Prestatiebescherming - Hoofdstuk 6 ... - Dick van Engelen
Prestatiebescherming - Hoofdstuk 6 ... - Dick van Engelen
Prestatiebescherming - Hoofdstuk 6 ... - Dick van Engelen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Hoofdstuk</strong> 6: Mogelijkheden tot prestatiebescherming<br />
naamwet geen negatieve reflexwerking dient te worden toegekend. 126 Om te beginnen<br />
lijkt er geen goede grond aanwezig om een dergelijke bescherming te beperken<br />
tot ondernemingen, zodat ook andere organisaties dan ondernemingen c.q. aan het<br />
maatschappelijk verkeer deelnemende entiteiten aanspraak op een vergelijkbare<br />
bescherming kunnen maken. 127<br />
B. ONDERSCHEIDINGSMIDDELEN<br />
Het ontbreken <strong>van</strong> een negatieve reflexwerking <strong>van</strong> de Handelsnaamwet en de BMW<br />
brengt met zich dat het in beginsel tevens mogelijk is aan andere onderscheidingsmiddelen<br />
dan namen een vergelijkbare bescherming toe te kennen. Allerhande<br />
tekens, maar bijv. ook slagzinnen, de opmaak <strong>van</strong> advertenties, een herkenningsmelodie<br />
of de inrichting <strong>van</strong> een winkel 128 kunnen voor bescherming als onderscheidingsmiddel<br />
voor een onderneming of andere entiteit in aanmerking komen.<br />
Ook hier zal overigens als voorwaarde hebben te gelden dat het bewuste onderscheidingsmiddel<br />
enig onderscheidend vermogen dient te bezitten, althans niet<br />
uitsluitend beschrijvend mag zijn. De eerder genoemde beginselen <strong>van</strong> vrijheid <strong>van</strong><br />
handel en bedrijf en de vrijheid <strong>van</strong> techniek brengen bovendien met zich dat geen<br />
exclusieve rechten kunnen worden erkend voor bijv. een methode <strong>van</strong> verkoop of het<br />
enkele idee <strong>van</strong> een zelfschepsnoepwinkel. 129 Datgene wat ingevolge deze beginselen<br />
publiek domein behoort te zijn mag uiteraard niet via een exclusief recht op daarvoor<br />
gebruikte onderscheidingsmiddelen gemonopoliseerd worden.<br />
Geconcludeerd kan worden dat in beginsel ieder onderscheidingsmiddel, waardoor<br />
een aan het maatschappelijk verkeer deelnemende entiteit zich onderscheidt <strong>van</strong><br />
andere aan het maatschappelijk verkeer deelnemende eniteiten, voor bescherming in<br />
aanmerking kan komen.<br />
6.7.3.4 PERSONEN<br />
In aanmerking nemende dat zowel aan de Benelux Merkenwet als aan de Handelsnaamwet<br />
géén negatieve reflexwerking dient te worden toegekend voor de door die<br />
126 Vgl. Martens, O.D., VI, nr 126.4; Verkade, O.M., 1986, nr 13 en 32; Van Nieuwenhoven Helbach, 1989, nr<br />
1225; Arkenbout, 1991, p. 38.<br />
127 Vgl. Martens, O.D., VI, nr 126.4; Verkade, O.M., 1986, nr 30; Arkenbout, 1991, p. 38.<br />
128 Vgl. Van Nispen, BIE 1988, p. 36; Pors, IER 1991, p. 73; Pres. Groningen, 3 juli 1987, BIE 1988, nr 67, p.<br />
230 (Sweetheart Candy Shops/Lollypop); Pres. Roermond, 17 september 1987, BIE 1988, nr 68, p. 233<br />
(Sweetheart Candy Shops/Crazy Mice); Pres. Den Haag, 18 december 1987, BIE 1988, nr 69, p. 235<br />
(Sweetheart Candy Shops/Candy Kisses).<br />
129 Zie expliciet Pres. Den Haag, 18 december 1987, BIE 1988, nr 69, p. 235 (Sweetheart Candy Shops/Candy<br />
Kisses).<br />
210<br />
Van <strong>Engelen</strong> – <strong>Prestatiebescherming</strong> - 1994