'Als je eenmaal in een negatieve context wordt geplaatst, dan wordt ...

Jaargang 25 - Nummer 3 - 2012
Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie:
‘Als je eenmaal in een negatieve
context wordt geplaatst, dan wordt
je ook niks meer vergeven’
NOAB
1 Activa

Jouw
meerwaarde.
Verlaag je kosten en verbeter je service
met Exact Online Accountancy.
Uw klanten kunnen op u rekenen. Als accountant natuurlijk,
maar ook als sparring partner en adviseur. Exact Online Accountancy
helpt u daarbij. Met dit vernieuwende boekhoudplatform doet u de
invoer, controle en rapportage van gegevens online. Via de portal
kunt u gemakkelijk gegevens delen. Zo werkt u efficiënter samen met
uw klant en heeft u meer tijd om uw klant persoonlijke meerwaarde
te bieden. En dat voor een vast laag maandbedrag, inclusief alle
begeleiding die u nodig heeft.
Ook online samenwerken? Bekijk de video
op www.exact.nl/accountancy
Your Exact.

ACCOUNTANCY

Colofon
Activa magazine
is een uitgave van de Nederlandse Orde van
Administratie- en Belastingdeskundigen.
Activa verschijnt 5x per jaar.
Jaargang 25, nr. 3
juli 2012
ISSN 1384 -2676
Secretariaat NOAB
Postbus 2478
5202 CL ’s-Hertogenbosch
Telefoon (073) 614 14 19
Telefax (073) 614 01 89
www.noab.nl
mail: noab@noab.nl
Redactie
mr. Ed de Vlam (hoofdredacteur)
Loft 238 (eindredactie)
Henk Poker
Chris Wolters
Hans Pieters
Vaste columnisten
mr. Joop van Zijl
mr. Sjef Römkens
mr. Jurgen Warmerdam
Bladmanagement
Michel Hamer
Céleste Boll
Acquisitie
NOAB, 073 - 614 14 19
Advertentietarieven:
Op aanvraag bij de uitgever
Contactpersoon: Michel Hamer
Vormgeving
Repro Design (Henk Kulk)
Zutphen, 0575 - 57 27 58
Druk
Dekkers van Gerwen
‘s-Hertogenbosch, 073 - 594 47 44
Abonnementenadministratie
Opgave van abonnementen, opzegging en
adreswijziging uitsluitend schriftelijk doorgeven
aan: de uitgever. Indien twee maanden voor
het verstrijken van de abonnementsperiode
geen schriftelijk bericht van opzegging is
ontvangen wordt het abonnement automatisch
met een jaar verlengd.
Abonnementskosten € 45,- per jaar.
(incl. BTW).
Op de coverfoto:
Fred van Raaij, hoogleraar economische psychologie
Fotografie: Guido Koppes
NOAB
Activa 4
‘Vertrouwen vraagt om
sprankje hoop’
De eurocrisis en de kredietcrisis zijn behalve een financiële crisis
met name een vertrouwenscrisis. De hamvraag luidt in hoeverre
het vertrouwen kan worden teruggewonnen, meent hoogleraar
economische psychologie Fred van Raaij. Competentie en
integriteit zijn daarbij essentieel. 6
In deze uitgave...
‘Een investering in de eigen
organisatie’
“Het geeft inzicht in de prestaties van je kantoor, waardoor je
weet aan welke verbeterpunten nog gewerkt kan worden.” Kort
en bondig vat Tonnis van Dam van Compare to Compete de toegevoegde
waarde van een benchmarkonderzoek samen. NOAB
stelt haar leden in de gelegenheid hieraan deel te nemen. 12
‘Iedereen dacht dat de bomen
tot in de hemel groeiden’
“We willen met ondernemers in gesprek blijven en als het even kan
de onderneming door een probleem heen helpen. Maar als er geen
zicht is op herstel, kan een beslissing negatief uitvallen, hoe pijnlijk
dat ook is.” Dat zegt Paul Dirken, directeur bedrijven bij
Rabobank, die heel goed de emotie van dit moment begrijpt. 24
‘Geen goed debat over
nieuwe accountancywet’
De wijze waarop de Tweede Kamer eerder dit jaar het debat over
de nieuwe accountancywet voerde, kreeg de handen van de fractie
van de ChristenUnie niet op elkaar. “Er was eigenlijk geen tijd
voor discussie, terwijl de nieuwe wet wel degelijk de nodige
impact heeft op de branche,” zegt Carola Schouten. 30

