15.09.2013 Views

De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn

De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn

De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

P. 153<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Tijdschrift voor wetenschap en beleid in <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

Stelling<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

InBeeld<br />

Nieuwe monumenten<br />

Achtergrond<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen<br />

voor binnenlands<br />

gebruik<br />

Interview<br />

“Mogelijk wordt<br />

het postzegelbestemmingsplan<br />

in<br />

ere hersteld”<br />

Techniek: Lovinkgemaal, Har<strong>de</strong>rhaven (Har<strong>de</strong>rwijk), 1957<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote<br />

projecten<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment<br />

zoning<br />

Waar is het residu?<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong><br />

Eigendomsbewijzen<br />

voor sloppenwijkbewoners:<br />

lessen uit<br />

Bolivia<br />

Culturele interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk


<strong>Rooilijn</strong><br />

Colofon<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Uitgever<br />

<strong>Rooilijn</strong> is een uitgave <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Faculteit <strong>de</strong>r Maatschappij en<br />

Gedragswetenschappen, Af<strong>de</strong>ling<br />

Geografie, Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Bureauredactie en administratie<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Nieuwe Prinsengracht 130<br />

1018 VZ Amsterdam<br />

Telefoon: 020 525 4365<br />

Telefax: 020 525 4051<br />

Email: info@rooilijn.nl<br />

Internet: www.rooilijn.nl<br />

Kopij<br />

<strong>De</strong> redactie stelt spontane toezending<br />

<strong>van</strong> voorstellen voor artikelen op prijs.<br />

Auteursrichtlijnen treft u aan op<br />

www.rooilijn.nl of kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

opgevraagd bij <strong>de</strong> bureauredactie.<br />

Advertenties<br />

Tarieven kunnen wor<strong>de</strong>n opgevraagd<br />

bij <strong>de</strong> bureauredactie.<br />

Prijzen jaarabonnement 2008<br />

37,50 euro voor particulieren<br />

61,00 euro voor instellingen<br />

24,50 euro voor stu<strong>de</strong>nten<br />

Prijs los nummer<br />

7,00 euro exclusief verzendkosten<br />

Colofon<br />

Abonnementen wor<strong>de</strong>n jaarlijks<br />

stilzwijgend verlengd, tenzij uiterlijk<br />

vóór 1 november schriftelijk is<br />

opgezegd.<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Oplage: 1600<br />

ISSN 13802860<br />

Redactie<br />

Annemarie Maarse (hoofdredacteur),<br />

Bart Sleutjes (eind- en beeldredacteur)<br />

Marjolein Blaauboer (InBeeld), Maarten<br />

Rottschäfer (penningmeester), Niels Al,<br />

Manuel Aalbers, Jelle Adamse, Raffael<br />

Argiolu, Wilma Bakker, Els Beukers,<br />

Sebastian <strong>De</strong>mbski, Albertine <strong>van</strong><br />

Diepen, Men<strong>de</strong>l Giezen, Joram Grünfeld,<br />

Nadav Haran, Carla Huisman, Robert<br />

Kloosterman, Femke Kloppenburg,<br />

Melika Levelt, Sabine Meier, Renee<br />

Nycolaas, Karin Pfeffer, Olivia Somsen,<br />

Eva Stegmeijer, Thijs Terpstra, Ineke<br />

Teijmant, Frans Thissen, Thijs Turel,<br />

Els Veldhuizen, Samantha Volgers,<br />

Clementine Vooren, Hil<strong>de</strong> <strong>van</strong> Wijk ,<br />

Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

Rechten<br />

© Auteurs en Universiteit <strong>van</strong><br />

Amsterdam, Af<strong>de</strong>ling Geografie,<br />

Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies.<br />

<strong>De</strong>ze uitgave heeft geen commercieel<br />

P. 154<br />

oogmerk. Getracht is alle<br />

rechthebben<strong>de</strong>n te achterhalen.<br />

Diegenen die menen alsnog aanspraak<br />

te kunnen doen op gel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

verzocht contact op te nemen met <strong>de</strong><br />

redactie.<br />

Artikelen uit <strong>Rooilijn</strong> mogen niet<br />

wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen<br />

of openbaar gemaakt zon<strong>de</strong>r<br />

voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemming<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> redactie.<br />

Ontwerp en productie<br />

LandofPlenty (Antoin Buissink)<br />

Fotografie<br />

Alle fotografie door Marcel Heemskerk<br />

tenzij an<strong>de</strong>rs vermeld.<br />

Drukwerk<br />

Dékavé, Alkmaar


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Redactioneel<br />

Redactioneel<br />

Wetten en regels<br />

P. 155<br />

<strong>De</strong> nieuwe Wet op <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro) staat voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur.<br />

Volgens <strong>de</strong> planning gaat <strong>de</strong> wet op 1 juli 2008 in werking. <strong>De</strong> invoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wet betekent veel extra werk voor gemeenten, provincies, adviseurs,<br />

ontwikkelen<strong>de</strong> partijen en an<strong>de</strong>ren. Immers, <strong>de</strong> artikel 19-procedure<br />

verdwijnt, en volgens die procedure voeren gemeenten tegenwoordig<br />

<strong>de</strong> meeste ruimtelijke projecten uit. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie veran<strong>de</strong>rt<br />

in sterke mate. In plaats <strong>van</strong> een goedkeuringsinstantie veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong><br />

provincie naar overleginstantie. <strong>De</strong> mogen provincies zelfs, als ze zich<br />

genoodzaakt voelen, zelf bestemmingsplannen maken. Dan is er <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatiewet die als nieuw hoofdstuk aan <strong>de</strong> Wro wordt toegevoegd.<br />

Gemeenten zon<strong>de</strong>r grond krijgen met <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet een<br />

sterkere on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie en het binnen- en bovenplans kostenverhaal<br />

kan beter wor<strong>de</strong>n geregeld. Een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wro is <strong>de</strong><br />

verplichting alle bestemmingsplannen te digitaliseren en toegankelijk te<br />

maken op het internet. <strong>De</strong> informatieverstrekking aan <strong>de</strong> burger wordt<br />

op die manier sterk verbeterd. En dit is slechts een kleine greep uit <strong>de</strong> op<br />

han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen.<br />

Planologen en juristen maken overuren. <strong>De</strong> nieuwe wet moet wor<strong>de</strong>n<br />

geïmplementeerd, er moeten structuurvisies en exploitatieplannen<br />

wor<strong>de</strong>n opgesteld, ambtenaren moeten gewoon raken met <strong>de</strong> nieuwe<br />

procedures et cetera. In <strong>de</strong>ze <strong>Rooilijn</strong> beschrijft Willem Korthals Altes <strong>de</strong><br />

gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ningspraktijk. Juriste Simone Pront-Van Bommel voorspelt<br />

drukke tij<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet, zeker in <strong>de</strong> eerste<br />

paar jaar als <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rziektes nog moeten wor<strong>de</strong>n overwonnen. <strong>Rooilijn</strong><br />

zal <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tijd met interesse blijven<br />

volgen en er <strong>de</strong> nodige aandacht aan beste<strong>de</strong>n.<br />

Een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerp dat in dit nummer aan bod komt zijn <strong>de</strong> nieuwe<br />

monumenten die <strong>de</strong> Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />

Monumenten eind vorig jaar benoem<strong>de</strong>. Waar Vincent <strong>van</strong> Rossem zich<br />

in <strong>de</strong> Stelling kritisch uitlaat over <strong>de</strong> lijst, en dan met name over het gemis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse woonwijken op <strong>de</strong> lijst, maakte fotograaf Marten <strong>van</strong><br />

Wijk een prachtig overzicht <strong>van</strong> tien monumenten uit <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong>.<br />

<strong>De</strong> beel<strong>de</strong>n illustreren <strong>de</strong> bouwkunst uit <strong>de</strong> vroegnaoorlogse<br />

perio<strong>de</strong>, die door het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> herstructurering <strong>van</strong> Vogelaars<br />

probleemwijken regelmatig negatief in het nieuws is. Wellicht kan <strong>Rooilijn</strong><br />

met dit nummer het positieve geluid laten horen.<br />

Annemarie Maarse<br />

Hoofdredacteur <strong>Rooilijn</strong> (annemarie@rooilijn.nl)


<strong>Rooilijn</strong><br />

Inhoud<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Inhoud<br />

157 Stelling<br />

“Monumentenstatus<br />

voor gebouwen uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> gaat<br />

ten koste <strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse<br />

woonwijk.”<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

158 Achtergrond<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen<br />

voor binnenlands gebruik<br />

Buitenlandse mo<strong>de</strong>llen in <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> mensen gaan leven zodat sociale<br />

werkelijkheid gecreëerd kan wor<strong>de</strong>n<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> implementatie naar een<br />

an<strong>de</strong>re context<br />

Martin <strong>de</strong> Jong<br />

166 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote<br />

projecten<br />

<strong>De</strong> maakbaarheid <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

grote projecten kan wor<strong>de</strong>n vergroot<br />

door participatie <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

groeperingen<br />

Stan Majoor<br />

174 Waar is het residu?<br />

Ondanks grote opbrengstenstijgingen<br />

bij woningbouwprojecten wor<strong>de</strong>n<br />

ambities vaak bijgesteld<br />

Mark Nijenhuis<br />

182 Eigendomsbewijzen voor<br />

sloppenwijkbewoners: lessen<br />

uit Bolivia<br />

Nieuwe eigendomsbewijzen voor<br />

sloppenwijkbewoners in Bolivia lei<strong>de</strong>n<br />

tot investeringen in <strong>de</strong> eigen woning<br />

Ruud Dorenbos en Nicolas Nijhof<br />

186 InBeeld<br />

Nieuwe monumenten<br />

Marten <strong>van</strong> Wijk<br />

198 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als<br />

vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet dient als<br />

stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, als gemeente<br />

en marktpartijen niet vrijwillig tot<br />

P. 156<br />

overeenstemming komen over <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten en opbrengsten<br />

Willem Korthals Altes<br />

204 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

Beleidsinitiatieven om <strong>de</strong> leegstand in<br />

<strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> te beperken, zullen<br />

pas op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llange termijn hun<br />

uitwerking kunnen hebben<br />

Anne Marthe Koeman<br />

212 Culturele interventies in <strong>de</strong><br />

wijk<br />

Culturele projecten kunnen door hun<br />

positieve bena<strong>de</strong>ring een nieuwe<br />

inhoud geven aan het ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingsbeleid<br />

Sandra Trienekens<br />

218 Interview<br />

“Mogelijk wordt het<br />

postzegelbestemmingsplan in<br />

ere hersteld”<br />

Interview met Simone Pront-Van<br />

Bommel<br />

Samantha Volgers en Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

222 Recensies<br />

> <strong>De</strong> stad voor wie? <strong>De</strong> stad <strong>van</strong> wie?<br />

Urban Politics Now. Re-Imagining<br />

<strong>De</strong>mocracy in the Neoliberal City<br />

Patrice Riemens<br />

> Met 200 beats per minute <strong>de</strong>n<strong>de</strong>rend<br />

door <strong>de</strong> ‘popmo<strong>de</strong>rne’ ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong> stad<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep<br />

225 Signalementen<br />

> Ste<strong>de</strong>lijkheid als ren<strong>de</strong>ment<br />

> <strong>De</strong> mixfactor: integratie en segregatie<br />

in Ne<strong>de</strong>rland<br />

226 Column<br />

Ganzendijken<br />

O. Naphta


<strong>Rooilijn</strong><br />

Stelling<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Stelling<br />

“Monumentenstatus voor gebouwen uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> gaat ten koste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

naoorlogse woonwijk.”<br />

Eind vorig jaar werd Ne<strong>de</strong>rland verrast door <strong>de</strong> Rijksdienst<br />

voor Archeologie, Cultuurlandschappen en Monumentenzorg<br />

(RACM) met een lijst <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd bouwwerken uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> die werkelijk <strong>van</strong> essentieel belang zijn<br />

als naoorlogs erfgoed. Het is niet zo heel moeilijk om kanttekeningen<br />

bij die lijst te plaatsen. Alleen al het merkwaardige<br />

begrip ‘top’ geeft te <strong>de</strong>nken: afkomstig uit <strong>de</strong> popwereld, waar<br />

<strong>de</strong> top tien dagelijks wereldnieuws is.<br />

Het alou<strong>de</strong> gesteggel over <strong>de</strong> monumentwaardigheid <strong>van</strong><br />

dit gebouw of dat gebouw vormt echter niet het grootste<br />

probleem. Het is goed dat <strong>de</strong> aandacht wordt gevestigd op <strong>de</strong><br />

vele charmante raadhuisjes en an<strong>de</strong>re juweeltjes uit <strong>de</strong> jaren<br />

vijftig. Daarbij rijst wel <strong>de</strong> vraag wat nu eigenlijk <strong>de</strong> essentie<br />

was <strong>van</strong> het toenmalige bouwen. Ging het niet vooral om <strong>de</strong><br />

woningnood? In die tijd lukte het toch ein<strong>de</strong>lijk om woonwijken<br />

te bouwen die vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan het programma <strong>van</strong> eisen dat al<br />

voor <strong>de</strong> oorlog was geformuleerd door <strong>de</strong> meest vooruitstreven<strong>de</strong><br />

architecten? Dat staat in alle standaardwerken over<br />

<strong>de</strong> naoorlogse architectuurgeschie<strong>de</strong>nis. Toch schitteren <strong>de</strong><br />

naoorlogse woonwijken door afwezigheid in <strong>de</strong> top hon<strong>de</strong>rd<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> RACM.<br />

<strong>De</strong> Rotterdamse wijk Pendrecht bijvoorbeeld, die ook in<br />

<strong>de</strong> internationale vakliteratuur altijd als een toonbeeld <strong>van</strong><br />

mo<strong>de</strong>rne ste<strong>de</strong>nbouw wordt beschreven, heeft geen plaatsje<br />

op <strong>de</strong> lijst gekregen. Het argument daarvoor is misschien dat<br />

Pendrecht toch al groten<strong>de</strong>els gesloopt is. Dit geldt echter niet<br />

voor Tuinstad Slotermeer, een wat min<strong>de</strong>r beroemd maar ook<br />

uniek voorbeeld in Amsterdam West. <strong>De</strong>ze vroeg naoorlogse<br />

woonwijk is nog vrijwel gaaf en ontbreekt eveneens in <strong>de</strong><br />

top hon<strong>de</strong>rd. <strong>De</strong> architectuur is hier min<strong>de</strong>r radicaal dan in<br />

Rotterdam, maar belangrijker is dat Cornelis <strong>van</strong> Eesteren in<br />

Amsterdam heel an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>nbouwkundige principes heeft<br />

toegepast. Niet het repeteren<strong>de</strong> stempel dat zo kenmerkend<br />

is voor Pendrecht, met gemeng<strong>de</strong> hoog- en laagbouw, maar<br />

juist een strikte scheiding tussen eengezinswoningen en<br />

gestapel<strong>de</strong> bouw. Tuinstad Slotermeer betreft tienduizend<br />

woningen in een ste<strong>de</strong>nbouwkundig plan dat tot in <strong>de</strong> finesses<br />

doordacht is, met op <strong>de</strong> koop toe een groot recreatiegebied<br />

P. 157<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

rond <strong>de</strong> Sloterplas. Het is een kunstwerk op ongeken<strong>de</strong><br />

schaal, ontworpen door <strong>de</strong> toenmalige voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

‘Congrès Internationaux d’Architecture Mo<strong>de</strong>rne’ (CIAM).<br />

Dit ste<strong>de</strong>nbouwkundig erfgoed vormt voor <strong>de</strong> traditionele<br />

monumentenzorg, die toch vooral gespecialiseerd is in<br />

kerken, raadhuizen en landgoe<strong>de</strong>ren, een onoplosbaar probleem.<br />

<strong>De</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is daar wel enige veran<strong>de</strong>ring<br />

in gekomen, maar <strong>de</strong> naoorlogse woonwijk kan eigenlijk nog<br />

steeds niet goed beschermd wor<strong>de</strong>n.<br />

Helaas heeft <strong>de</strong> RACM niet <strong>de</strong> moed opgebracht om het<br />

probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse woonwijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> te stellen.<br />

Zelfs een minimale vorm <strong>van</strong> bescherming, in <strong>de</strong> vorm<br />

<strong>van</strong> een beschermd gezicht, komt niet ter sprake. An<strong>de</strong>re<br />

belangen in <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning wegen blijkbaar zwaar<strong>de</strong>r,<br />

met name <strong>de</strong> wens om te vernieuwen en te verdichten.<br />

<strong>De</strong> naoorlogse woonwijken zijn nu ‘Vogelaar wijken’, waar<br />

<strong>de</strong> woningbouwcorporaties moeten ‘herstructureren’ om<br />

sociale problemen op te lossen. Het vervelen<strong>de</strong> is alleen<br />

dat <strong>de</strong> ervaring in ou<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len heeft geleerd dat<br />

hardhandige vernieuwing alleen maar nieuwe problemen<br />

schept. <strong>De</strong> ironie wil dat juist <strong>de</strong> nieuwbouw uit <strong>de</strong> jaren<br />

zeventig en tachtig in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwse wijken snel<br />

verpaupert, terwijl appartementen in <strong>de</strong> oudbouw goed<br />

verkocht wor<strong>de</strong>n. Enige vorm <strong>van</strong> gentrification is altijd<br />

gunstig voor ou<strong>de</strong>re woonwijken. <strong>De</strong> naoorlogse woonwijken<br />

krijgen nu niet <strong>de</strong> kans om op <strong>de</strong> langere termijn hun waar<strong>de</strong><br />

te bewijzen. Met sloop en nieuwbouw zal alleen een schaalloze<br />

brei <strong>van</strong> modieuze architectuur ontstaan. Ooit werd <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong>-eeuwse massawoningbouw verguisd, nu is een<br />

<strong>Amsterdamse</strong> wijk als <strong>de</strong> Pijp geweldig hip. Voor <strong>de</strong> Jordaan<br />

geldt hetzelf<strong>de</strong>. <strong>De</strong> woningmarkt leert dat behoud en herstel<br />

economisch veel interessanter is, maar dat inzicht wordt<br />

systematisch genegeerd. <strong>De</strong> stad moet vernieuwd wor<strong>de</strong>n,<br />

net als het on<strong>de</strong>rwijs. Het is een Haagse obsessie gewor<strong>de</strong>n,<br />

ver verwij<strong>de</strong>rd <strong>van</strong> <strong>de</strong> realiteit.<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem (V.<strong>van</strong>Rossem@dab.amsterdam.nl) is<br />

architectuurhistoricus en werkzaam bij Bureau Monumenten en Archeologie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Amsterdam.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 158<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor<br />

binnenlands gebruik<br />

Vaak laten plannenmakers zich voor het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuw beleid inspireren<br />

door buitenlandse voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> regelgeving, ruimtelijke concepten, i<strong>de</strong>ologieën<br />

of zelfs integrale beleidsstelsels. Wanneer daarbij extra wordt gelet op culturele en<br />

juridische inpasbaarheid kunnen we spreken <strong>van</strong> een institutionele transplantatie.<br />

A<strong>de</strong>quate omgang met <strong>de</strong> invoering tij<strong>de</strong>ns een crisismoment, <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> meervoudige inspiratie en bestuurlijke inpasbaarheid vergroot <strong>de</strong> kans op<br />

constructieve inpassing <strong>van</strong> een concept.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> best practice? <strong>De</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> OV-chipkaart in Ne<strong>de</strong>rland


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Achtergrond<br />

Planologen nemen een kijkje over <strong>de</strong> grens om te<br />

leren of stadsuitleg en bescherming <strong>van</strong> het buitengebied<br />

el<strong>de</strong>rs beter is gewaarborgd dan in eigen<br />

land. Architecten en ste<strong>de</strong>nbouwers laten zich bij het<br />

ontwerp <strong>van</strong> hun postmo<strong>de</strong>rne projecten inspireren<br />

door concepten die in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n zijn ontstaan.<br />

Bestuursjuristen bestu<strong>de</strong>ren buitenlandse equivalenten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning en<br />

<strong>de</strong> Algemene Wet Bestuursrecht om te bezien welk<br />

bestuurlijk instrumentarium en welke waarborgen<br />

voor <strong>de</strong> burger er wor<strong>de</strong>n ingezet. Transportplanners<br />

nemen <strong>de</strong>el aan Europese projecten om kennis te<br />

nemen welke internationale benchmarks en best<br />

practices het beste geschikt zijn voor het bevor<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> fietsgebruik, hoogwaardige concepten voor<br />

collectief personenvervoer of inpassing <strong>van</strong> parkeergelegenhe<strong>de</strong>n<br />

in het stadsbeeld. In tij<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> globalisering, internationalisering<br />

en Europeanisering lijkt het alsof het overnemen<br />

<strong>van</strong> ruimtelijke concepten, afwegingsmo<strong>de</strong>llen en<br />

beleidsinstituties <strong>van</strong>uit toonaangeven<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n een<br />

verschijnsel <strong>van</strong> groeiend belang is gewor<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur is dit verschijnsel<br />

bekend on<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> namen, zoals lesson<br />

drawing (Rose, 2005), policy transfer (Dolowitz<br />

& Marsh, 2000), policy convergence (Knill, 2001),<br />

legal transplantation (Watson, 1993) en institutional<br />

transplantation (<strong>De</strong> Jong e.a., 2002). Personen die<br />

bijdragen aan <strong>de</strong> overname <strong>van</strong> transplantaten<br />

omdat ze <strong>de</strong> contacten verzorgen tussen <strong>de</strong> diverse<br />

fora waar on<strong>de</strong>rwerpen wor<strong>de</strong>n besproken, wor<strong>de</strong>n<br />

transfer agents genoemd (Stone, 2004). <strong>De</strong> terminologie<br />

is weinig gestandaardiseerd en verschillen<strong>de</strong><br />

begrippen verwijzen soms naar verschillen in nadruk<br />

die auteurs willen aanbrengen. In dit artikel zullen<br />

we gebruik maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> benaming institutionele<br />

transplantatie, die <strong>de</strong> nadruk legt op culturele en<br />

juridische inpasbaarheid. <strong>De</strong> literatuur rond dit<br />

on<strong>de</strong>rwerp is <strong>de</strong> afgelopen jaren snel gegroeid,<br />

vooral in politicologische tijdschriften. Inmid<strong>de</strong>ls<br />

nemen ook an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

wetenschappen, <strong>de</strong> belangrijkste inzichten over.<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

Martin <strong>de</strong> Jong<br />

P. 159<br />

Transplantatie is <strong>van</strong> alle tij<strong>de</strong>n<br />

Hoewel institutionele transplantatie nu veel meer<br />

aandacht krijgt dan één of twee <strong>de</strong>cennia gele<strong>de</strong>n, is<br />

het allerminst een nieuw verschijnsel. Zolang er in<br />

<strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>nis sprake is geweest <strong>van</strong> ont<strong>de</strong>kkingsreizen,<br />

veroveringsoorlogen, en stichting <strong>van</strong><br />

wereldrijken, heeft transplantatie plaatsgevon<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> huisvestingsstijlen, i<strong>de</strong>eën over ste<strong>de</strong>nbouw, i<strong>de</strong>ologieën,<br />

staatstructuren en rechtsregels, en vormen<br />

<strong>van</strong> mobiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> domineren<strong>de</strong> cultuur naar<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rworpen territoria. Het Chinese Keizerrijk<br />

heeft het Confucianisme groot gemaakt ver buiten<br />

het ontstaansgebied, het Romeinse keizerrijk heeft<br />

het Romeinse recht in grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld<br />

doen versprei<strong>de</strong>n en het Islamitische recht versprei<strong>de</strong><br />

zich na <strong>de</strong> dood <strong>van</strong> Mohammed binnen een eeuw<br />

<strong>van</strong> Noord-Afrika tot het Verre Oosten. Later<br />

hebben <strong>de</strong> Fransen, <strong>de</strong> Engelsen, <strong>de</strong> Spanjaar<strong>de</strong>n,<br />

en in min<strong>de</strong>re mate <strong>de</strong> Portugezen, talrijke facetten<br />

<strong>van</strong> hun staatsstructuren en levensstijlen goed- en<br />

kwaadschiks verspreid over Noord-Amerika, Afrika,<br />

Azië en Latijns-Amerika (Zweigert & Kotz, 1998).<br />

Indonesië, Zuid-Afrika, Suriname en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Antillen laten in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> koloniale architectuur<br />

en juridische terminologie nog opmerkelijk veel<br />

restanten <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse invloed zien. In <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw heeft <strong>de</strong> Sovjet-Unie, een <strong>van</strong> oorsprong Duitse<br />

politieke i<strong>de</strong>ologie, staatsvorm en communistische<br />

planning in Oost-Europa en Noord-Azië met har<strong>de</strong><br />

hand doen versprei<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> stabiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Duitse en Japanse regimes in <strong>de</strong> huidige tijd juist aan<br />

<strong>de</strong> Amerikaanse, fe<strong>de</strong>ralistische invloed wordt geweten<br />

(Jacoby, 2000). Tegenwoordig wordt beweerd dat<br />

<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n internationale<br />

organisaties zoals <strong>de</strong> Wereldhan<strong>de</strong>lsorganisatie, het<br />

Internationale Monetaire Fonds, <strong>de</strong> Wereldbank en<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties domineren en<br />

voertuigen zijn voor <strong>de</strong> overheersing <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r<br />

gefortuneer<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elten <strong>van</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. <strong>De</strong>ze zou<br />

zich uiten in onvrijwillige overname en in ruil<br />

voor financiële steun <strong>van</strong> politieke en economische<br />

beleidsmo<strong>de</strong>llen die vooral in Westerse lan<strong>de</strong>n thuis<br />

horen (Kroesen e.a., 2007). Kennelijk gaan transplan-


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

taties soms goed, maar zijn ze ook regelmatig gedoemd<br />

om te falen. Waar ligt dit aan?<br />

<strong>De</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia heeft een fundamentele veran<strong>de</strong>ring<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n. Het internationale geopolitieke<br />

speelveld is in velerlei opzicht gehorizontaliseerd.<br />

Binnen Europa kan nauwelijks meer een specifiek<br />

land wor<strong>de</strong>n aangewezen dat altijd en in alle opzichten<br />

een institutionele voorbeeldfunctie vervult. Voor<br />

lan<strong>de</strong>n en regio’s die als min<strong>de</strong>r ontwikkeld wor<strong>de</strong>n<br />

voorgesteld geven op wereldschaal ongelijke economische<br />

verhoudingen steeds min<strong>de</strong>r aanleiding tot<br />

aanvaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Westerse voorbeel<strong>de</strong>n als richtinggevend<br />

(Huntington, 1996). Overname <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

concepten, juridische systemen, analytische mo<strong>de</strong>llen<br />

en beleidsinstituties is in <strong>de</strong> huidige tijd groten<strong>de</strong>els<br />

een vrijwillige keuze gewor<strong>de</strong>n waartoe beleidsfalen<br />

weliswaar kan nopen, maar die niet langer door<br />

buitenlandse machten kan wor<strong>de</strong>n opgelegd. Soms<br />

wordt een bepaal<strong>de</strong> probleemaanpak <strong>van</strong> een lei<strong>de</strong>nd,<br />

succesvol land bewon<strong>de</strong>rd en in het ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> land<br />

wordt gestre<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> transplantatie er<strong>van</strong>. Het<br />

kan gaan om het geheel of om <strong>de</strong> meest waar<strong>de</strong>volle<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len er<strong>van</strong>. Niet zel<strong>de</strong>n moeten <strong>de</strong> propageren<strong>de</strong><br />

actoren eerst strijd leveren met rivaliseren<strong>de</strong><br />

partijen die juist baat hebben bij het voortbestaan <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> huidige situatie. <strong>De</strong> specifieke implementatie <strong>van</strong><br />

mo<strong>de</strong>llen en instituties bevat meestal veel vrijheidsgra<strong>de</strong>n.<br />

Algemene richtlijnen en beleidsdoelstellingen<br />

kunnen heel verschillend wor<strong>de</strong>n uitgevoerd en steeds<br />

an<strong>de</strong>re uitkomsten hebben.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen wordt na<strong>de</strong>r ingegaan op<br />

<strong>de</strong> consequenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> toegenomen vrijwilligheid<br />

bij institutionele transplantatie. Daarbij staan <strong>de</strong><br />

praktische gevolgen er<strong>van</strong> centraal. Op welke manier<br />

kunnen beleidsmakers transplantaten <strong>van</strong> vreem<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m vruchtbaar overplanten? Het verschijnsel sense<br />

of urgency speelt een essentiële rol bij <strong>de</strong> timing <strong>van</strong><br />

transplantatie zoals het voorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming<br />

<strong>van</strong> het wegbeheer in <strong>de</strong> Noordse lan<strong>de</strong>n laat zien.<br />

Daarna wordt beweerd dat internationaal beleidsleren<br />

meestal beter uitpakt wanneer sprake is <strong>van</strong> multilate-<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 160<br />

raal leren waarbij uit een variatie aan inspiratiebronnen<br />

wordt geput. Ter illustratie wor<strong>de</strong>n drie Europese<br />

projecten op het terrein <strong>van</strong> duurzame stadsontwikkeling<br />

omschreven: genaamd Sureuro, Pegasus en Enjoy.<br />

Tot slot zal wor<strong>de</strong>n gewezen op het politiek-bestuurlijke<br />

aspect, <strong>de</strong> juridische en culturele lan<strong>de</strong>nfamilies<br />

en <strong>de</strong> invloed hier<strong>van</strong> op <strong>de</strong> kans <strong>van</strong> slagen bij een<br />

poging tot transplantatie. <strong>De</strong> overname <strong>van</strong> het mo<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> New York Subway naar <strong>de</strong> London Un<strong>de</strong>rground<br />

en <strong>de</strong> Franse planningsaanpak tegen vestiging <strong>van</strong><br />

grootwinkelbedrijven buiten <strong>de</strong> bebouw<strong>de</strong> kom naar<br />

Spanje zijn hier voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong>. In <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong><br />

paragraaf zullen <strong>de</strong> belangrijkste voor- en na<strong>de</strong>len <strong>van</strong><br />

institutionele transplantatie, zoals <strong>de</strong>ze bekend zijn uit<br />

<strong>de</strong> literatuur, aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen.<br />

Crisismomenten<br />

I<strong>de</strong>eën, concepten, mo<strong>de</strong>llen en instituties uit het<br />

buitenland, hoe goed en veelbelovend ze ook zijn,<br />

wor<strong>de</strong>n nooit zon<strong>de</strong>r slag of stoot aanvaard. Daar<br />

komt altijd strijd bij kijken tussen voorstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

veran<strong>de</strong>ring die in het buitenlandse voorbeeld <strong>de</strong> weg<br />

naar verbetering <strong>van</strong> hun regelgeving of beleidsstelsel<br />

zien en belanghebben<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> status quo die óf<br />

baat hebben bij een minimale veran<strong>de</strong>ring óf an<strong>de</strong>re<br />

voorbeel<strong>de</strong>n als inspiratiebron zien. Vaak zijn het <strong>de</strong><br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> voorbeeldmo<strong>de</strong>llen<br />

en <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> actoren die meer meningen<br />

zijn toegedaan dan slechts voor of tegen die patstellingen<br />

kunnen doorbreken of leerervaringen kunnen<br />

laten vertalen naar genuanceer<strong>de</strong>re beslissingen. <strong>De</strong><br />

positie <strong>van</strong> voor- en tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen is in<br />

belangrijke mate afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidseffectiviteit<br />

<strong>van</strong> het huidige systeem. Is <strong>de</strong>ze problematisch, dan<br />

is het overtuigen en verslaan <strong>van</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

veran<strong>de</strong>ring veel min<strong>de</strong>r moeilijk. Valt dit systeemfalen<br />

nogal mee, dan moet een sense of urgency wor<strong>de</strong>n<br />

gecreëerd zodat een crisisgevoel on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re actoren<br />

of bre<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> samenleving alsnog ontstaat.<br />

Aanleg <strong>van</strong> wegen in Noordse lan<strong>de</strong>n<br />

In <strong>de</strong> jaren 1990 bijvoorbeeld hebben alle Noordse


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

lan<strong>de</strong>n een omwenteling meegemaakt in <strong>de</strong> wijze<br />

waarop wegen wor<strong>de</strong>n aangelegd en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Het<br />

centrale i<strong>de</strong>e is ontleend aan dominante i<strong>de</strong>eën binnen<br />

internationale organisaties, zoals <strong>de</strong> Wereldbank en<br />

PIARC, ontwikkeld in Groot-Brittannië, Australië<br />

en Nieuw-Zeeland. Men ging er<strong>van</strong> uit dat door<br />

aanbesteding en private uitvoering <strong>van</strong> ontwerp,<br />

aanleg en on<strong>de</strong>rhoud <strong>van</strong> wegen, kosten kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n bespaard en <strong>de</strong> kwaliteit en innovatie kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n verhoogd (Groenewegen & <strong>De</strong> Jong, 2008).<br />

Dit i<strong>de</strong>e werd als eerste in Zwe<strong>de</strong>n opgepakt toen<br />

in 1992 een serieuze economische crisis uitbrak.<br />

Het Zweedse equivalent <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwdienst binnen<br />

Rijkswaterstaat moest gaan concurreren met private<br />

bouw- en constructiebedrijven bij het in <strong>de</strong> wacht<br />

slepen <strong>van</strong> opdrachten. <strong>De</strong> bedoeling was om <strong>de</strong><br />

bouwdienst vervolgens ook onafhankelijk te maken<br />

zodat <strong>de</strong>ze op basis <strong>van</strong> gelijkwaardigheid met die<br />

private partijen zou kunnen concurreren. Maar tegen<br />

<strong>de</strong> tijd dat <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> stap moest wor<strong>de</strong>n gezet, was er<br />

een an<strong>de</strong>r, sociaal-<strong>de</strong>mocratisch gedomineerd kabinet<br />

aangetre<strong>de</strong>n dat een an<strong>de</strong>re directeur benoem<strong>de</strong>. Dat<br />

beteken<strong>de</strong> het voortijdige ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming<br />

<strong>van</strong> het wegbeheer.<br />

In Finland en Noorwegen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontwikkelingen<br />

in Zwe<strong>de</strong>n met belangstelling gevolgd,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re binnen het verband <strong>van</strong> <strong>de</strong> Noordse<br />

Wegfe<strong>de</strong>ratie, waar vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> diverse<br />

lan<strong>de</strong>n regelmatig beleidservaringen uitwissel<strong>de</strong>n.<br />

Topfunctionarissen in Finland had<strong>de</strong>n een vergelijkbare<br />

hervorming al een aantal jaren voorbereid,<br />

toen on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> een zware financiële crisis het<br />

tij keer<strong>de</strong> en het een i<strong>de</strong>aal tijdstip was om het i<strong>de</strong>e<br />

zowel politiek als ambtelijk in praktijk te brengen. Het<br />

verzet tegen zware ingrepen in <strong>de</strong> Finse structuur <strong>van</strong><br />

Rijkswaterstaat was gebroken en <strong>de</strong> schepping <strong>van</strong> een<br />

markt werd gecombineerd met het op afstand zetten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwdienst. Interessant genoeg gebeur<strong>de</strong> dat<br />

in vergelijking met Zwe<strong>de</strong>n in omgekeer<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong>.<br />

Dit maakte het mogelijk dat bei<strong>de</strong> hor<strong>de</strong>s wer<strong>de</strong>n<br />

genomen. <strong>De</strong> hervorming was in Finland min of meer<br />

voltooid, opnieuw mogelijk gemaakt in een crisis-<br />

P. 161<br />

situatie. In Noorwegen bestond zo’n crisissituatie<br />

daarentegen niet: het land beschikt over zulke olie- en<br />

gasvoorra<strong>de</strong>n dat bezuinigingen op <strong>de</strong> overheidsuitgaven<br />

niet of nauwelijks nodig waren. Dat maakte <strong>de</strong><br />

positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsbouwdienst aanzienlijk sterker<br />

tegen aanvallen <strong>van</strong>uit het kamp <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervormers.<br />

