toetsinkomen vastgesteld op 

basis van de jaarcijfers en aangiften van de afgelopen drie kalenderjaren. Zie ook de veelgestelde 

vragen over freelancers onder Norm 11. 

Aangifte gedaan onder “inkomsten als freelancer, alfahulp of beroepssporter” 

Freelancers worden door de stichting beschouwd als uitoefenaars van een zelfstandig beroep of 

bedrijf. Norm 11.4 (inkomen uit zelfstandig beroep en bedrijf) is derhalve van toepassing. Dit 

betekent dat een freelancer minimaal de laatste 3 kalenderjaren aaneengesloten inkomen als 

freelancer genoten moet hebben. 

18. Op de werkgeversverklaring heeft het uitzendbureau (of het detacheringsbureau) een 

inkomen uit flexibele arbeidsrelatie aangekruist, maar ook de verklaring voortzetting 

dienstverband (de intentieverklaring) met ja beantwoord. Volgens welke Norm wordt in dit 

geval het toetsinkomen voor NHG bepaald? 

Er zijn drie mogelijkheden: 

1. Een verklaring voortzetting dienstverband is van toepassing op een arbeidsovereenkomst voor 

bepaalde tijd, en heeft daarom bij een flexibele arbeidsrelatie voor NHG geen invloed op het 

toetsinkomen. Norm 11.3 is van toepassing. 

2. Als het uitzend- of detacheringbureau daadwerkelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde 

tijd heeft afgesloten zonder uitzendbeding, dient een nieuwe werkgeversverklaring met de 

juiste soort arbeidsrelatie te volgen en is, wanneer er een verklaring voortzetting 

dienstverband is afgegeven, Norm 11.2 is van toepassing. 

3. Door het uitzend- of detacheringbureau (of door de opdrachtgever daarvan) kan ook voor de 

nabije toekomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zijn aangeboden. Indien een 

arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd wordt aangeleverd, die ingaat 

binnen zes maanden na offreren, is Norm 11.1 van toepassing. 

19. Een werknemer heeft blijkens de werkgeversverklaring een arbeidsovereenkomst voor 

bepaalde tijd tot "einde opleiding", "einde project", of "einde vervanging wegens ziekte". De 

werkgever heeft hierbij "ja"aangekruist bij de "verklaring voortzetting dienstverband". Valt 

dit toetsinkomen onder Norm 11.2? 

Nee, een "verklaring voortzetting dienstverband" kan voor NHG alleen worden afgegeven bij een 

arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een concrete einddatum. Is dit niet het geval, dan kan 

men nog proberen Norm 11.3 toe te passen. 

20. Om het inkomen conform Norm 11.3, flexibele en overige arbeidsrelaties, vast te kunnen 

stellen, dienen jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en loonvervangende 

uitkeringen te worden aangeleverd. Welk alternatief is er om het inkomen aan te tonen als 

een klant deze jaaropgave(n) niet meer heeft? 

In plaats van een jaaropgave mag een inkomensverklaring IB-60 worden aangeleverd. Deze kan de 

klant aan de hand van het burgerservicenummer opvragen bij de belastingtelefoon (0800-0543). 

21. De aanvrager is zelfstandige en heeft de rechtsvorm van het bedrijf twee jaar geleden 


Page 25 of 32 

1-2-2011


omgezet. Kan in dit geval het toetsinkomen volgens Norm 11.4, inkomen uit zelfstandig 

beroep of bedrijf, worden bepaald? 

Soms wel, soms niet. Norm 11.4 kan worden toegepast als sprake is van één ondernemersrisico 

gedurende minimaal drie volle kalenderjaren. Een verandering van naam of rechtsvorm kan 

plaatsvinden binnen het zelfde ondernemersrisico. Dat is echter bijvoorbeeld niet het geval als het 

bedrijf is veranderd in een holding, als de bedrijfsactiviteiten zijn veranderd, als de ondernemer op 

een andere wijze aansprakelijk is geworden voor de onderneming, of als het bedrijf is 

samengevoegd of gesplitst. 