Inhoudsopgave
‘Vertrouwen vraagt om sprankje
hoop’ . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Horizontalisering en SaaS
vergroten kwaliteit
administratieve keten. . . . 10
‘Een investering in de eigen
organisatie’ . . . . . . . . . . . . 12
SBR: niets doen is geen optie! 14
‘Grip op kwaliteit en contact
met de klant’ . . . . . . . . . . 19
Onstuitbare opmars
coöperaties . . . . . . . . . . . . 20
Overgang naar SEPA tijdig
aanpakken . . . . . . . . . . . . 22
‘Iedereen dacht dat de bomen tot
in de hemel groeiden’ . . . 24
Infine Software in nieuw pand 27
‘Onze leden verbinden zich
aan klantvriendelijk
ondernemen’ . . . . . . . . . . 28
‘Geen goed debat over nieuwe
accountancywet’ . . . . . . . 30
Benchmarkonderzoek NOAB als
kompas voor kantoren . . . 33
Einde aan onbeperkte
mogelijkheden
automatisering? . . . . . . . . 34
Leergierige jongeren. . . . . . . . 36
Column
mr. Jurgen Warmerdam . . 37
BN’er: ‘Ik erger me aan de
complexiteit van
regelgeving’ . . . . . . . . . . . 38
‘Onder alle omstandigheden
werken voor één
opdrachtgever’ . . . . . . . . . 41
De keerzijde van factoring . . . 42
De herinvesteringsreserve, lastig
maar voordelig . . . . . . . . . 44
Kantoor in beeld. . . . . . . . . . . 47
Vermoedens van witwassen? . 48
Column mr. Joop van Zijl. . . . 50
Het einde van Windows XP . . 52
Column mr. Sjef Römkens . . . 54
Opleiding FA-adviseur biedt
NOAB-kantoor aanzienlijke
voordelen . . . . . . . . . . . . . 56
Van de voorzitter
Door: Berry Welten
NOAB staat voor kwaliteit
Het zal u niet verbazen dat we het niet meer gaan hebben over de overgang van
de certificaten van DigiNotar-BAPI naar KPN-BAPI. Ik veronderstel dat alle NOABleden
dit inmiddels met succes hebben afgerond. Wij richten ons vizier nu op de
inlevering van aangiften IB en Vpb vanaf 1 januari 2013 middels een PKI Overheid
Certificaat. Om het NOAB-leden gemakkelijk te maken was bij onze ledenvergadering
QuoVadis aanwezig voor de benodigde face-to-face controle. Ik heb begrepen
dat ook onze afdelingen QuoVadis hebben uitgenodigd bij hun bijeenkomsten om
de leden van dienst te zijn. Met QuoVadis heeft NOAB afspraken kunnen maken
over een kortingsregeling en over de snelheid van levering. Ik roep leden op om het
PKI-O-certificaat zo snel mogelijk aan te vragen en niet te wachten totdat er in november
en december van dit jaar wachtrijen gaan ontstaan bij de verwerking door
een van de certificaatleveranciers. Zodra u in 2013 aangiften IB2012 of Vpb2012
wilt gaan insturen met aangiftesoftware die niet beschikbaar is gesteld door de Belastingdienst,
hebt u het certificaat nodig. Het gebruik van de DigiD van een cliënt
om een aangifte te doen vinden wij in strijd met de kwaliteitsregels waaraan een
NOAB-kantoor moet voldoen.
Onlangs heeft NOAB het NKS (NOAB Kwaliteitssysteem) in gebruik genomen en
beschikbaar gesteld aan de leden. De standaardversie van dit systeem is gratis. Wilt
u een kantoorspecifieke versie maken of een uitgebreidere versie samenstellen, dan
zijn er kosten aan verbonden. De komende periode zullen wij cursussen aanbieden
voor het gebruik van het NKS. Het nieuwe NOAB Kwaliteitssysteem (NKS) is tot
stand gekomen in samenwerking met Fiscount. Van NOAB-kantoren verwachten
wij dat hun organisatie functioneert volgens het geldende NOAB-kwaliteitsstelsel.
Dit stelsel, dat ook voorziet in periodieke toetsing van het NOAB-kantoor, is praktisch
uitgewerkt en beschreven in het generieke NKS dat NOAB-kantoren gratis ter
beschikking krijgen.
NOAB
5 Activa