In objectieve zin was er geen noodzaak zware ingrepen<br />

te plegen. Binnen het verband <strong>van</strong> <strong>de</strong> Noordse<br />

Wegfe<strong>de</strong>ratie bleek dui<strong>de</strong>lijk te zijn dat vooral Finland<br />

voor<strong>de</strong>len kon aantonen ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroegere<br />

situatie. Noorwegen werd daarom een institutional<br />

laggard genoemd: een achterloper in <strong>de</strong> hervormingen.<br />

Dit gaf <strong>de</strong> centrum-rechtse politieke bewindsvoe<strong>de</strong>rs<br />

voldoen<strong>de</strong> munitie om een sense of urgency te voelen<br />

en uitein<strong>de</strong>lijk toch een hervorming naar Fins mo<strong>de</strong>l<br />

door te voeren, tegen <strong>de</strong> wil <strong>van</strong> grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het<br />

ambtelijk apparaat in. Een gevoel <strong>van</strong> urgentie is<br />

weliswaar een belangrijk gegeven bij het doorzetten<br />

<strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring maar toch is het bestaan er<strong>van</strong> in<br />

hoge mate subjectief. Belangrijk is dat dit gevoel door<br />

betrokkenen als objectief wordt gezien.<br />

Meervoudige inspiratie<br />

Veel weten in het algemeen meer dan één. Dat geldt<br />

zeker ook op het terrein <strong>van</strong> beleidsleren. Natuurlijk<br />

is het theoretisch mogelijk dat een bepaald land of een<br />

bepaal<strong>de</strong> stad <strong>de</strong> aanpak voor een bepaald beleids- of<br />

ruimtelijk probleem heeft gevon<strong>de</strong>n die het beste <strong>van</strong><br />

alle mogelijkhe<strong>de</strong>n in zich verenigt. Maar het is waarschijnlijker<br />

dat via een breed scala <strong>van</strong> best practices bij<br />

diverse inspiratiebronnen, het beste <strong>van</strong> diverse werel<strong>de</strong>n<br />

bij elkaar kan wor<strong>de</strong>n verzameld. Verschillen<strong>de</strong><br />

varianten <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologie of mo<strong>de</strong>l kunnen in<br />

verschillen<strong>de</strong> omgevingen wor<strong>de</strong>n uitgeprobeerd en tot<br />

differentiële uitkomsten lei<strong>de</strong>n. Met die variatie kunnen<br />

beleidsmakers, die iets willen weten over ervaringen<br />

el<strong>de</strong>rs, hun voor<strong>de</strong>el mee doen. Echter, <strong>de</strong> term best<br />

practice is problematisch omdat datgene wat goed of<br />

zelfs het beste is, altijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> context afhangt. Het is<br />

zelfs waarschijnlijk dat verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n of ste<strong>de</strong>n<br />

alternatieve oplossingen hebben uitgeprobeerd, waaruit<br />

<strong>de</strong> late overnemer een constructieve synthese kan<br />

bouwen. Dan gaat <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> <strong>de</strong> remmen<strong>de</strong> voorsprong


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

gel<strong>de</strong>n. Dit verschijnsel kan opnieuw met een voorbeeld<br />

wor<strong>de</strong>n verdui<strong>de</strong>lijkt uit empirisch materiaal dat in <strong>de</strong><br />

afgelopen jaren is verzameld.<br />

Sureuro, Pegasus en Enjoy<br />

<strong>De</strong> Europese Commissie en sommige nationale<br />

overhe<strong>de</strong>n hebben met belangstelling voor kennisuitwisseling<br />

door Communities of Practice diverse<br />

internationale projecten gefinancierd waarin experts en<br />

vertegenwoordigers <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> Europese lan<strong>de</strong>n<br />

en ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong>elnemen. Een eerste voorbeeld hier<strong>van</strong><br />

is Sureuro, waarin Ne<strong>de</strong>rlandse, Franse en Duitse<br />

beleidsmakers en experts op het terrein <strong>van</strong> duurzame<br />

volkshuisvesting en stadsvernieuwing met elkaar <strong>van</strong><br />

gedachten wissel<strong>de</strong>n en instrumenten ter verbetering<br />

<strong>van</strong> hun beleidsaanpak <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n (Van Bueren e.a., 2002).<br />

Een twee<strong>de</strong> is Pegasus waarbij experts en betrokkenen<br />

uit Oslo, Malmö, Birmingham, Rotterdam, Wenen,<br />

Genova en Sevilla regelmatig workshops organiseer<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> participeren<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en waar <strong>de</strong> recente ontwikkelingen<br />

of in uitvoering zijn<strong>de</strong> plannen met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

ste<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n besproken (<strong>De</strong> Jong & E<strong>de</strong>lenbos,<br />

2007). Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is er het project Enjoy dat gefinancierd<br />

werd door het Duitse Umwelt Bun<strong>de</strong>samt en waar <strong>de</strong><br />

bestuursstructuur <strong>van</strong> Duitse Verkehrverbän<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het openbaar vervoer in ste<strong>de</strong>n als<br />

Karlsruhe en Bremen als voorbeeld werd genomen voor<br />

Wroclaw in Polen, Riga in Letland en Tirana in Albanië<br />

(Stead e.a., 2008).<br />

Bij elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze projecten bleek dui<strong>de</strong>lijk dat het<br />

niet ten voorbeeld stellen <strong>van</strong> maar één land of stad<br />

enorme voor<strong>de</strong>len had. Daardoor horizontaliseer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> discussies tussen <strong>de</strong> diverse <strong>de</strong>elnemers, hetgeen<br />

een bevrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werking had voor <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>kelijk als<br />

min<strong>de</strong>r succesvol ingeschatte on<strong>de</strong>r hen en juist <strong>de</strong><br />

grote druk bij <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs wegnam. Ook wees dit <strong>de</strong> weg<br />

naar het opdoen <strong>van</strong> leermomenten voor allen omdat<br />

<strong>de</strong> ervaringen <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers <strong>van</strong> waar<strong>de</strong><br />

kon<strong>de</strong>n zijn. Het succes bleek soms af te hangen <strong>van</strong><br />

toevalsfactoren in plaats <strong>van</strong> beter presteren. Uit <strong>de</strong>ze<br />

Europese projecten kwam daarnaast in hoge mate <strong>de</strong><br />

relativiteit of zelfs onbruikbaarheid <strong>van</strong> het omarmen<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 162<br />

<strong>van</strong> universele best practices naar voren (Radaelli,<br />

2004). Verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en ste<strong>de</strong>n hebben immers<br />

verschillen<strong>de</strong> geografische contexten, preferenties,<br />

praktische en financiële mogelijkhe<strong>de</strong>n om hun beleidsaanpak<br />

te verbeteren. Het Pegasus-project bijvoorbeeld<br />

liet zien dat verschillen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mate en wijze<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>mocratische inspraak in relatie tot efficiënte<br />

bedrijfsvoering an<strong>de</strong>rs inschatten. Objectieve niveaus<br />

<strong>van</strong> geluidhin<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n door vertegenwoordigers <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> ene stad sneller als onaanvaardbaar ervaren dan door<br />

<strong>de</strong>elnemers <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Bovendien werd vooral in<br />

het Enjoy-project dui<strong>de</strong>lijk dat beleidsmakers uit Polen,<br />

Letland, Tsjechië en Albanië zich weliswaar lieten inspireren<br />

door algemene i<strong>de</strong>eën uit West-Europa maar bij<br />

<strong>de</strong> implementatie er<strong>van</strong> nadrukkelijker <strong>van</strong> hun eigen<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n uit zou<strong>de</strong>n moeten gaan. <strong>De</strong> financiële<br />

mid<strong>de</strong>len zijn er voor het opzetten <strong>van</strong> hoogwaardig<br />

openbaar vervoer veel geringer dan in Ne<strong>de</strong>rland of<br />

Duitsland. Ze wor<strong>de</strong>n gedwongen hun ambitieniveau<br />

bij te stellen, moeten rekening hou<strong>de</strong>n met preferenties<br />

<strong>van</strong> hun eigen bevolking (die het belang <strong>van</strong> collectief<br />

personenvervoer min<strong>de</strong>r hoog waar<strong>de</strong>ert) en vooral<br />

ook bij elkaar op werkbezoek gaan, om in te kunnen<br />

schatten wat realistisch is.<br />

Bestuurlijke inpasbaarheid<br />

Lan<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re bestuurlijke lichamen verschillen<br />

soms aanzienlijk <strong>van</strong> elkaar qua rechtssysteem,<br />

politiek-bestuurlijke structuur en cultuur, bedrijfscultuur<br />

en historische tradities. Hoewel het op zich<br />

aannemelijk is dat effectief beleid dat in het ene land<br />

is uitgevon<strong>de</strong>n ook in het an<strong>de</strong>re land kan aanslaan,<br />

mag daar nooit automatisch <strong>van</strong> wor<strong>de</strong>n uitgegaan.<br />

Invoering dient altijd afgestemd te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

omgeving waarin het beleid zal wor<strong>de</strong>n overgenomen.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: het zal moeten wor<strong>de</strong>n gecontextualiseerd<br />

(Radaelli, 2004). Een eerste bena<strong>de</strong>ring<br />

om <strong>de</strong> haalbaarheid <strong>van</strong> transplantatie in te schatten is<br />

te kijken naar <strong>de</strong> relatieve overeenstemming die bestaat<br />

tussen lan<strong>de</strong>n op wereldschaal. Zo wordt in het vergelijkend<br />

recht gewerkt met zogenaam<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nfamilies<br />

(Zweigert & Kotz, 1998). Dit i<strong>de</strong>e is ook toegepast op<br />

vergelijkbaarheid <strong>van</strong> bestuursstelsels en beleidsomge-


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

vingen (Castles, 1993). Hoewel cultureel antropologen<br />

niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> terminologie hanteren, werken ook zij met<br />

plots <strong>van</strong> lan<strong>de</strong>n die qua waar<strong>de</strong>oriëntaties opmerkelijke<br />

overeenkomsten vertonen (Hofste<strong>de</strong> & Hofste<strong>de</strong>,<br />

2005). Over het algemeen hebben lan<strong>de</strong>n die behoren<br />

bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nfamilie een overeenkomstige stijl bij<br />

het oplossen <strong>van</strong> vraagstukken. Het ligt voor <strong>de</strong> hand<br />

te <strong>de</strong>nken dat lan<strong>de</strong>n die tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> familie behoren<br />

veel eenvoudiger en effectiever i<strong>de</strong>eën, concepten en<br />

beleidsprogramma’s kunnen transplanteren. Echter, dat<br />

is niet het geval. <strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> twee voorbeel<strong>de</strong>n zullen<br />

dit verdui<strong>de</strong>lijken (Arribas, 2002; <strong>De</strong> Jong & Haran,<br />

2002).<br />

London Un<strong>de</strong>rground<br />

In <strong>de</strong> jaren 1990 kampte <strong>de</strong> London Un<strong>de</strong>rground met<br />

toenemen<strong>de</strong> financiële tekorten en een groeien<strong>de</strong> onveiligheid.<br />

<strong>De</strong> hele situatie rond het vermaar<strong>de</strong> metrosysteem<br />

werd als een crisis ervaren. <strong>De</strong> bestuur<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

stad had<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> New York Subway on<strong>de</strong>r<br />

leiding <strong>van</strong> Bob Kiley in <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> jaren een<br />

succesvolle transformatie doorgemaakt had. <strong>De</strong>ze was<br />

tot stand gebracht met aanzienlijke investeringen in <strong>de</strong><br />

kwaliteit en <strong>de</strong> veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrondse metro,<br />

gefinancierd met <strong>de</strong> uitgave <strong>van</strong> gemeentelijke obligaties.<br />

<strong>De</strong> burgemeester <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n, Ken Livingstone,<br />

was geïnspireerd door Kileys optre<strong>de</strong>n en besloot hem<br />

in te huren om <strong>de</strong> manier <strong>van</strong> transformatie ook in<br />

Lon<strong>de</strong>n in praktijk te brengen. Op zich zou men een<br />

hoge kans <strong>van</strong> slagen verwachten gezien het feit dat in<br />

Lon<strong>de</strong>n ten eerste <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> persoon met een ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

betrokkenheid aan het werk ging en ten twee<strong>de</strong><br />

een politiek-bestuurlijke cultuur aanwezig was die even<br />

Angelsaksisch is als die in New York. Maar in werkelijkheid<br />

bleek het aantal bestuurlijke vrijheidsgra<strong>de</strong>n voor<br />

gemeenten in Groot-Brittannië vele malen kleiner te<br />

zijn dan in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten. Kiley ontbeer<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

noodzakelijke steun <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale overheid, hoe<br />

stevig <strong>de</strong> Lon<strong>de</strong>nse burgemeester Livingstone ook<br />

achter hem stond. Misschien mislukte het juist omdat<br />

Tony Blair en John Prescott, die <strong>de</strong> nationale Britse<br />

regering op dit terrein in die tijd vertegenwoordig<strong>de</strong>n,<br />

Livingstone als grote rivaal zagen. Ineens werd<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 163<br />

<strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het opereren in een eenheidsstaat<br />

dui<strong>de</strong>lijk: op <strong>de</strong>rgelijke complicaties stuitte Bob Kiley in<br />

<strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten niet.<br />

Carrefours<br />

Eveneens werd <strong>de</strong> Spaanse regering in <strong>de</strong> jaren 1990<br />

geconfronteerd met een onaangenaam verschijnsel:<br />

<strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> grootwinkelbedrijven ver buiten<br />

<strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad. Steeds meer Carrefours en<br />

Géant Casinos vestig<strong>de</strong>n zich in voormalig open<br />

gebie<strong>de</strong>n met het gevolg <strong>van</strong> steeds meer autoverkeer.<br />

Tegelijkertijd werd het draagvlak voor kleinere winkels<br />

binnen <strong>de</strong> stadsgrenzen uitgehold. Beleidsmakers<br />

in Madrid realiseer<strong>de</strong>n zich dat vergelijkbare suburbanisatieprocessen<br />

zich al eer<strong>de</strong>r in Frankrijk<br />

had<strong>de</strong>n voorgedaan. Die waren aldaar met enig<br />

succes via nieuwe nationale wetgeving met hel<strong>de</strong>re<br />

normstelling bestre<strong>de</strong>n, althans dat werd in Frankrijk<br />

en Spanje beweerd en aangenomen. Men besloot<br />

mutatis mutandis een zelf<strong>de</strong> soort wetgeving door<br />

het parlement te loodsen. Frankrijk en Spanje zijn<br />

immers cultureel gesproken Latijnse lan<strong>de</strong>n en hebben<br />

bovendien bei<strong>de</strong>n een Napoleontisch rechtsstelsel.<br />

Maar het uitein<strong>de</strong>lijke resultaat was ronduit teleurstellend.<br />

Men had bij <strong>de</strong> aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

regelgeving onvoldoen<strong>de</strong> beseft dat in <strong>de</strong> afgelopen tijd<br />

Spanje in hoog tempo was gefe<strong>de</strong>raliseerd waardoor<br />

diverse planningscompetenties niet langer in Madrid<br />

maar in <strong>de</strong> autonoom opereren<strong>de</strong> regio’s lagen. Om <strong>de</strong><br />

transplantatie effectiever te maken had<strong>de</strong>n alle regio’s<br />

op hun beurt het nationale beleid moeten overnemen<br />

op hun schaal, een soort dubbele transplantatie dus,<br />

en dat gebeur<strong>de</strong> niet.<br />

Institutionalisering <strong>van</strong> een<br />

transplantaat<br />

Hoewel uit <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n zeker niet mag<br />

wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat verwantschap tussen lan<strong>de</strong>n<br />

een na<strong>de</strong>el vormt bij institutionele transplantatie, blijkt<br />

het wel vaak voor te komen dat juist <strong>van</strong>wege <strong>de</strong>ze<br />

verwantschap subtiele institutionele verschillen wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschat, met dramatische gevolgen. Een beleidsoverdracht<br />

tussen ongelijke lan<strong>de</strong>n is vaak ingewik-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

kel<strong>de</strong>r, maar dan ligt het juist meer voor <strong>de</strong> hand <strong>de</strong>ze<br />

verschillen <strong>van</strong>af het begin in ogenschouw te nemen<br />

en aanpassingsmaatregelen te treffen, of te letten op<br />

voldoen<strong>de</strong> aanpassing <strong>van</strong> het concept en programma<br />

dat men overneemt.<br />

In <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> paragrafen zijn drie belangrijke<br />

succesfactoren aangegeven voor het vruchtbaar<br />

uitvoeren <strong>van</strong> institutionele transplantaties. Er is<br />

gewezen op het strategisch en tactisch gebruiken <strong>van</strong><br />

crisismomenten om veran<strong>de</strong>ringen door te voeren. Er<br />

is aangegeven, dat het bij beleidsleren vaak een enorm<br />

voor<strong>de</strong>el is om syntheses te maken <strong>van</strong> een variatie<br />

aan gevon<strong>de</strong>n oplossingen in diverse lan<strong>de</strong>n. Van<br />

belang is <strong>de</strong> institutionele verenigbaarheid <strong>van</strong> het<br />

transplantaat met zijn nieuwe omgeving. Het belangrijkste<br />

motief om in al <strong>de</strong>ze drie aspecten ‘juist’ te<br />

han<strong>de</strong>len is om het overdrachtsproces in goe<strong>de</strong> banen<br />

te lei<strong>de</strong>n. Alleen dan is het mogelijk om een beleidsinitiatief,<br />

of dat nu regelgeving is, een programma<br />

of een reeks concepten, goed te laten opnemen in <strong>de</strong><br />

nieuwe institutionele omgeving. Zaken die op papier<br />

zijn gezet, gaan niet uit zichzelf leven. Ze moeten in<br />

<strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mensen gaan leven zodat conceptuele<br />

en sociale werkelijkheid gecreëerd kunnen wor<strong>de</strong>n en<br />

waar<strong>van</strong> men na afloop <strong>de</strong> gevolgen kan on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.<br />

Indien dat het geval is, institutionaliseert een transplantaat<br />

en raakt het vergroeid met zijn omgeving.<br />

<strong>De</strong> in dit artikel genoem<strong>de</strong> factoren kunnen daaraan<br />

een cruciale bijdrage leveren. Dat neemt niet weg dat<br />

hiermee nog niets is gezegd over <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> een<br />

beleidsconcept of een serie initiatieven. Dat is een<br />

vraagstuk dat gaat over inhou<strong>de</strong>lijke planvorming en<br />

beleidsanalyses dat minstens even rele<strong>van</strong>t is maar<br />

buiten het bestek <strong>van</strong> dit artikel valt.<br />

Martin <strong>de</strong> Jong (w.m.<strong>de</strong>jong@tu<strong>de</strong>lft.nl) is universitair hoofddocent<br />

beleid, organisatie en management bij <strong>de</strong> Faculteit Techniek, Bestuur en<br />

Management <strong>van</strong> <strong>de</strong> TU-<strong>De</strong>lft.<br />

Literatuur<br />

Arribas, L. (2002) ‘Importing the French retail planning mo<strong>de</strong>l to Spain’, M. <strong>de</strong><br />

Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice of institutional<br />

P. 164<br />

transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 87-101<br />

Bueren, E. <strong>van</strong>, F. Bougrain & T. Knorr-Siedow (2002) ‘Sustainable<br />

neigbourhood rehabilitation in Europe: From simple toolbox to multilateral<br />

learning’, M. <strong>de</strong> Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice<br />

of institutional transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 263-280<br />

Castles, F.G. (red.) (1993) Families of nation, Dartmouth, Al<strong>de</strong>rshot<br />

Dolowitz, D. & D. Marsh (2000) ‘Learning from abroad: The role of policy<br />

transfer in contemporary policy-making’, Governance: An International Journal<br />

of Policy and Administration, jg. 13, nr. 1, p. 5-24<br />

Groenewegen, J. & M. <strong>de</strong> Jong (2008) ‘Assessing the potential of new<br />

institutional economics to explain institutional change: the case of road<br />

management liberalization in the Nordic countries’, Journal of Institutional<br />

Economics, jg. 4, nr. 1, p. 51-71<br />

Hofste<strong>de</strong>, G. & G.J. Hofste<strong>de</strong> (2005) Cultures and organizations; Software of the<br />

mind, Mc Graw Hill, New York<br />

Huntington, S. (1996) The clash of civilizations, Harvard University Press,<br />

Cambridge<br />

Jacoby, W. (2000) Imitation and politics; re<strong>de</strong>signing mo<strong>de</strong>rn Germany,<br />

Cornell University Press, Ithaca, NY<br />

Jong, M. <strong>de</strong> & J. E<strong>de</strong>lenbos (2007) ‘An insi<strong>de</strong>r’s perspective of multilateral<br />

learning in a European expert network’, European Planning Studies, jg. 15, nr.<br />

5, p. 687-706<br />

Jong, M. <strong>de</strong> & N. Haran (2002) ‘An American in London; Why a London<br />

Un<strong>de</strong>rground replay of the New York Subway refurbishment was unsuccessful’,<br />

M. <strong>de</strong> Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice of<br />

institutional transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 215-230<br />

Knill, C. (2001) The Europeanization of national administrations: patterns of<br />

institutional change and persistence, Cambridge University Press, Cambrig<strong>de</strong><br />

Kroesen, O., M. <strong>de</strong> Jong & J. Waaub (2007) ‘Cross-national policy transfer to<br />

<strong>de</strong>veloping countries’, Knowledge, Technology and Policy, jg. 19, nr. 4, p. 137-142<br />

Radaelli, C.M. (2004) ‘The diffusion of regulatory impact assessment – best<br />

practice or lesson-drawing?’, European Journal of Political Research, jg. 43,<br />

nr. 4, p. 723-747<br />

Rose, R. (2005) Learning from comparative public policy, Routledge, London<br />

Stead, D., M. <strong>de</strong> Jong & I. Reinhol<strong>de</strong> (2008) ‘Urban Transport Policy Transfer in<br />

Central and Eastern Europe’, disP, nr.172<br />

Stone, D. (2004) ‘Transfer agents and global networks in the<br />

‘transnationalization’ of policy’, Journal of European Public Policy, jg. 11, nr. 3,<br />

p. 545-566<br />

Watson, A. (1993) Legal transplants: An approach to comparative law,<br />

University of Georgia Press, Athens, GA<br />

Zweigert, K. & H. Kotz (1998) An introduction to comparative law, Clarendon<br />

Press, Oxford


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Advertentie<br />

P. 165<br />

CURSUSAANBOD VAN<br />

Het Eggens Instituut voor Juridisch Postaca<strong>de</strong>misch<br />

On<strong>de</strong>rwijs UvA en Juritas kenniscentrum voor<br />

bestuursrecht<br />

Gemeenten aan <strong>de</strong> slag met <strong>de</strong> nieuwe Wro<br />

verdiepingscursus: slim planologische besluiten nemen<br />

<strong>De</strong> tweedaagse cursus behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro inclusief <strong>de</strong> daar<strong>van</strong> <strong>de</strong>el<br />

uitmaken<strong>de</strong> Gron<strong>de</strong>xploitatiewet voor <strong>de</strong> planologische besluitvorming en ook <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong><br />

noodzaak om milieuaspecten bij planologische besluiten te betrekkingen; <strong>de</strong>ze biedt een overzicht<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> formele en inhou<strong>de</strong>lijke juridische risico’s.<br />

<strong>De</strong> cursus is bestemd voor gemeenteambtenaren met ervaring inzake <strong>de</strong> planologische besluitvorming,<br />

<strong>de</strong> daarmee samenhangen<strong>de</strong> vergunningen, alsme<strong>de</strong> grondzaken.<br />

Data: woensdag 18 en 25 juni 2008<br />

Cursusprijs: € 995,-<br />

Locatie: Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid UvA<br />

Aanmelding via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> het Eggens Instituut UvA: www.jur.uva.nl/eggens<br />

of via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> Juritas: www.Juritas.nl<br />

Luchtkwaliteit<br />

actualiteiten en achtergron<strong>de</strong>n<br />

<strong>De</strong> cursus behan<strong>de</strong>lt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> eisen voor luchtkwaliteit en het on<strong>de</strong>rzoek daarnaar, en <strong>de</strong><br />

daarbij toe te passen metho<strong>de</strong>n en besluit- en rechtsbeschermingprocedures; met veel aandacht<br />

voor actuele ontwikkelingen in jurispru<strong>de</strong>ntie en wetgeving. <strong>De</strong>ze is bestemd voor juristen<br />

werkzaam op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, grondzaken en het milieurecht.<br />

Datum: dinsdag 24 juni<br />

Tijd: 12.30 - 17.30 uur<br />

Cursusprijs: € 395,-<br />

Locatie: Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid UvA<br />

Aanmelding via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> het Eggens Instituut UvA: www.jur.uva.nl/eggens<br />

of via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> Juritas: www.Juritas.nl


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 166<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

grote projecten<br />

Stan Majoor<br />

Foto boven: Forum Port (bron: Forum Barcelona), Foto on<strong>de</strong>r: Ørestad (bron: Ørestadsselskabet)


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 167<br />

Wie heeft er niet liever een levendig gebied dan een saaie kantoorlocatie? Ambities<br />

voor ste<strong>de</strong>lijkheid in grootschalige ruimtelijke ontwikkelingsprojecten zijn er dan<br />

ook te over. Toch lijkt er een groot gat tussen ‘een goed i<strong>de</strong>e’ en <strong>de</strong> uitvoering. In<br />

drie Europese cases zijn ste<strong>de</strong>lijke ambities in grootschalige projecten on<strong>de</strong>rzocht<br />

in relatie tot <strong>de</strong> manier waarop besluitvorming georganiseerd is. Juist het gebrek<br />

aan procesmatige vernieuwing leidt ertoe dat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid veelal een<br />

onverbon<strong>de</strong>n innovatie blijft.<br />

Grootschalige ruimtelijke projecten om<br />

nieuwe locaties voor economische groei te<br />

realiseren nemen een prominente plek in<br />

op <strong>de</strong> beleidsagenda <strong>van</strong> ambitieuze metropolitane<br />

regio’s in Europa. In Ne<strong>de</strong>rland<br />

kan bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n gedacht aan<br />

<strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kop <strong>van</strong> Zuid in<br />

Rotterdam, <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> Zuidas of <strong>de</strong><br />

plannen voor ‘Nieuwe Sleutelprojecten’<br />

rond <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige stations <strong>van</strong> <strong>de</strong> hogesnelheidstrein.<br />

Enerzijds zijn <strong>de</strong>ze projecten<br />

een gevolg <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> processen<br />

<strong>van</strong> economische internationalisering<br />

en ruimtelijke concurrentie, an<strong>de</strong>rzijds<br />

is het onmogelijk ze te begrijpen zon<strong>de</strong>r<br />

kennis te hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale culturele<br />

en institutionele omgeving en planningcultuur<br />

waarin zij vorm krijgen. <strong>De</strong><br />

recente generatie Europese grootschalige<br />

ruimtelijke ontwikkelingsprojecten wordt<br />

vaak bekritiseerd <strong>van</strong>wege hun gesloten<br />

neo-corporatistische besluitvormingsarena’s.<br />

Tegelijkertijd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

resultaten vaak gezien als eenzijdig en<br />

exclusief (veel kantoren, dure appartementen)<br />

en vooral weinig ‘ste<strong>de</strong>lijk’ (Moulaert<br />

e.a., 2003; Salet & Gualini, 2007).<br />

<strong>De</strong> afgelopen jaren is er groeien<strong>de</strong> aandacht,<br />

niet alleen in Ne<strong>de</strong>rland maar ook<br />

daarbuiten, om op een radicalere manier<br />

ste<strong>de</strong>lijke aspecten als menging, dichtheid<br />

en diversiteit in <strong>de</strong>ze projecten te vergroten.<br />

Dit i<strong>de</strong>e wordt ‘nieuwe’ ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

genoemd, omdat het – na een perio<strong>de</strong><br />

waarin functiescheiding het belangrijkste<br />

on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning was – probeert <strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> stad<br />

uit te vin<strong>de</strong>n in een nieuw tijdsbestek. <strong>De</strong><br />

belangrijkste vraag is in hoeverre nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid meer is dan alleen een i<strong>de</strong>aal<br />

<strong>van</strong> planners over een door hen nastrevenswaardig<br />

geachte materiële uitkomst.<br />

Dit is namelijk een lot dat kleeft aan vele<br />

goed bedoel<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke planconcepten<br />

die naïef blijven over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />

structuren in <strong>de</strong> maatschappij (Fainstein,<br />

2000). In dit artikel wordt <strong>de</strong> ambitie voor<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten dan ook<br />

niet zozeer als een ste<strong>de</strong>nbouwkundige of<br />

architectonische uitdaging geanalyseerd,<br />

maar vooral als een vraag hoe een <strong>de</strong>rgelijk<br />

i<strong>de</strong>e zich verhoudt tot <strong>de</strong> manier waarop<br />

<strong>de</strong>ze projecten ontwikkeld wor<strong>de</strong>n. Dit<br />

is on<strong>de</strong>rzocht in <strong>de</strong> projecten Zuidas in<br />

Amsterdam, Ørestad in Kopenhagen en<br />

Forum in Barcelona (Majoor, 2008a).<br />

Alle drie zijn casussen waar ambitie voor<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid een belangrijk inhou<strong>de</strong>lijk<br />

concept is geweest in <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

plannen (tabel 1).<br />

Sociale normen<br />

Het eerst punt <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek is een analyse<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën die lei<strong>de</strong>nd<br />

waren in <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze projecten.<br />

Nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid was één <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

i<strong>de</strong>eën, maar hoe was dit precies vormge-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 168<br />

Tabel 1 Programmatische aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie casestudies<br />

Project Soort locatie Geplan<strong>de</strong> functiemix Speciale investeringen<br />

Amsterdam: Zuidas<br />

(1995-2030)<br />

Kopenhagen: Ørestad<br />

(1998-2030)<br />

Barcelona: Forum<br />

(1999-2010)<br />

Strook aan bei<strong>de</strong> kanten zui<strong>de</strong>lijke<br />

ringweg en railcorridor. Gelegen tussen<br />

stadscentrum en luchthaven.<br />

Langwerpige strook in en langs voormalig<br />

groengebied. Connectie tussen binnenstad<br />

aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> en vliegveld aan zuidzij<strong>de</strong>.<br />

Strategisch gesitueerd langs nieuwe<br />

transportcorridor naar Zwe<strong>de</strong>n.<br />

Voormalig industrieel gebied, waar<br />

Avinguda Diagonal <strong>de</strong> kust bereikt. Gebied<br />

gedomineerd door drie installaties:<br />

vuilverbranding, waterzuivering en<br />

energiecentrale.<br />

geven, met welke an<strong>de</strong>re concepten was<br />

dit verbon<strong>de</strong>n en in hoeverre vorm<strong>de</strong><br />

dit een aanvulling of een belemmering<br />

voor <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

ambitie? Inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën staan nooit<br />

op zichzelf, ze zijn altijd verbon<strong>de</strong>n aan<br />

(groepen <strong>van</strong>) partijen die <strong>de</strong>ze in on<strong>de</strong>rlinge<br />

interacties vormen en bevechten.<br />

Daarom is het belangrijk te on<strong>de</strong>rzoeken<br />

welke partijen meedoen en welke niet,<br />

welke doelen, mid<strong>de</strong>len en vormen <strong>van</strong><br />

macht <strong>de</strong>ze partijen hebben en hoe <strong>de</strong><br />

besluitvorming is georganiseerd.<br />

<strong>De</strong>ze inhou<strong>de</strong>lijke en procesmatige<br />

analyse is verrijkt met een studie naar<br />

<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sociale normen in <strong>de</strong>ze<br />

drie projecten. Sociale normen vormen<br />

een normatief referentieka<strong>de</strong>r voor het<br />

han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> personen en partijen in<br />

bepaal<strong>de</strong> situaties (Hecher & Opp, 2001).<br />

Ze zijn één <strong>van</strong> <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> begrippen in<br />

<strong>de</strong> sociale wetenschappen om processen<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong> en veran<strong>de</strong>ring<br />

te begrijpen (Coleman, 1990).<br />

- 1.091.700 m2 kantoren<br />

- 1.171.700 m2 woningen<br />

- 485.020 m2 voorzieningen:<br />

winkels, musea,<br />

universiteitsgebouwen<br />

- 1.800.000 m 2 kantoren<br />

- 400.000 m 2 woningen<br />

- 400.000 m 2 voorzieningen:<br />

universiteit, concertzaal<br />

- 250.000 m 2 woningen<br />

- 167.000 m 2 kantoren<br />

- 270.000 m 2 an<strong>de</strong>re functies:<br />

conferentie centrum, hotels, Aanleg <strong>van</strong> nieuwe jachthaven, grootschalige<br />

winkels, universiteit openbare ruimten.<br />

Etiquette wordt bijvoorbeeld vaak gezien<br />

als een (samenstel) <strong>van</strong> sociale normen<br />

die gedrag <strong>van</strong> mensen beïnvloe<strong>de</strong>n en<br />

ook voor een <strong>de</strong>el voorspelbaar maken.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n gehandhaafd binnen een<br />

groep door tal <strong>van</strong> directe en indirecte<br />

belonings- en stafmechanismen. Hoewel<br />

sociale normen bepaal<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong><br />

gedrag duurzaam structureren en<br />

conserveren zijn ze bijna nergens ‘een<br />

gegeven’. Hun betekenis evolueert<br />

in praktijken <strong>van</strong> interactie. Ook in<br />

processen <strong>van</strong> ruimtelijke ontwikkeling<br />

en or<strong>de</strong>ning – normatieve activiteiten<br />

pur sang meestal – zijn tal <strong>van</strong> sociale<br />

normen actief die beïnvloe<strong>de</strong>n welk<br />

gedrag in een bepaal<strong>de</strong> situatie acceptabel<br />

wordt geacht voor een partij, welke<br />

soort ruimtelijke maatregelen wor<strong>de</strong>n<br />

overwogen bij een bepaald probleem<br />

of welke partijen logischerwijs wor<strong>de</strong>n<br />

betrokken bij bepaal<strong>de</strong> processen. In<br />

hoeverre heeft het i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid zich in <strong>de</strong>ze drie casussen<br />

ontwikkeld <strong>van</strong> een initieel voorstel tot<br />

Uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> capaciteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelweg en<br />

het spoor, nieuwe metroverbinding met centrum.<br />

Voorstel om alle infrastructuur in een 1,2 kilometer<br />

lange tunnel aan te leggen.<br />

Nieuw metro systeem verbindt gebied met<br />

stadscentrum. Nieuw station langs spoor<br />

naar Zwe<strong>de</strong>n. Compleet nieuwe weg- en<br />

waterstructuur.<br />

On<strong>de</strong>rtunneling ringweg ter hoogte <strong>van</strong> project.<br />

Nieuw metrostation, nieuwe tramverbinding met<br />

binnenstad. Upgrading <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie installaties.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 169<br />