22. Mijn cliënt heeft een WIA-uitkering. Mag deze uitkering worden meegenomen voor het 

bepalen van het toetsinkomen? 

De WIA bestaat uit twee onderdelen: 

de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); en 

de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). 

Een WGA-uitkering wordt gezien als een niet blijvende uitkering (Norm 11.5). De duur van de 

uitkering blijkt uit het toekenningbesluit. 

Een IVA-uitkering mag voor NHG als blijvend worden aangemerkt (Norm 11.6). Uit het 

toekenningbesluit moet blijken welke situatie van toepassing is. 

Norm 12: Toetsing 

1. Mag inkomen uit overwerk, onregelmatigheidstoeslag en/ of provisie worden 

meegenomen in het toetsinkomen? 

Ja, als het een structurele inkomenscomponent betreft, mag het bedrag dat blijkens de 

werkgeversverklaring in de afgelopen 12 maanden is uitbetaald aan overwerk, 

onregelmatigheidstoeslag en/ of provisie, worden meegenomen in het toetsinkomen. 

2. Op de werkgeversverklaring staat geen firmastempel. Op welke wijze vormt dit voor NHG 

geen belemmering? 

Dit vormt voor NHG geen belemmering als de geldverstrekker hierover navraag heeft gedaan bij de 

werkgever, daarbij bleek dat deze niet over firmastempel beschikt en dit blijkt uit het 

hypotheekdossier. 

3. Op de werkgeversverklaring is een hokje niet aangekruist, bijvoorbeeld “proeftijd” of 

“voornemens dienstverband te beëindigen”. Mag dit door middel van een separate 

verklaring van de werkgever worden aangevuld? 

Een werkgever kan informatie die op de werkgeversverklaring ontbreekt aanvullen door middel van 

een ondertekende separate verklaring. 

4. Sommige bedrijven zijn niet bereid een werkgeversverklaring volgens het NHG-model in 

te vullen. Kan de werkgeversverklaring van het bedrijf worden geaccepteerd? 

Het NHG model werkgeversverklaring is verplicht. Als de werkgever niet bereid is het desbetreffende 

model te hanteren wordt de cliënt onevenredig benadeeld indien op basis hiervan de NHG wordt 


Page 26 of 32 

1-2-2011


afgewezen. In voorkomende gevallen kan worden volstaan met de overgelegde 

werkgeversverklaring, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alle voor de NHG toetsing relevante 

gegevens op de juiste wijze zijn vermeld. 

5. Cliënt heeft een krediet van € 9.000. Dit moet, voor de positieve toetsing van NHG, worden 

teruggebracht naar € 3.000. Dit zal gebeuren uit de 12% van de bijkomende kosten. Mag bij 

het passeren van de lening met NHG het krediet worden teruggebracht naar € 3.000, 

rekening houdend met de daarbij behorende maandlast? 

Ja dat mag. Uiterlijk tijdens het passeren van de lening met NHG dient het krediet (of een gedeelte 

daarvan) te worden afgelost. In de toetsing van NHG dient rekening te worden gehouden met de 

lasten van het verlaagde krediet. Wanneer er een heropnamefaciliteit is, dient naast het 

openstaande saldo ook de kredietlimiet te worden verlaagd. 

6. Mag de inkomenspost “verkoop ATV-dagen” in het toetsinkomen worden betrokken? 

Nee, “verkoop van ATV-dagen” wordt niet beschouwd als een inkomensbestanddeel. 

7. Cliënt heeft een financiële verplichting. Uit het contract blijkt dat er een maandelijkse 

verplichting is en aan het einde van de looptijd een hoge slottermijn c.q. uitgestelde 

betaling. Met welke financiële verplichting dient in de toetsing voor NHG rekening te worden 

gehouden? 

Als betalingsverplichting geldt het hoogste bedrag van: 

óf de maandelijkse verplichting, 

óf 2% op maandbasis van de slottermijn/uitgestelde betaling. 