‘Vertrouwen vraagt om
NOAB
Activa 6
De eurocrisis en de kredietcrisis zijn behalve een financiële crisis met name een vertrouwenscrisis.
De hamvraag luidt in hoeverre het vertrouwen kan worden teruggewonnen, meent hoogleraar
economische psychologie Fred van Raaij. Competentie en integriteit zijn daarbij essentieel:
“De consument wantrouwt de financiële sector, maar vertrouwt zijn eigen adviseur.”
Door: Hans Pieters
Volgens Fred van Raaij is sprake van een dubbele vertrouwenscrisis:
consumenten hebben geen vertrouwen
in de toekomst en gaan geen leningen of hypotheken
aan en blijven zitten waar ze zitten. Daarnaast hebben
ze het gevoel dat banken en tussenpersonen ook niet te
vertrouwen zijn, net zo min als de politiek. Het verschil
tussen de twee zit ‘m in confidence en trust. “Confidence
is abstracter, gericht op de toekomst. Van consumenten,
ondernemers en beleggers. Trust heeft altijd een object
en draait om vertrouwen in de persoon of organisatie,”
vertelt Van Raaij. “Beiden zijn van belang op dit moment.”
‘Het kon niet misgaan.
Daar komen de
producten vandaan
waar we nu de
rekening van hebben’
Een negatief sentiment
heeft spiraalwerking:
als het vertrouwen
negatief is
en mensen gaan zich
gedragen naar dat
negatieve scenario,
dan ontstaat ook het
effect dat je vreest.
Het maakt dat politici
en functionarissen
in een openbare functie altijd een dubbelrol hebben:
“Aan de ene kant zouden ze de waarheid kunnen vertellen,
maar dat is vaak niet zo verstandig.” Als voorbeeld
noemt Van Raaij Wouter Bos die aan het begin van de
kredietcrisis verzekerde dat de Amerikaanse rommelhypotheken
een Amerikaans probleem waren. “Terwijl hij
waarschijnlijk heel goed wist dat ING Direct heel veel
van die hypotheken in bezit had.” Hetzelfde geldt voor
politici: “Ze moeten vertrouwenwekkende dingen zeggen,
bijna tegen hun eigen opvattingen in. Anders krijg
je wat je vreest.
De negatieve spiraal doorbreek je door af en toe positief
nieuws te vertellen, in de hoop dat mensen zich ernaar
gaan gedragen.”
Uitzondering
Om risicovolle dingen te ondernemen, zoals het kopen
van een huis, is vertrouwen in de toekomst nodig. “Als
je bang bent dat je inkomen zal dalen of dat je je baan
kunt verliezen, durf je die beslissing niet te nemen. Daar
komt een gebrek aan vertrouwen in banken en tussenpersonen
bij,” vertelt Van Raaij. Met één belangrijke
nuancering: “Het merkwaardige is dat mensen op vragenlijsten
antwoorden dat ze tussenpersonen niet vertrouwen.
Maar de eigen adviseur, de eigen bank en het
eigen werk vormen een uitzondering op die situatie. Het
algemene beeld is: ‘het gaat slecht maar ik ben goed af’.
Tenzij iemand zijn baan heeft verloren.”
“Vroeger had bijna niemand een beleggingsverzekering.
Je spaarde. Dat was veilig en degelijk.” In de jaren ’90
was sparen opeens ouderwets en zijn veel spaarverzekeringen
overgesloten naar beleggingsverzekeringen. Heel
veel verzekeringsmaatschappijen zochten naar producten
die goed werkten omdat de consument vertrouwen had
in de economie. Het kon niet misgaan. We zaten teveel
in ‘het communisme is verslagen, de Berlijnse muur is
gevallen en alles is onder controle’. Daar komen de producten
vandaan waar we nu de problemen van hebben.
“Het product was goed bij een stijgende beurs, maar was
niet conjunctuurbestendig.” Een hefboomeffect versterkte
de trend: “Naarmate de resultaten slechter waren,
werden de verzekeringspremies hoger, waardoor de opbrengsten
nog lager waren.” De beleggingswinsten van
weleer komen voorlopig niet meer terug: “Verzekeringsmaatschappijen
zoeken nu producten die ook bij dalende
beurskoersen en crisis gunstig zijn voor de consument.
Dan vallen er heel wat producten af.”

hoop’
Fotografie: Guido Koppes sprankje
De huizenmarkt is een variatie op bovengenoemd thema.
“De fiscale mogelijkheden bracht financiële dienstverleners
tot producten die zo goed mogelijk dat fiscale
voordeel probeerden binnen te halen, bijvoorbeeld door
middel van een aflossingsvrije hypotheek tot 120% van
de waarde, eventueel gekoppeld aan een beleggingsverzekering.
Dat is dubbel riskant.” Het is een tijdbom onder
de Nederlandse economie, waarschuwt Van Raaij. “Vuistregels
als ‘kopen is altijd beter dan huren’ en ‘beleggen
levert meer op dan sparen’ moet je herzien. Misschien
komen ze op de lange termijn weer terug, maar nu even
niet.” De starter speelt een cruciale rol om de negatieve
trend op de woningmarkt te doorbreken, stelt Van Raaij.
Waarbij zijn eigenbelang botst met het collectief belang.
“De doelstelling van de starter is niet de woningmarkt
op gang te brengen. Als je starters kunt bewegen om het
huis toch te kopen, dan kun je de markt aanslingeren.
In het collectieve belang zou je nu het huis moet kopen.
Maar wie offert zich op voor het collectieve belang?
Starters hebben twee redenen om niets te doen: de hypotheekeisen
zijn strenger en ze verwachten een verdere
prijsdaling. Dan is het voor jezelf rationeel om nog even
te wachten.”
Begrotingsakkoord
Van Raaij denk dat er structureel een aantal zaken
moeten veranderen om het vertrouwen terug te winnen.
“Wat ik vervelend vind is dat de aandacht door de
verkiezingen in september een mediacircus wordt. Het
verlegt de aandacht naar ‘minor problems’. Allerlei besluiten
worden weer onzeker en uitgesteld. Wat de problemen
vergroot.” Wilders heeft de kans gehad van zijn
partij een vertrouwenswekkende partij te maken, meent
hij: “Als hij het Catshuis-akkoord had gesloten, dan had
hij laten zijn dat het landsbelang voor hem zwaarder
woog dan het kortetermijnbelang. Dat heeft hij niet gedaan.”
Parallel aan de Catshuis-onderhandelingen zat
een tweede niveau, van Jan Kees de Jager, die wilde dat
er voor 1 mei een akkoord was. “Toen het Catshuis-overleg
klapte kreeg hij opeens de kans. Hij kon vrij technisch
de miljarden bij elkaar halen. Als bij de verdere
uitwerking duidelijk wordt waar de klappen gaan vallen,
dan wordt het enthousiasme voor dit akkoord natuurlijk
steeds minder. Maar het was nuttig naar Brussel.”
Het verschil in belastingmoraal tussen Noord- en Zuid-
Europa verklaart Van Raaij uit de rol van de overheid. Fred van Raaij
8
NOAB
7 Activa