Het prestigieuze Mahler 4 project aan <strong>de</strong> Zuidas (foto Daniela Wullers)<br />

een sociale norm, of, in an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n,<br />

tot een vorm <strong>van</strong> gedrag ‘zoals het hoort’<br />

in <strong>de</strong> optiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> investeren<strong>de</strong> partijen,<br />

met bijbehoren<strong>de</strong> sociale straf- en<br />

beloningsmechanismen; of is er een groot<br />

verschil waarneembaar tussen retoriek en<br />

realiteit?<br />

Particuliere ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

Zuidas<br />

<strong>De</strong> Zuidas in Amsterdam is één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grootste en meest complexe he<strong>de</strong>ndaagse<br />

ruimtelijke herstructureringsprojecten<br />

in Ne<strong>de</strong>rland. Het project komt sterk<br />

uit een particuliere koker. Tegen <strong>de</strong><br />

wil <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Amsterdam in<br />

kozen belangrijke investeer<strong>de</strong>rs begin<br />

jaren negentig voor dit relatief lege en<br />

uitstekend bereikbare gebied, strategisch<br />

gelegen tussen binnenstad en Schiphol. In<br />

het project Zuidas wor<strong>de</strong>n drie inhou<strong>de</strong>lijke<br />

hoofddoelstellingen nagestreefd: <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>van</strong> een nieuw zakelijk centrum<br />

voor Amsterdam met nationale en<br />

internationale pretenties, <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een intensief bebouw<strong>de</strong>, gemeng<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke zone en <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />

infrastructuurproject. <strong>De</strong> organisatie <strong>van</strong><br />

het project was in <strong>de</strong> eerste fase heel sterk<br />

gericht op <strong>de</strong> besluitvorming tussen <strong>de</strong><br />

gemeente Amsterdam en enkele belangrijke<br />

particuliere investeer<strong>de</strong>rs (ABN<br />

AMRO, ING). Zij vorm<strong>de</strong>n een intensief<br />

samenwerkingsverband en door een gunstig<br />

economisch tij ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Zuidas<br />

zich snel. In een vroege fase ontstond het<br />

plan om <strong>de</strong> centrale infrastructuurbun<strong>de</strong>l<br />

volledig in het gebied te integreren<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een tunnel met daarop<br />

bebouwing, het zogenaam<strong>de</strong> dokmo<strong>de</strong>l.<br />

Door het ‘verdwijnen’ <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze fysieke<br />

barrière met bijbehorend geluid en stof<br />

zou een aaneengesloten ste<strong>de</strong>lijk gebied<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n ontwikkeld, een nieuw<br />

twee<strong>de</strong> stadscentrum voor Amsterdam.<br />

Vanaf 2003 haakte <strong>de</strong> nationale overheid<br />

schoorvoetend aan in het project, in een<br />

poging een publiek-particuliere maatschappij<br />

te vormen om het dokmo<strong>de</strong>l te<br />

bouwen en te ontwikkelen.<br />

Publieke ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

Ørestad<br />

Begin jaren negentig begon Kopenhagen<br />

een actieve rol te spelen in <strong>de</strong> grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Øresund samenwerking<br />

samen met <strong>de</strong> zuid-Zweedse regio Skåne.<br />

Het Ørestad project, strategisch gele<strong>de</strong>n<br />

bij <strong>de</strong> nieuwe brug over <strong>de</strong> Sont naar<br />

Malmö, was een belangrijke component<br />

hierin. Het project ken<strong>de</strong> twee hoofddoelstellingen:<br />

het zou een belangrijk<br />

economisch zwaartepunt wor<strong>de</strong>n voor<br />

kantoren en an<strong>de</strong>re functies in <strong>de</strong> zich<br />

snel ontwikkelen<strong>de</strong> Øresund regio en<br />

<strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkeling<br />

zou<strong>de</strong>n gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

bekostiging <strong>van</strong> een nieuw openbaar


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 170<br />

Foto’s: Ørestad (bron: Ørestadsselskabet)<br />

vervoerssysteem voor Kopenhagen, <strong>de</strong><br />

metro. In tegenstelling tot Zuidas was<br />

Ørestad vooral een publiek geleid ontwikkelingsproject.<br />

<strong>De</strong> gemeente Kopenhagen<br />

en <strong>de</strong> nationale overheid richtten samen<br />

<strong>de</strong> Ørestad Ontwikkelingsmaatschappij<br />

op. Via goedkope, door <strong>de</strong> staat gegaran<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

leningen bouw<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze allereerst<br />

het nieuwe metrostelsel. Vanaf 2000<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste kavels in het lege Ørestad<br />

gebied uitgegeven en verwacht werd dat<br />

in een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig jaar het gebied<br />

zich zou ontwikkelen tot een belangrijke,<br />

nieuwe ste<strong>de</strong>lijke zone in Kopenhagen.<br />

Maatschappelijke ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

in Forum<br />

Met het Forum project trachtte Barcelona<br />

zijn internationale faam in het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> grootschalige evenementen, zoals <strong>de</strong><br />

Olympische Spelen <strong>van</strong> 1992, te gebruiken<br />

voor ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling. Ten opzichte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re casussen kent het een veel<br />

kleiner vastgoedprogramma. Ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

is vooral ge<strong>de</strong>finieerd als het creëren <strong>van</strong><br />

nieuwe openbare ruimten in het centrale<br />

gebied en een serie <strong>van</strong> meer conventionele<br />

vastgoedprojecten daar omheen. Forum<br />

werd ontwikkeld rond drie inhou<strong>de</strong>lijke<br />

i<strong>de</strong>eën: als een fysiek regeneratieproject<br />

voor een oud industrieel ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong><br />

Barcelona, als een (inter)nationaal en<br />

lokaal cultureel massa evenement en als<br />

een project <strong>van</strong> belangrijke ecologische<br />

investeringen. Organisatorisch werd er een<br />

sterke scheiding doorgevoerd tussen <strong>de</strong><br />

partijen die verantwoor<strong>de</strong>lijk waren voor<br />

<strong>de</strong> fysieke transformatie en het culturele<br />

evenement. In een vroeg stadium werd <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>van</strong> het gebied aan het Wereld<br />

Cultuur Forum evenement gekoppeld. Dit<br />

nieuwe, door <strong>de</strong> gemeente zelf bedachte en<br />

door UNESCO gesteun<strong>de</strong> grootschalige<br />

evenement zou in het voorjaar <strong>van</strong> 2004<br />

geduren<strong>de</strong> vier maan<strong>de</strong>n in het gebied<br />

wor<strong>de</strong>n georganiseerd. Dit vooruitzicht<br />

werd vooral strategisch benut om extra<br />

financiële mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re overheidslagen<br />

te mobiliseren om snel in het gebied<br />

te investeren en het gereed te maken om in<br />

2004 miljoenen bezoekers te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Teleurstellen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Ondanks <strong>de</strong> vele plannen voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

toont een bezoek aan <strong>de</strong>ze drie<br />

projecten aan dat ze, na ongeveer tien jaar<br />

in ontwikkeling, nog nauwelijks ste<strong>de</strong>lijk<br />

zijn. <strong>De</strong> Zuidas is economisch succesvol,<br />

maar kent tot nu toe vooral kantoren,<br />

terwijl <strong>de</strong> openbare ruimte versnipperd is<br />

en leeg buiten kantooruren. In Ørestad zijn<br />

er bemoedigen<strong>de</strong> resultaten gehaald in het<br />

noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het project waar rond<br />

een nieuwe universiteit en enkele publieksgebouwen<br />

een aardig gemengd ste<strong>de</strong>lijk<br />

gebied is ontstaan met woningen, kantoren<br />

en aantrekkelijke openbare ruimte. Het<br />

door planners zo vurig nagestreef<strong>de</strong> leven-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 171<br />

Forumgebouw (bron: Forum Barcelona)<br />

dige centrumgebied is echter nog totaal niet<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> grond gekomen. In Barcelona geeft<br />

het gebied momenteel een spookachtige<br />

indruk. Na afloop <strong>van</strong> het Forum evenement<br />

overheersen immense lege pleinen,<br />

terwijl rondom het project vooral dure<br />

hotels, een winkelcentrum en woontorens<br />

staan die zich <strong>van</strong> het gebied lijken af<br />

te keren. Uiteraard beloven alle drie <strong>de</strong><br />

projecten beterschap. In Amsterdam<br />

wordt gehoopt op het dokmo<strong>de</strong>l om een<br />

gemengd ste<strong>de</strong>lijk centrumgebied te<br />

ontwikkelen. In Kopenhagen en Barcelona<br />

moeten ook nog vele <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> plannen<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Betrokkenen wijzen<br />

er terecht op dat je nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

ook niet kan ‘bouwen’. Het heeft te maken<br />

met voor planners veel ongrijpbaar<strong>de</strong>re<br />

aspecten <strong>van</strong> het gebruik en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie<br />

<strong>van</strong> economische ruimte. Toch lijkt het<br />

overdui<strong>de</strong>lijk dat in <strong>de</strong>ze drie projecten <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid (nog) niet<br />

zijn uitgegroeid tot een sociale norm die het<br />

gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> investeren<strong>de</strong> partijen sterk<br />

heeft beïnvloed. In alle drie <strong>de</strong> gevallen zijn<br />

ruimtelijke investeringen gepleegd die ver<br />

af staan <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze oorspronkelijke i<strong>de</strong>eën.<br />

Retoriek of actie?<br />

Hoe kunnen we dit verschil tussen retoriek<br />

en actie verklaren? Als we <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke<br />

i<strong>de</strong>eën achter <strong>de</strong> drie projecten vergelijken


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 172<br />

zien we overeenkomstige ambities voor <strong>de</strong><br />

integratie <strong>van</strong> economische en ste<strong>de</strong>lijke<br />

ontwikkeling met infrastructuur. <strong>De</strong>ze<br />

keuze is een logische: een voorwaar<strong>de</strong><br />

voor ste<strong>de</strong>lijkheid is het organiseren <strong>van</strong><br />

een brandpunt <strong>van</strong> stromen <strong>van</strong> mensen<br />

en activiteiten. In Zuidas en Ørestad was<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid vooral een i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> planners<br />

om het vastgoedprogramma te mengen<br />

rondom een knooppunt. In Barcelona<br />

bestond daarnaast een bre<strong>de</strong>re programmatische<br />

en maatschappelijke strategie. Via<br />

het Forum evenement zou<strong>de</strong>n miljoenen<br />

bezoekers en tv-kijkers nationaal en internationaal<br />

bekend raken met <strong>de</strong> transformatie.<br />

Daarnaast was het plan om tal <strong>van</strong><br />

groepen te betrekken bij <strong>de</strong> voorbereiding.<br />

Alle drie <strong>de</strong> projecten ken<strong>de</strong>n echter cruciale<br />

hiaten in hun organisatie die <strong>de</strong> ambitie<br />

voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid hin<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. In<br />

Amsterdam resulteer<strong>de</strong> een gebrekkige<br />

relatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zuidas met <strong>de</strong> nationale<br />

overheid tot een jarenlange stilstand<br />

over het belangrijke dokmo<strong>de</strong>l dossier.<br />

Ørestad werd gehin<strong>de</strong>rd door een sterk<br />

bij <strong>de</strong> verwachting achterblijven<strong>de</strong> vraag<br />

naar kantoren. In combinatie met grote<br />

budgetoverschrijdingen voor <strong>de</strong> metro<br />

kwam <strong>de</strong> Ørestad ontwikkelingsmaatschappij<br />

in financiële problemen en was<br />

<strong>de</strong>ze genoodzaakt tot aanpassingen aan<br />

<strong>de</strong> oorspronkelijke intenties voor nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid. <strong>De</strong> korte termijn opbrengsten<br />

wer<strong>de</strong>n vergroot door veel dure woningen<br />

en, op <strong>de</strong> meest prominente plek, een groot<br />

naar binnen gekeerd winkelcentrum. Via<br />

het Forum evenement waren in Barcelona<br />

kansen om twee <strong>van</strong> <strong>de</strong> opvallen<strong>de</strong><br />

zwakhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> dit soort projecten te<br />

voorkomen: hun gebrekkige relatie met <strong>de</strong><br />

maatschappij waarvoor ze ‘ste<strong>de</strong>lijk’ willen<br />

wor<strong>de</strong>n en een gebrek aan bezoekerspoten-<br />

tieel die ste<strong>de</strong>lijke functies on<strong>de</strong>rsteunen.<br />

Het Forum evenement werd echter negatief<br />

ont<strong>van</strong>gen en uitein<strong>de</strong>lijk vormgegeven in<br />

een zeer gesloten besluitvormingsproces.<br />

In combinatie met een gebrek aan i<strong>de</strong>eën<br />

voor het gebied na afloop <strong>van</strong> het evenement<br />

in 2004, leid<strong>de</strong> dit tot een breed<br />

gedragen gevoel <strong>van</strong> teleurstelling bij <strong>de</strong><br />

stadsbevolking en kritiek dat het project<br />

niets bijdroeg aan <strong>de</strong> problemen waarmee<br />

<strong>de</strong> stad kampte (Majoor, 2008b).<br />

Onverbon<strong>de</strong>n ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek toont daarmee dat <strong>de</strong><br />

ambitie voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid in <strong>de</strong>ze<br />

drie projecten tot nu toe een ‘onverbon<strong>de</strong>n<br />

innovatie’ is gebleven. Het concept is zeker<br />

nog niet uitgegroeid tot een sociale norm<br />

die het gedrag <strong>van</strong> partijen duurzaam<br />

structureert met bijbehoren<strong>de</strong> straf- en<br />

beloningsmechanismen. Dit komt<br />

vooral omdat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid niet is<br />

verbon<strong>de</strong>n aan vernieuwen<strong>de</strong> aanpakken.<br />

Zoals met zoveel planconcepten kunnen<br />

ste<strong>de</strong>lijke aspecten moeilijk top-down<br />

wor<strong>de</strong>n ‘afgedwongen’, al helemaal niet<br />

in projecten waar overhe<strong>de</strong>n smachten<br />

om particuliere investeringen. Het i<strong>de</strong>e<br />

moet zich bewijzen in <strong>de</strong> interactie tussen<br />

partijen en <strong>de</strong> subtiele machtsprocessen<br />

over <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige ruimtelijke ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een gebied (Gualini & Majoor,<br />

2007). <strong>De</strong> basis hiervoor is natuurlijk<br />

enerzijds een positieve inhou<strong>de</strong>lijke<br />

overweging <strong>van</strong> partijen ten opzichte <strong>van</strong><br />

het planconcept. Als we kijken naar <strong>de</strong> nu<br />

meestal aanwezige partijen zijn zwakke<br />

aanwijzingen te bespeuren dat individuele<br />

particuliere investeer<strong>de</strong>rs en gebruikers<br />

meer geïnteresseerd raken in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid in <strong>de</strong>rgelijke plekken,<br />

bijvoorbeeld omdat dit leidt tot een<br />

aangenamere werkomgeving, een speciale


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 173<br />

uitstraling of omdat menging investerings-<br />

en beleggingsrisico’s kan vermin<strong>de</strong>ren.<br />

Wat echter vaak ontbreekt om <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> stap te zetten zijn procesmatige<br />

innovaties waardoor situaties ontstaan<br />

waarin betrokken partijen elkaar<br />

aanspreken op <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke kwaliteiten<br />

in plannen en collectieve actie in die<br />

richting ontstaat. Om dit te stimuleren<br />

is het bijvoorbeeld belangrijk kritisch te<br />

kijken naar <strong>de</strong> toegang tot planprocessen.<br />

Wie mag meedoen, bepaalt voor een<br />

groot <strong>de</strong>el welke inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën op<br />

tafel liggen en beïnvloedt daarmee sterk<br />

welk gedrag acceptabel wordt geacht<br />

binnen een project. In dit opzicht zijn <strong>de</strong><br />

resultaten in <strong>de</strong> drie cases teleurstellend,<br />

vooral omdat <strong>de</strong> participanten in <strong>de</strong>ze<br />

processen beperkt blijven tot <strong>de</strong> direct<br />

investeren<strong>de</strong> partijen. Het gevaar is dan<br />

dat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid beperkt blijft<br />

tot het ‘opleuken’ <strong>van</strong> kantoorlocaties<br />

met enkele zorgvuldig geselecteer<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke functies, maar ver<strong>de</strong>r weinig<br />

om het lijf heeft.<br />

Meer open planprocessen waarin ook<br />

plaats is voor <strong>toekomst</strong>ige gebruikers,<br />

maatschappelijke groepen en culturele<br />

partijen, leveren waarschijnlijk betere<br />

condities op voor een radicalere<br />

invulling <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid. Dit kan<br />

uitein<strong>de</strong>lijk ook lei<strong>de</strong>n tot een grotere<br />

maatschappelijke acceptatie en i<strong>de</strong>ntificatie<br />

met <strong>de</strong>ze projecten. Een <strong>de</strong>rgelijke<br />

aanpak hoeft op <strong>de</strong> lange termijn niet<br />

tegengesteld te zijn aan <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong><br />

dominante particuliere investeer<strong>de</strong>rs.<br />

<strong>De</strong> nu zo gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

centra in Amsterdam, Kopenhagen en<br />

Barcelona zijn juist door een continue<br />

soms heftige maatschappelijke strijd<br />

gevormd. Ze kenmerken zich <strong>de</strong> laatste<br />

<strong>de</strong>cennia ook door nieuwe economische<br />

vitaliteit, juist ook door hun karakteristieke<br />

gemeng<strong>de</strong> fijnmazige milieus waar plaats<br />

is voor diverse groepen en leefstijlen.<br />

Nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten is<br />

zeker geen doel op zich, maar kan, indien<br />

beter maatschappelijk verbon<strong>de</strong>n, een<br />

interessant planconcept zijn dat inspireert<br />

om <strong>de</strong>ze plekken werkelijk een bre<strong>de</strong>re<br />

maatschappelijke agenda mee te geven.<br />

Stan Majoor (s.j.h.majoor@uva.nl) is verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Geografie, Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Momenteel is hij visiting assistant professor aan The<br />

University of Hong Kong.<br />

Literatuur<br />

Coleman, J.S. (1990) Foundations of Social Theory, Harvard<br />

University Press, Cambridge, MA<br />

Fainstein, S.S. (2000) ‘New directions in planning theory’,<br />

Urban Affairs Review, jg. 35, nr. 4, p. 451-478<br />

Gualini, E. & S.J.H. Majoor (2007) ‘Innovative practices in large<br />

urban <strong>de</strong>velopment projects: conflicting frames in the quest<br />

for ‘new urbanity’’, Planning Theory and Practice, jg. 8, nr. 2,<br />

p. 297-318<br />

Hechter, M. & K. Opp (red.) (2001) Social Norms, Russell Sage<br />

Foundation, New York City<br />

Majoor, S.J.H. (2008a) Disconnected Innovations, New<br />

urbanity in large-scale <strong>de</strong>velopment projects: Zuidas<br />

Amsterdam, Ørestad Copenhagen and Forum Barcelona,<br />

Eburon, <strong>De</strong>lft<br />

Majoor, S.J.H. (2008b) ‘A cultural approach to city building:<br />

lessons from Forum Barcelona’, J. Boomgaard (red.) Highrise<br />

and common ground: art and the Amsterdam Zuidas area,<br />

Valiz, Amsterdam<br />

Moulaert, F., A. Rodríguez & E. Swyngedouw (red.) (2003)<br />

The Globalized City: Economic restructuring and social<br />

polarization in European cities, Oxford University Press,<br />

Oxford<br />

Salet, W. & E. Gualini (red.) (2007) Framing Strategic Urban<br />

Projects. Learning from current experiences in European<br />

urban regions, Routledge, London


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 174<br />

Mark Nijenhuis<br />

Waar is het residu?


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 175<br />

Ruimtelijke ambities wor<strong>de</strong>n gefinancierd uit gron<strong>de</strong>xploitaties. Een ruim<br />

opgezette wijk met een goe<strong>de</strong> openbaar vervoer voorziening, voldoen<strong>de</strong> parken,<br />

parkeerplekken en speelplekken vergen grote investeringen. Het lijkt op het eerste<br />

gezicht dan ook niet vreemd dat <strong>de</strong>ze ambities financieel niet allemaal door <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie gedragen kunnen wor<strong>de</strong>n. Maar dat is het wel! In ie<strong>de</strong>r geval voor<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong> woonwijken die in het afgelopen <strong>de</strong>cennium zijn gerealiseerd.<br />

<strong>De</strong> winsten op grote woningbouwprojecten<br />

waren het afgelopen <strong>de</strong>cennium voor sommige<br />

partijen buitengewoon hoog. <strong>De</strong> winsten<br />

ontston<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> sterke toename<br />

<strong>van</strong> woningprijzen en <strong>de</strong> gelijktijdig veel<br />

min<strong>de</strong>r sterke stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwkosten.<br />

<strong>De</strong>ze marktontwikkelingen leid<strong>de</strong>n tot een<br />

grote residuele waar<strong>de</strong> die door een aantal<br />

partijen als winst kon wor<strong>de</strong>n geïncasseerd.<br />

Veel gron<strong>de</strong>xploitanten, waaron<strong>de</strong>r veel<br />

gemeenten, <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n hier ogenschijnlijk niet<br />

in mee. Gron<strong>de</strong>xploitaties laten immers<br />

lang niet altijd rooskleurige cijfers zien en<br />

in een aantal gevallen moest <strong>de</strong> ambitie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> plannen zelfs wor<strong>de</strong>n bijgesteld. Het<br />

‘dossier Vinex’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> Volkskrant (2006)<br />

bevat hierover vele voorbeel<strong>de</strong>n.<br />

Het is <strong>de</strong> vraag hoe het mogelijk is dat<br />

gron<strong>de</strong>xploitanten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze gunstige<br />

marktomstandighe<strong>de</strong>n er niet in slaag<strong>de</strong>n<br />

betere financiële resultaten te behalen.<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

In gron<strong>de</strong>xploitaties wordt grond verworven,<br />

bouwrijp gemaakt en uitein<strong>de</strong>lijk<br />

wor<strong>de</strong>n inkomsten verkregen uit <strong>de</strong><br />

verkoop <strong>van</strong> bouwkavels. <strong>De</strong> looptijd <strong>van</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitaties is lang en omkleed met<br />

veel onzekerhe<strong>de</strong>n. Vanwege <strong>de</strong>ze onzekerhe<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n doorgaans voorzichtige<br />

aannames gedaan ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige inkomsten. Het is gebruikelijk<br />

dat in gron<strong>de</strong>xploitaties gerekend wordt<br />

met een jaarlijkse toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkoopwaar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> bouwkavels on<strong>de</strong>r het normale<br />

inflatiepercentage. Vaak wordt rekening<br />

gehou<strong>de</strong>n met een jaarlijkse stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> tussen één en twee procent.<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie wordt uitgevoerd door<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant. In het verle<strong>de</strong>n was dit<br />

vrijwel altijd <strong>de</strong> gemeente. Tegenwoordig<br />

wordt een gron<strong>de</strong>xploitatie vaak door private<br />

partijen, al dan niet in samenwerking<br />

met een gemeente, uitgevoerd. Bij <strong>de</strong> start<br />

<strong>van</strong> een project moet <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant<br />

aantonen dat sprake is <strong>van</strong> een financieel<br />

haalbare gron<strong>de</strong>xploitatie. Hiervoor<br />

dienen zowel <strong>de</strong> verwachte uitgaven als <strong>de</strong><br />

verwachte inkomsten goed on<strong>de</strong>rbouwd in<br />

kaart te wor<strong>de</strong>n gebracht en tevens wordt<br />

aangegeven wanneer <strong>de</strong>ze naar verwachting<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r aangetoon<strong>de</strong><br />

financiële haalbaarheid wordt een bestemmingsplan<br />

niet goedgekeurd en kan er niet<br />

wor<strong>de</strong>n gebouwd.<br />

Residuele grondwaar<strong>de</strong><br />

<strong>De</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> bouwkavels kan wor<strong>de</strong>n berekend<br />

aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> residuele grondwaar<strong>de</strong>theorie<br />

(Ricardo, 1821). <strong>De</strong>ze theorie<br />

laat zien dat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> bouwkavels<br />

een afgelei<strong>de</strong> is <strong>van</strong> ontwikkelingen op <strong>de</strong><br />

woningmarkt en <strong>de</strong> bouwmarkt. <strong>De</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> een bouwkavel is het verschil tussen <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een woning en <strong>de</strong> bouwkosten<br />

<strong>van</strong> die woning. Wanneer <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

woningen sterker stijgt dan <strong>de</strong> bouwkosten,<br />

neemt <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> toe.<br />

<strong>De</strong> prijzen <strong>van</strong> woningen zijn sinds 1996<br />

gemid<strong>de</strong>ld met bijna acht procent per jaar<br />

gestegen. Dit was mogelijk doordat <strong>de</strong><br />

inkomens <strong>van</strong> huishou<strong>de</strong>ns stegen, <strong>de</strong> rente<br />

daal<strong>de</strong> en <strong>de</strong> financieringsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

sinds het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig<br />

wer<strong>de</strong>n verruimd (Verbruggen e.a., 2005;<br />

Zweedijk, 2005). Doordat <strong>de</strong>ze factoren<br />

wijzig<strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n huishou<strong>de</strong>ns voor hetzelf<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>el <strong>van</strong> hun inkomen veel meer geld<br />

lenen. <strong>De</strong>ze toegenomen betaalcapaciteit<br />

vertaal<strong>de</strong> zich op <strong>de</strong> woningmarkt in hogere<br />

woningprijzen.<br />

In 1996 bedroeg <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

nieuwbouwwoning circa 140.000<br />

euro. <strong>De</strong> bouwkosten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze woning<br />

bedroegen in totaliteit circa 120.000 euro,<br />

waardoor <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> <strong>de</strong>stijds 20.000<br />

euro bedroeg. <strong>De</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> woningen is<br />

sindsdien fors gestegen. Hier moet echter<br />

wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

nieuwbouwwoning tegenwoordig aanzienlijk<br />

groter is dan in 1996. Gecorrigeerd<br />

voor dit gegeven bedraagt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> nieuwbouwwoning in 2006<br />

circa 340.000 euro. <strong>De</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale<br />

bouwkosten zijn sindsdien toegenomen<br />

tot circa 223.000 euro. <strong>De</strong> grondwaar<strong>de</strong><br />

is daarmee toegenomen <strong>van</strong> 20.000 tot<br />

117.000 euro (figuur 1).<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 176<br />

<strong>De</strong>ze grondwaar<strong>de</strong>stijging komt neer op<br />

circa negentien procent per jaar. Dit is<br />

aanzienlijk meer dan <strong>de</strong> ramingen <strong>van</strong><br />

één tot twee procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

uit 1996.<br />

Het grote verschil tussen <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

aannames en <strong>de</strong> feitelijke<br />

ontwikkelingen heeft ervoor gezorgd dat<br />

bij woonwijken een financieel surplus<br />

kon ontstaan. Dit residu bedraagt bij<br />

een woonwijk <strong>van</strong> enige om<strong>van</strong>g, met<br />

bijvoorbeeld 10.000 woningen, ruwweg<br />

vijfhon<strong>de</strong>rd miljoen euro. Indien een<br />

gron<strong>de</strong>xploitant <strong>de</strong> bouwkavels voor <strong>de</strong><br />

feitelijke grondwaar<strong>de</strong> verkoopt, komt dit<br />

residu in <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie terecht. Het<br />

eindresultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie zal<br />

dan dus vijfhon<strong>de</strong>rd miljoen euro hoger<br />

zijn dan het oorspronkelijk verwachte<br />

eindresultaat. Het is daarom vreemd dat<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong> Vinex-wijken on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>ze gunstige marktomstandighe<strong>de</strong>n<br />

geen positieve miljoenensaldo’s laten<br />

zien, ruimtelijke ambities niet kunnen<br />

financieren en er soms zelfs financiële<br />

tekorten ontstaan. <strong>De</strong> vraag rijst waar <strong>de</strong><br />

miljoenen euro’s gebleven zijn.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> prijs <strong>van</strong> ruwe<br />

bouwgrond hoog. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het residu<br />

lekt reeds bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> een project weg<br />

doordat gron<strong>de</strong>xploitanten een hoge<br />

verwervingsprijs voor ruwe bouwgrond<br />

moeten betalen. Gron<strong>de</strong>igenaren die


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 177<br />

Figuur 1 Stichtingskosten nieuwbouwwoningen<br />

1996 versus 2006 (Bron: NVM, CBS)<br />

e 400.000<br />

e 350.000<br />

e 300.000<br />

e 250.000<br />

e 200.000<br />

e 150.000<br />

e 100.000<br />

e 50.000<br />

0<br />

1996 2006<br />

BTW Winst & risico Bijkomen<strong>de</strong> kosten<br />

Bouwkosten Grondwaar<strong>de</strong><br />

door een gemeente onteigend wor<strong>de</strong>n<br />

kunnen <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse onteigeningswetgeving<br />

aanspraak maken op <strong>de</strong><br />

verwachtingswaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige<br />

woningbouwbestemming. <strong>De</strong>ze waar<strong>de</strong><br />

is aanzienlijk hoger dan <strong>de</strong> agrarische<br />

waar<strong>de</strong>. Daarnaast is het recht om te mogen<br />

bouwen door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onteigeningswetgeving<br />

gekoppeld aan het gron<strong>de</strong>igendom.<br />

<strong>De</strong> concurrentie om schaarse bouwrechten<br />

is verplaatst naar <strong>de</strong> grondmarkt (Segeren,<br />

2007). Ontwikkelaars wor<strong>de</strong>n hierdoor<br />

gedwongen grond te kopen om te kunnen<br />

voortbestaan, waardoor zij minimaal<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> prijs bie<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> op basis<br />

<strong>van</strong> onteigeningswetgeving of zeer vroegtijdig<br />

grond aankopen, op een moment<br />

dat <strong>de</strong> woningbouw nog onzeker is. Door<br />

<strong>de</strong> onzekerheid komt het veelvuldig voor<br />

dat marktpartijen gron<strong>de</strong>n aankopen die<br />

uitein<strong>de</strong>lijk niet ontwikkeld wor<strong>de</strong>n. Door<br />

<strong>de</strong>ze grondspeculatie, waarbij naarmate<br />

meer zekerheid bestaat over een nieuwe<br />

woningbestemming <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grond hoger wordt, kunnen individuele<br />

gron<strong>de</strong>igenaren extreem wor<strong>de</strong>n verrijkt.<br />

Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n is dat, in tegenstelling<br />

tot <strong>de</strong> verwachting, <strong>de</strong> grondopbrengst<br />

in <strong>de</strong> praktijk wordt bepaald door grondprijsafspraken<br />

en niet door marktontwikkelingen<br />

(zie ook <strong>De</strong> Greef, 2005). Over<br />

<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> prijs <strong>van</strong> bouwkavels<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> het project wordt<br />

bepaald, wor<strong>de</strong>n doorgaans bij <strong>de</strong> start<br />

<strong>van</strong> het project afspraken gemaakt. <strong>De</strong>ze<br />

afspraken gel<strong>de</strong>n vaak voor <strong>de</strong> gehele<br />

looptijd en bepalen zo <strong>de</strong> inkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie. Vaak wordt afgesproken<br />

dat kavelprijzen niet wor<strong>de</strong>n berekend<br />

volgens <strong>de</strong> residuele grondwaar<strong>de</strong>metho<strong>de</strong>.<br />

An<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n zoals grondquotes en<br />

vastgestel<strong>de</strong> kavelprijzen wor<strong>de</strong>n veel<br />

gehanteerd. <strong>De</strong> marktontwikkelingen<br />

wor<strong>de</strong>n zo buitengesloten waardoor <strong>de</strong> prijs<br />

<strong>van</strong> bouwkavels niet meer gelijk is aan <strong>de</strong><br />

soms veel hogere residuele grondwaar<strong>de</strong>.<br />

Dat <strong>de</strong>ze afspraken tot stand kunnen<br />

komen heeft een aantal oorzaken. Eén<br />

daar<strong>van</strong> is <strong>de</strong> risicoperceptie <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />

partijen en <strong>de</strong> bereidheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

partijen om risico’s te dragen. Een gron<strong>de</strong>xploitant,<br />

zoals <strong>de</strong> gemeente, kan risico’s<br />

willen vermij<strong>de</strong>n en bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> een<br />

project vaste grondprijzen overeenkomen<br />

voor <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> het project. Mits hierover<br />

<strong>de</strong> juiste afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt (Rust,<br />

2005), komt het marktrisico bij <strong>de</strong> bouwen<strong>de</strong><br />

partijen te liggen. Als vergoeding<br />

<strong>van</strong> dit risico kunnen bouwen<strong>de</strong> partijen<br />

profiteren <strong>van</strong> grondwaar<strong>de</strong>stijgingen als<br />

<strong>de</strong>ze hoger zijn dan <strong>de</strong> afgesproken waar<strong>de</strong>n.<br />

Ook moet in acht wor<strong>de</strong>n genomen<br />

dat in <strong>de</strong> traditionele gemeentelijke gron<strong>de</strong>xploitatiepraktijk<br />

vrijwel altijd behou<strong>de</strong>nd<br />

wordt gerekend. Door <strong>de</strong> gewoonte om <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige grondopbrengsten voorzichtig<br />

in te schatten, is in <strong>de</strong> jaren negentig bij


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 178<br />

het maken <strong>van</strong> grondprijsafspraken door<br />

gemeentelijke gron<strong>de</strong>xploitanten waarschijnlijk<br />

nooit serieus rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>van</strong> explosief stijgen<strong>de</strong><br />

grondwaar<strong>de</strong>n, zoals die optra<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> sinds het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

jaren negentig. Tegenwoordig wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>toekomst</strong>ige grondwaar<strong>de</strong>stijgingen in<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties nog steeds behou<strong>de</strong>nd<br />

ingeschat. Grondprijsafspraken die<br />

momenteel wor<strong>de</strong>n gemaakt hou<strong>de</strong>n wel<br />

meer rekening met het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hogere<br />

grondwaar<strong>de</strong>stijgingen.<br />

Tenslotte geldt dat ontwikkelaars die<br />

tijdig veel grond hebben verworven op<br />

een locatie waar woningen gebouwd<br />

wor<strong>de</strong>n, hun doel hebben bereikt. Zij<br />

hebben via het zelfrealisatiebeginsel <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> onteigeningswetgeving bouwrechten<br />

verkregen en hebben het recht <strong>de</strong> woningen<br />

groten<strong>de</strong>els naar eigen inzicht te ontwikkelen.<br />

Winstmaximalisatie is daarbij een<br />

belangrijke drijfveer. Echter, een gemeente<br />

heeft háár doel dan nog niet bereikt. Een<br />

gemeente wenst doorgaans zelf zoveel<br />

mogelijk te bepalen hoe een wijk eruit komt<br />

te zien, winstmaximalisatie is daarmee<br />

vaak strijdig. Om <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> een<br />

wijk te kunnen bepalen heeft <strong>de</strong> gemeente<br />

<strong>de</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkelaar nodig. <strong>De</strong><br />

onteigeningswetgeving brengt ontwikkelaars<br />

in een sterke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />

voor <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond. Zij kunnen<br />

namelijk niet gedwongen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grond<br />

te verkopen, maar mogen zelf realiseren.<br />

Hierdoor moeten gemeenten zeer hoge<br />

prijzen betalen voor <strong>de</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ontwikkelaars. Dit kan in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong><br />

hoge aankoopprijzen maar bijvoorbeeld<br />

ook in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> gunstige, niet marktconforme<br />

afnamecondities voor bouwrijpe<br />

kavels. Een gemeente betaalt dan in eerste<br />

instantie geen buitensporig bedrag voor <strong>de</strong><br />

grond maar doet wel afstand <strong>van</strong> eventuele<br />

<strong>toekomst</strong>ige grondwaar<strong>de</strong>stijgingen door<br />

gunstige marktontwikkelingen. Een gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

waarin <strong>de</strong> gemeente participeert<br />

met marktpartijen beschikt als gevolg<br />

hier<strong>van</strong> vaak nauwelijks over financiële<br />

buffers om tegenvallers op te <strong>van</strong>gen. Het<br />

residu komt on<strong>de</strong>rtussen groten<strong>de</strong>els bij <strong>de</strong><br />

marktpartijen terecht. Zo lang <strong>de</strong> wetgeving<br />

niet veran<strong>de</strong>rt kan een gemeente hier niet<br />

zoveel aan doen, behalve proberen zelf<br />

zoveel mogelijk grond te bemachtigen.<br />

Helaas drijft dat <strong>de</strong> prijzen <strong>van</strong> ruwe<br />

bouwgrond nog ver<strong>de</strong>r op.<br />

Grondafspraken kunnen er toe lei<strong>de</strong>n<br />

dat een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging<br />

bij ontwikkelen<strong>de</strong> partijen terecht kan<br />

komen. Er blijkt echter ook een oorzaak<br />

<strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re or<strong>de</strong>, die een belangrijke<br />

re<strong>de</strong>n vormt voor het gegeven dat <strong>de</strong><br />

financiële resultaten <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties<br />

relatief mager zijn. <strong>De</strong> kosten vallen vaak<br />

veel hoger uit dan verwacht. Extra kosten


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 179<br />

kunnen ontstaan doordat oorspronkelijke<br />

ramingen <strong>van</strong> civieltechnische kosten<br />

en plankosten te laag wor<strong>de</strong>n ingeschat,<br />

door planwijzigingen die lei<strong>de</strong>n tot extra<br />

kosten, en door vertragingen die lei<strong>de</strong>n tot<br />

hogere rentekosten. <strong>De</strong> kostenoverschrijdingen<br />

wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt doordat, ondanks<br />

<strong>de</strong> grondprijsafspraken, een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het<br />

residu wel door <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitanten wordt<br />

geïncasseerd. Het geïncasseer<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

het residu is vaak niet toereikend om alle<br />

kostenoverschrijdingen te kunnen <strong>de</strong>kken.<br />

Niettemin laten gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong><br />

grote nieuwbouwprojecten toch vaak een<br />

positief resultaat zien door een verlaging<br />

<strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el sociale woningbouw (met<br />

een kunstmatig lage grondwaar<strong>de</strong>). Zon<strong>de</strong>r<br />

dit soort programmawijzigingen zou<strong>de</strong>n<br />

projecten vaker een negatief resultaat laten<br />

zien.<br />

Geconclu<strong>de</strong>erd kan wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> positie<br />

