Inleiding tot landelijke architectuur in Vlaanderen - Open ...
Inleiding tot landelijke architectuur in Vlaanderen - Open ...
Inleiding tot landelijke architectuur in Vlaanderen - Open ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
WO<br />
NEN<br />
van bescheiden stal-schuren, waarbij zich aan één zijde van<br />
de dorsvloer de tasruimte bev<strong>in</strong>dt en aan de andere kant de<br />
koeienstal. In andere streken werd de oogst <strong>in</strong> langsgerichte<br />
schuren opgeborgen. In deze gevallen lag de dorsvloer parallel<br />
met de lengteas van het gebouw langs een berekende reeks<br />
tasruimten. Hij had aan één kant een opgehoogde <strong>in</strong>gang om<br />
de volgeladen oogstkar b<strong>in</strong>nen te laten, en aan de andere kant<br />
een veel lagere uitgangspoort. Deze schuren kwamen vooral <strong>in</strong><br />
Brabant, <strong>in</strong> grotere Kempische hoeven en <strong>in</strong> abdijhoeven voor.<br />
Dorsvloeren waren geflankeerd door een geb<strong>in</strong>t en waren van<br />
de tasruimten gescheiden door een beplank<strong>in</strong>g, waarop soms<br />
gekerfde <strong>in</strong>scripties met data en namen van knechten bewaard<br />
zijn. Soms werd de tas van de dorsvloer gescheiden door een<br />
laag muurtje.<br />
In de Brugse polders kwam een bijzonder schuurtype voor: de<br />
Bergschuur, een schuur onder een tentdak met een centrale<br />
tasruimte en <strong>in</strong> de zijbeuken een dorsvloer, koeienstallen en<br />
paardenstal. Deze schuur/stal volgde <strong>in</strong> de streek op de monumentale<br />
abdijschuren uit de middeleeuwen, zoals die van de<br />
abdij ‘ten Bogaerde’ <strong>in</strong> Koksijde en ‘ter Doest’ <strong>in</strong> Lissewege uit de<br />
13de en 14de eeuw. De schuren van de hoeve ‘Groot Schoer<strong>in</strong>ge’<br />
uit de 14de eeuw(?) <strong>in</strong> Zuienkerke (<strong>Open</strong>luchtmuseum Bokrijk)<br />
en van ‘de Schamele Weke’ uit 1390 <strong>in</strong> Vlissegem behoren nog<br />
<strong>tot</strong> die familie. Vooral ‘Groot Schoer<strong>in</strong>ge’ heeft een vorm die de<br />
bergschuren met tentdak uit de 17de en 18de eeuw <strong>in</strong>leidt.<br />
Stallen en schuren werden <strong>in</strong> baksteenmetselwerk gebouwd,<br />
met <strong>in</strong>rijpoorten en met speklagen (<strong>in</strong>dien voorradig) <strong>in</strong> natuursteen<br />
(Maaskalksteen, Maastrichtersteen, Gobertangesteen<br />
of Diestiaan), of werden <strong>in</strong> vakwerktechniek (Kempen) of met<br />
beplank<strong>in</strong>g (Vlaamse zandstreek) uitgevoerd. Ook voor de<br />
bouw van won<strong>in</strong>gen werd baksteenmetselwerk, natuursteen of<br />
vakwerktechniek gebruikt.<br />
Om alaam en wagenpark onder te brengen gebruikten de boeren<br />
wagenkoten die als afzonderlijke gebouwen op of buiten<br />
het erf stonden of <strong>in</strong> het verlengde van dwarsgerichte schuren<br />
gebouwd werden. Soms werd een eenvoudig lessenaarsdak<br />
voor wagens en alaam aan bestaande gebouwen toegevoegd.<br />
Al naargelang de streek werden ze <strong>in</strong> baksteenmetselwerk of<br />
<strong>in</strong> hout gebouwd. In het laatste geval waren ze voorzien van<br />
een beplank<strong>in</strong>g. Verder bouwden de boeren <strong>in</strong>frastructuren<br />
voor de verwerk<strong>in</strong>g van hun producten. Bakhuizen vond men<br />
<strong>in</strong> elke boerderij terug. Ze stonden veilig apart omwille van het<br />
brandgevaar. Ze bestonden uit een werkruimte met de baktrog<br />
en een oven met schoorsteen. Meestal waren ze <strong>in</strong> baksteenmetselwerk<br />
gebouwd. In de streken waar vakwerktechniek<br />
werd toegepast, vond men ze <strong>in</strong> hout en leem.<br />
Voorbeelden van deze vakwerkbakhuizen zijn<br />
Hoeve Cassenbroek,<br />
erg zeldzaam geworden. Verder konden op een<br />
Bonheiden. [Prov<strong>in</strong>cie<br />
erf rosmolens voorkomen. Dit was vooral het<br />
Antwerpen]<br />
geval <strong>in</strong> het Vlaamse vruchtbare laagland van West-<strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Ook <strong>in</strong> de Limburgse Kempen en Haspengouw kwamen ze<br />
voor. Deze vierkante, ronde of achthoekige en <strong>in</strong> hout of baksteenmetselwerk<br />
gebouwde molens bevatten maal<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen<br />
en zelfs boter<strong>in</strong>stallaties, die door een paard b<strong>in</strong>nen of buiten<br />
met een dissel werden aangedreven. Ze konden w<strong>in</strong>dmolens<br />
bij w<strong>in</strong>dstilte aflossen en braken granen voor het aanmaken<br />
van veevoer. Op sommige boerderijen werden ook vlaskoten of<br />
zw<strong>in</strong>gelkoten, hopasten of cichorei-asten gebouwd.<br />
Tenslotte moet nog worden aangehaald dat boerderijen die<br />
van heerlijkheden of abdijen afh<strong>in</strong>gen, duifrecht bezaten. Dat<br />
was een heerlijk recht, voorbehouden voor de boerderijen van<br />
grootgrondbezitters. Duiven houden was belangrijk voor communicatie,<br />
voor het vlees en voor de mest. Het duifrecht werd<br />
uitgedrukt <strong>in</strong> prestigieuze, statische duiventorens op het erf of<br />
door een duiventil <strong>in</strong> het monumentale poortgebouw van de<br />
vierkanthoeven <strong>in</strong> Brabants, Limburgs en Luiks Haspengouw en<br />
<strong>in</strong> Nederlands Zuid-Limburg.<br />
Een aspect dat <strong>in</strong> de literatuur nogal verwaarloosd wordt, is het<br />
erf zelf. De boerderijen waren omgeven door een haag (haagbeuk<br />
of meidoorn) en voorzien van een afgeboorde mestvaalt<br />
<strong>in</strong> het midden van het erf, een mutsaardenmijt,<br />
een dr<strong>in</strong>kpoel voor de dieren en een boomgaard<br />
Poortgebouw van<br />
met hoogstamfruit (appelen, peren, pruimen en<br />
de Carolushoeve<br />
met duiventil uit<br />
1760, Hoegaarden<br />
(Meldert). [Toerisme<br />
Vlaams-Brabant, Harrie<br />
Spelmans]<br />
4 OPEN MONUMENTENDAG VLAANDEREN – 2007