De waarde van de beleggingen, welke zijn opgebouwd op het moment van de slottermijn, wordt 

hierbij buiten beschouwing gelaten. 

8. Mijn cliënt heeft zijn huidige woning in de verkoop staan. De vermoedelijke netto 

opbrengst is € 150.000,-. De restantschuld van de bestaande lening bedraagt € 100.000,- . De 

eigenwoningreserve bedraagt € 50.000,-. Wat zijn de gevolgen voor een Nationale 

Hypotheek Garantie indien na verkoop de eigenwoningreserve meer of minder blijkt te zijn 

dan € 50.000,-? 

De cliënt dient bij het aanvragen van een Nationale Hypotheek Garantie aan te geven voor welk 

gedeelte van de lening de rente niet fiscaal aftrekbaar is. Indien na de verstrekking van NHG het 

opgegeven bedrag afwijkt van de werkelijke eigenwoningreserve heeft dit geen gevolgen voor de 

verstrekte NHG. 

9. Mijn cliënt wenst een nieuwe hypothecaire geldlening met een NHG in verband met 

kwaliteitsverbetering (Norm 10.1). De restantschuld van de bestaande hypothecaire 

geldlening zonder NHG bedraagt € 100.000,-, waarvan € 10.000,- consumptief is besteed. 

Mag het consumptieve gedeelte worden meegefinancierd in de nieuwe lening met NHG? 

Ja, het consumptief bestede deel van de hypothecaire lening mag worden opgenomen in de lening 

met NHG, maar bij de NHG-toetsing dient de cliënt te melden dat de rente voor dit leningdeel niet 


Page 27 of 32 

1-2-2011


fiscaal aftrekbaar is. Hiermee wordt bij NHG-toetsing rekening gehouden. 

10. Is de bijleenregeling ook van toepassing op de norm kwaliteitsverbetering? 

De bijleenregeling is niet van toepassing op de norm kwaliteitsverbetering. Wel dient u aan te geven 

welke deel van de lening niet fiscaal aftrekbaar is. Voor dit deel van de lening geldt een lager 

financieringslastpercentage. 

11. Maakt een winstuitkering onderdeel uit van het toetsinkomen? 

Uitkeringen welke afhankelijk van de winst zijn kunnen niet tot het toetsinkomen worden gerekend. 

12. Waaraan dient een inkomensbestanddeel te voldoen om te mogen meetellen in het 

toetsinkomen? 

Een inkomensbestanddeel mag meetellen als het blijkens de model-werkgeversverklaring vast is 

(conform voetnoot 3) of structureel (conform voetnoot 4) en er een individuele prestatie tegenover 

staat. De werkgever kan dit ook aangeven door middel van een aanvullende schriftelijke verklaring. 

Onkostenvergoedingen of bestanddelen die afhankelijk zijn van het bedrijfsresultaat tellen niet mee. 






14. Mijn cliënt heeft een contract zonder huidige maandlasten maar de maandlasten gaan in 

de toekomst stijgen. Met welke financiële verplichting moet worden getoetst? 

Mogelijke of zekere verhogingen van de verplichtingen en slottermijnen en/of uitgestelde betalingen 

die later dan een jaar na offreren ingaan, kunnen buiten beschouwing worden gelaten in de toetsing. 

15. Op de werkgeversverklaring NHG staat bij vakantietoeslag in voetnoot 2: “Bij 

vakantiebonnen: 100% van de waarde van de vakantiebonnen”. Wat vult de werkgever in 

als er sprake is van een tijdspaarfonds in plaats van vakantiebonnen? 

Dan vult de werkgever daar de waarde in van de verplichte storting in het tijdspaarfonds van dat 

kalenderjaar. 

16. Hoe vraagt een cliënt vanaf 1 januari 2007 de Eigenwoningbijdrage (koopsubsidie) aan 

en hoe dient dat in de NHG toets te worden verwerkt? 

Het aanvragen van Eigenwoningbijdrage (koopsubsidie) vindt plaats via de site van SenterNovem, 

de instantie die de regeling namens het ministerie van VROM uitvoert. 