<strong>van</strong> een gron<strong>de</strong>xploitant en <strong>de</strong> positie<br />

<strong>van</strong> een gemeente in het bijzon<strong>de</strong>r niet<br />

sterk is. Het is voor hen moeilijk om goed<br />

te kunnen profiteren <strong>van</strong> een eventueel<br />

residu. <strong>De</strong> behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, risicomij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

houding <strong>van</strong> gemeenten in combinatie<br />

met <strong>de</strong> onteigeningswetgeving en het<br />

gron<strong>de</strong>igendom <strong>van</strong> marktpartijen dat<br />

daar het gevolg <strong>van</strong> is, staat dit in <strong>de</strong> weg.<br />

<strong>De</strong> zwakke positie <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>xploitanten<br />

zorgt ervoor dat zelfs in een perio<strong>de</strong> met<br />

extreme grondwaar<strong>de</strong>stijgingen bezuinigd<br />

of gesnoeid moet wor<strong>de</strong>n in het aan<strong>de</strong>el<br />

goedkope woningen. Dui<strong>de</strong>lijk is ook dat<br />

<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> grote gebiedsontwikkelingen<br />

te laag wor<strong>de</strong>n geraamd.<br />

Positieverbetering<br />

<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> een gron<strong>de</strong>xploitant kan<br />

wor<strong>de</strong>n verbeterd door <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

ruwe bouwgrond pas vast te stellen op het<br />

moment dat een nieuw bestemmingsplan<br />

gereed is. Hierdoor ontstaat financiële<br />

ruimte die kan wor<strong>de</strong>n ingezet voor <strong>de</strong><br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebiedsontwikkeling<br />

als geheel. Dit vergt een aanpassing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wetgeving (Needham &<br />

Geuting 2006). <strong>De</strong> vraag is in hoeverre<br />

het wenselijk is dat kapitalen wor<strong>de</strong>n<br />

geïnvesteerd in grondposities waardoor


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 180<br />

willekeurige gron<strong>de</strong>igenaren exorbitant<br />

verrijkt wor<strong>de</strong>n, terwijl dit geld wellicht<br />

ook in kwaliteit <strong>van</strong> woonwijken kan<br />

wor<strong>de</strong>n geïnvesteerd.<br />

In <strong>de</strong> huidige situatie geldt voor een<br />

gemeente dat zij haar positie kan verbeteren<br />

en beter kan profiteren <strong>van</strong> een residu<br />

indien zij zelf net als marktpartijen bouwkavels<br />

afneemt. Hiermee verkrijgt een<br />

gemeente een positie die gelijkwaardig is<br />

aan die <strong>van</strong> marktpartijen. Een gemeente<br />

kan in dit geval <strong>de</strong> kavels wel weer doorverkopen<br />

op <strong>de</strong> woningbouwmarkt tegen<br />

<strong>de</strong> marktconforme residuele grondwaar<strong>de</strong>.<br />

Voorwaar<strong>de</strong> is dat een gemeente wel<br />

bereid moet zijn om marktrisico’s te lopen.<br />

<strong>De</strong> nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet die in <strong>de</strong><br />

loop <strong>van</strong> dit jaar wordt geïmplementeerd<br />

biedt gemeenten mogelijkhe<strong>de</strong>n om meer<br />

eisen te stellen aan randvoorwaar<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>de</strong> wijk. Of hiermee ook beter geprofiteerd<br />

kan wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> grondwaar<strong>de</strong>stijgingen<br />

is zeer <strong>de</strong> vraag. <strong>De</strong> wetgeving concentreert<br />

zich op een betere ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kosten en niet op een betere ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong><br />

grondopbrengsten.<br />

Naar een lager residu<br />

<strong>De</strong> afgelopen twee <strong>de</strong>cennia wer<strong>de</strong>n<br />

gekenmerkt door een stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> huizenprijzen<br />

die structureel hoger was dan<br />

<strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwkosten. Hierdoor<br />

nam <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> zeer sterk toe. <strong>De</strong><br />

drijven<strong>de</strong> krachten hierachter waren<br />

<strong>de</strong> almaar dalen<strong>de</strong> rente, <strong>de</strong> gestegen<br />

inkomens en <strong>de</strong> verruim<strong>de</strong> hypotheekverstrekking.<br />

<strong>De</strong>ze krachten lijken inmid<strong>de</strong>ls<br />

groten<strong>de</strong>els uitgewerkt. <strong>De</strong> rente is nog<br />

steeds laag maar een ver<strong>de</strong>re grote daling<br />

is niet waarschijnlijk. <strong>De</strong> hypotheekverstrekking<br />

wordt niet ver<strong>de</strong>r verruimd<br />

maar is zelfs verscherpt. Hypotheken<br />

mogen nog maar tot maximaal 4,5 keer<br />

het inkomen verstrekt wor<strong>de</strong>n en het effect<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kredietcrisis is nog niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />

<strong>De</strong> enige drijven<strong>de</strong> kracht die nog over<br />

is, is <strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> inkomens <strong>van</strong><br />

huishou<strong>de</strong>ns. <strong>De</strong>ze zal naar verwachting<br />

<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren echter niet spectaculaire<br />

vormen aannemen en ook het percentage<br />

tweeverdieners zal naar verwachting niet<br />

veel ver<strong>de</strong>r meer stijgen. Wellicht kan het<br />

toegenomen vermogen <strong>van</strong> huishou<strong>de</strong>ns<br />

nog een rol spelen, maar het effect hier<strong>van</strong><br />

op <strong>de</strong> woningprijzen is nog ondui<strong>de</strong>lijk.<br />

Het ziet er dan ook naar uit dat <strong>de</strong> stijging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningprijzen in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r sterk zal zijn. Als<br />

gevolg hier<strong>van</strong> zal ook <strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grondwaar<strong>de</strong> veel min<strong>de</strong>r sterk zijn. Zeker<br />

omdat <strong>de</strong> bouwkosten <strong>de</strong> afgelopen jaren<br />

zijn opgelopen en het er niet naar uitziet<br />

dat daar snel een veran<strong>de</strong>ring in zal komen.<br />

Voor veel <strong>toekomst</strong>ige woningbouwprojecten<br />

betekent dit dat er veel min<strong>de</strong>r<br />

financiële speelruimte zal bestaan om <strong>de</strong><br />

veelvuldig optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kostenoverschrijdingen<br />

op te <strong>van</strong>gen. Er zal veel nadrukkelijker<br />

moeten wor<strong>de</strong>n gestuurd op het halen<br />

<strong>van</strong> planningen en het in kaart brengen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> werkelijke kosten om gron<strong>de</strong>xploitaties<br />

financieel gezond te hou<strong>de</strong>n.<br />

Mark Nijenhuis (mnijenhuis@amvest.nl) is werkzaam als<br />

planeconoom op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Gebiedsontwikkeling bij Amvest<br />

Literatuur<br />

Rengers, M. & X. <strong>van</strong> Uffelen (2006) ‘Gemeente snoeit in wonen<br />

en groen <strong>van</strong> Vinex-wijk’, <strong>de</strong> Volkskrant, 21 februari<br />

Rengers, M. & X. <strong>van</strong> Uffelen (2006) ‘Een koektrommel vol loze<br />

beloften’, <strong>de</strong> Volkskrant, 21 februari<br />

M. Aar<strong>de</strong>n (2006) ‘Homo vinex mist wild groen’, <strong>de</strong> Volkskrant,<br />

30 <strong>de</strong>cember<br />

Greef, J.H. <strong>de</strong> (2005) Gronduitgifteprijzen op uitleglocaties,<br />

Casestudies voor het on<strong>de</strong>rzoek prijskolom nieuwbouw, OTB,<br />

<strong>De</strong>lft


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 181<br />

Needham, B. & E. Geuting (2006) Afschaffing <strong>van</strong><br />

het zelfrealisatiebeginsel, economische effecten,<br />

Radbouduniversiteit Nijmegen, Nijmegen<br />

Ricardo, D. (1821) On the principals of political economy and<br />

taxation, John Murray, London<br />

Rust, W.N.J, (2005) Residuele grondwaar<strong>de</strong> en<br />

gron<strong>de</strong>xploitatie berekeningen, Fakton, Rotterdam<br />

Segeren, A. (2007) <strong>De</strong> grondmarkt voor<br />

woningbouwlocaties, Belangen en strategieën <strong>van</strong><br />

gron<strong>de</strong>igenaren, Nai Uitgevers, Rotterdam<br />

Verbruggen, J., H. Kranendonk, M. <strong>van</strong> Leuvensteijn & M.<br />

Toet (2005) Welke factoren bepalen <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

huizenprijs in Ne<strong>de</strong>rland, CPB publicatie, <strong>De</strong>n Haag<br />

Zweedijk, A. (2005) Basissyllabus Marktanalyse Module IV<br />

Woningmarkt, Amsterdam School of Real Estate, Amsterdam<br />

<strong>De</strong> auteur heeft het artikel gebaseerd op zijn scriptieon<strong>de</strong>rzoek<br />

bij <strong>de</strong> Amsterdam School of Real Estate.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 182<br />

Foto: Nicolas Nijhof<br />

Ruud Dorenbos en Nicolas Nijhof<br />

Eigendomsbewijzen<br />

voor<br />

sloppenwijkbewoners:<br />

lessen uit Bolivia


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 183<br />

Het aantal inwoners <strong>van</strong> sloppenwijken neemt explosief toe. <strong>De</strong> Peruaanse<br />

ontwikkelingseconoom Hernando <strong>De</strong> Soto <strong>de</strong>nkt dat door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgifte<br />

<strong>van</strong> lan<strong>de</strong>igendomsbewijzen het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> sloppenwijken<br />

kan wor<strong>de</strong>n tegengegaan. In Bolivia bestaat er sinds 2004 een wet die erin<br />

voorziet om op massale schaal ste<strong>de</strong>lijk eigendom te reguleren resulterend in<br />

lan<strong>de</strong>igendomsbewijzen voor <strong>de</strong> bewoners. Dit blijkt gevolgen te hebben voor<br />

investeringen door bewoners in <strong>de</strong> eigen woning en infrastructurele investeringen<br />

door <strong>de</strong> gemeentelijke overheid.<br />

Hernando <strong>De</strong> Soto is bij het grote publiek<br />

vooral bekend als auteur <strong>van</strong> twee<br />

veelbesproken boeken. In Het an<strong>de</strong>re pad<br />

(1989) beschrijft <strong>De</strong> Soto <strong>de</strong> vele obstakels<br />

die overwonnen moeten wor<strong>de</strong>n om tot<br />

<strong>de</strong> formele sector in zijn thuisland Peru te<br />

kunnen toetre<strong>de</strong>n. In Het mysterie <strong>van</strong> het<br />

kapitaal (2000) stelt hij zichzelf <strong>de</strong> vraag<br />

waarom het niet-westerse <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wereld er maar niet in slaagt om <strong>van</strong> het<br />

kapitalisme te profiteren. Volgens hem is<br />

het onvermogen om kapitaal te produceren<br />

het grootste struikelblok. Weliswaar<br />

beschikt <strong>de</strong> bevolking in veel gevallen<br />

over lapjes grond en een woning, maar <strong>de</strong><br />

eigendomsrechten daar<strong>van</strong> zijn veelal niet<br />

vastgelegd. <strong>De</strong> Soto stelt dat om een positieve<br />

ontwikkeling in sloppenwijken op<br />

gang te krijgen, <strong>de</strong> woningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners<br />

moeten wor<strong>de</strong>n geregulariseerd. Dat<br />

wil zeggen dat het vastgoedbezit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bewoners wettelijk moet wor<strong>de</strong>n erkend<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> eigendomsbewijzen. Met<br />

behulp <strong>van</strong> een eigendomsbewijs zal het<br />

volgens <strong>De</strong> Soto makkelijker wor<strong>de</strong>n om<br />

voor een lening in aanmerking te komen<br />

om daarmee bijvoorbeeld te investeren in<br />

<strong>de</strong> eigen woning.<br />

<strong>De</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto zijn wereldwijd<br />

in <strong>de</strong> praktijk gebracht. Thailand, <strong>de</strong><br />

Filipijnen, Egypte, Mexico, Colombia,<br />

India en Ghana zijn voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

lan<strong>de</strong>n waar men tracht <strong>van</strong> ‘dood<br />

kapitaal’, ‘levend kapitaal’ te maken. Het<br />

bekendste voorbeeld is Peru waar sinds<br />

1996 al bijna 1,6 miljoen eigendomsbewijzen<br />

zijn verstrekt. <strong>De</strong> vraag is echter of dit<br />

ook heeft geleid tot een positieve ontwikkeling<br />

voor <strong>de</strong> sloppenwijkbewoners. Uit<br />

on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat er door bewoners<br />

met een eigendomsbewijs meer wordt<br />

geïnvesteerd in <strong>de</strong> eigen woning waardoor<br />

<strong>de</strong> woonsituatie verbetert en <strong>de</strong> woning in<br />

waar<strong>de</strong> toeneemt. Ook blijkt dat bewoners<br />

zich beter economisch kunnen ontplooien<br />

omdat ze niet langer hoeven te vrezen hun<br />

huis kwijt te raken. Men durft nu bijvoorbeeld<br />

ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> huis te gaan om een baan<br />

te zoeken (Field, 2006). Echter, het beoog<strong>de</strong><br />

effect <strong>van</strong> eigendomstitels, namelijk een<br />

verbeter<strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> kredietmarkt,<br />

heeft (nog) niet plaatsgevon<strong>de</strong>n. Dat geldt<br />

niet alleen voor Peru maar ook voor an<strong>de</strong>re<br />

lan<strong>de</strong>n waar vergelijkbare regulariseringsprojecten<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijk eigendom hebben<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n (Durand-Lasserve &<br />

Payne, 2006). Recent heeft zich in Bolivia<br />

een nieuwe mogelijkheid voorgedaan om<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto in <strong>de</strong> praktijk te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

Aanpak Boliviaanse sloppen<br />

Volgens <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties (2006) is het<br />

aantal sloppenwijkbewoners in Bolivia<br />

gegroeid <strong>van</strong> 2,5 miljoen naar bijna 3,6<br />

miljoen tussen 1990 en 2005. Dit is vooral<br />

het gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote stroom <strong>van</strong> arme


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 184<br />

migranten <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoogvlakte naar <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n.<br />

Hoewel <strong>de</strong> overheid verschillen<strong>de</strong> pogingen<br />

heeft on<strong>de</strong>rnomen huisvesting voor <strong>de</strong><br />

arme bevolking te realiseren, zijn er weinig<br />

successen geboekt. Veel migranten gingen<br />

daarom over tot zelfbouw, resulterend in<br />

woningen <strong>van</strong> slechte kwaliteit die aan geen<br />

enkele bouwnorm vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n. Bovendien<br />

zijn <strong>de</strong>ze woningen vaak gebouwd op<br />

gron<strong>de</strong>n die geen infrastructuur bie<strong>de</strong>n<br />

voor basisvoorzieningen, zoals drinkwater,<br />

riolering en elektriciteit. <strong>De</strong> bewoners <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze woningen hebben vaak wel een bewijs<br />

<strong>van</strong> aankoop <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond, maar dit heeft<br />

meestal geen juridische status. Sinds 2002<br />

heeft <strong>de</strong> overheid echter voor een nieuwe<br />

aanpak - à la Hernando <strong>De</strong> Soto - gekozen,<br />

het zogenoem<strong>de</strong> ARCO-project.<br />

Op 22 mei 2002 werd in Bolivia <strong>de</strong><br />

Wet op Regularisatie <strong>van</strong> Ste<strong>de</strong>lijk<br />

Eigendomsrecht (Ley <strong>de</strong> Regularización<br />

<strong>de</strong>l <strong>De</strong>recho Proprietario Urbano) afgekondigd.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk is <strong>de</strong> wet na een<br />

aantal wijzigingen op 26 november 2004<br />

in werking getre<strong>de</strong>n. PROVIVIENDA is<br />

het belangrijkste programma binnen <strong>de</strong>ze<br />

wet en behelst een gezamenlijk akkoord<br />

(Acuerdo <strong>de</strong> Responsabilida<strong>de</strong>s Compartidas<br />

- ARCO) tussen verschillen<strong>de</strong> ministeries<br />

en vijf gemeenten (La Paz, El Alto, Sucre,<br />

Cochabamba en Santa Cruz) om op massale<br />

schaal ste<strong>de</strong>lijk eigendom te reguleren. Het<br />

regularisatieproces omvat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het<br />

verzamelen <strong>van</strong> zoveel mogelijk informatie<br />

over <strong>de</strong> te regulariseren kavels (bijvoorbeeld<br />

overdrachtsdocumenten en fysische<br />

informatie), <strong>de</strong> planimetrie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> topografische metingen en<br />

cartografie en het controleren en verwerken<br />

<strong>van</strong> alle informatie door <strong>de</strong> gemeente.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk resulteert dit in <strong>de</strong> vastlegging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> fysieke en juridische kenmerken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> kavels, oftewel <strong>de</strong> eigendomsbewijzen.<br />

Sinds 2004 heeft <strong>de</strong> Wet op Regularisatie <strong>van</strong><br />

Ste<strong>de</strong>lijk Eigendomsrecht tot ruim 61.000<br />

geregulariseer<strong>de</strong> kavels geleid.<br />

<strong>De</strong> Soto in Bolivia?<br />

Het ARCO-project maakt het mogelijk om<br />

te on<strong>de</strong>rzoeken of <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto<br />

kloppen. Komen <strong>de</strong> betrokken families<br />

met behulp <strong>van</strong> een eigendomsbewijs nu<br />

makkelijker in aanmerking voor een lening<br />

en gebruiken zij <strong>de</strong>ze leningen ook om hun<br />

woning te verbeteren? Het ARCO-project is<br />

in meer<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Bolivia toegepast. Uit<br />

praktisch oogpunt (tijd) is er voor gekozen<br />

on<strong>de</strong>rzoek te doen in één stad: Cochabamba.<br />

Het pilot-project in Cochabamba omvat<br />

volgens <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning zeventig wijken, wat<br />

neerkomt op ruim 10.000 kavels en ruim<br />

9.000 woningen. Al <strong>de</strong>ze wijken bevin<strong>de</strong>n<br />

zich in district 9 ten zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad<br />

Cochabamba. Oorspronkelijk was district<br />

9 bestemd voor landbouwactiviteiten. <strong>De</strong><br />

grond was echter voornamelijk in han<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> speculanten die <strong>de</strong> massale migratiestromen<br />

had<strong>de</strong>n voorzien en grote stukken<br />

grond opkochten. Toen eind jaren zeventig<br />

Cochabamba werd overspoeld door voormalige<br />

mijnwerkers uit <strong>de</strong> Altiplano verkochten<br />

zij <strong>de</strong> grond zon<strong>de</strong>r dat er een erkend<br />

eigendomsbewijs werd afgegeven. Ook werd<br />

er door <strong>de</strong> verkopen<strong>de</strong> partij niet aan <strong>de</strong> wettelijke<br />

verplichting voldaan om in het gebied<br />

infrastructurele voorzieningen aan te leggen.<br />

Hoewel <strong>de</strong> grond niet bouwrijp was, wer<strong>de</strong>n<br />

er op grote schaal woningen gebouwd. Het<br />

gevolg is dat <strong>de</strong> overheid weinig grip heeft op<br />

<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning in die gebie<strong>de</strong>n. Het<br />

probleem neemt in om<strong>van</strong>g toe doordat het<br />

aantal immigranten nog steeds toeneemt.<br />

<strong>De</strong> wijken in district 9 kenmerken zich<br />

door een lage sociaal-economische status<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners. Bovendien ontbreekt het


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 185<br />

<strong>de</strong>ze wijken aan basisvoorzieningen zoals<br />

verhar<strong>de</strong> wegen en openbare verlichting.<br />

Dit zijn dan ook <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor het<br />

ARCO-project om zich juist op dit district<br />

te concentreren.<br />

Binnen district 9 zijn een drietal wijken<br />

geselecteerd. Hierbij is vooral gekeken<br />

naar het tijdstip <strong>van</strong> regularisatie. Er is<br />

voor gekozen om die wijken te selecteren<br />

die het eerst met het regularisatieproces<br />

zijn begonnen en die daardoor <strong>de</strong> meeste<br />

gelegenheid hebben gehad om het proces<br />

<strong>van</strong> verbetering plaats te laten vin<strong>de</strong>n. Bij<br />

<strong>de</strong> selectie is tevens rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken (niet te ver<br />

<strong>van</strong> het centrum <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad) wat ook een<br />

praktische overweging was. Uitein<strong>de</strong>lijk<br />

zijn er twee wijken geselecteerd (San José<br />

<strong>de</strong> Tamborada en San José <strong>de</strong> la Banda) die<br />

zich op korte afstand <strong>van</strong> het stadscentrum<br />

<strong>van</strong> Cochabamba bevin<strong>de</strong>n en één wijk<br />

(Primero <strong>de</strong> Mayo) die ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het centrum<br />

ligt. In totaal zijn er in <strong>de</strong> drie wijken<br />

41 bewoners geënquêteerd. Er is ook met<br />

<strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie wijken<br />

gesproken. Hieruit bleek dat <strong>de</strong> bewoners<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> Tamborada nog<br />

niet beschikken over eigendomspapieren<br />

voor hun erf en woning. Gesprekken met<br />

<strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong> projectuitvoer<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

ARCO leer<strong>de</strong>n ons dat <strong>de</strong> wijk weliswaar<br />

officieel in kaart is gebracht, dat wil zeggen<br />

<strong>de</strong> percelen, <strong>de</strong> (water)wegen en an<strong>de</strong>re<br />

infrastructuur zijn afgebakend, maar dat<br />

<strong>de</strong> juridische afwikkeling nog niet rond is.<br />

Toenemen<strong>de</strong> investeringen<br />

Ruim <strong>de</strong> helft (51 procent) <strong>van</strong> <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong><br />

inwoners heeft sinds <strong>de</strong> start <strong>van</strong> het<br />

ARCO-project 3 jaar gele<strong>de</strong>n geïnvesteerd<br />

in verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigen woning. Er<br />

zijn echter grote verschillen tussen <strong>de</strong><br />

drie on<strong>de</strong>rzochte wijken. Waarschijnlijk<br />

doordat <strong>de</strong> eigendomsbewijzen nog niet<br />

uitgereikt waren in <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong><br />

Tamborada bleek hier slechts 20 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> inwoners <strong>de</strong> afgelopen<br />

drie jaar geïnvesteerd te hebben in <strong>de</strong> eigen<br />

woning. In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee wijken (San José<br />

<strong>de</strong> la Banda en Primero <strong>de</strong> Mayo) lagen <strong>de</strong><br />

cijfers veel hoger, respectievelijk 64 procent<br />

en 75 procent. Dit is in overeenkomst met <strong>de</strong><br />

verwachtingen <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto. Uit <strong>de</strong> gesprekken<br />

met bewoners en vertegenwoordigers<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken kwam naar voren dat men zich<br />

met een geldig eigendomsbewijs in <strong>de</strong> hand<br />

door <strong>de</strong> wet beschermd voelt. <strong>De</strong> bewoners<br />

vertrouwen erop dat hun eigendom niet zal<br />

wor<strong>de</strong>n afgenomen en durven te investeren.<br />

Woningverbetering<br />

Wanneer er verbeteringen aan <strong>de</strong> woning<br />

hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n, betreft dit meestal<br />

een verbetering <strong>van</strong> materialen, zoals<br />

het ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> een lemen muur door<br />

een bakstenen muur en het gebruik <strong>van</strong><br />

stevige en duurzame <strong>de</strong>uren en ramen. Dit<br />

geldt voor <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> verbeteringen.<br />

In één<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevallen zijn er meer<br />

kamers en/of verdiepingen bijgekomen.<br />

Daar is in <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> Tamborada<br />

juist niet in geïnvesteerd. In plaats daar<strong>van</strong><br />

heeft men hier vaker een badkamer of een<br />

keuken aangelegd. Dit is te verklaren door<br />

het feit dat San José <strong>de</strong> Tamborada binnen<br />

korte tijd aangesloten zou wor<strong>de</strong>n op het<br />

waternetwerk. Wat ver<strong>de</strong>r opvalt, is dat<br />

alleen <strong>de</strong> woningen in San José <strong>de</strong> la Banda<br />

<strong>de</strong> afgelopen drie jaar verbeteringen hebben<br />

gekend in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> een<br />

basisvoorziening (elektriciteit).<br />

Het is belangrijk op te merken dat het<br />

mogelijk is dat er binnen <strong>de</strong> populatie die<br />

Lees ver<strong>de</strong>r op pagina 196


<strong>Rooilijn</strong><br />

InBeeld<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Nieuwe<br />

monumenten<br />

Fotografie: Marten <strong>van</strong> Wijk<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Recentelijk zijn 100 gebouw<strong>de</strong> werken uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1940 tot en met 1958<br />

voorgedragen voor wettelijke bescherming door monumentenzorg. <strong>De</strong><br />

monumenten, gebouwd tij<strong>de</strong>ns en vlak na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, vertellen<br />

het verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland. <strong>De</strong> 100 monumenten zijn<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in tien thema’s die kenmerkend zijn voor <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>, waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningnood, <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat, <strong>de</strong> opkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> consumptiemaatschappij en <strong>de</strong> verzuiling. Fotograaf Marten <strong>van</strong> Wijk heeft<br />

uit ie<strong>de</strong>re categorie een bijzon<strong>de</strong>r monument in beeld gebracht.<br />

P. 186


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verzorgingsstaat: Stationspostkantoor, <strong>De</strong>n Haag, 1949<br />

P. 187


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Economie: Industriegebouw Goudsesingel, Rotterdam, 1951<br />

P. 188


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Productie: Meelfabriek Latenstein, Rotterdam, 1952<br />

P. 189


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verkeer: Aankomsthal HAL Wilhelminapier, Rotterdam, 1949<br />

P. 190


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verzuiling: Opstandingskerk Kolenkit, Amsterdam, 1956<br />

P. 191


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Vorming: Zeevaartschool <strong>De</strong> Ruyterschool, Vlissingen, 1953<br />

P. 192


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Vrije tijd: Stadsschouwburg, Utrecht, 1941<br />

P. 193


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Her<strong>de</strong>nking: John Frostbrug, Arnhem, 1950<br />

P. 194


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

P. 195<br />

Marten <strong>van</strong> Wijk stu<strong>de</strong>ert aan <strong>de</strong> Hogeschool voor <strong>de</strong> Kunsten Utrecht,<br />

af<strong>de</strong>ling fotografie (www.marten<strong>van</strong>wijk.nl)


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 196<br />

Vervolg <strong>van</strong> pagina 185<br />

aan <strong>de</strong> enquête heeft meegedaan inwoners<br />

zijn die <strong>de</strong> verbouwingen ook zou<strong>de</strong>n<br />

hebben uitgevoerd zon<strong>de</strong>r in bezit te zijn <strong>van</strong><br />

een eigendomstitel. In Bolivia is zelfbouw<br />

immers een vrij gebruikelijk proces.<br />

Weinigvermogen<strong>de</strong>n in Bolivia bouwen<br />

hun huizen stapsgewijs: er wor<strong>de</strong>n nieuwe<br />

investeringen gedaan als er genoeg geld is<br />

gespaard. Het feit dat <strong>de</strong> inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijk San José <strong>de</strong> Tamborada – die nog geen<br />

eigendomstitel in bezit hebben - veel min<strong>de</strong>r<br />

investeren in hun eigen woning dan <strong>de</strong><br />

bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee wijken wijst op<br />

een positieve invloed <strong>van</strong> het ARCO-project.<br />

Om dit ver<strong>de</strong>r te on<strong>de</strong>rbouwen hebben<br />

wij <strong>de</strong> bewoners expliciet gevraagd of het<br />

ARCO-project hun leefomstandighe<strong>de</strong>n<br />

heeft verbeterd. Tabel 1 laat zien dat 19 <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> 41 respon<strong>de</strong>nten daar in<strong>de</strong>rdaad zo over<br />

<strong>de</strong>nkt, 11 respon<strong>de</strong>nten zijn het er niet mee<br />

eens. Uit tabel 1 blijkt tevens dat, <strong>van</strong> <strong>de</strong> 21<br />

respon<strong>de</strong>nten die aangeven dat er een verbetering<br />

aan <strong>de</strong> eigen woning heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n,<br />

13 (62 procent) <strong>de</strong> verbetering<br />

<strong>van</strong> hun leefomstandighe<strong>de</strong>n toeschrijven<br />

aan het ARCO project. Uit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n<br />

per wijk komen opvallen<strong>de</strong> verschillen<br />

naar voren. In San José <strong>de</strong> la Banda is men<br />

unaniem positief over <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het<br />

ARCO-project. In San José <strong>de</strong> Tamborada,<br />

waar <strong>de</strong> eigendomsbewijzen nog niet zijn<br />

uitgereikt, is <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid (60 procent)<br />

daarentegen negatief.<br />

Verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk<br />

Dankzij het in kaart brengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken<br />

is er een overzicht gecreëerd waarin tekorten<br />

in bijvoorbeeld <strong>de</strong> infrastructurele voorzieningen<br />

dui<strong>de</strong>lijk naar voren komen. Uit<br />

gesprekken met <strong>de</strong> wijkvertegenwoordigers<br />

blijkt dit overzicht een belangrijke impuls<br />

voor <strong>de</strong> gemeente te zijn geweest voor<br />

Tabel 1 Verband tussen verbeteringen eigen woning en leefomstandighe<strong>de</strong>n<br />

(enquêteresultaten uit <strong>de</strong> drie wijken gezamenlijk in absolute aantallen)<br />

Leefomstandighe<strong>de</strong>n verbeterd dankzij het ARCO-project?<br />

<strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> infrastructuur.<br />

Meest voorkomen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n zijn het<br />

verhar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wegen en het aanleggen<br />

<strong>van</strong> sportveldjes. <strong>De</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

infrastructuur is echter minimaal. Zo<br />

zijn <strong>de</strong> wegen verhard door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

keien en aar<strong>de</strong>. Grotere, meer ingrijpen<strong>de</strong><br />

bouwprojecten, zoals het aanleggen <strong>van</strong> een<br />

water- of rioleringnetwerk, zijn nog niet <strong>van</strong><br />

start gegaan, maar <strong>de</strong> wijken San José <strong>de</strong><br />

Tamborada en San José <strong>de</strong> la Banda hebben<br />

wel een waternetwerk in het vooruitzicht. In<br />

<strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> la Banda is bovendien <strong>de</strong><br />

bedrading <strong>van</strong> <strong>de</strong> elektriciteit volgens <strong>de</strong> veiligheidsregels<br />

aangelegd, dit in tegenstelling<br />

tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wijken met een illegaal elektriciteitsnetwerk.<br />

<strong>De</strong>salniettemin vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

meeste bewoners (83 procent) <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie<br />

wijken dat <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk sinds het<br />

ARCO-project is vooruitgegaan. In <strong>de</strong> wijk<br />

San José <strong>de</strong> la Banda zijn <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

het zelfs unaniem eens over <strong>de</strong> vooruitgang,<br />

waar<strong>van</strong> een grote meer<strong>de</strong>rheid (91 procent)<br />

een verbeter<strong>de</strong> infrastructuur <strong>van</strong> voorzieningen<br />

als belangrijkste re<strong>de</strong>n aangeeft. <strong>De</strong><br />

rest noemt als verbetering <strong>de</strong> toename <strong>van</strong><br />

het aantal bewoners met als gevolg dat <strong>de</strong><br />

lege kavels opgevuld wor<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong><br />

wijkbewoners spreekt daar een toenemen<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>ring voor hun wijk uit. Dit leidt tot<br />

stijging <strong>van</strong> grondprijzen en waar<strong>de</strong>vermeer<strong>de</strong>ring<br />

<strong>van</strong> vastgoed.<br />

Belang <strong>van</strong> informele kredieten<br />

Het aantal geënquêteer<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> afgelopen<br />

drie jaar een lening heeft aangevraagd<br />

blijkt heel klein te zijn. Van <strong>de</strong> 41 personen<br />

hebben er maar zeven een lening aangevraagd.<br />

Vijf daar<strong>van</strong> zijn inwoners uit <strong>de</strong><br />

wijk Primero <strong>de</strong> Mayo. Het bleek dat daar<br />

een ontwikkelingsorganisatie actief is<br />

(geweest) die het aanvragen <strong>van</strong> kredieten<br />

heeft gefaciliteerd. In <strong>de</strong>ze wijk zijn vier<br />

Ja Nee Weet niet Totaal<br />

Verbetering woning? Ja 13 2 6 21<br />

Nee 6 9 5 20<br />

Totaal 19 11 11 41


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 197<br />

Tabel 2 Verband tussen kredietaanvragen en vast inkomen<br />

(enquêteresultaten uit <strong>de</strong> drie wijken gezamenlijk in absolute aantallen)<br />

Kredit aangevraagd?<br />

Ja Nee Totaal<br />

Vast inkomen? Ja 5 2 7<br />

Nee 2 32 34<br />

Totaal 7 34 41<br />

kredietaanvragen gebruikt om verbeteringen<br />

aan het huis aan te brengen en één<br />

voor het kopen <strong>van</strong> schoolspullen. <strong>De</strong> twee<br />

an<strong>de</strong>re kredietaanvragen buiten Primero<br />

<strong>de</strong> Mayo zijn gebruikt om te investeren in<br />

een bedrijf.<br />

Dat er weinig mensen een lening hebben<br />

aangevraagd, blijkt het gevolg te zijn <strong>van</strong><br />

een hardnekkig gebrek aan vertrouwen<br />

in <strong>de</strong> banken. Bovendien zijn leningen te<br />

duur en wordt vaak een vast inkomen als<br />

voorwaar<strong>de</strong> gesteld. Slechts 17 procent <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong>n heeft een vast inkomen.<br />