Slim
Solide
NOAB
Activa 8
BOEKHOUDEN & FACTUREREN
Hoe je het ook wendt of keert, onze producten zijn
Slim, Simpel en Solide, al 30 jaar lang.
Meer weten over de jubileumactiviteiten?
Kijk op www.30jaarsnelstart.nl en
volg @snelstart op Twitter.
Simpel
Simpel
Solide
Slim
Wilt u weten wat SnelStart voor u kan betekenen?
Kijk op www.snelstart.nl of bel met Nelleke, Anoeska,
Mirjam of Jakob Jan op telefoonnummer 0222 36 30 61.
bel 0222 36 30 61 www.snelstart.nl gratis proberen

“De zuidelijke belastingmoraal begint zo’n beetje in
België. Daar moet je je tegen de overheid verzetten, de
overheid geeft het toch maar uit aan dingen waar je niks
aan hebt en de overheid verdient dus eigenlijk het geld
niet. Dan ontstaat een sport van belasting ontduiken
en elkaar indianenverhalen vertellen van wat je in dat
opzicht hebt gepresteerd. Dat bestaat in Nederland nauwelijks.
In Duitsland en Nederland is het vertrouwen in
de overheid groter en wordt de overheid niet gezien als
je tegenstander tegen wie je je moet verzetten en die jou
dingen oplegt en afpakt.” Het onderlinge vertrouwen
wordt gereflecteerd in de communicatie van de Belastingdienst,
stelt Van Raaij. “Ik vind het geweldig dat de
helft van je aangifteformulier al is ingevuld. Het enige
wat je nog moet doen is controleren of de bedragen
kloppen en eventueel wat giften en aftrekposten toevoegen.
Een aangifte waar ik vroeger drie avonden mee
bezig was is nu in één avond gepiept. Dan heb ik toch
het gevoel ‘De Belastingdienst helpt mij om het mij zo
makkelijk mogelijk te maken’. Dat is ook hun strategie
en marketing.” Een ander voorbeeld is de wijze waarop
de Belastingdienst startende ondernemers helpt met financiële
adviezen, hoe je een administratie opzet; hoe je
een aparte zakelijke BTW-rekening opent, reserveringen
maakt etc. “De gemiddelde starter begint pas na drie jaar
belasting te betalen. Pas als de onderneming loopt, vraagt
de Belastingdienst haar deel. Dat betekent wel dat de
fiscus niets verdient aan ondernemingen die binnen drie
jaar stoppen.”
Selectief geheugen
Van Raaij heeft onderzoek gedaan naar het geschonden
vertrouwen in financiële dienstverleners. “Uitkomst van
zijn onderzoek is dat competentie, stabiliteit, integriteit
en goede bedoelingen in sterke mate het vertrouwen in
een dienstverlener bepalen. Deze zijn belangrijker dan
GRATIS
NETWERK MONO OF KLEUREN
LASERPRINTER (met of zonder scan/copy/fax functie)
IN BRUIKLEEN!
Nieuwe technologie!
EENVOUDIG & VOORDELIG!
UITSLUITEND de toners dienen
vervangen te worden!
Voor meer informatie en/of gedetailleerde voorwaarden
kunt u contact opnemen met uw accountmanager
Henk Godschalk, via henk.godschalk@lyreco.com
of via 06-472 68 408
Gedurende een periode van
MAXIMUM DRIE JAAR of
36.000 / 72.000 PAGINA’S.
U betaalt enkel de toners
die u gebruikt!
transparantie en reputatie,” vertelt hij. Bij goede bedoelingen
gaat het om het geven van advies en communiceren
vanuit de belangen van de klant. Dit vertaalt zich in
trouw en loyaliteit en een pro-actieve houding.
Het terugwinnen
van het vertrouwen
is een lang
proces. “We zijn
heel selectief in
onze oordelen. Je
hoort niemand als
het goed gaat,”
vertelt Van Raaij.
“De NS krijgen
veel kritiek als ze
‘Vuistregels als ‘kopen
is altijd beter dan
huren’ of ‘beleggen is
beter dan sparen’ moet
je herzien’
een paar keer vertragingen hebben gehad. Het vervelende
is alleen dat het normaal is dat de trein op tijd is,
maar als de trein te laat is, is dat een blijk dat het hartstikke
slecht gaat met de spoorwegen. En toch zien ze
kans om het vertrouwen geleidelijk terug te winnen.”
Tussenpersonen zitten in zijn ogen met hetzelfde probleem.
“Als je eenmaal in een negatieve context wordt
geplaatst, dan wordt je ook niks meer vergeven.” g
Het artikel ‘Hoe krijgt de financiële sector het vertrouwen weer
terug’ is te vinden op Mejudice.nl
NOAB
9 Activa