Zie: www.senternovem.nl/RGO/Koopsubsidie. 

Page 28 of 32 

De cliënt dient op de site van SenterNovem een proefberekening Eigenwoningbijdrage uit te voeren. 


1-2-2011


Hieruit volgt een indicatie van de contante waarde Eigenwoningbijdrage, alsmede een indicatie van 

de maximale lening onder NHG op basis daarvan. De contante waarde subsidie verhoogt de 

leencapaciteit onder NHG één op één. 

Vervolgens vraagt de cliënt een hypotheekofferte aan onder NHG. In de NHG-toets dient u het 

bedrag van de contante waarde uit de proefberekening in te voeren onder het tabblad "lening" bij 

"contante waarde subsidie". 

Voor het indienen van de aanvraag Eigenwoningbijdrage vereist SenterNovem dat onder meer een 

kopie van een getekende hypotheekofferte onder NHG wordt aangeleverd. 

SenterNovem verstrekt na aanvraag een beschikking met een netto maandbedrag en een contante 

waarde subsidie. Een kopie van deze beschikking wordt door SenterNovem aan de geldverstrekker 

gezonden, ter completering van het dossier. 

Als de Eigenwoningbijdrage wordt toegekend, dient de cliënt z.s.m. een kopie van zowel de 

gewaarmerkte en ondertekende akte van levering als van de gewaarmerkte en ondertekende 

hypotheekakte op te sturen naar SenterNovem. Zodra deze bewijsstukken ontvangen zijn, kan er tot 

betaling worden overgegaan. Men krijgt de Eigenwoningbijdrage elke maand belastingvrij gestort. 

17. Kan een eerste storting in een bankspaarproduct gezien worden als een eenmalige extra 

(premie) storting zoals bedoeld in Norm 12.8? 

Ja, deze storting mag beschouwd worden als extra storting zoals bedoeld in Norm 12.8. Banksparen 

valt niet onder definitie o. levensverzekering en/of p. beleggingsovereenkomst, maar kan, mits 

verpand aan de geldgever tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de geldnemer 

uit de lening, wel parallel aan deze “aflossingsproducten” beoordeeld worden. 

18. Mijn cliënt wil de Eigenwoningbijdrage (koopsubsidie) aanvragen. Is het daarbij 

mogelijk om naast de hypothecaire lening met NHG nog overige financiële verplichtingen te 

hebben? 

Nee, bij financieringen die zijn geoffreerd vanaf 1 januari 2009 dienen, om in aanmerking te komen 

voor de Eigenwoningbijdrage (koopsubsidie), alle overige betalingsverplichtingen uiterlijk op de 

datum van passeren te zijn afgelost uit eigen middelen en het contract/de contracten te worden 

opgeheven. 

19. Om een woning te kunnen kopen, sluit een startende geldnemer, naast de hypothecaire 

lening bij de geldgever, ook een lening bij de ouders af. Is dat een probleem voor NHG? 

Nee, dat is geen probleem als dit niet leidt tot overige financiële verplichtingen en de stukken 

waaruit dat blijkt zich in het dossier van de geldgever bevinden. 

20. Mag een aanvrager een salarisstrook overleggen die op het moment van offreren ouder 

is dan drie maanden? 

Nee, maar als er niets is veranderd aan het salaris en/of de inhoudingen, is de werkgever niet 

verplicht een nieuwe salarisstrook te verstrekken. Als dit aan de orde is, maakt de geldgever door 

een toelichting in het dossier kenbaar dat dit bij de werkgever is nagegaan en overlegt de aanvrager 

de laatst verstrekte salarisstrook. 


Page 29 of 32 

1-2-2011


21. Het inkomen van de werkgeversverklaring wijkt af van het inkomen zoals dat op de 

salarisstrook blijkt. Welk inkomen moet gebruikt worden voor de toetsing? 