Zoals te zien is in tabel 2 zijn <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong>n<br />

die een krediet hebben aangevraagd<br />

personen met een vast inkomen hebben.<br />

<strong>De</strong> twee uitzon<strong>de</strong>ringen zijn eigenaar <strong>van</strong><br />

een bedrijf. Geënquêteer<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r vast<br />

inkomen hebben, zoals tabel 2 laat zien,<br />

meestal ook geen krediet aangevraagd.<br />

<strong>De</strong> inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte sloppenwijken<br />

hebben <strong>de</strong> verbeteringen aan hun<br />

woning dus op een an<strong>de</strong>re manier gefinancierd.<br />

Volgens <strong>de</strong> wijkvertegenwoordigers<br />

spelen vooral familiele<strong>de</strong>n die zich in het<br />

buitenland bevin<strong>de</strong>n een grote rol. Vaak is<br />

<strong>de</strong> echtgenote of dochter als werkster of als<br />

kin<strong>de</strong>rmeisje actief in Argentinië of Chili<br />

waar <strong>de</strong> lonen hoger zijn. Het geld dat zij<br />

daar verdienen sturen zij naar <strong>de</strong> rest <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> familie in Bolivia. Uit gesprekken met<br />

inwoners bleek bovendien dat families die<br />

<strong>de</strong> eindjes niet aan elkaar kunnen knopen<br />

vaak kunnen rekenen op <strong>de</strong> solidariteit<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> buren. Meestal zijn zij bereid geld<br />

te lenen en in sommige gevallen wor<strong>de</strong>n er<br />

giften gedaan.<br />

Randvoorwaar<strong>de</strong>n voor succes<br />

Een geldig eigendomsbewijs geeft <strong>de</strong><br />

bewoners voldoen<strong>de</strong> vertrouwen om in <strong>de</strong><br />

eigen woning te investeren. <strong>De</strong> investeringen<br />

wor<strong>de</strong>n echter niet bekostigd met behulp <strong>van</strong><br />

formele kredieten. Familiele<strong>de</strong>n die zich in<br />

het buitenland bevin<strong>de</strong>n maar ook buren en<br />

vrien<strong>de</strong>n spelen een belangrijkere rol. Het<br />

proces dat <strong>De</strong> Soto in zijn boeken beschrijft<br />

blijkt in <strong>de</strong> praktijk toch iets an<strong>de</strong>rs te verlopen.<br />

<strong>De</strong> Soto beweer<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> toegang tot<br />

formele kredieten als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgifte<br />

<strong>van</strong> eigendomstitels zou toenemen. Echter,<br />

zowel <strong>de</strong> banken (lage waar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rpand)<br />

als <strong>de</strong> bewoners zelf (hoge rente, hoog risico)<br />

staan niet te springen.<br />

Of het ARCO-project in Bolivia een vervolg<br />

krijgt is zeer <strong>de</strong> vraag. Er zijn vele randvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

te be<strong>de</strong>nken waaraan voldaan moet<br />

wor<strong>de</strong>n om het een succes te laten wor<strong>de</strong>n.<br />

Van al die randvoorwaar<strong>de</strong>n is een politiek<br />

stabiel klimaat misschien wel <strong>de</strong> belangrijkste<br />

en juist dat ontbreekt in Bolivia.<br />

Ruud Dorenbos (r.j.dorenbos@rug.nl) is universitair docent aan<br />

<strong>de</strong> Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen. Nicolas Nijhof (nicolas.nijhof@gmail.com) is<br />

onlangs afgestu<strong>de</strong>erd in Economische Geografie aan <strong>de</strong><br />

Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen.<br />

Literatuur<br />

<strong>De</strong> Soto, H. (1989) The other path: the invisible revolution in the<br />

third world, Harper & Row, New York<br />

<strong>De</strong> Soto, H. (2000) The mystery of capital: why capitalism<br />

triumphs in the West and fails everywhere else, Basic Books,<br />

New York<br />

Durand-Lasserve, A. & G. Payne (2006) Evaluating Impacts<br />

of Urban Land Titling: Results and Implications: Preliminary<br />

Findings, The World Bank<br />

Field, E. (2006) Enitled to work: urban property rights and labor<br />

supply in Peru, Harvard University, Cambridge, MA<br />

VN-Habitat (2006) The state of the world’s cities 2006/7: The<br />

Millennium <strong>De</strong>velopment Goals and Urban Sustainability: 30<br />

years of shaping the Habitat agenda, Earthscan, London


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 198<br />

Willem Korthals Altes<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

als vorm <strong>van</strong><br />

comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment<br />

zoning<br />

Met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet wordt in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wetgeving<br />

een stelsel geïntroduceerd dat in <strong>de</strong> Angelsaksische lan<strong>de</strong>n wordt aangeduid als<br />

‘comprehensive <strong>de</strong>velopment’. In dit artikel wordt me<strong>de</strong> op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> erva-<br />

ringen in Hong Kong, Spanje en Duitsland, stil gestaan bij <strong>de</strong> mogelijke beteke-<br />

nis voor <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk. <strong>De</strong> verwachting is<br />

dat, net als bij onteigening, het exploitatieplan niet vaak zal wor<strong>de</strong>n toegepast en<br />

vooral als stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur zal functioneren.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 199<br />

Niet zo lang gele<strong>de</strong>n waren in Ne<strong>de</strong>rland<br />

nog locatiesubsidies nodig om een grote<br />

uitbreidingswijk financieel mogelijk te<br />

maken. Voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2005 werd<br />

begin jaren negentig door het Rijk nog<br />

negenhon<strong>de</strong>rd miljoen euro uitgetrokken<br />

om <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> het verwachte tekort<br />

op locaties als Leidsche Rijn, Ypenburg,<br />

IJburg, Nesselan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Eschmarke en <strong>de</strong><br />

Waalsprong te <strong>de</strong>kken. In 2000 is reeds<br />

berekend dat <strong>de</strong>ze bijdragen, uitgaan<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

verevening tussen locaties, door <strong>de</strong> sterke<br />

waar<strong>de</strong>ontwikkeling <strong>van</strong> woningen niet<br />

meer nodig waren (Kolpron & Neprom,<br />

2000). Thans laat het beeld zelfs zien dat<br />

ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling zo rendabel is dat<br />

er ook tal <strong>van</strong> regionale voorzieningen mee<br />

gefinancierd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Veel marktpartijen zijn bereid samen te<br />

werken met gemeenten, zodat openbare<br />

voorzieningen en tekorten op min<strong>de</strong>r<br />

rendabele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het plan wor<strong>de</strong>n<br />

betaald uit <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>n. Toch zijn er ook partijen, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

free ri<strong>de</strong>rs, die niet bereid zijn mee<br />

te betalen aan <strong>de</strong>ze voorzieningen. In veel<br />

publicaties wordt geschat dat vijf procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren free ri<strong>de</strong>rs zijn. Dit<br />

aan<strong>de</strong>el wordt door an<strong>de</strong>ren betwist: veel<br />

partijen die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen ingaan<br />

met het standpunt nergens aan mee te<br />

betalen, blijken toch bereid bij te dragen<br />

aan <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> bouw- en woonrijpmaken,<br />

wanneer woningen kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

ontwikkeld.<br />

Meest voorkomend, volgens het proefschrift<br />

<strong>van</strong> Groetelaers uit 2004 gaat het om<br />

68 procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> woningen,<br />

is dat gron<strong>de</strong>igenaren hun grond inleveren<br />

bij <strong>de</strong> gemeente in ruil voor een bouwclaim:<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid later bouwrijpe kavels te<br />

mogen kopen. Voor marktpartijen is <strong>de</strong>ze<br />

constructie vaak aantrekkelijk, omdat op<br />

<strong>de</strong>ze manier eigen vermogen vrij komt om<br />

el<strong>de</strong>rs te investeren. <strong>De</strong> winst <strong>van</strong> het el<strong>de</strong>rs<br />

kunnen inzetten <strong>van</strong> dit vermogen (vaak<br />

is een ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> circa vijftien procent<br />

<strong>de</strong> norm) is vaak groter dan <strong>de</strong> eventuele<br />

extra kosten die <strong>de</strong> gemeente toerekent<br />

aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie. Een gemeente die<br />

zelf investeert in een locatie, neemt <strong>de</strong>ze<br />

kennelijk serieus. Bij ongeveer 22 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen wordt gekozen voor een<br />

gron<strong>de</strong>xploitatiemaatschappij waarin<br />

marktpartijen en gemeenten participeren.<br />

Ook komen combinaties <strong>van</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

voor. Gron<strong>de</strong>xploitaties door private<br />

partijen doen zich vooral voor bij kleinere<br />

bouwlocaties. Op al <strong>de</strong>ze locaties kunnen<br />

kleinere gron<strong>de</strong>igenaren zijn die zich aan<br />

<strong>de</strong> overeenstemming willen onttrekken.<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

Om <strong>de</strong>ze free ri<strong>de</strong>rs te kunnen aanpakken is<br />

daarom in <strong>de</strong> Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, die<br />

per 1 juli 2008 ingaat, een hoofdstuk gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

opgenomen. Uitgangspunt is<br />

dat alle kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie <strong>van</strong><br />

een samenhangend gebied in een ‘exploitatieplan’<br />

wor<strong>de</strong>n gesommeerd en naar<br />

opbrengstpotentie wor<strong>de</strong>n gedragen door<br />

<strong>de</strong> diverse gron<strong>de</strong>igenaren <strong>van</strong> dit gebied.<br />

<strong>De</strong> betaling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bijdrage is gekoppeld<br />

aan het verlenen <strong>van</strong> een bouwvergunning.<br />

<strong>De</strong> gedachte is tevens dat het zo makkelijker<br />

wordt partijen die niet bereid zijn mee te<br />

werken te onteigenen.<br />

Een gemeente is verplicht dit exploitatieplan<br />

tegelijkertijd met het bestemmingsplan<br />

vast te stellen wanneer het kostenverhaal<br />

niet an<strong>de</strong>rszins – bijvoorbeeld via<br />

een overeenkomst of via actief grondbeleid<br />

– is verzekerd. Een <strong>de</strong>rgelijk plan juridifi-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 200<br />

ceert <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties die gemeenten<br />

opstellen. <strong>De</strong> ontwikkelaar betaalt bij <strong>de</strong><br />

verlening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwvergunning een<br />

bijdrage volgens dit plan. <strong>De</strong> gemeente kan<br />

<strong>de</strong> bouw stilleggen wanneer <strong>de</strong> betaling<br />

achterwege blijft. Tegen een exploitatieplan<br />

kan beroep wor<strong>de</strong>n ingesteld bij <strong>de</strong> Raad<br />

<strong>van</strong> State. <strong>De</strong> gedachte om tot een ver<strong>de</strong>ling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie te<br />

komen op grond <strong>van</strong> een samenhangend<br />

plan voor een gebied is niet nieuw. Wel<br />

nieuw is dat <strong>de</strong> wet dit verplicht stelt.<br />

Ook el<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> wereld zijn ervaringen<br />

opgedaan met samenhangen<strong>de</strong> gebiedsontwikkeling,<br />

wat in het Engels comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment wordt genoemd. Kenmerkend<br />

aan comprehensive <strong>de</strong>velopment zoning<br />

is dat een bouwtitel wordt verleend on<strong>de</strong>r<br />

voorwaar<strong>de</strong> dat eigenaren met een gemeenschappelijk<br />

plan voor <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

komen met daarbij een financieringsarrangement<br />

voor het hele plan. Hieron<strong>de</strong>r<br />

wordt kort ingegaan op ervaringen<br />

in Hong Kong, Spanje (Valencia) en<br />

Duitsland (München). Me<strong>de</strong> op grond <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze ervaringen wordt een verwachting<br />

geschetst <strong>van</strong> <strong>de</strong> rol en het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewetgeving in <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk.<br />

Hong Kong<br />

In Hong Kong kan <strong>de</strong> lokale overheid een<br />

gebied aanwijzen als comprehensive <strong>de</strong>velopment<br />

area (CDA). <strong>De</strong> gron<strong>de</strong>igenaar<br />

kan dan niet zelf overgaan tot ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een individueel perceel, maar moet<br />

samen met <strong>de</strong> eigenaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> percelen<br />

binnen <strong>de</strong> CDA tot een plan komen voor<br />

een samenhangen<strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />

gebied. In 2000 waren in Hong Kong 167<br />

locaties met in totaal 830 hectare gezoneerd<br />

als CDA. Gegeven <strong>de</strong> hoge dichthe<strong>de</strong>n in<br />

Hong Kong betekent dit een om<strong>van</strong>grijk<br />

bouwprogramma.<br />

Op grond <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> milieuklachten<br />

en vastgoedprijzen betoogt<br />

Tse (2001) dat gebie<strong>de</strong>n die ontwikkeld<br />

zijn volgens <strong>de</strong> CDA-metho<strong>de</strong>, min<strong>de</strong>r<br />

milieuproblemen kennen. Daarnaast kan<br />

gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n tot hogere<br />

vastgoedprijzen en min<strong>de</strong>r prijsvariatie<br />

binnen het gebied. Lai en an<strong>de</strong>ren (2007)<br />

geven echter op grond <strong>van</strong> een analyse<br />

<strong>van</strong> twee cases aan dat geen positieve<br />

uitstraling <strong>van</strong> een CDA op het omringen<strong>de</strong><br />

gebied kan wor<strong>de</strong>n waargenomen.<br />

Zij bekritiseren <strong>de</strong> overheidsbemoeienis,<br />

waardoor een levendig gebied met veel<br />

kleine bedrijvigheid met een uitstraling<br />

naar <strong>de</strong> openbare ruimte, plaats heeft<br />

gemaakt voor een grootschalige meer<br />

naar binnen gerichte ontwikkeling.<br />

Een belangrijk probleem bij <strong>de</strong> CDAmetho<strong>de</strong><br />

is het tot consensus komen<br />

tussen rechthebben<strong>de</strong>n over een<br />

gezamenlijk plan. Daarom heeft in <strong>de</strong>ze<br />

gebie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Urban Renewal Authority,<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale overheid, <strong>de</strong><br />

bevoegdheid bestaan<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke zakelijke<br />

rechten (vergelijkbaar met erfpacht) in<br />

te trekken; een bevoegdheid die zonodig<br />

ook wordt gebruikt.<br />

Het Valenciaanse mo<strong>de</strong>l<br />

Sterk tot <strong>de</strong> verbeelding spreekt het in<br />

Spanje ontwikkel<strong>de</strong> Valenciaanse mo<strong>de</strong>l.<br />

Grondslag voor dit mo<strong>de</strong>l is <strong>de</strong> nog on<strong>de</strong>r<br />

Franco vastgestel<strong>de</strong> Ley <strong>de</strong>l Suelo uit 1956<br />

(Muñoz-Gielen & Korthals Altes, 2007).<br />

Volgens <strong>de</strong>ze wet geeft elke gemeente in<br />

een plan aan welke grond reeds ste<strong>de</strong>lijk<br />

is, welke grond ruraal blijft en welke<br />

grond te verste<strong>de</strong>lijken is. Voor <strong>de</strong>ze te


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 201<br />

verste<strong>de</strong>lijken grond dienen eigenaren met<br />

een gezamenlijk plan te komen met <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten, baten en verplichtingen.<br />

In <strong>de</strong> praktijk kochten veel eigenaren<br />

een perceel als belegging op termijn en het<br />

bleek vaak lastig om tussen <strong>de</strong> partijen tot<br />

overeenstemming te komen. Veel te verste<strong>de</strong>lijken<br />

grond behield daardoor <strong>de</strong>cennia<br />

lang <strong>de</strong>ze status.<br />

In 1994 <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> autonome regio Valencia<br />

een succesvolle poging om dit te doorbreken<br />

door het aan elkaar koppelen <strong>van</strong><br />

een aantal instrumenten, zoals ste<strong>de</strong>lijke<br />

herverkaveling. Kenmerkend aan dit<br />

systeem is dat <strong>de</strong> gemeente een competitie<br />

uitschrijft voor een gron<strong>de</strong>xploitatieplan.<br />

Tot <strong>de</strong> regels waar dit plan aan moet<br />

voldoen behoren zaken als een bepaald<br />

aan<strong>de</strong>el betaalbare woningen, en kwaliteit<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsluiting. <strong>De</strong> winnen<strong>de</strong> partij, <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitant, mag vervolgens <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

uitvoeren. <strong>De</strong>ze besteedt <strong>de</strong><br />

publieke werken aan en geeft <strong>de</strong> rekening<br />

hiervoor (inclusief een managementfee voor<br />

<strong>de</strong> eigen kosten plus winstmarge) door<br />

aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren. <strong>De</strong> gron<strong>de</strong>igenaren<br />

krijgen in ruil voor <strong>de</strong>ze betalingen<br />

bouwrijpe percelen en mogen <strong>de</strong>ze percelen<br />

bebouwen conform het vastgestel<strong>de</strong> plan.<br />

Eigenaren die <strong>de</strong> exploitatiebijdrage niet<br />

willen betalen, kunnen ook <strong>de</strong> grond tegen<br />

onteigeningswaar<strong>de</strong> verkopen aan <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitant. <strong>De</strong>ze onteigeningswaar<strong>de</strong><br />

houdt rekening met <strong>de</strong> gestegen waar<strong>de</strong><br />

door bebouwingsmogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Belangrijk aan dit mo<strong>de</strong>l is dat overeenstemming<br />

tussen gron<strong>de</strong>igenaren niet meer<br />

nodig is. Dit leid<strong>de</strong> tot een sterke groei <strong>van</strong><br />

het aantal goedgekeur<strong>de</strong> uitbreidingsplannen<br />

in <strong>de</strong> regio Valencia <strong>van</strong> gemid<strong>de</strong>ld<br />

veertig plannen per jaar in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1990-1995 naar meer dan tweehon<strong>de</strong>rd per<br />

jaar <strong>van</strong>af 1997. Omdat <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant<br />

vaak een bepaald percentage krijgt over<br />

<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> publieke werken, heeft<br />

<strong>de</strong>ze geen groot belang om <strong>de</strong>ze laag te<br />

hou<strong>de</strong>n. Positief geformuleerd leidt dit tot<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte. Negatief<br />

geformuleerd hebben gron<strong>de</strong>igenaren<br />

betoogd dat een gron<strong>de</strong>xploitant zijn winst<br />

kan opkrikken door zo duur mogelijke<br />

infrastructuur te realiseren. Hoe dan ook,<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar heeft geen bouwplicht op<br />

<strong>de</strong> na dit proces verkregen bouwrijpe kavel<br />

en behoudt het recht op zelfrealisatie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gebouwen. <strong>De</strong> verwachting is echter dat<br />

bouwrijpe kavels een interessant beleggingsobject<br />

kunnen zijn.<br />

München<br />

Een an<strong>de</strong>r voorbeeld <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />

het instrument <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijke herverkaveling,<br />

maar dan op vrijwillige basis en<br />

daardoor zon<strong>de</strong>r wetswijziging ook in<br />

Ne<strong>de</strong>rland toe te passen, betreft het mo<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> Sozialgerechte Bo<strong>de</strong>nnutzung in<br />

München (Ehrbeck, 2006). Het prijsniveau<br />

in <strong>de</strong>ze stad ligt traditioneel gesproken<br />

hoog. Bij <strong>de</strong> planvorming hanteert <strong>de</strong><br />

gemeente het uitgangspunt dat een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging <strong>van</strong> het gebied<br />

(tussen oud gebruik en nieuwe waar<strong>de</strong>)<br />

naar <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren gaat en dat twee<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> beschikbaar is voor publieke voorzieningen.<br />

Voor <strong>de</strong>ze publieke voorzieningen<br />

heeft <strong>de</strong> gemeente een vaste kostensoortenlijst,<br />

waarop, an<strong>de</strong>rs dan in Ne<strong>de</strong>rland, ook<br />

sociale voorzieningen staan, zoals kin<strong>de</strong>rop<strong>van</strong>g.<br />

Op <strong>de</strong>ze lijst staat ook dat <strong>de</strong>rtig<br />

procent sociale woningbouw gerealiseerd<br />

moet wor<strong>de</strong>n en dat hier een verlaag<strong>de</strong><br />

grondprijs voor geldt. <strong>De</strong> gemeente heeft<br />

hier een actieve rol. <strong>De</strong> gemeente heeft<br />

maar beperkte ambtelijke capaciteit, staat


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 202<br />

<strong>de</strong> bouw alleen toe als er een resultaat is<br />

bereikt en belooft een aanzienlijk voor<strong>de</strong>el<br />

aan <strong>de</strong> eigenaren. Daardoor is er flinke<br />

druk om <strong>van</strong> het momentum gebruik<br />

te maken. <strong>De</strong> combinatie <strong>van</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid<br />

over <strong>de</strong> eisen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten in<br />

het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces, behoud <strong>van</strong><br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging door <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>igenaar en actieve opstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente heeft geleid tot een flinke stijging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningproductie in München.<br />

Samenwerking als sleutel<br />

Kenmerkend aan alle drie <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n<br />

is dat direct of indirect het realiseren<br />

<strong>van</strong> door <strong>de</strong> lokale overheid gewenste<br />

samenhangen<strong>de</strong> ontwikkeling afhangt <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bereidheid om te komen tot samenwerking.<br />

Het in het vooruitzicht stellen <strong>van</strong><br />

ontwikkelingswinst alleen, hoeft, zo leert<br />

met name <strong>de</strong> Spaanse casus <strong>van</strong> voor 1994,<br />

niet voldoen<strong>de</strong> te zijn om te komen tot <strong>de</strong><br />

productie <strong>van</strong> bouwrijpe kavels. Stimuleren<br />

<strong>van</strong> samenwerking kan op verschillen<strong>de</strong><br />

manieren, bijvoorbeeld door <strong>van</strong>uit <strong>de</strong><br />

overheid particulier initiatief te on<strong>de</strong>rsteunen,<br />

zoals in Hong Kong, <strong>van</strong>uit verplichte<br />

regelgeving, zoals in Spanje of via een<br />

actieve overheid, zoals in München. In al<br />

<strong>de</strong>ze gevallen zorgt het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> free<br />

ri<strong>de</strong>rs niet tot financiële consequenties voor<br />

<strong>de</strong> overheid. Alleen bij een samenhangend<br />

plan waarin ook voor openbare voorzieningen<br />

kostendragers zijn gevon<strong>de</strong>n, kan<br />

tot bouw wor<strong>de</strong>n overgegaan. Ook in <strong>de</strong><br />

nieuwe wet in Ne<strong>de</strong>rland is er een verschil<br />

tussen situaties waarin partijen vrijwillig<br />

samenwerken en een situatie waarin <strong>de</strong>ze<br />

samenwerking moet wor<strong>de</strong>n afgedwongen.<br />

Situatie vóór vaststelling<br />

<strong>De</strong> situatie vóór vaststelling <strong>van</strong> een<br />

bestemmingsplan verschilt na <strong>de</strong> invoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro niet erg met <strong>de</strong> huidige.<br />

Vaak zal grond door ontwikkelaars aan<br />

<strong>de</strong> gemeente wor<strong>de</strong>n verkocht in ruil voor<br />

een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwproductie op door <strong>de</strong><br />

gemeenten bouwrijp gemaakte kavels of zal<br />

er een overeenkomst wor<strong>de</strong>n gesloten over<br />

<strong>de</strong> kosten voor openbare voorzieningen.<br />

Ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> praktijk<br />

komt er meer ruimte voor kostenverhaal.<br />

Het risico <strong>van</strong> onverschuldig<strong>de</strong> betaling als<br />

<strong>de</strong> exploitatieovereenkomst (het contract<br />

tussen <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar en <strong>de</strong> overheid)<br />

afwijkt <strong>van</strong> <strong>de</strong> door gemeenteraad<br />

vastgestel<strong>de</strong> exploitatieveror<strong>de</strong>ning (<strong>de</strong><br />

regels waaraan <strong>de</strong>ze overeenkomst moet<br />

voldoen), verdwijnt. Bovendien maakt<br />

<strong>de</strong> nieuwe wet het mogelijk op grond <strong>van</strong><br />

een regionale visie kosten <strong>van</strong> regionale<br />

voorzieningen te verhalen. <strong>De</strong> wet maakt<br />

het ook mogelijk om in anticipatie op het<br />

bestemmingsplan alvast een bouwvergunning<br />

te verlenen aan eigenaren met wie<br />

reeds overeenstemming is bereikt.<br />

Een exploitatieplan is alleen nodig als<br />

<strong>de</strong> bijdrage niet an<strong>de</strong>rszins is verzekerd.<br />

Dus dit hoeft niet bij een bouwclaim, niet<br />

bij een publiek-private gron<strong>de</strong>xploitatiemaatschappij,<br />

waarin het verhaal <strong>van</strong><br />

grondkosten reeds contractueel is geregeld,<br />

en ook niet bij een exploitatieovereenkomst.<br />

Naar verwachting zal daarmee het<br />

exploitatieplan zel<strong>de</strong>n nodig zijn. Het valt<br />

daarmee te vergelijken met onteigening:<br />

een instrument dat <strong>van</strong> invloed is doordat<br />

het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen structureert omdat<br />

het voor bei<strong>de</strong> partijen een onaantrekkelijk<br />

alternatief biedt voor het komen tot een<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsresultaat.<br />

Situatie na vaststelling<br />

Na het vaststellen <strong>van</strong> het exploitatieplan<br />

wordt <strong>de</strong> contractsvrijheid tussen<br />

gron<strong>de</strong>igenaren en <strong>de</strong> gemeente beperkt.<br />

Afspraken over het betalen <strong>van</strong> een<br />

gron<strong>de</strong>xploitatiebijdrage moeten overeenkomstig<br />

het exploitatieplan zijn. Extra<br />

bijdragen kunnen niet juridisch afdwingbaar<br />

wor<strong>de</strong>n overeengekomen. Wat wel<br />

kan, is dat een marktpartij <strong>de</strong> grond aan<br />

<strong>de</strong> gemeente verkoopt. <strong>De</strong> gemeente kan<br />

<strong>de</strong>ze grond vervolgens later weer bouwrijp<br />

terugleveren aan <strong>de</strong> marktpartij. <strong>De</strong>rgelijke<br />

overeenkomsten vallen buiten het regime<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitatiebijdragen. <strong>De</strong> gemeente<br />

kan dan aan zichzelf een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten<br />

toerekenen.<br />

Het gegeven dat in <strong>de</strong> voorfase meer kan en<br />

dat er ook bij overeenkomst meer kosten<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n verhaald dan kunnen


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 203<br />

wor<strong>de</strong>n afgedwongen, is ook el<strong>de</strong>rs<br />

gebruikelijk. Bij overeenkomst zijn marktpartijen<br />

vaak bereid meer te betalen dan<br />

afdwingbaar is. Het hierboven genoem<strong>de</strong><br />

voorbeeld uit München illustreert dit. Bij<br />

afspraken kan maatwerk wor<strong>de</strong>n geleverd.<br />

Juridisch afdwingbare regels verhou<strong>de</strong>n<br />

zich hier slecht mee. Er zijn grenzen aan<br />

<strong>de</strong> flexibiliteit <strong>van</strong> een exploitatieplan<br />

(Scheele, 2006).<br />

Conclusie<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet introduceert <strong>de</strong><br />

verplichting dat eigenaren op grond <strong>van</strong><br />

hun aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> opbrengsten meebetalen<br />

aan <strong>de</strong> kosten voor een samenhangend<br />

plan waar ook onrendabele investeringen<br />

<strong>de</strong>el <strong>van</strong> uit maken. Ondanks dat <strong>de</strong>ze verplichting<br />

nu in <strong>de</strong> wet ontbreekt, betalen<br />

<strong>de</strong>ze eigenaren in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk<br />

meestal al mee. <strong>De</strong> meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet<br />

is dat <strong>de</strong>ze het gemakkelijker maakt om<br />

vóór vaststelling <strong>van</strong> een bestemmingsplan<br />

overeenkomsten te sluiten. <strong>De</strong> eisen<br />

daarvoor zijn versoepeld. Wanneer dit niet<br />

lukt, biedt <strong>de</strong>ze wet bovendien een extra<br />

stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. <strong>De</strong> mogelijkheid om<br />

afspraken flexibel vorm te geven en verrekeningsbedingen<br />

op te nemen naar gelang<br />

veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> kosten, opbrengsten of <strong>de</strong><br />

invulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie, is veel groter bij<br />

vrijwillige overeenkomsten. <strong>De</strong> praktijk<br />

<strong>van</strong> locatieontwikkeling in Ne<strong>de</strong>rland gaat<br />

juist steeds meer naar dit soort afspraken,<br />

ook wanneer het gaat om <strong>de</strong> uitgifte <strong>van</strong><br />

grond door gemeenten aan projectontwikkelaars<br />

(<strong>De</strong> Greef, 2005).<br />

Wel mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat het gebruik<br />

<strong>van</strong> het exploitatieplan tegen zal kunnen<br />

vallen in situaties waarin er veel verschil<br />

<strong>van</strong> inzicht is over bijvoorbeeld kosten<br />

of opbrengsten. Wanneer er verschil <strong>van</strong><br />

inzicht bestaat over kostenposten, zal het,<br />

om het risico <strong>van</strong> het vernietigen <strong>van</strong> het<br />

plan door <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State te voorkomen,<br />

waarschijnlijk noodzakelijk zijn om<br />

diverse kostenposten door onafhankelijke<br />

<strong>de</strong>skundigen te laten bepalen. Voor <strong>de</strong><br />

inbrengwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond (volgens<br />

onteigeningswaar<strong>de</strong>) kan dat bijvoorbeeld<br />

gebeuren door een commissie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>skundigen. <strong>De</strong>ze is zo samengesteld<br />

dat <strong>de</strong>ze ook <strong>de</strong> rechtbank bij een onteigeningszaak<br />

had kunnen adviseren. Bij<br />

an<strong>de</strong>re kosten kan een vergelijkbare figuur<br />

wor<strong>de</strong>n bedacht. Juridificering vergroot<br />

echter juridische risico’s.<br />

Kortom, ook na het <strong>van</strong> kracht gaan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe Wro met een hoofdstuk gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

zal het vooral gaan om het tussen<br />

marktpartijen en gemeente vrijwillig tot<br />

overeenstemming komen over een plan<br />

voor een locatie met een daarbij behoren<strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten en opbrengsten.<br />

<strong>De</strong> gemeente heeft daarbij een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

rol op het gebied <strong>van</strong> het programma, <strong>de</strong><br />

kwalitatieve vormgeving, <strong>de</strong> fasering en <strong>de</strong><br />

financiële afspraken. <strong>De</strong> nieuwe wetgeving<br />

zorgt voor een extra structurering <strong>van</strong> dit<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces.<br />

Willem Korthals Altes (w.k.korthalsaltes@tu<strong>de</strong>lft.nl) is<br />

als hoogleraar Grondbeleid verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Technische<br />

Universiteit <strong>De</strong>lft.<br />

Literatuur<br />

Ehrbeck, H. (2006) <strong>De</strong>r Beitrag kommunaler Stadtplanung zur<br />

Steuerung <strong>de</strong>r Bo<strong>de</strong>nnutzung, Lehrstuhl für Planungstheorie<br />

und Stadtentwicklung RWTH Aachen, Aachen<br />

Greef, J.H. <strong>de</strong> (2005) Gronduitgifteprijzen op uitleglocaties,<br />

Casestudies voor het on<strong>de</strong>rzoek prijskolom nieuwbouw,<br />

OTB, <strong>De</strong>lft<br />

Groetelaers, D.A. (2004) Instrumentarium<br />

locatieontwikkeling: sturingsmogelijkhe<strong>de</strong>n voor gemeenten<br />

in een veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> marktsituatie, DUP , <strong>De</strong>lft<br />

Lai, L.W.C., K.W. Chau, E.C.Y. Yiu, K.S.K. Wong, W.S. Wong &<br />

P.Y.L. Chan (2007) ‘Measuring and interpreting the effects of<br />

a public-sector-led urban renewal project on housing prices<br />

– an empirical study of a comprehensive <strong>de</strong>velopment area<br />

zone <strong>de</strong>veloped upon ‘taking’ in Hong Kong’, Environment and<br />

Planning B: Planning and <strong>De</strong>sign, jg. 34, p. 524-538<br />

Kolpron & Neprom (2000) Kostenverhaal in <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie op VINEX-locaties, Neprom, Voorburg<br />

Muñoz Gielen, D. & W.K. Korthals Altes (2007) ‘Lessons from<br />

Valencia: Seperating infrastructure provision from land<br />

ownership’, Town Planning Review, jg. 78, nr. 1, p. 61-79<br />

Scheele, J. (2006) Een flexibel verhaal? Kostenverhaal<br />

en verevening met het exploitatieplan in een onzekere en<br />

veran<strong>de</strong>rlijke context, scriptie TU <strong>De</strong>lft<br />

Tse, R.Y.C. (2001) ‘Impact of comprehensive <strong>de</strong>velopment<br />

zoning on real estate <strong>de</strong>velopment in Hong Kong’, Land Use<br />

Policy, jg. 18, nr. 4 , p. 321-328


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 204<br />

Anne Marthe Koeman<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 205<br />

<strong>De</strong> leegstand in <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> is <strong>de</strong> laatste jaren opgelopen<br />

tot ongeken<strong>de</strong> hoogte. Bijna twintig procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorraad kantoren stond in<br />

2007 leeg. Er zijn verschillen<strong>de</strong> verklaringen voor <strong>de</strong>ze situatie. Echter, ondanks<br />

<strong>de</strong> inspanningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente om leegstaan<strong>de</strong> kantoren te herontwikkelen<br />

en het planaanbod te vermin<strong>de</strong>ren, zal <strong>de</strong>ze situatie <strong>van</strong> overaanbod naar alle<br />

waarschijnlijkheid nog zeker vijf jaar voortduren.<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig<br />

maakte <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie in het<br />

algemeen en <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> economie<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r een sterke groei door.<br />

Dit was het resultaat <strong>van</strong> sterke mondiale<br />

economische groei enerzijds en <strong>de</strong><br />

opkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> ICT sector in Amsterdam<br />

an<strong>de</strong>rzijds. <strong>De</strong> werkgelegenheidsgroei in<br />

<strong>de</strong> dienstensector had een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vraag naar kantoorruimte tot gevolg, die<br />

in eerste instantie geaccommo<strong>de</strong>erd moest<br />

wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voorraad. <strong>De</strong><br />

toenemen<strong>de</strong> concurrentie dreef <strong>de</strong> prijzen<br />

aanzienlijk op en in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> 1996<br />

tot 2000 ging <strong>de</strong> huurprijs voor kwalitatief<br />

goe<strong>de</strong> kantoorruimte met gemid<strong>de</strong>ld 12<br />

procent per jaar omhoog.<br />

Tabel 1 Cijfermatig overzicht <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> (Bron: DTZ Research)<br />

huurprijs groei in voorraad groei in leegstand als %<br />

(e/m2/per jaar) huurprijs (%) (m2 ) voorraad (m2 ) <strong>van</strong> voorraad<br />

1998 272 - 4.105.400 - 3,5%<br />

2001 329 20,8% 5.031.325 925.925 9,8%<br />

2004 325 -1,2% 5.447.245 415.920 18,6%<br />

2007 330 1,5% 5.839.085 391.840 18,1%<br />

Toenemen<strong>de</strong> vraag en daarmee verbandhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

stijgen<strong>de</strong> huurprijzen maken<br />

het aantrekkelijk voor ontwikkelaars en<br />

beleggers om <strong>de</strong> markt op te gaan. Omdat<br />

<strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> een afspiegeling is <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>, kan wor<strong>de</strong>n aangenomen<br />

dat, wanneer er sprake is <strong>van</strong> een toename<br />

in <strong>de</strong> vraag, een kantoorgebouw in waar<strong>de</strong><br />

zal stijgen. Tegelijkertijd had <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong><br />

welvaart invloed op het beleid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeente en stads<strong>de</strong>len, die grootse<br />

plannen maakten voor <strong>de</strong> herontwikkeling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad. Plannen<br />

voor <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke IJ-oevers / Oostelijk<br />

Havengebied, Sloterdijk, Amsterdam<br />

Arena / Zuidoost, en <strong>de</strong> Zuidas voorzagen<br />

allemaal in kantoorruimte. Kortom, <strong>de</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 206<br />

gemeente faciliteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> het<br />

aanbod <strong>van</strong> kantoorruimte om <strong>de</strong> vraag<br />

op te <strong>van</strong>gen. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen 1999<br />

en 2006 kwam er meer dan 1,2 miljoen<br />

vierkante meter nieuwe kantoorruimte<br />

op <strong>de</strong> markt. In 2000 barstte <strong>de</strong> internetbubbel<br />

en liep <strong>de</strong> economische groei<br />

vervolgens ver<strong>de</strong>r terug na <strong>de</strong> aanslagen op<br />

het WTC in New York in 2001. Het gevolg<br />

voor <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> was<br />

dat <strong>de</strong> vraag terugliep terwijl het aanbod<br />

groei<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> leegstand tussen 2000 en<br />