Horizontalisering en SaaS
kwaliteit administratieve
NOAB
Activa 10
De geautomatiseerde ondersteuning van financieel-administratieve processen verandert momenteel
in een hoog tempo. Online boekhouden, gegevensopslag in de ‘cloud’ en de uitrol van SBR leiden
tot nieuwe diensten en dienstenaanbieders. Welke effecten heeft dit alles op de keten?
Door:
T.A.M. (Theo) Klarenbeek
en A.W. (Bert) Heijenk RA
De Belastingdienst werkt binnen het programma Horizontaal
Toezicht samen met softwareleveranciers in de
‘cloud’ aan vergroting van de betrouwbaarheid en controleerbaarheid
van administratieve systemen. De verwachting
is dat dit ‘softwarespoor’ een groot potentieel
bezit om onder het motto ‘Automatisch Goed’ de kwaliteit
van de keten van transactievastlegging tot aangifte te
vergroten.
Horizontalisering betekent
Meer kansen om
structureel ‘goed’
te administreren en
‘goed’ aan te geven
dat de Belastingdienst meer
en meer partner binnen
de administratieve keten
wordt. Gezamenlijk met
private partijen wordt
gewerkt aan kwalitatief
steeds betere softwaresystemen.
Verbetering van
deze schakels levert een betere keten. Het effect voor de
Belastingdienst en de partijen met wie de Belastingdienst
samenwerkt, moet zijn dat er meer kansen zijn om stelselmatig
‘goed’ te administreren en op die basis structureel
‘goed’ aan te geven. Het effect is bovendien dat niet
alleen het goed functioneren van een administratie maar
ook het ontbreken daarvan zichtbaar wordt.
Het probleem: non-compliance is
non-kwaliteit
In het MKB zijn ruim 1,2 miljoen ondernemers werkzaam.
Vanuit het programma Horizontaal Toezicht worden
afspraken met koepels van fiscale dienstverleners gemaakt
over het indienen van kwalitatief goede aangiften
waar de Belastingdienst geen omkijken meer naar heeft.
Door een relatie op te bouwen met fiscale dienstverleners
kan potentieel een segment van ongeveer 300.000
ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf worden
bestreken. Het gaat daarbij om de bovenkant van het
MKB, het ‘klein’ MKB (ZZP-ers) maakt van deze dienstverleners
over het algemeen minder gebruik. Voor de
Belastingdienst vertegenwoordigt deze grote groep een
klein fiscaal belang. Dat is bepalend voor het toezicht: zo
weinig als mogelijk.
In het klein MKB is non-compliance vooral gelijk aan
non-kwaliteit. De ZZP-er vindt de administratie over het
algemeen niet van belang voor zijn werk. Hij weet zo
ook wel hoe hij ervoor staat, de administratie is er alleen
maar omdat de Belastingdienst of de bank dat wil. Dit
moge blijken uit feit dat 53% van de ZZP-ers geen boekhouding
voert. Aangiften worden samengesteld op basis
van bonnen die aanwezig zijn in de welbekende ‘schoenendozen’
op het moment dat het laatste uitstel tot het
doen van aangifte is verlopen. Het is erg moeilijk dit te
doorbreken, de ZZP-er heeft er blijkbaar geen belang
bij. Het lijkt bij voorbaat kansloos om de ZZP-er uit deze
groep te verleiden om toch te gaan administreren.
De oplossing:
het ‘Ultieme boekhouden’
Maatschappelijke en technische ontwikkelingen geven
de evidentie aan om vanuit handhavingsperspectief voor
het klein MKB samen te werken met softwareontwikkelaars,
serviceproviders en intermediairs rondom het
thema software. Maatschappelijk gezien is de toename
van het aantal ZZP-ers het belangrijkste motief voor
deze samenwerking. Robuuste administratieve ketens