De norm luidt dat de geldverstrekker zich van de juistheid van de op de werkgeversverklaring 

vermelde gegevens moet vergewissen aan de hand van de loonstrook. Wanneer het inkomen van de 

salarisstrook afwijkt van het opgegeven inkomen van de werkgeversverklaring zal navraag bij de 

werkgever moeten plaatsvinden. De gegevens op de werkgeversverklaring zijn leidend, tenzij een 

goede toelichting een ander uitgangspunt rechtvaardigt. Blijkt uit navraag dat de gegevens op de 

werkgeversverklaring niet juist zijn, dan dient een nieuwe werkgeversverklaring te worden 

opgevraagd. 

22. Op de salarisstrook staat dat het inkomen per kas uitbetaald wordt. Is dit acceptabel 

voor NHG? 

Uitbetaling per kas hoeft geen belemmering te zijn voor NHG mits een grondige controle bij de 

werkgever heeft plaatsgevonden omtrent de juistheid van de gegevens. De SFH ziet dit gegeven 

overigens wel als een fraude-indicator. 

Norm 13: Woonlastenfaciliteit; aanvullende borgtocht 

1. Wat is de Woonlastenfaciliteit? 

Een tijdelijke extra borgstelling bovenop die van een lopende NHG-lening, waarmee geprobeerd 

wordt een gedwongen verkoop van de woning te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken. 

2. Wat kost de Woonlastenfaciliteit? 

Voor de Woonlastenfaciliteit wordt geen (nieuwe) borgtochtprovisie betaald. 

3. Wat is de looptijd van de Woonlastenfaciliteit? 

De looptijd is niet gebonden aan een bepaalde periode, de geldverstrekker krijgt ruimte om de 

betalingsachterstanden van de woonlasten tijdelijk extra bij te schrijven tot 9% van de hoofdsom 

van de NHG-lening. 

4. Als het huis uiteindelijk toch met verlies wordt verkocht, is de schuld door de 

Woonlastenfaciliteit dan nog hoger geworden? 

Ja, er zijn immers achterstallige woonlasten bijgeschreven. 

5. Wat gebeurt er in het BKR-register bij gebruik van de Woonlastenfaciliteit? 

De geldverstrekker bekijkt of de geldnemer na het aangaan van de hypotheek nog andere leningen 

heeft afgesloten en plaatst 120 dagen na de eerste betalingsachterstand een HY A code in BKR. 

Zodra een betalingsregeling is getroffen om de betalingsachterstanden weer te gaan afbouwen, 

verandert de geldgever dat in een HY A-1 code. Op deze wijze kunnen andere geldverstrekkers zien 

dat de geldnemer een achterstand heeft met zijn hypotheekbetaling en wanneer de betalingsregeling 

is ingegaan en eventueel wanneer de terugbetaling is afgerond. 


Page 30 of 32 

1-2-2011


6. Kan een geldverstrekker worden verplicht om een Woonlastenfaciliteit aan te bieden aan 

de geldnemer? 

Nee, de geldverstrekker kan daartoe niet worden verplicht. 

7. Kan men bij een hypothecaire lening zonder NHG ook een Woonlastenfaciliteit aanvragen? 

Nee, de Woonlastenfaciliteit is als extra faciliteit alleen beschikbaar voor geldnemers met een NHG- 

lening. 

8. Mag men ook een Woonlastenfaciliteit aanvragen als een woning een overwaarde heeft? 

Ja, want het doel van de Woonlastenfaciliteit is het voorkomen van gedwongen verkoop van de 

woning. 

9. Moet de woning voor een Woonlastenfaciliteit opnieuw worden getaxeerd? 

Nee, taxatie is geen vereiste voor de Woonlastenfaciliteit. 

10. Heeft de geldnemer ook een verplichting tijdens de Woonlastenfaciliteit? 

Ja, de geldnemer dient naar draagkracht van het huidige inkomen de hypotheeklasten te voldoen. 

Deze minimale bijdrage wordt berekend door middel van een Woonlastenfaciliteit-inkomenstoets. 