2005 aanzwol <strong>van</strong> 7 naar 21,5 procent.<br />

<strong>De</strong>ze mismatch tussen vraag en aanbod<br />

op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> wordt ook wel <strong>de</strong><br />

‘varkenscyclus’ genoemd.<br />

Re<strong>de</strong>nen om nog steeds te<br />

bouwen<br />

<strong>De</strong> bovengenoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering verklaart<br />

slechts ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>de</strong> huidige situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong>.<br />

Immers, hoewel het plan- en<br />

bouwproces enkele jaren kost, bleven ontwikkelaars<br />

ook in jaren <strong>van</strong> teruglopen<strong>de</strong><br />

groei, na 2001 plannen indienen voor meer<br />

kantoren. Er zijn drie hoofdre<strong>de</strong>nen aan te<br />

wijzen waarom <strong>de</strong> activiteit op <strong>de</strong> bouwmarkt<br />

aanhoudt.<br />

Ten eerste wordt nieuwe mo<strong>de</strong>rne<br />

kantoorruimte geprefereerd door <strong>de</strong><br />

gebruiker. Dit betekent dat, hoewel <strong>de</strong><br />

economische groei na 2001 terugliep en er<br />

dus weinig extra kantoorruimte nodig was<br />

voor uitbreiding <strong>van</strong> bedrijven, <strong>de</strong> nieuwe<br />

kantoorruimte niet per se ongewenst was.<br />

Oplopen<strong>de</strong> leegstand levert een gunstige<br />

situatie op voor bedrijven die op zoek zijn<br />

naar an<strong>de</strong>re kantoorruimte, omdat ze in<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling kunnen tre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

huurprijs en huurvoorwaar<strong>de</strong>n. In theorie<br />

corrigeert <strong>de</strong> markt zichzelf als het aanbod<br />

in grote mate <strong>de</strong> vraag overtreft en gaat <strong>de</strong><br />

huurprijs omlaag, maar in Amsterdam is<br />

<strong>de</strong> huurprijs na 2001 overwegend stabiel<br />

gebleven. <strong>De</strong> re<strong>de</strong>n hiervoor is dat eigenaren<br />

liever gebruik maken <strong>van</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

‘incentives’ dan dat er wordt gekort op <strong>de</strong><br />

huurprijs, omdat die zoals gezegd invloed<br />

heeft op <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>. In Amsterdam<br />

bo<strong>de</strong>n eigenaren <strong>van</strong> kantoorruimte<br />

op grote schaal steeds langere huurvrije<br />

perio<strong>de</strong>n aan om huur<strong>de</strong>rs te trekken.<br />

Ook na 2001 werd dus nog steeds nieuwe<br />

kantoorruimte in gebruik genomen, maar<br />

betrof het vooral ver<strong>van</strong>gingsvraag <strong>van</strong><br />

bedrijven die al el<strong>de</strong>rs in Amsterdam<br />

gevestigd waren. <strong>De</strong> bedrijven die verhuis<strong>de</strong>n<br />

gingen meestal een hogere huurprijs<br />

betalen voor betere kantoorruimte. Om<br />

<strong>de</strong>ze kostenstijging te dragen werd er<br />

gekort op het vloeroppervlak per me<strong>de</strong>werker.<br />

Bedrijven verhuis<strong>de</strong>n zodoen<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> grote, naar kleinere, kwalitatief betere<br />

kantoorruimte. <strong>De</strong> ver<strong>van</strong>gingsvraag had<br />

hierdoor een netto negatief effect op <strong>de</strong><br />

totale leegstand in Amsterdam.<br />

Een twee<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> voortgaan<strong>de</strong><br />

kantorenbouw vindt zijn grondslag in <strong>de</strong><br />

beleggingsmarkt. Het mondiale investeringsklimaat<br />

is <strong>de</strong> laatste jaren zeer gunstig<br />

geweest: <strong>de</strong> rentestan<strong>de</strong>n waren laag en <strong>de</strong><br />

toename in financiële liquiditeit heeft een<br />

toename in investeringen in vastgoed tot<br />

gevolg gehad. Vanuit een internationaal<br />

perspectief wordt Ne<strong>de</strong>rland gezien als<br />

een aantrekkelijke beleggingslocatie voor<br />

vastgoed, die zijn basis vindt in een relatief<br />

gezond economisch klimaat, transparante<br />

regelgeving en een restrictief planningsbeleid.<br />

Ontwikkelaars ontwikkelen<br />

kantoren doorgaans niet om ze zelf in<br />

bezit te hou<strong>de</strong>n, maar verkopen <strong>de</strong>ze aan<br />

beleggers. Als <strong>de</strong> vraag naar beleggings-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 207<br />

producten op <strong>de</strong> vastgoedmarkt toeneemt,<br />

dan heeft dit zodoen<strong>de</strong> zijn weerslag op <strong>de</strong><br />

bouwmarkt. <strong>De</strong> bouwmarkt staat hierdoor<br />

in zekere zin los <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikersmarkt.<br />

Het is aan <strong>de</strong> belegger om die gebruikersmarkt<br />

te analyseren. Zolang beleggers<br />

potentie zien, zullen zij on<strong>de</strong>r gunstige<br />

financiële condities blijven investeren in<br />

kantoorgebouwen.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> liggen er ook op het vlak <strong>van</strong><br />

politiek en beleid belangen om <strong>de</strong> bouw<br />

<strong>van</strong> kantoren te bevor<strong>de</strong>ren. Terwijl<br />

<strong>de</strong> leegstand op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

toenam, bleef het aan<strong>de</strong>el<br />

kantoren in ontwikkelingsplannen<br />

groten<strong>de</strong>els ongewijzigd. In <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong><br />

veel beleidsmakers staat het opnemen<br />

<strong>van</strong> kantoorruimte gelijk aan het creëren<br />

<strong>van</strong> werkgelegenheid. <strong>De</strong> opbrengsten<br />

<strong>van</strong> winstgeven<strong>de</strong> kantoorlocaties zijn<br />

bovendien in veel gevallen noodzakelijk<br />

om <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> onrendabele investeringen<br />

in openbare ruimte en sociale<br />

huisvesting rond te krijgen. Zodoen<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n ook stads<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> gemeente<br />

afhankelijk <strong>van</strong> het ontwikkelen <strong>van</strong><br />

kantoren. In toenemen<strong>de</strong> mate beconcurreren<br />

stads<strong>de</strong>len elkaar in <strong>de</strong> voorziening<br />

<strong>van</strong> hoogwaardige kantoorlocaties. <strong>De</strong><br />

gemeente mengt zich hier niet in, tenzij<br />

het gaat om prominente locaties zoals <strong>de</strong><br />

Zuidas. Voor <strong>de</strong> situatie op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

was het wellicht verstandiger<br />

geweest als <strong>de</strong> gemeente eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie<br />

was gaan voeren.<br />

Overheidsinterventies<br />

Inmid<strong>de</strong>ls wordt <strong>de</strong> leegstand <strong>van</strong><br />

kantoorruimte wel <strong>de</strong>gelijk als een<br />

probleem ervaren door <strong>de</strong> gemeente.<br />

Het is algemeen bekend dat er spanning<br />

bestaat op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> woningmarkt<br />

en dit strookt slecht met veel leegstand<br />

<strong>van</strong> kantoorruimte. Sommige kantoorgebouwen<br />

wer<strong>de</strong>n dan ook in het verle<strong>de</strong>n<br />

gekraakt. Op het moment wordt er<br />

door <strong>de</strong> gemeente Amsterdam op twee<br />

manieren getracht te interveniëren op <strong>de</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong>.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 208<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats probeert <strong>de</strong> gemeente<br />

verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>re<br />

functie te geven door herontwikkeling.<br />

Veelal gaat het hier om woningcorporaties<br />

die verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n in ste<strong>de</strong>lijk<br />

gebied verbouwen tot woonruimte. Zo<br />

heeft stu<strong>de</strong>ntenhuisvester DUWO in<br />

2005 het voormalige stads<strong>de</strong>elkantoor<br />

Slotervaart en het naastgelegen KLIQgebouw<br />

aan <strong>de</strong> Jan Tooropstraat geschikt<br />

gemaakt voor tij<strong>de</strong>lijke stu<strong>de</strong>ntenhuisvesting.<br />

In het algemeen komt het initiatief<br />

echter maar moeizaam <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond.<br />

Hoewel <strong>de</strong> leegstaan<strong>de</strong> gebouwen als<br />

mo<strong>de</strong>rne kantoorruimte incourant zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n, zijn ze op <strong>de</strong> balans <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

belegger vaak nog veel waard. <strong>De</strong> belegger<br />

zal pas overgaan tot sloop als <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

het pand lager is dan <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> sloop en<br />

nieuwbouw (E<strong>van</strong>s, 1985). Evengoed geldt<br />

dat, wanneer een an<strong>de</strong>re partij het gebouw<br />

wil overnemen voor herontwikkeling,<br />

<strong>de</strong> belegger <strong>de</strong> boekwaar<strong>de</strong> vergoed wil<br />

krijgen. An<strong>de</strong>rs zou <strong>de</strong> belegger immers een<br />

verlies lei<strong>de</strong>n. Een hoge boekwaar<strong>de</strong> drukt<br />

zwaar op <strong>de</strong> verwervingskosten en maakt<br />

<strong>de</strong> herontwikkeling <strong>van</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n<br />

buitengewoon kostbaar. Bij <strong>de</strong> verbouw<br />

<strong>van</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n zijn er bovendien<br />

allerlei bouwtechnische problemen om<br />

<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> gebouwen conform het<br />

Bouwbesluit aan te passen tot woonruimte.<br />

Hoewel <strong>de</strong> kennis en expertise op het vlak<br />

groeit (Geraedts & Van <strong>de</strong>r Voordt, 2005),<br />

vormt <strong>de</strong> complexiteit <strong>van</strong> herontwikkeling<br />

<strong>van</strong> kantoren een belemmering en blijft het<br />

aantal succesvolle projecten in Amsterdam<br />

zeer beperkt.<br />

Het twee<strong>de</strong> initiatief is erop gericht om het<br />

planaanbod <strong>van</strong> kantoren te reduceren. Het<br />

rapport ‘Min<strong>de</strong>r kantoorplannen’ <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

regionale werkgroep Platform Bedrijven<br />

en Kantoren (PlaBeKa) uit september<br />

2006 constateer<strong>de</strong> dat het planaanbod <strong>van</strong><br />

kantoorruimte in Amsterdam bijna drie<br />

maal zo groot was als <strong>de</strong> geraam<strong>de</strong> vraag<br />

tot 2030 bij het meest gunstige economische<br />

groeiscenario. Dit rapport heeft<br />

geleid tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkenning door gemeente<br />

en marktpartijen dat dit een ongewenste<br />

situatie oplevert. In on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen<br />

is overeengekomen dat <strong>de</strong> marktpartijen<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n zien om bijna 770.000<br />

vierkante meter kantoorruimte uit het<br />

planaanbod te schrappen. <strong>De</strong> werkgroep<br />

komt daarnaast met aanvullen<strong>de</strong> voorstellen<br />

voor te schrappen plannen. <strong>De</strong> totale<br />

reductie <strong>van</strong> het planaanbod komt dan neer<br />

op 1,2 miljoen vierkante meter kantoorruimte<br />

in het basis- en mid<strong>de</strong>nsegment (43<br />

procent <strong>van</strong> het totale planaanbod). Het<br />

topsegment aan <strong>de</strong> Zuidas wordt buiten<br />

beschouwing gehou<strong>de</strong>n (PlaBeKa, 2007).<br />

Het vermin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> het planaanbod heeft<br />

vergaan<strong>de</strong> financiële consequenties voor <strong>de</strong><br />

gemeente, omdat <strong>de</strong>ze aanzienlijke grondopbrengsten<br />

misloopt. Kantoorruimte<br />

genereert relatief hoge opbrengsten en<br />

vormt daarmee vaak <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong><br />

financiële haalbaarheid <strong>van</strong> een plan.<br />

Daarnaast betekent het schrappen <strong>van</strong><br />

kantoorruimte dat voor <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong> een<br />

belangrijke inkomstenbron wegvalt voor <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> onrendabele voorzieningen.<br />

Er wordt een verlies <strong>van</strong> 105 miljoen<br />

euro voorzien als gevolg <strong>van</strong> het vermin<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el kantoren in reeds<br />

bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen. Echter, <strong>de</strong><br />

grootste verslechtering <strong>van</strong> het saldo ligt bij<br />

nog niet-bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen.<br />

Voor <strong>de</strong>ze plannen is namelijk nog<br />

ondui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> een<br />

alternatief programma zullen inhou<strong>de</strong>n.<br />

Ter indicatie wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 209<br />

een vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> verwachte opbrengsten<br />

<strong>van</strong> 165 miljoen euro (PlaBeKa, 2007).<br />

Bijkomend bestaat er voor <strong>de</strong> gemeente<br />

nog een aanzienlijk afzet- en prijsrisico.<br />

Ondanks een reductie in het kantorenprogramma,<br />

blijft er een overmaat aan kantoorruimte<br />

in het planaanbod bestaan, die<br />

na aftrek <strong>van</strong> een aangenomen hoeveelheid<br />

incourante leegstand, geschat wordt op<br />

minimaal 800.000 vierkante meter. Ter<br />

vergelijking, het ABN Amro complex aan<br />

<strong>de</strong> Zuidas heeft een netto vloeroppervlak<br />

<strong>van</strong> 90.000 vierkante meter. Het <strong>toekomst</strong>ige<br />

aanbod <strong>van</strong> nieuwe kantoorruimte<br />

zal dus naar verwachting nog steeds<br />

significant <strong>de</strong> vraag overschrij<strong>de</strong>n. Voor<br />

bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen bestaat<br />

dan het risico dat <strong>de</strong> kantoren niet<br />

ontwikkeld zullen wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> grondopbrengsten<br />

ver<strong>de</strong>r zullen teruglopen.<br />

Dit afzetrisico wordt door <strong>de</strong> werkgroep<br />

ingeschat op een mogelijke totale<br />

saldoverslechtering <strong>van</strong> 190 miljoen euro<br />

(PlaBeKa, 2007).<br />

Het is belangrijk op te merken dat het<br />

schrappen <strong>van</strong> planaanbod geheel wordt<br />

overgelaten aan <strong>de</strong> marktpartijen. In het<br />

geval dat het bestemmingsplan <strong>de</strong> bouw<br />

<strong>van</strong> kantoren toestaat en marktpartijen<br />

bereid zijn afzet- en prijsrisico’s te lopen,<br />

zal <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> bouw moeten toestaan.<br />

<strong>De</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen en<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen zijn daardoor met<br />

onzekerheid omgeven.<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

Om uitspraken te kunnen doen over <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige situatie op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

moet <strong>de</strong> aanbodzij<strong>de</strong> gekoppeld wor<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> vraagzij<strong>de</strong>. Zoals al eer<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>-<br />

lijk werd in dit artikel, kan <strong>de</strong> gemeente<br />

ingrijpen op <strong>de</strong> aanbodszij<strong>de</strong>, maar wordt<br />

<strong>de</strong> vraag bepaald door krachten die buiten<br />

het beleidsveld liggen: <strong>de</strong> intensiteit <strong>van</strong><br />

economische groei bepaalt namelijk<br />

hoeveel bedrijven in <strong>de</strong> dienstensector op<br />

zoek zijn naar extra kantoorruimte. Sinds<br />

het begin <strong>van</strong> 2006 is <strong>de</strong> leegstand op <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> voor het eerst<br />

sinds jaren weer teruggelopen als gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> aantrekken<strong>de</strong> (wereld)economie. Het<br />

aantal vierkante meters kantoorruimte dat<br />

<strong>de</strong> afgelopen twee jaar in gebruik werd genomen<br />

was substantieel hoger dan in voorgaan<strong>de</strong><br />

jaren. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> economische<br />

prognoses kan <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige vraag naar<br />

kantoorruimte wor<strong>de</strong>n geraamd. <strong>De</strong> werkgroep<br />

maakt gebruik <strong>van</strong> langetermijnscenario’s<br />

<strong>van</strong> het Centraal Plan Bureau. In<br />

dit artikel wordt ingezoomd op <strong>de</strong> groei <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> vijf jaar. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zijn twee<br />

sleutelfactoren bepalend voor <strong>de</strong> economische<br />

groei in Ne<strong>de</strong>rland en Amsterdam.<br />

Ten eerste is Ne<strong>de</strong>rland een exportland en<br />

daarmee afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werel<strong>de</strong>conomie die zich momenteel in een<br />

perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> teruglopen<strong>de</strong> groei bevindt.<br />

Daarnaast heeft Amsterdam een relatief<br />

grote financiële dienstensector. <strong>De</strong> recente<br />

kredietcrisis heeft dan ook directe gevolgen<br />

voor <strong>de</strong> lokale economie. <strong>De</strong> vooruitzichten<br />

zijn dat <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei in <strong>de</strong><br />

dienstensector <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> twee jaar zal<br />

teruglopen, waarna <strong>de</strong> economie zich <strong>van</strong>af<br />

2010 weer zal herstellen.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot 2010 is het goed mogelijk<br />

om een inschatting te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hoeveelheid nieuwe kantoorruimte die aan<br />

<strong>de</strong> voorraad zal wor<strong>de</strong>n toegevoegd. <strong>De</strong><br />

plannen bevin<strong>de</strong>n zich al in <strong>de</strong> ontwikkelingsfase<br />

of in een vergevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> planfase.<br />

Ontwikkelaars hebben zich een grondpo-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 210<br />

Figuur 1 Prognose voor <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> tot 2012 (Bron: DTZ Research)<br />

m 2<br />

500.000 25%<br />

450.000<br />

400.000<br />

Prognose<br />

20%<br />

350.000<br />

300.000 15%<br />

250.000<br />

200.000 10%<br />

150.000<br />

100.000 5%<br />

50.000<br />

0 0%<br />

91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

In gebruik genomen vloeroppervlak (m 2 ) Nieuw toegevoegd aan voorraad (m 2 ) Leegstand als percentage <strong>van</strong> voorraad<br />

sitie verworven en zullen die te gel<strong>de</strong><br />

maken, hoewel gezien <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong><br />

kredietcrisis sommige ontwikkelaars<br />

hun financiën niet rond zullen krijgen.<br />

Zelfs als met <strong>de</strong>ze onzekerheid rekening<br />

wordt gehou<strong>de</strong>n, zullen er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren verschillen<strong>de</strong> grote nieuwbouwprojecten<br />

op <strong>de</strong> markt komen. Pas<br />

<strong>van</strong>af 2011 hebben <strong>de</strong> voorstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werkgroep mogelijke gevolgen en zal <strong>de</strong><br />

reductie <strong>van</strong> het planaanbod resulteren<br />

in een vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoeveelheid nieuwe<br />

kantoorruimte die jaarlijks op <strong>de</strong> markt<br />

komt. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze economische<br />

vooruitzichten kan wor<strong>de</strong>n aangenomen<br />

dat <strong>de</strong> vraag naar kantoren <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> twee jaar zal teruglopen. In<br />

<strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zal <strong>de</strong> vraag voornamelijk<br />

bestaan uit ver<strong>van</strong>gingsvraag, waarna<br />

<strong>de</strong> uitbreidingsvraag naar verwachting<br />

weer zal toenemen. <strong>De</strong>ze vooruitzichten<br />

<strong>van</strong> vraag en aanbod vertalen zich in <strong>de</strong><br />

cijfermatige prognose <strong>van</strong> <strong>de</strong> leegstand op<br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> kantoren die is weergegeven<br />

in figuur 1.<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze cijfermatige analyse<br />

kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat, met het<br />

oog op <strong>de</strong> beleidsinspanningen en het<br />

economische klimaat, <strong>de</strong> leegstand op<br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> gelei<strong>de</strong>lijk<br />

zal teruglopen. Op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llange<br />

termijn zal er weinig aan <strong>de</strong> situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod veran<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong> verwachting<br />

is dat <strong>de</strong> leegstand zich in 2012 nog steeds<br />

rond <strong>de</strong> 15 procent bevindt. Wel is er een<br />

belangrijke stap gezet met het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> beleid waardoor marktpartijen er<strong>van</strong><br />

overtuigd zijn geraakt dat een situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod alleen valt tegen te gaan als er<br />

conform <strong>de</strong> vraag wordt gebouwd. Echter,<br />

zolang er ver<strong>van</strong>gingsvraag voor nieuwe<br />

kantoorruimte bestaat, zullen ontwikkelaars<br />

doorgaan met bouwen. Meer


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 211<br />

aandacht moet daarom uitgaan naar het<br />

vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> nieuwe innovatieve manieren<br />

om incourante kantoorgebouwen uit <strong>de</strong><br />

markt te halen.<br />

Op dit gebied doet <strong>de</strong> werkgroep enkele<br />

interessante aanbevelingen (PlaBeKa<br />

2007). Ten eerste zou <strong>de</strong> gemeente<br />

betere, effectievere regie kunnen voeren<br />

door gebruikmaking <strong>van</strong> een centrale<br />

procedure voor het aanmel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> alle<br />

nieuwe plannen waarin kantoorruimte<br />

is opgenomen. Dit zou inhou<strong>de</strong>n dat met<br />

enige regelmaat (bijvoorbeeld eens in <strong>de</strong><br />

drie of vijf jaar) een ron<strong>de</strong> wordt gehou<strong>de</strong>n<br />

waarin nieuwe kantoorlocaties aangemeld<br />

wor<strong>de</strong>n. Vervolgens wijst een bestuurlijke<br />

afweging dan uit welke plannen voor ontwikkeling<br />

in aanmerking moeten komen.<br />

Ten twee<strong>de</strong> moeten <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht om nieuwbouw <strong>van</strong><br />

kantoren te reguleren in samenhang met<br />

<strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> leegstand.<br />

Hierbij wordt door <strong>de</strong> werkgroep gedacht<br />

aan een koppeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong> een<br />

nieuwbouwproject aan het uit <strong>de</strong> markt<br />

nemen <strong>van</strong> een incourant kantoorgebouw.<br />

<strong>De</strong>rgelijke maatregelen hebben <strong>de</strong> potentie<br />

om <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> op <strong>de</strong> lange termijn<br />

te behoe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> volatiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

economie en bouwwereld.<br />

Anne Marthe Koeman (anne.koeman@dtz.com) is on<strong>de</strong>rzoeker<br />

bij DTZ Research in Lon<strong>de</strong>n.<br />

Literatuur<br />

E<strong>van</strong>s, A.W. (1985) Urban Economics: An Introduction,<br />

Macmillan, London<br />

Geraedts, R.P. & D.J.M. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Voordt (2005) ‘Transformatie <strong>van</strong><br />

kantoorgebouwen. Van leegstand naar herbestemming’, Real<br />

Estate Magazine, nr. 39, p.12-17<br />

Werkgroep PlaBeKa (2006) Min<strong>de</strong>r kantorenplannen. PlaBeKa 1<br />

Werkgroep PlaBeKa (2007) Min<strong>de</strong>r kantorenplannen in<br />

uitvoering. PlaBeKa 2


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 212<br />

Culturele<br />

Sandra Trienekens<br />

interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk<br />

Boven: <strong>De</strong> Bubble in Brussel (foto: City Mine(d)), On<strong>de</strong>r: Voorstelling <strong>De</strong> Theaterstad op 16 juni 2007. (foto Mieke <strong>de</strong> Wit)


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 213<br />

In <strong>de</strong> huidige ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk gaat <strong>de</strong> aandacht vooral uit naar<br />

fysieke ingrepen en sociale verbetering. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> ervaringen <strong>van</strong> een<br />

Brusselse en Rotterdamse kunstorganisatie met culturele interventies op<br />

wijkniveau komen opvallen<strong>de</strong> uitkomsten naar voren zoals het ontstaan <strong>van</strong><br />

netwerken en <strong>de</strong> positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> diversiteit. Met <strong>de</strong> culturele interventies<br />

wordt gezocht naar een nieuwe aanpak <strong>van</strong> achterstandswijken die buiten <strong>de</strong><br />

gebaan<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n reikt.<br />

Momenteel wordt <strong>van</strong>uit het beleid veel<br />

aandacht besteed aan <strong>de</strong> wijk. Maar <strong>de</strong>ze<br />

aandacht is niet altijd goed gericht. Zo<br />

stelt <strong>de</strong> VROM-raad (2006) in haar advies<br />

Stad en stijging dat <strong>de</strong> huidige ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwing zich vooral richt op <strong>de</strong> fysieke<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk en op zaken als sociale<br />

cohesie en leefbaarheid. Het Sociaal en<br />

Cultureel Planbureau (Wittebrood & Van<br />

Dijk, 2007) on<strong>de</strong>rzocht <strong>de</strong> relatie tussen<br />

het fysieke en sociale en conclu<strong>de</strong>ert dat<br />

<strong>de</strong> verwachtingen over sociale processen<br />

die door herstructurering in gang wor<strong>de</strong>n<br />

gezet, enigszins moeten wor<strong>de</strong>n gematigd.<br />

Waar herstructurering in <strong>de</strong> praktijk<br />

effectief lijkt, komt dit vooral doordat het<br />

aan<strong>de</strong>el bewoners met lage inkomens en/<br />

of het aan<strong>de</strong>el niet-westerse huishou<strong>de</strong>ns<br />

afneemt en daarmee <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bewonersgroep in <strong>de</strong> buurt veran<strong>de</strong>rt.<br />

Maar een ten<strong>de</strong>ns naar culturele homogenisering<br />

kan geen oplossing zijn voor<br />

ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsvraagstukken in<br />

<strong>de</strong> multiculturele stad. <strong>De</strong> VROM-raad is<br />

daarom <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing<br />

zich moet richten op <strong>de</strong> ambities<br />

en sociale stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners.<br />

Daarmee legt <strong>de</strong> VROM-raad een an<strong>de</strong>re<br />

relatie tussen het fysieke en sociale dan <strong>de</strong><br />

gangbare ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk.<br />

Hiermee wordt <strong>de</strong> aandacht gericht op het<br />

vormgeven <strong>van</strong> een burgerschapsproces<br />

in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk. Er<br />

wordt een beroep gedaan aan beleidsma-<br />

kers en maatschappelijke instanties om<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te laten nemen om<br />

burgers te stimuleren in hun maatschappelijke<br />

participatie.<br />

Een multiculturele maatschappij en<br />

betrokkenheid <strong>van</strong> burgers komen in<br />

zicht als <strong>de</strong> vaak ontbreken<strong>de</strong> culturele<br />

factor wordt meegenomen in <strong>de</strong> aandacht<br />

voor <strong>de</strong> wijk. Juist culturele interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk, in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> sociaalgeengageer<strong>de</strong><br />

kunstprojecten, stellen <strong>de</strong><br />

ambities en kracht <strong>van</strong> mensen centraal<br />

en resulteren vaak in unieke ste<strong>de</strong>lijke<br />

netwerken. Ver<strong>de</strong>r hebben <strong>de</strong>ze projecten<br />

een positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> culturele,<br />

etnische en institutionele diversiteit<br />

(Trienekens, 2006). In <strong>de</strong>rgelijke<br />

kunstprojecten werken professionele<br />

kunstenaars met een verschei<strong>de</strong>nheid aan<br />

bewoners en lokale organisaties rondom<br />

thema’s die in <strong>de</strong> wijk spelen.<br />

<strong>De</strong> vraag die in dit artikel centraal staat,<br />

is hoe <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke culturele interventies kan<br />

leren. Hiertoe wor<strong>de</strong>n twee culturele<br />

interventies, City Mine(d) in Brussel en <strong>de</strong><br />

Theaterstraat in Rotterdam beschreven.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek is gebaseerd op interviews<br />

met betrokkenen, zoals organisatoren,<br />

welzijnswerk, gemeenten en woningbouwverenigingen.<br />

Het doel is hierbij<br />

niet het hardmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

<strong>de</strong> interventies, maar het aftasten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kwalitatieve ervaringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkenen<br />

en potentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten. <strong>De</strong>ze<br />

twee interventies zijn geselecteerd omdat<br />

ze in <strong>de</strong> praktijk hebben bewezen dat ze<br />

hoog- en laagopgelei<strong>de</strong>n, autochtonen en<br />

allochtonen, publieke en private partijen<br />

aan hun projecten bin<strong>de</strong>n en het niveau <strong>van</strong><br />

symboliek en retoriek ontstijgen.<br />

City Mine(d)<br />

<strong>De</strong> oprichting <strong>van</strong> City Mine(d) in 1997<br />

kan gezien wor<strong>de</strong>n als een direct antwoord<br />

op <strong>de</strong> onzekerheid die onroerend<br />

goed speculaties en ste<strong>de</strong>lijke planning<br />

oplever<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> lokale huur<strong>de</strong>rs in<br />

<strong>de</strong> centrale, cultureel diverse wijken <strong>van</strong><br />

Brussel. Door uitzettingen en huurverhogingen<br />

op een ludieke, artistieke manier<br />

tegen te gaan en door on<strong>de</strong>r meer lokale<br />

huur<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling te<br />

betrekken, wil<strong>de</strong> City Mine(d) <strong>de</strong> kosmopolitische<br />

ste<strong>de</strong>lijke cultuur waarborgen.<br />

City Mine(d) is een productiehuis voor<br />

sociaal-culturele ste<strong>de</strong>lijke interventies en<br />

promoot op persoonlijk vlak zelfbeschikking<br />

in projecten en op bovenlokaal vlak<br />

toegankelijk en multicultureel ste<strong>de</strong>lijk<br />

bestuur. City Mine(d) treedt hierbij op als<br />

procesbegelei<strong>de</strong>r en makelaar die het <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elnemers mogelijk maakt i<strong>de</strong>eën uit te<br />

wisselen met verschillen<strong>de</strong> groepen in <strong>de</strong><br />

stad en <strong>de</strong> juiste controle te krijgen om het<br />

project effectief te realiseren.<br />

Het bijproduct <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze strategie is het<br />

ontstaan <strong>van</strong> niet-hiërarchische, reflectieve<br />

netwerken, waarin <strong>de</strong> perspectieven<br />

<strong>van</strong> bewoners met een verschillen<strong>de</strong><br />

etnische achtergrond, (in)formele maatschappelijke<br />

organisaties, kunstenaars<br />

en vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid<br />

en marktpartijen samenkomen. Hiermee<br />

creëert City Mine(d) politieke bewegingen<br />

waarin niet één visie of vertoog dominant<br />

is en waarin ruimte is voor alternatieve<br />

planvorming. Door <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> samenstelling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> netwerken wordt continu<br />

uitwisseling, confrontatie en productie<br />

<strong>van</strong> nieuwe i<strong>de</strong>ntiteiten uitgelokt. In<br />

verschillen<strong>de</strong> projecten is City Mine(d)<br />

in staat gebleken om diversiteit in het<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 214<br />

netwerk te genereren: <strong>van</strong> lokale, vaak niet<br />

politiek geëngageer<strong>de</strong> bewoners en economische<br />

instellingen, zoals banken, tot<br />

Europarlementariërs die niet bekend staan<br />

om hun oriëntatie op Brussel als stad.<br />

Een concreet voorbeeld <strong>van</strong> een City<br />

Mine(d) project dat zich richt op het<br />

bereiken en faciliteren <strong>van</strong> min<strong>de</strong>rbe<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

en min<strong>de</strong>r zichtbare bevolkingsgroeperingen<br />

is <strong>de</strong> Bubble. Dit is een<br />

doorzichtige, kussenvormige, opblaasbare<br />

constructie, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> binnenkant een<br />

voorstellings- en ontmoetingsruimte voor<br />

hon<strong>de</strong>rd personen vormt. <strong>De</strong> Bubble is<br />

meer<strong>de</strong>re malen opgeblazen op strategische<br />

locaties in <strong>de</strong> stad om aandacht te<br />

vestigen op plaatsen en activiteiten die<br />

vaak onopgemerkt blijven. <strong>De</strong> activiteiten<br />

variëren <strong>van</strong> breakdance festivals en<br />

boekpresentaties tot filmvertoningen, die<br />

allemaal het doel hebben om <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

publieke ruimte te herwaar<strong>de</strong>ren en revitaliseren<br />

<strong>van</strong>uit een nieuw, niet-dominant<br />

perspectief.<br />

<strong>De</strong> Theaterstraat<br />

Stichting <strong>de</strong> Theaterstraat startte in<br />

2004 in Rotterdam met als hoofddoel<br />

kwalitatief hoogwaardige kunstprojecten<br />

te vervaardigen met bewoners, instellingen<br />

en on<strong>de</strong>rnemers uit Rotterdamse<br />

<strong>de</strong>elgemeenten. Daarnaast gaat het<br />

om het vergroten <strong>van</strong> het netwerk <strong>van</strong><br />

mensen die aan het project <strong>de</strong>elnemen,<br />

zoals acteurs, klusjesmannen, <strong>de</strong>nkers,<br />

(welzijns)professionals of theatermakers.<br />

Tenslotte is het doel bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers het<br />

vertrouwen te herstellen dat er resultaat<br />

geboekt kan wor<strong>de</strong>n in participatieve<br />

wijkinitiatieven door in een afgebaken<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> te werken aan een concreet<br />

eindresultaat. Hierdoor zijn <strong>de</strong>elnemers<br />

trots op wat tot stand is gebracht en een<br />

volgen<strong>de</strong> keer weer aanspreekbaar over<br />

zaken die hun wijk aangaan. Bovendien<br />

experimenteert <strong>de</strong> Theaterstraat met een<br />

an<strong>de</strong>re werkwijze, namelijk niet werken<br />

<strong>van</strong>uit één activiteit, maar <strong>van</strong>uit een<br />

totaalproject waarbinnen verschillen<strong>de</strong><br />

activiteiten plaatsvin<strong>de</strong>n zodat diverse<br />

groepen betrokken kunnen wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 215<br />

Theaterstraat brengt daarmee verschillen<strong>de</strong><br />

generaties, sociaal-economische<br />

groepen én etniciteiten samen.<br />

Een concreet voorbeeld <strong>van</strong> een project is<br />

Eten is weten – verhalen rond <strong>de</strong> kookpotten<br />

<strong>van</strong> <strong>De</strong>lfshaven. Dit is een totaaltheatervoorstelling<br />

met theater, dans, vi<strong>de</strong>o en<br />

muziek, waarin verhalen <strong>van</strong> vroeger en<br />

nu geïnspireerd door gerechten wor<strong>de</strong>n<br />

verteld. Ook wordt er gekookt en gegeten.<br />

<strong>De</strong> voorstelling is twaalf keer gespeeld<br />

in het voorjaar <strong>van</strong> 2007. In <strong>de</strong> aanloop<br />

naar <strong>de</strong> voorstelling von<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />

activiteiten plaats. On<strong>de</strong>r meer heeft <strong>de</strong><br />

lokale welzijnsorganisatie DISCK een<br />

jongerenpromotieteam samengesteld, is<br />

een eetproject op een bre<strong>de</strong> school gestart<br />

en is met het Centrum voor On<strong>de</strong>rnemen<br />

in <strong>De</strong>lfshaven een winkelproject met<br />

lokale <strong>de</strong>tailhan<strong>de</strong>laars opgezet.<br />

Met <strong>de</strong>rgelijke uiteenlopen<strong>de</strong> activiteiten<br />

en <strong>de</strong> diverse partners en <strong>de</strong>elnemers<br />

laat <strong>de</strong> Theaterstraat <strong>de</strong> wijk zien in haar<br />

kracht: <strong>de</strong> kansen en talenten <strong>van</strong> haar<br />

organisaties en bewoners. Het gaat <strong>de</strong><br />

Theaterstraat dus zowel om <strong>de</strong> competenties<br />

en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> professionals<br />

en maatschappelijke organisaties<br />

als die <strong>van</strong> bewoners. Belangrijk hierbij is<br />

volgens <strong>de</strong> Theaterstraat dat organisaties<br />

en burgers praktisch samenwerken en<br />

projectmatig han<strong>de</strong>len om te voorkomen<br />

dat men verzandt in een overlegcultuur<br />

en/of een unilaterale en visieloze<br />

projectencarrousel.<br />

<strong>De</strong> implicaties voor burgerschap:<br />

netwerken<br />

Uit <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> betrokkenen<br />

bij <strong>de</strong> projecten blijkt veel waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> impuls die culturele interventies<br />

geven aan het ontstaan <strong>van</strong> netwerken.<br />

City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat laten<br />

zien dat eenzijdige bena<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling, die een negatieve<br />

invloed hebben op het dagelijkse leven <strong>van</strong><br />

bewoners, tegengegaan kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> vorming <strong>van</strong> coalities waarin ook<br />