vergroten
keten
met zo veel mogelijk gestandaardiseerde gegevens en
gestandaardiseerde administratieve processen verhogen
de kwaliteit en voorkomen veel fouten. Het gaat daarbij
om de gehele keten, vanaf de primaire vastlegging tot en
met de aangifte en betaling. Vanuit dat gezichtspunt is de
samenwerking met voornoemde partijen die actief zijn in
de ‘cloud’ een logische keuze. Standaardisatie van administratieve
processen in stand-alone omgevingen is veel
lastiger te realiseren, wellicht zelfs onmogelijk.
Samenwerking van
partijen die actief zijn
in de ‘cloud’ is een
logische keuze
De stip op de horizon in deze samenwerking is het ultieme
boekhouden, het boekhouden zonder menselijke
tussenkomst. Op het moment dat een transactie ontstaat,
wordt deze digitaal gelabeld (getagt), zodat deze automatisch
kan worden meegenomen in de gehele administratieve
keten. De ingrediënten voor deze benadering zijn
nu al beschikbaar. Bankmutaties kunnen in een aantal
pakketten nu al automatisch worden geboekt. Dat geldt
ook voor facturen. Door het automatisch boeken van
bankmutaties en facturen worden vrijwel alle boekingen
geautomatiseerd. De ondernemer/ZZP-er kan daardoor
zelf eenvoudig, maar toch betrouwbaar zijn boekhouding
voeren.
De realisatie: keurmerk Zeker Online
Een belangrijk aspect voor betere kwaliteit van software
in de administratieve keten is het formuleren van
normen en eisen waaraan software moet voldoen. Samenwerking
met belanghebbenden is hierbij van groot
belang: alle stakeholders die belang hebben bij de goede
werking van de software moeten in staat worden gesteld
hun belangen daarin veilig te stellen. Het bereiken van
win-winsituaties is daarbij een belangrijke voorwaarde.
Om die reden wil de Belastingdienst normen en eisen
ook niet opleggen. Vanuit de samenwerking kan iedere
partij die een belang heeft zijn invloed op de totstandkoming
van de normen en eisen hebben.
g
Keurmerk Zeker Online
SaaS-aanbieders van boekhouden in de cloud ontwikkelen op dit moment
samen met de Belastingdienst en IT-auditors een normenset voor het
veilig boekhouden in de cloud. Alle SaaS-aanbieders zijn en worden in de
gelegenheid gesteld met deze ontwikkeling mee te doen. De normenset is
de basis voor een keurmerk Zeker Online. In het keurmerk worden voor de
ondernemer/ZZP-er belangrijke zaken geregeld zoals:
• veilige toegang tot de data;
• zekerheid over de opslagplaats van de data;
• voorzieningen voor het geval een SaaS-aanbieder niet meer aan zijn
verplichtingen kan voldoen;
• een goede audittrail;
• een goed geregelde bewaarplicht.
De Belastingdienst is betrokken bij de ontwikkeling en het onderhoud van
de normen en eisen waarop het keurmerk is gebaseerd. Als het keurmerk
eenmaal in de lucht is, kan zij ondernemers in het klein MKB wijzen op
het keurmerk, als garantie voor het goed en veilig voeren van boekhoudingen
op internet. Verder biedt het keurmerk de basis voor het verder
uitwerken van het gedachtegoed ‘Automatisch Goed’ en het ‘Ultieme
boekhouden’. Het keurmerk biedt als het ware een veilige infrastructuur
voor het realiseren van het automatisch boeken.
Over de auteurs: Theo Klarenbeek is als strategisch adviseur
verbonden aan de Landelijke Toezicht Organisatie
(LTO) van de Belastingdienst, Bert Heijenk is projectmanager
Horizontaal Toezicht Softwareontwikkelaars bij de
Belastingdienst.
Kijk voor meer informatie op www.zeker-online.nl
NOAB
11 Activa

‘Een investering in de
NOAB
Activa 12
“Het geeft inzicht in de prestaties van je kantoor, waardoor je weet aan welke verbeterpunten nog
gewerkt kan worden.” Kort en bondig vat Tonnis van Dam van Compare to Compete de toegevoegde
waarde van een benchmarkonderzoek samen. NOAB stelt haar leden in de gelegenheid hieraan deel
te nemen, om zodoende kantoren een handvat te geven om tot betere prestaties te komen.
Door: Henk Poker
Is dit dan nodig? “Dat hoeft niet,” stelt Van Dam. “Maar
het is wel prettig en interessant wanneer je binnen de
branche waarin je actief bent, jezelf kunt vergelijken met
andere kantoren. Uiteindelijk gaat het om het verbeterpotentieel
dat je als kantoor hebt.” Als voorbeeld noemt
Van Dam de klanttevredenheid. “Wanneer dit een acht
is, kun je tevreden
achteroverleunen
‘Uiteindelijk gaat het om
het verbeterpotentieel
dat je als kantoor hebt’
en denken dat
dit hoog genoeg
is of dat het niet
beter kan. Als
vervolgens uit
een benchmarkonderzoek
blijkt dat bijvoorbeeld dertig procent van de
collega-kantoren gemiddeld een acht en een half scoort,
dan moet dat een uitdaging zijn om de klanttevredenheid
van je eigen kantoor verder te verbeteren. Kortom,
een benchmarkonderzoek kan leiden tot een verschuiving
in het bewustzijn en doelen aangeven waar je in de
toekomst als organisatie naartoe wilt.”
Sturen
Benchmarken komt van oorsprong uit de landmeetkunde.
“Je bepaalt een punt waar je naartoe wilt, het is
richtinggevend,” geeft Van Dam aan. In de jaren zeventig
van de vorige eeuw voerde Xerox als eerste bedrijf een
benchmarkonderzoek uit, vanuit het principe dat men
een organisatie zoekt die het beste is en waarmee men
zich wil vergelijken. “Daar ben ik het overigens niet volledig
mee eens,” aldus Van Dam. “De beste organisatie
bestaat volgens mij namelijk niet. Wat je met een benchmarkonderzoek
wel kunt is per indicator kijken welke
prestaties er neergezet zijn. Denk aan de omzet per medewerker,
het ziekteverzuim, enzovoorts. Wanneer je
dat soort zaken voor een bepaalde branche in kaart kunt
brengen, krijgt de kantoorhouder vergelijkingsmateriaal
in handen, waarmee hij vervolgens kan sturen.
Organisaties die zich bewust zijn van het feit dat het
beter kan, gaan vaak werken aan verbeteringen om
die bepaalde score ook te kunnen bereiken. En dit leidt
meestal tot een prestatieverbetering binnen de gehele
organisatie.”
Verbeterpunten
Op 1 juni jl. stond een nieuwe vragenlijst voor NOAB-leden
online en volgens Van Dam zitten er veel voordelen
aan om mee te doen. “Je krijgt inzicht in je prestaties ten
opzichte van een vergelijkbare groep, je vindt aanknopingspunten
voor verbetering binnen je eigen organisatie
en je kunt consistent je eigen trend bijhouden ten opzichte
van ontwikkelingen in de markt.”
De interesse om aan het benchmarkonderzoek mee te
doen is groeiende. Van Dam: “In het eerste jaar hadden
we zestig deelnemende kantoren, het tweede jaar 125,
het derde jaar 160 en vorig jaar 360.” Die groeiende interesse
heeft volgens Van Dam vooral te maken met het
feit dat er meer aandacht aan wordt besteed. “En ik merk
dat steeds meer kantoorhouders zich willen vergelijken
met collega-kantoren. Wellicht zoeken ze houvast, hoe
doe ik het ten opzichte van anderen? Een kantoorhouder
die streeft naar kwaliteit, is vrijwel continu op zoek naar
verbeterpunten en daar is een benchmarkonderzoek een
uitstekende tool voor.”
Toegevoegde waarde
Uiteraard is de vragenlijst strikt vertrouwelijk. “De lijst
kan binnen 15 minuten zijn ingevuld, zeker bij kantoren
die hun organisatie goed op orde hebben,” stelt
Van Dam. “Dit kan uitlopen tot maximaal twee uur. De

