MIJN OLYMPISCHE MISSIE - Pauw & Witteman
MIJN OLYMPISCHE MISSIE - Pauw & Witteman
MIJN OLYMPISCHE MISSIE - Pauw & Witteman
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Leerschool<br />
Mijn eerste coachmissie bij een seniorenploeg volbracht ik bij de heren van DONK.<br />
Ik was drieëntwintig, had zeven jaar ervaring opgedaan als trainer bij de Kring<br />
Rotterdam, toen wijlen Arie Troost me namens de Goudse vereniging belde. De<br />
voorzitter van de waterpolocommissie vertelde dat Tom van Dam na vier seizoenen<br />
afscheid nam. De club was daarom op zoek naar een nieuwe coach voor de herenselectie.<br />
Damestrainer Wim Groen had mijn naam aan hem doorgegeven.<br />
Mijn spelersloopbaan had ik net op het derde plan gezet, achter het fluiten en<br />
coachen. Ik kende het team. Als speler van DZV had ik dat jaar twee keer in de<br />
eerste klasse tegen DONK gespeeld. Het leek me een mooie uitdaging.<br />
Een week na het eerste telefoontje volgde het sollicitatiegesprek. Troost vertegenwoordigde<br />
het bestuur, Ab van den Heuvel en Joost Vlag zaten tegenover me namens<br />
de spelergroep. De ambitie van de club sprak me erg aan. De Goudse heren<br />
stonden al jaren in de schaduw van de damesploeg. De DONK-vrouwen deden<br />
steevast mee om de landstitel en ze hadden al meermalen de Europacup gewonnen.<br />
Ook de mannen wilden nu naar de top. Ze waren net gedegradeerd naar de tweede<br />
klasse. Het was de bedoeling binnen een jaar terug te keren in de eerste divisie, om<br />
vervolgens door te stomen naar de hoofdklasse.<br />
Ik had vooraf een bedrag met mezelf afgesproken, waarvoor ik de klus graag wilde<br />
aanvaarden. De bescheidenheid die daaruit sprak, zette ik gemakkelijk opzij, toen<br />
de hoogte van de vergoeding ter sprake kwam. “Hoeveel kreeg Ton van Dam?”<br />
hoorde ik het Rotterdamse bluffertje in mij zeggen. Arie Troost legde het bedrag<br />
op tafel. “Dan wil ik minimaal hetzelfde. Ik ben zeker net zo goed als Van Dam.<br />
Ik denk zelfs beter.” Wat moesten ze wel niet denken? Zo’n groentje van drieëntwintig<br />
jaar. We gingen met elkaar in zee.<br />
In mijn debuutjaar werden we inderdaad kampioen met het eerste team. Dat ging<br />
niet zonder slag of stoot. Als beginnend coach leerde ik harde lessen. Zo had ik Rob<br />
Meijer in mijn team. Rob was een enorm getalenteerde waterpoloër. Hij kon wedstrijden<br />
echt in zijn eentje in ons voordeel beslissen. Maar hij had zijn emoties lang<br />
niet altijd onder controle. Zijn opvliegende karakter zorgde regelmatig voor commotie.<br />
Dat hij de zoon is van mijn vaders nieuwe echtgenote, maakte de samenwerking<br />
er niet minder gecompliceerd op. Als we net een akkefietje hadden gehad<br />
samen, dan zaten we toch wat onwennig naar elkaar te kijken op een verjaardag.<br />
Zijn grilligheid stak eens nadrukkelijk de kop op tijdens een vriendschappelijk<br />
toernooi in Vlissingen. Rob kon een arbitrale dwaling niet verwerken. Hij klom de<br />
kant op, om de scheidsrechter van dienst te lijf te gaan. Ik rende op het bekvech-<br />
‘Mijn olympische missie’ 15