<strong>de</strong> niet-dominante stem een plek heeft. Al<br />

is het geen makkelijke taak, <strong>de</strong> kunst-<br />

projecten streven naar het formeren<br />

<strong>van</strong> meerstemmige bewegingen en<br />

creëren <strong>van</strong> ontmoetingsplaatsen waar<br />

nieuwe methodieken getest wor<strong>de</strong>n,<br />

waar ruimte is voor oppositie tegen<br />

gevestig<strong>de</strong> praktijken en waarin gewerkt<br />

wordt aan intersectorale samenwerking<br />

en ontschotting. Ook gevestig<strong>de</strong><br />

partijen geven aan hierin geïnteresseerd<br />

te zijn. Een Rotterdamse <strong>de</strong>elgemeente<br />

ziet het als één manier om invulling<br />

te geven aan het politieke streven naar<br />

actief burgerschap; voor een woningcorporatie<br />

biedt <strong>de</strong> aanpak een mogelijk<br />

antwoord op vraagstukken waar zij mee<br />

worstelen.<br />

Van het belang <strong>van</strong> samenwerking zijn<br />

<strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n zich bewust, want een<br />

hoge organisatiegraad in een wijk betekent<br />

niet per se een hoge samenwerkingsgraad.<br />

Een kunstproject kan dan een<br />

verfrissen<strong>de</strong> en vooral positieve insteek<br />

vormen om (<strong>de</strong>el)gemeente, woningcorporaties,<br />

sociale en welzijnsorganisaties,<br />

economische instanties en bedrijven,<br />

zelforganisaties en an<strong>de</strong>re bewonersinitiatieven<br />

en bewoners samen te laten<br />

werken. Het vertrekpunt is namelijk een<br />

kunstproject, niet een ‘probleem’. Een<br />

voor<strong>de</strong>el daarbij is, volgens <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n,<br />

dat het bena<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> partners<br />

door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> partij wordt geïnitieerd,<br />

hierdoor zeggen organisaties makkelijker<br />

toe en spelen concurrentieposities<br />

min<strong>de</strong>r een rol. Door <strong>de</strong> relatief lange<br />

looptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten kunnen relaties<br />

bovendien groeien en is er aandacht voor<br />

het proces <strong>van</strong> het creëren <strong>van</strong> lokale<br />

subste<strong>de</strong>lijke netwerken. <strong>De</strong> potentie <strong>van</strong><br />

culturele interventies ligt in het experimenteren<br />

met an<strong>de</strong>re organisatiestructuren<br />

of samenwerkingsverban<strong>de</strong>n die<br />

kunnen uitmon<strong>de</strong>n in (tij<strong>de</strong>lijke) breed<br />

samengestel<strong>de</strong> coalities <strong>van</strong> professionals<br />

die <strong>de</strong> wijk goed kennen en bewoners die<br />

zo meer controle krijgen over hun eigen<br />

leefomgeving. In <strong>de</strong>rgelijke bre<strong>de</strong> coalities<br />

is het ook eenvoudiger om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

kanten <strong>van</strong> zowel burgerschap als<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijke sociale vernieuwing in het<br />

oog te hou<strong>de</strong>n. Actieve participatie, inter-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 216<br />

culturele uitwisseling, zelfredzaamheid en<br />

empowerment zijn daarin even belangrijk<br />

als goed on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n woningen, schone<br />

straten en op tijd opgehaald huisvuil, goe<strong>de</strong><br />

scholen, wijkeconomie, sociale stijging en<br />

een rijk sociaal en cultureel leven.<br />

<strong>De</strong> implicaties voor burgerschap:<br />

diversiteit<br />

Naast het ontstaan <strong>van</strong> netwerken blijkt<br />

uit <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> betrokkenen<br />

waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> productieve bena<strong>de</strong>ring<br />

<strong>van</strong> diversiteit. In <strong>de</strong> multiculturele<br />

stad kunnen projecten niet om <strong>de</strong><br />

culturele kant <strong>van</strong> burgerschap heen, zoals<br />

het erkennen <strong>van</strong> culturele verschillen<br />

en aandacht voor i<strong>de</strong>ntiteitsvorming<br />

en het gevoel <strong>van</strong> thuishoren. <strong>De</strong> niethiërarchische,<br />

reflectieve netwerken <strong>van</strong><br />

City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat brengen<br />

verschillen<strong>de</strong> perspectieven samen en<br />

bie<strong>de</strong>n zo ruimte aan <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteiten <strong>van</strong><br />

personen, groepen en organisaties. <strong>De</strong><br />

meeste geïnterview<strong>de</strong> organisaties zijn<br />

zich bewust dat ze te weinig jongeren en<br />

allochtonen bereiken en waar<strong>de</strong>ren dan<br />

ook het contact dat met <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re<br />

moeilijk bereikbare doelgroepen in <strong>de</strong><br />

wijk kon wor<strong>de</strong>n gelegd in <strong>de</strong> culturele<br />

interventies. Ou<strong>de</strong> methodieken werken<br />

niet meer en <strong>de</strong> partners ervaren <strong>de</strong><br />

creatieve aanpak als een nieuw antwoord<br />

op ou<strong>de</strong> vraagstukken, zoals hoe kunnen<br />

bewoners betrokken wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> inrichting<br />

<strong>van</strong> hun buurt of huizenblok, hoe<br />

zorg je dat inspraakorganen, bijvoorbeeld<br />

huur<strong>de</strong>rcommissies, veelkleuriger wor<strong>de</strong>n<br />

of hoe stem je je aanbod af op nieuwe en<br />

diverse doelgroepen?<br />

Daarnaast waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> reflectie in <strong>de</strong> kunstprojecten op<br />

<strong>de</strong> multiculturele stad en op routine<br />

gebaseer<strong>de</strong> praktijken, aannames en<br />

vooroor<strong>de</strong>len. <strong>De</strong> culturele interventies<br />

tonen bijvoorbeeld aan dat het werken<br />

<strong>van</strong>uit diversiteit en intersectorale<br />

coalities niet leidt tot homogenisering,<br />

maar dat heterogeniteit juist productief<br />

kan zijn. Zo geeft <strong>de</strong> betrokkenheid <strong>van</strong><br />

partners als banken en woningcorporaties<br />

een positief signaal aan maatschappelijke<br />

organisaties en aan bewoners die <strong>de</strong>rgelijke<br />

instellingen lang als tegenstan<strong>de</strong>r<br />

hebben ervaren. Door <strong>de</strong> samenwerking<br />

wor<strong>de</strong>n overeenkomstige interesses en<br />

belangen zichtbaar en blijken <strong>de</strong> belangen<br />

<strong>van</strong> banken en woningcorporaties ver<strong>de</strong>r<br />

te reiken dan <strong>de</strong> fysieke infrastructuur.<br />

Maar <strong>de</strong> overeenkomsten hoeven niet <strong>de</strong><br />

overhand te krijgen. Voor City Mine(d) is<br />

het doel niet het bereiken <strong>van</strong> eensgezindheid<br />

of het sluiten <strong>van</strong> compromissen.<br />

Meningen en belangen kunnen drastisch<br />

verschillen tussen <strong>de</strong> partners in het<br />

netwerk. Cruciaal is het elkaar leren<br />

respecteren en het gezamenlijk doorlopen<br />

<strong>van</strong> het besluitvormingsproces.<br />

Naar geleefd burgerschap<br />

Wat betekenen <strong>de</strong>ze netwerken en positieve<br />

houding ten aanzien <strong>van</strong> diversiteit<br />

voor ons begrip <strong>van</strong> burgerschap? Het<br />

begrip burgerschap wordt op veel verschillen<strong>de</strong><br />

manieren ge<strong>de</strong>finieerd. Veel wetenschappelijke<br />

en politieke <strong>de</strong>finities komen<br />

echter overeen in een statisch begrip <strong>van</strong><br />

burgerschap als onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n<br />

aan een enkelvoudige nationale i<strong>de</strong>ntiteit<br />

en loyaliteit. Centrale begrippen zijn universaliteit,<br />

homogeniteit en onpartijdigheid,<br />

begrippen die door <strong>de</strong> multiculturele<br />

samenleving ter discussie zijn komen<br />

te staan. Bovendien zijn veel <strong>de</strong>finities<br />

primair gefocust op het inzichtelijk maken<br />

<strong>van</strong> rechten en plichten (Marshall, 1992;<br />

Kymlicka, 1995). <strong>De</strong> vraag hoe multiculturaliteit<br />

en een rechtvaardige interactie<br />

tussen overheid, publieke organisaties,<br />

individuele burgers en het maatschappelijke<br />

mid<strong>de</strong>nveld in <strong>de</strong> dagelijkse praktijk<br />

tot stand gebracht moeten wor<strong>de</strong>n, komt<br />

vaak niet diepgaand aan bod.<br />

<strong>De</strong> aandacht die in <strong>de</strong> kunstprojecten<br />

gaat naar zelfbeschikking, diversiteitgevoelig<br />

bestuur en het opzetten <strong>van</strong><br />

multiculturele netwerken kan geïnterpreteerd<br />

wor<strong>de</strong>n als het vormgeven <strong>van</strong><br />

burgerschap op het niveau <strong>van</strong> alledaagse<br />

praktijken waarin belangen <strong>van</strong> culturele<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n meegenomen wor<strong>de</strong>n.<br />

Dit correspon<strong>de</strong>ert met <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

i<strong>de</strong>eën achter <strong>de</strong> postmo<strong>de</strong>rne


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 217<br />

cultuurpolitiek. Hierbij gaat het niet<br />

alleen om het herconceptualiseren <strong>van</strong><br />

i<strong>de</strong>ntiteiten, maar tegelijkertijd om op<br />

innovatieve manier open te staan voor<br />

<strong>de</strong> vorming <strong>van</strong> multiple communities of<br />

resistance (Soja & Hooper, 1993). Dit zijn<br />

meerstemmige politieke bewegingen die<br />

in staat zijn om mensen met verschillen<strong>de</strong><br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteiten te verbin<strong>de</strong>n en<br />

die nieuwe ontmoetingsplaatsen creëren<br />

waarin letterlijke en figuurlijke ruimte is<br />

voor verschillen<strong>de</strong> oppositiepraktijken.<br />

In plaats <strong>van</strong> proberen <strong>de</strong>ze praktijken<br />

te coöpteren, pacificeren of monddood<br />

te maken, zou<strong>de</strong>n ze begrepen moeten<br />

wor<strong>de</strong>n als primaire informanten <strong>van</strong> een<br />

meer inclusief concept <strong>van</strong> burgerschap.<br />

In dit om<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> burgerschap wordt<br />

<strong>de</strong> focus verschoven <strong>van</strong> het herbevestigen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>genen die an<strong>de</strong>rs zijn naar het<br />

actief betrekken <strong>van</strong> het niet-dominante<br />

discours. <strong>De</strong> ‘an<strong>de</strong>r’ vormt geen uniforme<br />

categorie; i<strong>de</strong>ntiteiten zijn transnationaal,<br />

meervoudig en in wording (Vergès, 2002),<br />

daarom kan het begrip burgerschap ook<br />

niets an<strong>de</strong>rs dan in wording zijn. Een<br />

manier om dit te conceptualiseren is door<br />

burgerschap te begrijpen als een proces<br />

dat <strong>de</strong> culturele dynamiek in <strong>de</strong> samenleving<br />

incorporeert en dat is gebaseerd<br />

op alledaagse geleef<strong>de</strong> praktijken die<br />

gevestig<strong>de</strong> praktijken kritisch tegen het<br />

licht hou<strong>de</strong>n en omvormen. <strong>De</strong> continu<br />

veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> uitkomst <strong>van</strong> dit proces<br />

wordt ‘geleefd burgerschap’ genoemd<br />

(Trienekens, 2004).<br />

Investeer in diversiteit en<br />

netwerken<br />

Wat betekent dit voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingspraktijk? Zowel in culturele<br />

als in ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsprojecten<br />

gericht op het open en insluitend maken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving, geldt dat het<br />

constructiever is om te <strong>de</strong>nken in termen<br />

<strong>van</strong> ‘coalities’ dan in (etnische) groepen<br />

(Walby, 2002). Culturele interventies<br />

werken in ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsprojecten<br />

goed om ingangen te creëren<br />

tot makkelijk en moeilijk bereikbare<br />

bewoners en lokale organisaties om die<br />

coalities vorm te geven. Bovendien geven<br />

<strong>de</strong> niet-hiërarchische, reflectieve netwerken<br />

<strong>van</strong> City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat<br />

vorm aan zelfbeschikking en <strong>de</strong> creatieve<br />

kracht <strong>van</strong> mensen ter verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

fysieke structuur, leefbaarheid en sociale<br />

cohesie in <strong>de</strong> wijk, aandachtspunten zoals<br />

<strong>de</strong> VROM-raad al aangaf. <strong>De</strong> meerwaar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> het incorporeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> culturele<br />

factor is <strong>de</strong> positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijk en <strong>de</strong> relatief lange looptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

projecten waardoor relaties (coalities)<br />

kunnen groeien en tot een meer duurzame<br />

uitwisseling kunnen lei<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingspraktijk kan daar op<br />

aansluiten door culturele interventies te<br />

faciliteren en daardoor betere toegang<br />

te krijgen tot <strong>de</strong> wijk, haar onverwachte<br />

kracht en <strong>de</strong> diversiteit aan bewoners<br />

en organisaties om op die manier tot<br />

innovatieve werkwijzen en resultaten te<br />

komen.<br />

Sandra Trienekens (s.j.trienekens@hva.nl) is Lector<br />

Burgerschap en Culturele Dynamiek aan <strong>de</strong> Hogeschool <strong>van</strong><br />

Amsterdam.<br />

Literatuur<br />

Kymlicka, W. (1995) Multicultural citizenship, Clarendon Press,<br />

Oxford<br />

Marshall, T.H. (1992 [1950]) Citizenship and Social Class, Pluto<br />

Press, London<br />

Soja, E. & B. Hooper (1993) ‘The Spaces that Difference Makes:<br />

Some Notes on the Geographical Margins of the New Cultural<br />

Politics’, M. Keith & S. Pile (red.) Place and the Politics of<br />

I<strong>de</strong>ntity, Routledge, London<br />

Trienekens, S. (2004) Urban paradoxes: lived citizenship and<br />

the location of diversity in the arts, Trienekens, Amsterdam<br />

Trienekens, S. (2006) Kunst en sociaal engagement.<br />

Een analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> relatie tussen kunst, <strong>de</strong> wijk en <strong>de</strong><br />

gemeenschap, Cultuurnetwerk Ne<strong>de</strong>rland, Utrecht<br />

Vergès, F. (2002) ‘Vertigo and emancipation, Creole<br />

cosmopolitanism and cultural politics’, L. Scott & M.<br />

Featherstone (red.) Recognition and Difference, Sage, London<br />

VROM-raad (2006) Stad en Stijging. Sociale stijging als leidraad<br />

voor ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing, <strong>De</strong>n Haag<br />

Walby, S. (2002) ‘From Community to Coalition: the Politics<br />

of Recognition as the Handmai<strong>de</strong>n of the Politics of Equality<br />

in an Era of Globalisation’, L. Scott & M. Featherstone (red.)<br />

Recognition and Difference, Sage, London<br />

Wittebrood, K. & T. <strong>van</strong> Dijk (2007) Aandacht voor <strong>de</strong> wijk:<br />

effecten <strong>van</strong> herstructurering op <strong>de</strong> leefbaarheid en veiligheid,<br />

Sociaal en Cultureel Planbureau, <strong>De</strong>n Haag


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Simone Pront-Van Bommel<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan<br />

in ere hersteld”<br />

Samantha Volgers en Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

Juriste Simone Pront-Van Bommel is op vele fronten actief. Naast advies aan<br />

gemeenten geeft ze on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam en is zij directeur <strong>van</strong> het Kenniscentrum voor bestuurs-<br />

recht. Juist het combineren <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld en <strong>de</strong> praktijk vindt zij<br />

boeiend. Met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning wor<strong>de</strong>n het nog<br />

drukkere tij<strong>de</strong>n. “We krijgen te maken met kin<strong>de</strong>rziektes omdat in veel gevallen niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk is wat wel mag en wat niet.”<br />

Als <strong>de</strong> nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro) <strong>van</strong><br />

kracht gaat, voorzien op 1 juli 2008, breekt een nieuwe<br />

tijd aan in het ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsbeleid in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Uitgangspunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet is dat <strong>de</strong> planologische<br />

besluitvorming plaatsvindt op het bestuursniveau waar<br />

het thuishoort. Wat gaat er veran<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> komst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro? We leg<strong>de</strong>n die vraag voor aan<br />

Simone Pront-Van Bommel.<br />

“<strong>De</strong> grootste veran<strong>de</strong>ringen tre<strong>de</strong>n op in <strong>de</strong> inrichting<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beslisprocedures. Daar vindt een herschikking<br />

<strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n plaats: <strong>de</strong> vereiste goedkeuring <strong>van</strong><br />

bestemmingsplannen door Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> Staten komt<br />

te vervallen. Hier staat tegenover dat indien er een<br />

provinciaal belang in het geding is, <strong>de</strong> provincie straks<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> mogelijkheid heeft zelf een provinciaal<br />

bestemmingsplan, geheten een inpassingplan, te<br />

P. 218<br />

maken. Het primaat komt weer bij het bestemmingsplan<br />

te liggen.”<br />

Gemeenten kunnen ook eerst overgaan tot het nemen<br />

<strong>van</strong> een projectbesluit.<br />

“Ja, want het vrijstellingsbesluit is een flexibel instrument.<br />

Maar het is <strong>de</strong> vraag of een projectbesluit dat<br />

ook is. Een aantal factoren maakt het voor gemeenten<br />

aantrekkelijker om direct een nieuw bestemmingsplan<br />

op te stellen en niet eerst een projectbesluit te nemen.<br />

Neem <strong>de</strong> rechtsbescherming. Die kan bij een projectbesluit<br />

veel langer zijn omdat daar twee rechtsinstanties<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n doorlopen, terwijl er bij het bestemmingsplan<br />

maar één mogelijkheid is. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n<br />

om direct te kiezen voor een bestemmingsplan is dat<br />

een projectbesluit binnen een jaar alsnog moet wor<strong>de</strong>n<br />

gevolgd door een bestemmingplan. <strong>De</strong>ze termijn kan


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 “Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

overigens wor<strong>de</strong>n verlengd met maximaal vier jaren,<br />

afhankelijk <strong>van</strong> diverse omstandighe<strong>de</strong>n. Dat is voor<br />

gemeenten omslachtig. En het recht tot het vor<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> leges kan daarmee ook nog wor<strong>de</strong>n verspild. Dat is<br />

namelijk niet mogelijk bij een projectbesluit maar pas<br />

op het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter<br />

visie is gelegd. Ten slotte zullen voor zowel het projectbesluit<br />

als het bestemmingsplan <strong>de</strong> nodige on<strong>de</strong>rzoeken<br />

moeten wor<strong>de</strong>n verricht. Nu is het in het algemeen zo<br />

dat <strong>de</strong> initiatiefnemer, meestal een projectontwikkelaar,<br />

bij een vrijstellingsaanvraag <strong>de</strong> noodzakelijke on<strong>de</strong>rzoeken<br />

overlegt en ook bekostigt. Gemeentebesturen<br />

worstelen met <strong>de</strong> vraag of zij <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken ook<br />

kunnen verlangen als zij ervoor kiezen niet eerst<br />

een projectbesluit te nemen maar direct het bestemmingsplan<br />

te wijzigen. On<strong>de</strong>rzoeken zijn kostbaar en<br />

tijdrovend. Dat zou een overweging kúnnen zijn bij<br />

het gemeentebestuur om toch <strong>de</strong> voorkeur te geven<br />

aan projectbesluiten. Vooral als het initiatief niet bij <strong>de</strong><br />

overheid ligt maar bij een private partij.”<br />

“Mijn inschatting is dat er min<strong>de</strong>r projectbesluiten<br />

komen. Besturen zijn immers genoodzaakt elke tien<br />

jaar hun bestemmingsplan actueel te maken. Dat was<br />

ook het doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> oefening: het primaat leggen bij het<br />

bestemmingsplan. Misschien wordt het postzegelplan<br />

wel weer in ere hersteld.”<br />

In uw proefschrift bekritiseer<strong>de</strong> u <strong>de</strong> rechtsbescherming<br />

<strong>van</strong> individuen en was u <strong>van</strong> mening dat<br />

bestuursrechters in hun uitspraken zich teveel op<br />

formele gron<strong>de</strong>n richten. Welk licht werpen <strong>de</strong>ze<br />

inzichten op <strong>de</strong> nieuwe Wro?<br />

“Goe<strong>de</strong> rechtsbescherming is voor ie<strong>de</strong>reen <strong>van</strong> belang.<br />

Ten eerste mogen procedures niet te lang duren. Alle<br />

P. 219<br />

betrokkenen moeten binnen re<strong>de</strong>lijke termijn zekerheid<br />

krijgen over <strong>de</strong> rechtstoestand. Daar schort het vaak<br />

aan. Daarnaast moeten procedures uitein<strong>de</strong>lijk tot een<br />

oplossing <strong>van</strong> het conflict lei<strong>de</strong>n. Dit is belangrijk <strong>van</strong>uit<br />

het oogpunt <strong>van</strong> rechtszekerheid. In <strong>de</strong> praktijk wordt<br />

een beroep vaak gegrond geacht maar louter op formele<br />

gron<strong>de</strong>n vernietigd, bijvoorbeeld <strong>van</strong>wege onzorgvuldig<br />

on<strong>de</strong>rzoek of on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke motivering. Het bestuursorgaan<br />

dat een besluit heeft genomen krijgt dan <strong>de</strong><br />

opdracht om het on<strong>de</strong>rzoek over te doen. <strong>De</strong> uitkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> procedure biedt hiermee niet <strong>de</strong> zekerheid waaraan<br />

behoefte bestaat. Bovendien is er nog geen <strong>de</strong>finitieve<br />

beëindiging <strong>van</strong> het conflict. <strong>De</strong> rechter zal zich met<br />

<strong>de</strong> nieuwe Wro niet meer dan voorheen op <strong>de</strong> inhoud<br />

richten. <strong>De</strong> veran<strong>de</strong>ring zit vooral in <strong>de</strong> termijnen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

rechtspraak, <strong>de</strong> grote winst is kortere beslisprocedures.”<br />

Wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> procedures in het ruimtelijk or<strong>de</strong>ningsrecht<br />

transparanter?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet maakt het ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsstelsel<br />

niet dui<strong>de</strong>lijker. Het zou wel eens ingewikkel<strong>de</strong>r kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n. Bijvoorbeeld qua planning: het exploitatieplan<br />

moet tegelijk met een bestemmingsplan of projectbesluit<br />

wor<strong>de</strong>n vastgesteld.”<br />

Wat valt er te leren <strong>van</strong> ontwikkelingen in <strong>de</strong> rechtspraak<br />

<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re sectoren?<br />

“Recent is in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer een voorstel gedaan<br />

om <strong>de</strong> ‘bestuurlijke lus’ in het bestuursprocesrecht op<br />

te nemen. Die lus is bedoeld als instrument om tot een<br />

<strong>de</strong>finitieve conflictbeslechting te komen. <strong>De</strong> bestuursrechter<br />

krijgt dan <strong>de</strong> bevoegdheid om het bestuursorgaan<br />

in <strong>de</strong> gelegenheid te stellen aanvullend on<strong>de</strong>rzoek te<br />

doen, een nieuw besluit te nemen en daar ook een termijn<br />

voor te bie<strong>de</strong>n voordat <strong>de</strong> rechter tot een uitspraak komt.<br />

Nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

<strong>De</strong> huidige Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (WRO) stamt uit 1965 en is sindsdien al vele malen herzien. <strong>De</strong> wet is daardoor onoverzichtelijk gewor<strong>de</strong>n. Sinds 1999<br />

wordt gewerkt aan een nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro). <strong>De</strong> nieuwe Wro voorziet in kortere en snellere procedures, zorgt dat verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n op het<br />

juiste niveau liggen en is meer uitvoeringsgericht. <strong>De</strong> nieuwe Wro treedt naar verwachting op 1 juli 2008 in werking.<br />

Bron: www.vrom.nl


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Op die manier is het mogelijk het uitein<strong>de</strong>lijke besluit<br />

te beoor<strong>de</strong>len zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> aanvrager terug moet<br />

naar het bestuursorgaan, die opnieuw een besluit<br />

neemt waartegen dan weer beroep open staat. Dit zijn<br />

ontwikkelingen buiten <strong>de</strong> Wro die tot betere rechtsbescherming<br />

kunnen lei<strong>de</strong>n. Juist ontwikkelingen in<br />

<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning hebben <strong>de</strong> behoefte aan <strong>de</strong><br />

bestuurlijke lus die in het bestuursrecht versterkt. Een<br />

voorbeeld daar<strong>van</strong> is het ADO-stadion in <strong>De</strong>n Haag.<br />

Het goedkeuringbesluit <strong>van</strong> Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> Staten<br />

werd vernietigd omdat niet dui<strong>de</strong>lijk was gemaakt<br />

dat <strong>de</strong> luchtkwaliteitseisen niet zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

overschre<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huidige wetgeving wordt in<br />

<strong>de</strong>ze gevallen opnieuw on<strong>de</strong>rzoek gedaan. Vervolgens<br />

moeten besluiten opnieuw genomen wor<strong>de</strong>n en loopt<br />

het project vele maan<strong>de</strong>n vertraging op. <strong>De</strong> ‘bestuurlijke<br />

lus’ verkort <strong>de</strong>ze vertraging aanzienlijk.”<br />

Laat het probleem met luchtkwaliteiton<strong>de</strong>rzoek zien<br />

dat ambtenaren hun huiswerk niet goed doen of is dit<br />

te wijten aan ondui<strong>de</strong>lijke juridische structuren?<br />

Het één hangt met het an<strong>de</strong>r samen. Enerzijds<br />

moeten gemeentebesturen natuurlijk doen wat ze<br />

behoren te doen. An<strong>de</strong>rzijds is in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd pas<br />

dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n welke eisen wer<strong>de</strong>n gesteld aan<br />

het luchtkwaliteiton<strong>de</strong>rzoek: welke metho<strong>de</strong>n zijn er<br />

en welke zijn aanvaardbaar? <strong>De</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

is complex. Je ziet bijvoorbeeld steeds vaker dat<br />

milieueisen wor<strong>de</strong>n opgenomen in het containerbegrip<br />

‘een goe<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning’. Dat maakt het<br />

afwegen <strong>van</strong> belangen steeds complexer. Hierin brengt<br />

<strong>de</strong> nieuwe wet geen veran<strong>de</strong>ring. <strong>De</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

laat wél zien dat het mogelijk is geïntegreer<strong>de</strong><br />

plannen te maken, zoals een structuurvisie waarin<br />

naast ruimtelijke or<strong>de</strong>ning ook een waterplan en een<br />

milieuplan is opgenomen. Maar <strong>de</strong> afweging <strong>van</strong><br />

belangen en toetsing aan criteria wordt er daarmee<br />

niet eenvoudiger op, zeker omdat hierbij ook Europese<br />

richtlijnen komen kijken.”<br />

In dit nummer schrijft Willem Korthals Altes dat<br />

het succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling ook in <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong><br />

afhangt <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenwerking tussen partijen. <strong>De</strong><br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

P. 220<br />

nieuwe Wro biedt <strong>de</strong> structuur voor het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces,<br />

maar <strong>de</strong>ze juridisering kan lei<strong>de</strong>n tot meer<br />

juridische risico’s. Ziet u <strong>de</strong>ze risico’s toenemen?<br />

“Ik on<strong>de</strong>rschrijf zijn stelling dat samenwerking ontzettend<br />

belangrijk blijft, zeker bij een nieuw project waar het<br />

belang <strong>van</strong> provincie of een buurgemeente speelt. Er zal<br />

in een vroeg stadium overleg moeten plaatsvin<strong>de</strong>n met<br />

an<strong>de</strong>re bestuursorganen. Daarnaast heeft <strong>de</strong> provincie<br />

meer instrumenten gekregen om in te grijpen, zoals het<br />

vaststellen <strong>van</strong> een provinciale veror<strong>de</strong>ning waarin <strong>de</strong><br />

provincie verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorschriften opneemt. Meer<br />

juridische structuren bie<strong>de</strong>n voor belanghebben<strong>de</strong>n meer<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n om rechtsmid<strong>de</strong>len aan te wen<strong>de</strong>n. Een<br />

vast te stellen exploitatieplan kan tot procedures lei<strong>de</strong>n.<br />

Als het exploitatieplan is vastgesteld, moet het jaarlijks<br />

wor<strong>de</strong>n herzien; <strong>de</strong>ze herziening kan weer aanleiding zijn<br />

voor nieuwe procedures. In die zin is er risico <strong>van</strong> ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong><br />

juridisering. Uitgangspunt <strong>van</strong> het exploitatieplan<br />

is echter om eerst <strong>de</strong> privaatrechtelijke weg te bewan<strong>de</strong>len<br />

door een exploitatieovereenkomst te sluiten. Het exploitatieplan<br />

regelt het kostenverhaal op voorwaar<strong>de</strong> dat alle<br />

bij <strong>de</strong> ontwikkeling betrokken partijen meedoen. Eén<br />

dwarsligger is echter genoeg om tot een exploitatieplan te<br />

moeten komen. <strong>De</strong>r<strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>n kunnen min<strong>de</strong>r<br />

snel proce<strong>de</strong>ren bij een exploitatieovereenkomst dan<br />

bij een exploitatieplan. Dat komt omdat een ontwerpexploitatieplan<br />

ter inzage moet wor<strong>de</strong>n gelegd terwijl<br />

bij een exploitatieovereenkomst alleen het feit bekend<br />

wordt gemaakt dat die overeenkomst is gesloten. <strong>De</strong><br />

privaatrechtelijke weg biedt dus min<strong>de</strong>r openbaarheid<br />

voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Er zijn natuurlijk partijen zijn die graag<br />

inzage hebben in <strong>de</strong> gemaakte afspraken en daardoor <strong>de</strong><br />

voorkeur hebben voor een exploitatieplan.”<br />

Wat veran<strong>de</strong>rt er ten aanzien <strong>van</strong> het grondbeleid dat<br />

gemeenten voeren?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet moet een actief grondbeleid voor<br />

gemeenten aantrekkelijker maken met betrekking tot<br />

particuliere exploitatie <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>n. Nu is bijvoorbeeld<br />

sociale woningbouw vaak onaantrekkelijk omdat <strong>de</strong><br />

hoge kosten voor openbare voorzieningen slechts ten<br />

<strong>de</strong>le verhaalbaar zijn en opbrengsten voor gerechtig<strong>de</strong>n<br />

relatief beperkt kunnen zijn. Het exploitatieplan biedt


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om dat soort kosten te verhalen<br />

en bovendien tot het stellen <strong>van</strong> locatie-eisen die on<strong>de</strong>r<br />

meer in sociale woningbouw kunnen voorzien. Het is<br />

hiervoor niet noodzakelijk dat <strong>de</strong> gemeente grond in<br />

eigendom heeft. Een exploitatieplan geeft echter niet<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om een verplichting voor gerechtig<strong>de</strong>n<br />

op te nemen om te gaan bouwen. In die zin kan het dus<br />

nuttig zijn grond in eigendom te hebben. Dat draagt bij<br />

<strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> ontwikkeling daadwerkelijk te realiseren.”<br />

In hoeverre zullen machtsverhoudingen tussen<br />

gemeente en provincie verschuiven?<br />

“Dit zal per provincie verschillen. <strong>De</strong> ene provincie<br />

is veel actiever en zal sturen<strong>de</strong>r optre<strong>de</strong>n dan een<br />

an<strong>de</strong>re. Provincies zijn ook vrij in het maken <strong>van</strong><br />

veror<strong>de</strong>ningen. Wat in <strong>de</strong> ene provincie in <strong>de</strong>tail wordt<br />

geregeld, hoeft in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re provincie niet eens aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> te komen. Het is afhankelijk <strong>van</strong> het beleid dat een<br />

provincie uitstippelt. En dat heeft weer te maken met <strong>de</strong><br />

problematiek die in een provincie aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is.”<br />

Levert <strong>de</strong> nieuwe wet extra werk op voor juristen?<br />

“Ik <strong>de</strong>nk het wel ja. Zeker <strong>de</strong> eerste jaren. We krijgen te<br />

maken met kin<strong>de</strong>rziektes omdat in veel gevallen niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk is wat wel en wat niet mag in bijvoorbeeld<br />

een provinciale veror<strong>de</strong>ning. Wanneer is er sprake<br />

<strong>van</strong> een provinciaal belang? Wanneer moet een<br />

exploitatieplan?”<br />

Wat veran<strong>de</strong>rt er voor beleidsmakers?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet versterkt het belang om in een vroeg<br />

stadium tot geïntegreer<strong>de</strong> besluitvorming te komen.<br />

Bij gebiedsontwikkeling bijvoorbeeld zal <strong>de</strong> privaatrechtelijke<br />

overeenkomst veel eer<strong>de</strong>r moeten wor<strong>de</strong>n<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

P. 221<br />

gesloten. Een gron<strong>de</strong>xploitatieplan moet namelijk<br />

tegelijk wor<strong>de</strong>n vastgesteld met het projectbesluit of<br />

bestemmingsplan waarop het <strong>van</strong> toepassing is. Er is<br />

een probleem als het bestemmingsplan al is vastgesteld<br />

en later blijkt dat er geen privaatrechtelijke overeenstemming<br />

is.”<br />

En voor planologen?<br />

“Voor me<strong>de</strong>werkers die betrokken zijn bij <strong>de</strong> planvorming<br />

betekent het dat strategisch <strong>de</strong>nken, goed inzicht<br />

hebben in <strong>de</strong> belangen en het maken <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong><br />

risicoanalyse belangrijk zijn. Dit laatste is met name<br />

<strong>van</strong> belang omdat het inhou<strong>de</strong>lijke toetsingska<strong>de</strong>r voor<br />

grote projecten steeds ingewikkel<strong>de</strong>r wordt. In grote<br />

ste<strong>de</strong>n zijn er projectlei<strong>de</strong>rs die dit coördineren. Voor<br />

kleinere gemeentes is het moeilijker. Externe bureaus of<br />

goe<strong>de</strong> afspraken met <strong>de</strong> – meer daadkrachtige – provincie<br />

kunnen uitkomst bie<strong>de</strong>n.”<br />

Verwacht u dat burgers zich meer met <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning gaan bezighou<strong>de</strong>n?<br />

“Digitalisering kan daar enorm aan bijdragen. <strong>De</strong><br />

nieuwe wet verplicht gemeenten om nieuwe plannen<br />

digitaal beschikbaar te stellen. Het is een makkelijke<br />

manier voor burgers om actiever op te tre<strong>de</strong>n. Los <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> nieuwe wet zijn burgers sowieso actiever gewor<strong>de</strong>n.<br />

Een ie<strong>de</strong>r kan zienswijzen indienen, maar niet ie<strong>de</strong>reen<br />

kan naar <strong>de</strong> rechter. <strong>De</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor proce<strong>de</strong>ren<br />

zijn beperkt tot belanghebben<strong>de</strong>n.”<br />

Samantha Volgers (s.volgers@bosenlommer.amsterdam.nl) is beleidsadviseur<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning bij stads<strong>de</strong>el Bos en Lommer, gemeente Amsterdam.<br />

Michel <strong>van</strong> Wijk (mvw@sadc.nl) is projectlei<strong>de</strong>r gebiedsontwikkeling bij SADC.<br />

Bei<strong>de</strong> zijn redacteur <strong>van</strong> <strong>Rooilijn</strong>.<br />

CV Simone Pront-Van Bommel<br />

In 2002 promoveer<strong>de</strong> Simone Pront-Van Bommel aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam. In haar proefschrift Bestuursrechtspraak - Voorstellen voor mo<strong>de</strong>rnisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursrechtspraak besteedt zij aandacht aan efficiënte en effectieve bestuursrechtspraak. Tegenwoordig is zij directeur <strong>van</strong> het ‘Kenniscentrum voor<br />

bestuursrecht’. In samenwerking met het ‘Eggens Instituut voor Postaca<strong>de</strong>misch On<strong>de</strong>rwijs’ ontwikkelen en organiseren zij opleidingen en cursussen. Momenteel<br />

werken zij aan een opleiding die gericht is op gemeentebesturen. Met name <strong>de</strong> strategische kant en <strong>de</strong> risicoanalyse in het ruimtelijk bestuursrecht komen hierbij<br />

aan bod. Naast haar werk voor het Kenniscentrum geeft Simone Pront-Van Bommel juridisch advies aan overhe<strong>de</strong>n en is zij advocate op het gebied <strong>van</strong> energierecht/<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning. Ook geeft zij werkgroepen aan <strong>de</strong> juridische faculteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.