eigen organisatie’
Fotografie: Guido Koppes
investering in tijd betaalt zich altijd terug, daar ben ik
van overtuigd. Bovendien is deelname gratis. Ik ken bedrijven
die elk jaar aan een benchmarkonderzoek in hun
branche meedoen en daar een behoorlijk bedrag voor
moeten betalen. Zij doen dit echter, omdat ze de voordelen
ervan inzien en ervaren. Die toegevoegde waarde zit
hem vooral in aanknopingspunten voor je eigen kantoor,
die je vervolgens kunt bespreken met je medewerkers.
En verbetering leidt over het algemeen tot tevreden
klanten en meer omzet. Kortom, de waarde die je uit een
benchmarkonderzoek kunt halen, is vrijwel onbeperkt.
Het is betrouwbare informatie, waar elke kantoorhouder
zijn voordeel mee kan doen.”
Bewustwording
Het invullen van een vragenlijst is één, maar het is de
vraag of de deelnemende kantoren ook iets met de uiteindelijke
resultaten doen. “Zeker wel,” zegt Van Dam.
“We kunnen namelijk zien hoeveel kantoren de resultaten
downloaden. Vorig jaar heeft 80 procent van de
deelnemers het individuele benchmarkonderzoek voor
één bepaalde referentiegroep gedownload en 20 procent
heeft dit vijf keer of meer voor verschillende referentiegroepen
gedaan en is dus echt actief aan de slag gegaan
met het inzicht krijgen in en bewust worden van de eigen
prestaties en wellicht zelfs het verbeteren ervan.”
Dit jaar rekent
Van Dam ove-
rigens op een
deelname van
400 kantoren.
“Daarmee zouden
we tien
procent groeien.
Zoals aangegeven
zijn we op
“De waarde die je uit
een benchmarkonderzoek
kunt halen, is vrijwel
onbeperkt’
1 juni jl. van start gegaan, kantorenhouders hebben drie
maanden de tijd om de lijst in te vullen. De snelle invullers
worden beloond met tussentijdse resultaten, die
beschikbaar worden gesteld zodra 100 kantoren hebben
ingevuld.” De bewustwording van de eigen prestaties
kan beginnen.
g
NOAB
13 Activa

SBR: niets doen is geen
NOAB
Activa 14
Vanaf 2013 is SBR het enige elektronische kanaal voor de aanlevering van (financiële) gegevens
aan de overheid. Wat betekent dit voor u als intermediair en welke keuzes moet of kunt u maken?
Vragen die in dit artikel worden beantwoord.
Door: Jan Pasmooij
Het SBR Programma heeft tot doel de informatie-uitwisseling
tussen het bedrijfsleven en de overheid en overheden
onderling verregaand te standaardiseren, te harmoniseren
en te digitaliseren. SBR-rapportages kunnen
via één elektronisch kanaal - Digipoort - aan de overheid
worden aangeleverd. De banken hebben daarvoor een
eigen rapportageportaal ontwikkeld dat vergelijkbaar is
met Digipoort.
Verplichtstelling vanaf 2013 1)
Het kabinet heeft in 2011 besloten dat SBR vanaf 2013
het enige elektronische kanaal is voor de aanlevering
van (financiële) gegevens aan de overheid. De verplichte
invoering in Nederland begint in 2013 met de aangiftes
Vpb en IB voor ondernemers, in 2014 gevolgd door
de aangifte OB en opgaaf ICP, evenals de jaarrekening
voor de ‘Kleine‘ ondernemingen. Vanaf 2015 wordt SBR
het exclusieve
kanaal voor de
elektronische
aanlevering van
de jaarrekeningen
van de ‘Grote’ en
‘Middelgrote’ ondernemingen.
De
drie grootbanken
(ABN AMRO, ING
en de Rabobank)
hebben zich bij
SBR aangesloten,
kredietrapportages
kunnen,
weliswaar nog
vrijwillig, in SBR
aan deze banken
worden aangeleverd.
Figuur 1
Het verplichte gebruik van SBR heeft betrekking op de
rechtstreekse aanlevering van gegevens vanuit de computersystemen
van intermediairs (en ondernemers die
zelfstandig aangifte doen), kortweg de ‘system to system’
aanleveringen. Het persoonlijk domein van de Belastingdienst
dat ook vaak wordt gebruikt voor het doen
van aangiftes blijft beschikbaar. In onderstaand overzicht
is het rapportageproces schematisch weergegeven.
Figuur 2
SBR staat niet op zich
De invoering van SBR staat niet op zich, maar past in
een wereldwijde ontwikkeling van het standaardiseren,
harmoniseren en digitaliseren van gegevens en rapportages,
gedreven door de vraag naar eenvoudig toegankelijke
data, die sneller kan worden verwerkt tegen lagere
kosten, en met een hoge kwaliteit (lees betrouwbaarheid).
Voorbeelden van standaardisering en digitalisering
zijn de introductie van SEPA voor het elektronisch
betalingsverkeer in Europa, maar ook het toenemend
gebruik van elektronisch factureren, al dan niet via sca-