11. Wie bepaalt of een geldnemer in aanmerking komt de Woonlastenfaciliteit? 

Het is de geldgever die beslist of een geldnemer in aanmerking komt voor de Woonlastenfaciliteit. 

12. Is de Woonlastenfaciliteit een extra lening? 

Nee, de Woonlastenfaciliteit is een extra borgstelling. De geldverstrekker schrijft, zoals bij normaal 

intensief beheer, de betalingsachterstanden van de woonlasten bij,bij de hoofdsom, maar nu binnen 

een extra borgstelling ter grootte van maximaal 9% van de lening. 

13. Is het verstrekken van een Woonlastenfaciliteit van invloed op het maximaal 

aflossingsvrij te verstrekken percentage van NHG? 

Nee, er is immers geen sprake van een extra lening, maar van bijgeschreven 

woonlastenachterstanden. 

14. Geldt de Woonlastenfaciliteit ook voor premieachterstanden? 

Ja, maar zie hiervoor ook Norm 13.4 onder lid c.. Vanwege het voorkomen van fiscale en 

aflosproblemen, dient de premiebetaling als eerste plaats te vinden. 

15. Mogen de Woonlastenfaciliteit-bijschrijvingen en de lopende NHG-leningdelen tezamen 

uitkomen boven de kostengrens? 


Page 31 of 32 

1-2-2011


Ja, de Woonlastenfaciliteit is immers geen lening, maar een extra borgstelling, waarvoor de 

geldgever de ruimte voor achterstandenbeheer al heeft geregeld in de bestaande hypotheekakte. 

16. Wat gebeurt er als de bijgeschreven achterstanden de 9% van de lening (gaan) 

overschrijden? 

De Woonlastenfaciliteit gaat tot maximaal 9% van de oorspronkelijke NHG-lening. Het risico van 

daar boven bijgeschreven achterstanden komt voor rekening van de geldgever. Wel bestaat de 

mogelijkheid van Norm 13.6 om een beroep te doen op de hardheidsclausule. 

17. Is een extra hypotheekinschrijving nodig? 

Nee, de geldverstrekker voert onder de extra borgstelling van de Woonlastenfaciliteit normaal 

achterstandenbeheer uit, mits het totaalbedrag uit de hypotheekakte (van geldlening, rente, boete, 

kosten en overige vorderingen) daarvoor voldoende ruimte biedt. 

18. Vergt de Woonlastenfaciliteit veel extra handelingen van de geldverstrekker? 

Nee, de geldverstrekker voert normaal achterstandenbeheer uit, maar meldt de Woonlastenfaciliteit 

wel bij NHG. 

19. Stelt NHG extra eisen aan de terugbetalingsregeling van de bijgeschreven 

achterstanden? 

Nee, de geldverstrekker voert normaal achterstandenbeheer uit. 

20. Wat is het gevolg van een (derden-)beslag op de woning van de geldnemer voor of 

tijdens het toepassen van de Woonlastenfaciliteit? 

De Woonlastenfaciliteit is bedoeld ter voorkoming van verkoop van de woning. Net als in een 

normale situatie dient de geldgever de beslaglegger te wijzen op het vexatoire karakter van het 

beslag en met de stichting te overleggen over het al dan niet overnemen van het beslag. Als dat is 

gebeurd, bekijkt de stichting de gevolgen van het beslag los van de afhandeling van de WLF en/of 

een eventuele verliesdeclaratie. 

21. De geldnemer heeft al drie maanden betalingsachterstand als de geldgever de 

Woonlastenfaciliteit wil gaan toepassen. Hoe gaat dit in zijn werk? 

De Woonlastenfaciliteit gaat met terugwerkende kracht in tot aan de datum van de laatste reguliere 

betaling. 

22. Tegen welke toetsrente vindt de inkomenstoets van de Woonlastenfaciliteit plaats? 

De inkomenstoets van de Woonlastenfaciliteit vindt plaats op basis van de toetsrente van de 

Gedragscode Hypothecaire Financieringen. 


Page 32 of 32 

1-2-2011

Veelgestelde vragen - Nationale Hypotheek Garantie

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?