<strong>Rooilijn</strong><br />

Recensies<br />

Patrice Riemens<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

<strong>De</strong> stad voor wie? <strong>De</strong> stad<br />

<strong>van</strong> wie?<br />

BAVO (red.) (2007) Urban Politics<br />

Now. Re-Imagining <strong>De</strong>mocracy in the<br />

Neoliberal City, NAi, Rotterdam, 240 p.,<br />

ISBN 9789056626167, € 27,00<br />

Na enkele jaren in Rotterdam te hebben<br />

gewoond verbaas<strong>de</strong>n Gi<strong>de</strong>on Boie en<br />

Matthias Pauwels, twee Belgische architecten<br />

en filosofen die samen het collectief<br />

BAVO vormen, zich in toenemen<strong>de</strong><br />

mate over <strong>de</strong> bijna totale afwezigheid<br />

<strong>van</strong> populair verzet tegen <strong>de</strong> ingrijpen<strong>de</strong><br />

herstructurering <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonomgeving<br />

in zogenaam<strong>de</strong> achterstandsbuurten die<br />

laatste jaren in gang is gezet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

auspiciën <strong>van</strong> het gemeentebestuur. Ook<br />

binnen intellectuele en wetenschappelijke<br />

kringen leek een kritisch discours<br />

over <strong>de</strong>ze ontwikkelingen, die ook el<strong>de</strong>rs<br />

in Ne<strong>de</strong>rland plaats von<strong>de</strong>n, groten<strong>de</strong>els<br />

te ontbreken. Het omwoelen <strong>van</strong> het<br />

stadsbeeld en het daarmee samenhangen<strong>de</strong><br />

krachtig sleutelen aan het imago<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> wijken en <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad<br />

als geheel, wordt in hun ogen ‘ge<strong>de</strong>politiseerd’.<br />

En net als <strong>de</strong> neoliberale,<br />

marktconforme i<strong>de</strong>ologie die eraan ten<br />

grondslag ligt, wordt <strong>de</strong> hele gang <strong>van</strong><br />

zaken voorgesteld als <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

en onafwendbaar.<br />

Het boek Urban Politics Now dat zij<br />

met een aantal auteurs uit binnen- en<br />

buitenland samengesteld hebben, is<br />

voortgekomen uit <strong>de</strong>ze verbazing en<br />

heeft <strong>de</strong>rhalve tot doel <strong>de</strong> stadsvernieuwing,<br />

of althans het discours eromheen,<br />

te ‘re-politiseren’. Tegelijk is het boek<br />

Recensies<br />

het eindproduct <strong>van</strong> <strong>de</strong> conferentie<br />

Psychoanalysis, Urban Theory, and the<br />

City of Late Capitalism. Dit heeft er toe<br />

geleid dat enkele bijdragen qua inhoud<br />

nogal ver verwij<strong>de</strong>rd lijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> titel<br />

<strong>van</strong> het boek – al kan men kiezen <strong>de</strong>ze<br />

over te slaan of ze in een an<strong>de</strong>re volgor<strong>de</strong><br />

lezen. Zelf verklaren <strong>de</strong> samenstellers<br />

dat <strong>de</strong> bijdragen on<strong>de</strong>r twee noemers<br />

gerangschikt moeten wor<strong>de</strong>n: een<br />

radicale kritiek <strong>van</strong> ‘ge<strong>de</strong>politiseer<strong>de</strong>’<br />

ste<strong>de</strong>lijke herstructureringsprocessen,<br />

en een poging om een strategie <strong>van</strong> ‘repolitisering’<br />

te formuleren. <strong>De</strong>ze in<strong>de</strong>ling<br />

lijkt echter meer <strong>de</strong> intentie en het<br />

oorspronkelijk programma te weerspiegelen<br />

dan het uitein<strong>de</strong>lijke resultaat.<br />

Afgezien <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> samenstellers<br />

auteurs willekeurig in <strong>de</strong> ene dan<br />

wel <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re categorie plaatsen – <strong>de</strong><br />

meeste bijdragen hebben namelijk<br />

iets <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> – is er misschien eer<strong>de</strong>r<br />

sprake <strong>van</strong> drie categorieën: kritische<br />

P. 222<br />

beschrijving <strong>van</strong> reële ontwikkelingen<br />

en <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologieën (zij het<br />

vaak onuitgesproken); pogingen tot<br />

alternatieve praktijken en beleidsvormen<br />

te komen; en wat als si<strong>de</strong>lines zou<br />

kunnen doorgaan, dat wil zeggen interessante,<br />

maar wat (te) verbijzon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

overwegingen omtrent (buiten)ste<strong>de</strong>lijke<br />

fenomenen. <strong>De</strong> eerste categorie is<br />

zon<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> sterkste <strong>van</strong> het boek,<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> zwakste, terwijl <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

zo niet overbodig, dan in elk geval een<br />

hoofdstuk apart vormt.<br />

BAVO zelf, <strong>de</strong> twee samenstellers dus,<br />

leveren <strong>de</strong> meest pakken<strong>de</strong> beschrijving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> herstructurering nieuwe stijl aan<br />

<strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Rotterdam: <strong>de</strong> make-over<br />

<strong>van</strong> Crooswijk tot Nieuw Crooswijk en<br />

het verzet daartegen <strong>van</strong> een kleine<br />

maar zeer besliste en zeldzaam hel<strong>de</strong>re<br />

groep buurtbewoners. Het verhaal <strong>van</strong><br />

Nieuw Crooswijk illustreert <strong>de</strong> neoliberale<br />

stadsvernieuwing in een notendop:<br />

niet zozeer <strong>de</strong> bebouwing, laat staan <strong>de</strong><br />

locatie, zijn obstakels op weg naar economische<br />

vernieuwing en <strong>toekomst</strong>ige<br />

bloei maar <strong>de</strong> bewoners zelf! Merijn<br />

Ou<strong>de</strong>nampsen vertelt in wezen hetzelf<strong>de</strong><br />

verhaal voor Amsterdam, zij het met<br />

nadruk op <strong>de</strong> marketing <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad en<br />

op <strong>de</strong> samensmelting <strong>van</strong> belangen, en<br />

dus <strong>van</strong> han<strong>de</strong>lingen, <strong>van</strong> publieke en<br />

(semi-)private partijen: <strong>de</strong> gemeente<br />

Amsterdam in <strong>de</strong> eerste plaats, <strong>de</strong><br />

onlangs verzelfstandig<strong>de</strong> woningcorporaties,<br />

en particuliere projectontwikkelaars<br />

en bouwon<strong>de</strong>rnemers. Ook <strong>de</strong><br />

ietwat dubieuze rol <strong>van</strong> (sub-)culturele<br />

acteurs, die tegenwoordig ook tot<br />

on<strong>de</strong>rnemers gebombar<strong>de</strong>erd zijn,<br />

komt aan bod in zijn beschrijving <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> nogal geforceer<strong>de</strong> pogingen om


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Recensies<br />

Amsterdam cool en hip te maken, en<br />

een aantrekkelijk vestigingsklimaat<br />

te scheppen voor <strong>de</strong> nieuwe creatieve<br />

klasse. Neil Smith ten slotte, brengt<br />

grof maar wel doeltreffend geschut in<br />

stelling om <strong>de</strong> re<strong>van</strong>chistische i<strong>de</strong>ologie<br />

aan flar<strong>de</strong>n te schieten die aan <strong>de</strong> maar<br />

al te letterlijke kaalslag in <strong>de</strong> sociale<br />

huisvesting ten grondslag ligt. Volgens<br />

hem pakken rijken <strong>de</strong> stadscentra terug<br />

die zij een generatie eer<strong>de</strong>r voor het<br />

namaakgroen <strong>van</strong> <strong>de</strong> periferie had<strong>de</strong>n<br />

verlaten. Maar ook Neil Smith is een <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> auteurs bij wie <strong>de</strong> keihar<strong>de</strong> kritiek <strong>van</strong><br />

het bestaan<strong>de</strong> kennelijk stukken beter<br />

afgaat dan een geloofwaardig alternatief<br />

binnen het huidige bestel te formuleren.<br />

Met Guy Baeten en Erik Swyngedouw<br />

betreedt men het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

metavertellingen. Terwijl <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong><br />

nadruk legt op een ‘TINA’-vertoog (There<br />

Is No Alternative, Margaret Thatcher)<br />

gebaseerd ‘dystopisch’ ruimtelijk beleid,<br />

postuleert <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> triomf <strong>van</strong><br />

het ‘post-politieke’ on<strong>de</strong>r het juk <strong>van</strong><br />

global economic necessity. Hierbij valt<br />

volgens hem het begrip policy steeds<br />

moeilijker <strong>van</strong> police te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Als alternatief vestigt hij zijn hoop op<br />

‘exodus’ in nog niet verover<strong>de</strong>, dan wel<br />

overgeslagen ruimtes. Guy Baeten ziet<br />

meer in een onvermij<strong>de</strong>lijke opstand <strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rdrukten. Geen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> vormen<br />

een wenkend perspectief. Effectiever,<br />

en waar gebeurd, lijkt het verzet <strong>van</strong><br />

gebruikers in het openbaar vervoer <strong>van</strong><br />

Los Angeles die Edward Soja beschrijft.<br />

Hoewel <strong>de</strong>ze qua sociaaleconomische<br />

kenmerken geheel overeenkomen met<br />

<strong>de</strong> uitspraak ‘bus users are losers’<br />

(we<strong>de</strong>rom toegeschreven aan Margaret<br />

Thatcher) kregen zij het gemeente-<br />

lijke busbedrijf met hun acties op <strong>de</strong><br />

knieën. Echter, openbaar vervoer, hoe<br />

belangrijk ook, is slechts een <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vele problemen <strong>van</strong> uitsluiting waarmee<br />

<strong>de</strong> min<strong>de</strong>r be<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> grote stad<br />

geconfronteerd zijn.<br />

Uitsluiting is dan ook het thema, tevens<br />

verklaringsmo<strong>de</strong>l <strong>van</strong> Slavoj Zizek en in<br />

zijn gevolg, Yannis Stavrakakis. Net als<br />

eer<strong>de</strong>r Giorgio Agamben gaan zij daarbij<br />

uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> figuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> buitenstaan<strong>de</strong>r<br />

die er toch bijhoort, <strong>de</strong>nk bijvoorbeeld<br />

aan zogenaam<strong>de</strong> illegale immigranten.<br />

Zizek weidt uit over <strong>de</strong> watersnoodramp<br />

in New Orleans en <strong>de</strong> explosie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Franse banlieues die bei<strong>de</strong>n volgens<br />

hem volstrekt verkeerd geïnterpreteerd<br />

zijn. Bij Stavrakakis zien wij <strong>de</strong><br />

kosmopolitische metropool die primair<br />

het vermaak <strong>van</strong> een koopkrachtig, uit<br />

‘echte’ mensen bestaand publiek zou<br />

dienen, alras vervallen in grimmige<br />

paranoia en ‘sociaal racisme’. Hoewel<br />

men hier op een prettige manier kennis<br />

kan maken met <strong>de</strong> doorgaans tamelijk<br />

complexe re<strong>de</strong>neringtrant <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gevier<strong>de</strong> Sloveense socioloog, blijft<br />

men bij bei<strong>de</strong> auteurs we<strong>de</strong>rom zoeken<br />

naar een geloofwaardig en werkbaar<br />

alternatief.<br />

<strong>De</strong> resteren<strong>de</strong> bijdragen <strong>van</strong> respectievelijk<br />

Lesage, von Borries en Böttger,<br />

MacCannell, en Diken en Lautsen<br />

lezen zich meer als vertellingen naar<br />

aanleiding <strong>van</strong> het thema urban politics.<br />

Het gaat om respectievelijk <strong>de</strong> reactieve<br />

verhouding <strong>van</strong> an<strong>de</strong>rsglobalisten ten<br />

opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> loci <strong>van</strong> globale topbijeenkomsten<br />

(G8, WTO, Davos, etc.);<br />

<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> guerrillaoorlog ontleen<strong>de</strong><br />

verkoopstrategieën <strong>van</strong> ultrahippe<br />

P. 223<br />

kleding merken; het op dwangmatige<br />

consumptie gebaseer<strong>de</strong> leefmo<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> laatkapitalistische ste<strong>de</strong>lijkheid,<br />

voorgesteld als vijfsterren ge<strong>van</strong>genis;<br />

en met als top- dan wel dieptepunt<br />

het horrorscenario <strong>van</strong> Diken en<br />

Lautsen: een met veel ‘post’-begrippen<br />

gelar<strong>de</strong>erd betoog waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

titel Pervercity <strong>de</strong> teneur afdoen<strong>de</strong><br />

weergeeft. (Al blijft men wellicht met <strong>de</strong><br />

vraag zitten: overleeft <strong>de</strong> post-toerist <strong>de</strong><br />

post-city?)<br />

Al met al betreft het hier een boeien<strong>de</strong>,<br />

vaak rele<strong>van</strong>te en altijd interessante<br />

verzameling gevarieer<strong>de</strong> bijdragen.<br />

Als geheel stelt het boek toch enigszins<br />

teleur omdat het <strong>de</strong> belofte <strong>van</strong> zijn titel<br />

niet echt waar maakt. Misschien kan<br />

dat <strong>de</strong> samenstellers niet helemaal<br />

verweten wor<strong>de</strong>n, me<strong>de</strong> gelet op <strong>de</strong><br />

ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis. Wel illustreert<br />

het eens te meer, dat <strong>de</strong> grote kloof niet<br />

zozeer tussen theorie en praktijk gaapt<br />

– het befaam<strong>de</strong> cliché – maar tussen<br />

analyses en geloofwaardige, werkbare<br />

alternatieven. Mijns inziens is dit<br />

voornamelijk een schaalprobleem. Er<br />

bestaat namelijk een fatale mismatch<br />

tussen het aantal mensen dat door<br />

maatschappijbre<strong>de</strong> herstructureringen<br />

getroffen wordt en het bereik <strong>van</strong><br />

vrijwel alle aangedragen alternatieven:<br />

<strong>de</strong>ze blijven dan onvermij<strong>de</strong>lijk in het<br />

minoritaire en marginale steken. Dat<br />

vormt het echte politieke probleem in<br />

het tijdperk <strong>van</strong> <strong>de</strong> post-politiek.<br />

Patrice Riemens (patrice@xs4all.nl) is sociaal<br />

geograaf, vrije on<strong>de</strong>rzoeker en cultureel activist,<br />

met name op het gebied <strong>van</strong> het Internet. Hij is<br />

thans verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Stichting Antenna in<br />

Nijmegen.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Recensies<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep<br />

Met 200 beats per minute<br />

<strong>de</strong>n<strong>de</strong>rend door <strong>de</strong> ‘popmo<strong>de</strong>rne’<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Jong, Alex <strong>de</strong> & Marc Schuilenburg (2007)<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong> stad,<br />

Uitgeverij 010, Rotterdam, 240 p., ISBN<br />

9789064506338, € 24,50<br />

Wat hebben online games zoals World of<br />

Warcraft te maken met <strong>de</strong> vi<strong>de</strong>oclips <strong>van</strong><br />

Snoop Doggy Dog en met Celebration, het<br />

Disneystadje in Orlando, Florida? Waarom<br />

overwoekeren Closed Television Circuits<br />

<strong>de</strong> publieke ruimte in westerse ste<strong>de</strong>n en<br />

lei<strong>de</strong>n een miljoen Japanse jongeren, <strong>de</strong><br />

hikikomori, een teruggetrokken bestaan<br />

in hun slaapkamer achter hun computer?<br />

Volgens Alex <strong>de</strong> Jong en Marc<br />

Schuilenburg, schrijvers <strong>van</strong> het boek<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong><br />

stad, zijn dit voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> enerzijds<br />

ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> militarisering en disciplinering<br />

<strong>van</strong> het openbare leven en an<strong>de</strong>rzijds<br />

voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een toenemend belang<br />

<strong>van</strong> popcultuur in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke samenleving.<br />

<strong>De</strong> stad is niet langer een verzameling<br />

<strong>van</strong> wegen en gebouwen, maar dient<br />

te wor<strong>de</strong>n beschouwd als een virtueel en<br />

reëel knooppunt in een mondiaal netwerk.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, het publieke domein<br />

heeft er een dimensie bij gekregen en is<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk verplaatst <strong>van</strong> <strong>de</strong> straat naar<br />

het internet.<br />

<strong>De</strong> kracht <strong>van</strong> het boek zit in <strong>de</strong> über-hippe<br />

voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> popularisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke cultuur, die aan<br />

elkaar geplakt zijn met toefjes Foucault,<br />

Baudrillard, Appadurai, Sloterdijk,<br />

Castells en vele an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekers.<br />

Zo nemen <strong>de</strong> auteurs <strong>de</strong> lezer mee in<br />

een 200 pagina’s tellen<strong>de</strong> MTV-clip over<br />

<strong>de</strong> impact <strong>van</strong> computerspelletjes in<br />

het Amerikaanse leger om soldaten te<br />

trainen en om <strong>de</strong> intifada een virtuele<br />

dimensie te geven in het Mid<strong>de</strong>n-Oosten.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk belan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schrijvers bij<br />

hiphop, urban culture en house. Er wordt<br />

dui<strong>de</strong>lijk gemaakt dat popmuziek <strong>de</strong><br />

bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> factor is voor veel groepen<br />

mensen die op geen enkele manier<br />

lokaal of fysiek enige verwantschap<br />

hebben. Zo is <strong>de</strong> rauwe stem <strong>van</strong> <strong>de</strong> MC<br />

in het acid-achtige techno-hitje: ‘…Put<br />

your hands up 4 <strong>De</strong>troit, it’s a lovely city...’<br />

niet bedoeld voor <strong>de</strong> bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Amerikaanse industriestad, maar voor<br />

miljoenen liefhebbers <strong>van</strong> techno, die<br />

even herinnerd wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bakermat<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze muziekstroming.<br />

In het laatste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het boek wordt <strong>de</strong><br />

vraag gesteld wat er nu moet gebeuren<br />

met <strong>de</strong> stad. Wat is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> architect,<br />

P. 224<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwer en <strong>de</strong> planner? <strong>De</strong><br />

Jong en Schuilenburg wijzen daarbij het<br />

concept <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rwetse bouwmeester<br />

af, die het ste<strong>de</strong>lijke project <strong>van</strong><br />

bovenaf ontwerpt, regisseert, stuurt en<br />

controleert. Hiermee zullen ze ongetwijfeld<br />

niet <strong>de</strong> eerste zijn, maar hun alternatief<br />

is verfrissend. <strong>De</strong> gaming-industrie<br />

en <strong>de</strong> popcultuur bie<strong>de</strong>n namelijk in hun<br />

ogen uitkomst. Steeds vaker wor<strong>de</strong>n<br />

computerspelletjes niet meer door een<br />

team <strong>van</strong> experts gemaakt, maar in een<br />

soort pilootversie gelanceerd, waarna<br />

(via internet) fans en gebruikers aan<br />

<strong>de</strong>ze games sleutelen. Hier komt het<br />

begrip scenius <strong>van</strong> pas, een concept <strong>van</strong><br />

muziekvirtuoos Brian Eno dat tegenover<br />

het concept genius geplaatst is. <strong>De</strong><br />

auteurs menen dat het mo<strong>de</strong>rnistische<br />

principe dat kunst ontsproten moet zijn<br />

uit het creatieve brein <strong>van</strong> één enkel<br />

individu, <strong>de</strong> genius, achterhaald is. <strong>De</strong><br />

alomtegenwoordigheid <strong>van</strong> samplemuziek<br />

in house en techno in he<strong>de</strong>ndaagse<br />

popmuziek dienen als voorbeeld om <strong>de</strong><br />

nieuwe kunstor<strong>de</strong> te begrijpen. <strong>De</strong>ze<br />

gedachtegang wordt doorgetrokken naar<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw; samen met mensen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> culturele groep, een scene,<br />

moet het mogelijk zijn om al spelen<strong>de</strong>rwijs<br />

en interactief een stad te bouwen.<br />

Wellicht hebben <strong>de</strong> schrijvers een soort<br />

online mengelmoesje <strong>van</strong> Simcity en<br />

Second Life voor ogen.<br />

Tot slot: Overtuigt het boek Mediapolis?<br />

Jawel, maar het probleem is soms dat<br />

het betoog, of liever gezegd, <strong>de</strong> opeenstapeling<br />

<strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> betooglijnen,<br />

theoretische concepten en empirieachtige<br />

voorbeel<strong>de</strong>n een beetje ongrijpbaar<br />

zijn. Daarnaast zal internet <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

samenleving ongetwijfeld radicaal ver-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Signalementen<br />

an<strong>de</strong>ren, maar feit blijft wel dat die stad<br />

er nog steeds is, waarbinnen – voorlopig<br />

althans – cultuurvorming plaats vindt,<br />

padafhankelijke processen te vin<strong>de</strong>n zijn<br />

en agglomeratievoor<strong>de</strong>len zich voordoen.<br />

<strong>De</strong>zelf<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n die <strong>De</strong> Jong<br />

en Schuilenburg aandragen om aan te<br />

geven dat ‘muziekgemeenschappen’ los<br />

staan <strong>van</strong> een fysieke locatie, kunnen<br />

ook gebruikt wor<strong>de</strong>n om te beargumenteren<br />

dat ‘het lokale’ <strong>van</strong> cruciaal belang<br />

is om <strong>de</strong> oorsprong (padcreatie) en ontwikkeling<br />

(padreproductie) <strong>van</strong> cultuur,<br />

kunst en entertainment te begrijpen.<br />

Urban Culture (basketballen, Adidas<br />

gympen, oversized polo’s, lingerie die<br />

goed afsteekt bij <strong>de</strong> te laag gedragen<br />

wij<strong>de</strong> broeken) is juist zo algemeen en<br />

wijdverspreid in <strong>de</strong> westerse wereld,<br />

doordat <strong>de</strong> sterk geconcentreer<strong>de</strong><br />

entertainment industrie in ste<strong>de</strong>n als<br />

Los Angeles en New York <strong>de</strong> vertolkers<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze lifestyle bij wijze <strong>van</strong> spreken<br />

from the block kon<strong>de</strong>n plukken, om<br />

maar even Jennifer Lopez te parafraseren.<br />

Uiteraard raken <strong>de</strong> westerse<br />

culturen met elkaar verstrengeld, maar<br />

er is wel <strong>de</strong>gelijk een wisselwerking<br />

tussen plaatsgebon<strong>de</strong>n en macroprocessen<br />

(al dan niet aangewakkerd<br />

door internet). <strong>De</strong> hamvraag is dus<br />

niet welke ste<strong>de</strong>lijke processen en<br />

ste<strong>de</strong>lijke subculturen er verdwijnen<br />

en verdampen (waarmee niet gezegd is<br />

dat het onbelangrijke vragen zijn), maar<br />

juist welke er achter blijven en waar er<br />

nieuwe ontstaan.<br />

Maar genoeg gevit, wellicht moet<br />

dit boek eer<strong>de</strong>r als een uitdagen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksagenda beschouwd<br />

wor<strong>de</strong>n, dat uitnodigt tot vervolgstudies<br />

<strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> casussen, zoals een<br />

Signalementen<br />

Rotterdamse hiphop scene, of één of<br />

an<strong>de</strong>re electroclash community in een<br />

buitenwijk <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n. Maar misschien<br />

komt <strong>de</strong>ze aanpak weer een beetje<br />

ou<strong>de</strong>rwets over en daar waarschuwen<br />

<strong>de</strong> schrijvers nu juist voor.<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep (r.groep@os.amsterdam.nl) is<br />

on<strong>de</strong>rzoeker bij <strong>de</strong> Dienst On<strong>de</strong>rzoek en Statistiek,<br />

Gemeente Amsterdam.<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid als<br />

ren<strong>de</strong>ment<br />

AIR – Arie Lengkeek (red.) (2007)<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid als ren<strong>de</strong>ment. Privaat<br />

initiatief voor publieke ruimte, Trancity,<br />

Haarlem, 248 p., ISBN 9789088290039,<br />

€ 24,50<br />

Stad en ste<strong>de</strong>lijkheid gedijen alleen<br />

daar, waar in goe<strong>de</strong> samenwerking<br />

<strong>van</strong> overheid en markt <strong>de</strong> relatie<br />

tussen gebouw, gebruik en publieke<br />

ruimte <strong>van</strong>zelfsprekend is. Maar als<br />

<strong>de</strong> overheid niet meer toe komt aan<br />

zorgvuldige invulling en beheer <strong>van</strong><br />

dat publieke domein, en marktpartijen<br />

zich concentreren op <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong><br />

hun gebouwen, is <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

het kind <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening. Op initiatief<br />

<strong>van</strong> zestien private Rotterdamse<br />

opdrachtgevers wordt <strong>de</strong>ze patstelling<br />

ontmaskerd. Marktpartijen zien in dat<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> hun vastgoed en <strong>de</strong> aantrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> stad sterk gebaat<br />

zijn bij een goed functionerend openbaar<br />

gebied. Voor hen is <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

niet langer <strong>de</strong> uitsluiten<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid. In het<br />

private initiatief <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rnemers,<br />

investeer<strong>de</strong>rs en bewoners ligt een<br />

P. 225<br />

enorme impuls voor <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

besloten. <strong>De</strong>ze publicatie geeft aanleidingen<br />

en <strong>de</strong>nkka<strong>de</strong>rs om het <strong>de</strong>bat<br />

over <strong>de</strong> noodzaak <strong>van</strong> nieuwe vormen<br />

<strong>van</strong> samenwerking tussen overheid en<br />

markt overal in Ne<strong>de</strong>rland op het scherp<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> sne<strong>de</strong> te voeren.<br />

<strong>De</strong> mixfactor<br />

Veldboer, Lex, Jan Willem Duyvendak<br />

& Carolien Bouw (red.) (2007) <strong>De</strong><br />

mixfactor: integratie en segregatie in<br />

Ne<strong>de</strong>rland, Boom, Amsterdam, 240 p.,<br />

ISBN 9789047300083, € 27,50<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs willen geen segregatie,<br />

maar in <strong>de</strong> dagelijkse praktijk blijkt<br />

het integreren <strong>van</strong> kwetsbare groepen<br />

vaak moeilijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond te komen. Zo<br />

vrezen huiseigenaren waar<strong>de</strong>verlies als<br />

er min<strong>de</strong>r draagkrachtige bewoners in<br />

hun buurt komen, dubben hoger opgelei<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> vraag of ze hun<br />

kin<strong>de</strong>ren wel moeten laten pionieren op<br />

een zwarte school, stuiten gemeng<strong>de</strong><br />

stellen op veel weerstand en vereenzamen<br />

gehandicapten in een gewone wijk<br />

omdat ze daar geen aansluiting vin<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>De</strong> mixfactor: integratie en segregatie<br />

in Ne<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wensen,<br />

praktijken en effecten <strong>van</strong> mengingspolitiek<br />

verkend. Hoe staat het anno<br />

2007 met onze mengingsi<strong>de</strong>alen? Aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen succes- en faalfactoren<br />

op het gebied <strong>van</strong> werk, vermaatschappelijking<br />

<strong>van</strong> zorg, on<strong>de</strong>rwijs, welzijn,<br />

wonen, sport en opvoeding. Naast een<br />

beschrijving <strong>van</strong> wat er al dan niet<br />

gebeurt, hebben <strong>de</strong> auteurs aandacht<br />

voor <strong>de</strong> vraag waar menging het meest<br />

nodig en mogelijk is.


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Column O. Naphta<br />

Ganzendijken<br />

Door alle grote gebeurtenissen <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen tijd, zoals<br />

het gemod<strong>de</strong>r rond <strong>de</strong> krachtwijken, het HSL-traject dat al<br />

een jaar of wat ligt te verroesten, <strong>de</strong> zwak geconstrueer<strong>de</strong><br />

bruggen over onze kanalen en <strong>de</strong> voortgaan<strong>de</strong> verrommeling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ingezetenen <strong>van</strong> het koninkrijk en hun<br />

taalgebruik in het bijzon<strong>de</strong>r, om maar te zwijgen <strong>van</strong> het<br />

onoverzichtelijk grote aantal tv-uitzendingen waarin die<br />

ingezetenen hun oeverloze relatiegezeur uitventen, is het<br />

tijd voor iets aardigs: <strong>de</strong> kleine planologie.<br />

Column: Ganzendijken<br />

We starten onze reis in Oost-Groningen waar <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische<br />

dynamiek <strong>de</strong> politiek in een wurgen<strong>de</strong> houdgreep<br />

heeft genomen. ‘Ganzedijk heeft geen <strong>toekomst</strong>’. ‘Ganzedijk<br />

blijft nog even’, ‘blijft voorlopig toch bestaan’. ‘Wethou<strong>de</strong>r<br />

om Ganzedijk afgetre<strong>de</strong>n’. ‘Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> afgetre<strong>de</strong>n’, en<br />

ook daarachter zit een Ganzedijkse kracht. Ganzendijken<br />

(let op <strong>de</strong> meervouds-n) is nu een planologische spelvariant<br />

<strong>van</strong> ganzenbor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong>elnemers dobbelen, verzetten<br />

hun gans, <strong>de</strong> een verdwijnt in <strong>de</strong> put, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r haalt <strong>de</strong><br />

finish. En alles is per <strong>de</strong>finitie tij<strong>de</strong>lijk, ‘blijft nog even’.<br />

Hoezo doet <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning er niet meer toe als<br />

<strong>de</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig huizen en een paar<strong>de</strong>nkop zoveel<br />

vreug<strong>de</strong> in het leven brengt?<br />

In Limburg kunnen voortaan werknemers uit Mid<strong>de</strong>n- en<br />

Oost Europa ‘onbeperkt in tot wooneenhe<strong>de</strong>n omgebouw<strong>de</strong><br />

stallen en schuren wor<strong>de</strong>n gehuisvest.’ Eer<strong>de</strong>r mochten<br />

er maar twintig in het ‘woonge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> een boer<strong>de</strong>rij of<br />

op het erf gebouw<strong>de</strong> schuren’ wor<strong>de</strong>n gehuisvest. Zoals<br />

wij allen weten ligt Limburg aan <strong>de</strong> zuidrand <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sahel,<br />

waar wonen een kwestie <strong>van</strong> beschaving is en een grote<br />

sprong voorwaarts wordt gemaakt. Vanwege datzelf<strong>de</strong><br />

hoge beschavingspeil verdwijnt in <strong>de</strong> Haarlemmermeer<br />

‘het rijtjeshuis uit het beeld bij <strong>de</strong> nieuwbouw.’ Wij wor<strong>de</strong>n<br />

veron<strong>de</strong>rsteld te begrijpen wat me<strong>de</strong>burgers in hun taallessen<br />

opsteken.<br />

In Wyl<strong>de</strong>hoarne, een zijtak <strong>van</strong> Ganzedijk, lopen grootschalige<br />

bouwprojecten keer op keer vertraging op, omdat<br />

ze ‘stuklopen op gron<strong>de</strong>igenaren en prijzen.’ Wij wor<strong>de</strong>n<br />

P. 226<br />

altijd veron<strong>de</strong>rsteld te begrijpen wat me<strong>de</strong>burgers in hun<br />

taallessen opsteken. Dat brengt me op <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

Har<strong>de</strong>nberg die op excursie is geweest naar New York (NY)<br />

en wild enthousiast werd <strong>van</strong> het Central Park. Har<strong>de</strong>nberg<br />

heeft nu ook zo’n park op <strong>de</strong> tekentafel. ‘<strong>De</strong> gedachte<br />

erachter is dat <strong>de</strong> stad niet langer door <strong>de</strong> rivier in twee<br />

<strong>de</strong>len wordt gesne<strong>de</strong>n.’ Die zin vertelt: Har<strong>de</strong>nberg is een<br />

stad; een stad aan <strong>de</strong> rivier (google dat zelf even uit); en een<br />

kopie <strong>van</strong> het Central Park in New York (NY) zorgt ervoor dat<br />

<strong>de</strong> verwoesten<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken rivier wordt<br />

opgeheven. Een best practice dus voor juffrouw Vogelaar,<br />

met kwaliteitsstempel <strong>van</strong> het door <strong>de</strong> regering benoem<strong>de</strong><br />

topinstituut NICIS.<br />

Een bericht uit <strong>de</strong> Amerikaanse samenleving, althans het<br />

<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> <strong>de</strong>el daar<strong>van</strong>, althans een hoogleraar in <strong>de</strong> politieke<br />

wetenschappen, vertelt dat voorste<strong>de</strong>n slecht zijn voor ons<br />

burgerschap. Het ruimtelijke gedrag <strong>van</strong> suburbanites leidt<br />

tot erosie <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale fundamenten <strong>van</strong> ons alledaagse<br />

bestaan. En, nog erger: <strong>de</strong> hiërarchie <strong>van</strong> dat leven wordt<br />

bepaald door twee zeer on<strong>de</strong>mocratische instituties: het gezin<br />

en <strong>de</strong> werkgever. Wat een geluk dat Ne<strong>de</strong>rland een door en<br />

door ste<strong>de</strong>lijke samenleving is, zodat we <strong>van</strong> zulke erosieverschijnselen<br />

verschoond zijn gebleven, speciaal in wat in ons<br />

land altijd zo parmantig ‘<strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n’ wor<strong>de</strong>n genoemd.<br />

Trouwens, in Rijsbergen zijn door <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> golfbaan ‘<strong>de</strong> Turfvaert’ stilgelegd. Het is<br />

ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong> gemeente Zun<strong>de</strong>rt daarvoor wel terecht een<br />

vergunning heeft afgegeven. Met <strong>de</strong> kleine planologie beland<br />

ik zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring in een <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormalige smokkelaarsnesten<br />

aan <strong>de</strong> Belgische grens. Benieuwd of ze daar<br />

intussen <strong>de</strong> kwestie permanent bewoning-<strong>van</strong>-recreatiewoningen<br />

hebben opgelost of gewoon zijn doorgegaan alsof die<br />

er niet was.<br />

Terwijl minister Plasterk <strong>van</strong> <strong>de</strong> Lerarensalarissen en<br />

voorzitter Rinnooy Kan <strong>van</strong> <strong>de</strong> SER uit een mond roepen dat<br />

er zoveel talent verloren gaat in onze samenleving, biedt dit<br />

overzicht een doorslaand tegenwicht.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Advertentie<br />

RECENT VERSCHENEN<br />

BIJ AMIDSt<br />

RECENT VERSCHENEN<br />

BIJ AMIDSt<br />

P. 227


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

On<strong>de</strong>rdak: Warnersblokken, Amsterdam, 1957<br />

P. 228

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!