optie!
noplossingen, en het automatisch inlezen en verwerken
van bankmutaties.
De hiervoor aangeduide ontwikkelingen zijn vergelijkbaar
met die in de muziek- en filmindustrie waar het
inmiddels gebruikelijk is om ‘content’ in digitale vorm
op maat beschikbaar te stellen aan gebruikers. Deze ontwikkelingen
hebben geleid tot verandering of zelfs het
verdwijnen van bestaande diensten- of verdienmodellen
en het aantreden van nieuwe aanbieders. ING heeft in
het najaar 2011 een interessante studie gepubliceerd,
getiteld: “Naar een nieuw bedrijfsmodel voor het accountantskantoor”.
De vraag is nu: wat betekenen deze
ontwikkelingen voor u en welke keuzes heeft u?
Aansluiten of …?
Naar de mening van de kantoor- en beroeporganisaties
heeft u twee keuzes. Niets doen is geen optie omdat u in
dat geval met ingang van 2013 niet meer in staat bent
om aangiftes Vpb en IB aan te leveren. Het BAPI-kanaal
is dan alleen nog maar beschikbaar voor de aangiftes
over 2011 en eerdere jaren.
Bij het uitwerken van uw keuzes gaan wij uit van de
situatie die op dit moment nog voor een grote groep
van intermediairs geldt, namelijk het gebruik van één
of meerdere pakketten, waarbij de gegevensuitwisseling
tussen de pakketten vaak nog niet geautomatiseerd
plaats vindt, maar handmatige acties vereist. Omdat de
situatie bij u kan verschillen van de geschetste, zult u
moeten nagaan welke situatie voor u geldt. Onderstaand
is de huidige situatie schematisch weergegeven (Figuur
3).
Figuur 3
Keuze 1: U kiest voor alleen ‘aansluiten’. U zorgt dat u
met ingang 2013 en later in 2014 en 2015 in staat bent
om rapportages in SBR via Digipoort aan te leveren. Dit
betekent:
• Het tijdig aanschaffen van een organisatiegebonden
PKIoverheid Services Certificaat voor de aanlevering
aan Digipoort.
• Het aanschaffen van fiscale software met SBR-functionaliteit.
De verwachting is dat de bestaande fiscale
softwareleveranciers voor eind 2012 geschikte software
zullen opleveren.
• Het aanschaffen van administratieve e/o rapportagesoftware
met SBR-functionaliteit, om aangiftes OB,
jaarrekeningen en kredietrapportages in SBR aan te
kunnen leveren.
U verandert in principe uw werkprocessen niet, met
uitzondering van de aanlevering van rapportages (nu
via Digipoort, voorheen via BAPI). U realiseert ook geen
efficiencyvoordelen omdat uw interne gegevensuitwisseling
niet verandert en u bij het samenstellen van de
verschillende rapportages niet van dezelfde gegevens uit
kan gaan, vanwege het ontbreken van de mogelijkheden
tot procesintegratie.
U maakt
waarschijnlijk
wel extra kosten
voor de
aanschaf van
SBR geschikte
software en gaat
dus niet mee in
de mogelijkheden
van nieuwe
dienstverlening,
terwijl veel andere
kantoren
dit misschien
wel doen.
Figuur 4
Keuze 2: U kiest voor SBR als een strategische beslissing,
wat betekent dat u van de mogelijkheden van SBR wilt
profiteren. Afhankelijk van de wijze waarop uw huidige
processen op dit moment zijn ingericht, kiest u er voor
om uw fiscale, administratieve e/o rapportage software
aan te (laten) passen, waarbij u de elektronische uitwisseling
van gegevens tussen uw verschillende softwaretoepassingen
mogelijk maakt. 8
NOAB
15 Activa

Accountancy Portal 2012
• Aangeven • Online accorderen • Dossier
NOAB
Activa 16
Belastingdienst:
IB en VpB
verplicht via
SBR in 2013!
• € 0,95 per aangifte (BAPI & SBR)
• Kosten op basis van gebruik
• Géén investering vooraf
• Werkt met uw huidige software
NU
starten!
elektronisch-aangeven.nl
of bel
0346-258080

Dit stelt u in staat om de gegevens vroeg in het rapportageproces
te voorzien van XBRL labels (het zgn. mappen),
zodat u deze gegevens voor meerdere rapportages kunt
gebruiken.
U bereidt zich voor op verbreding, wat betekent dat u
afhankelijk van de vraag straks meerdere rapportages op
maat in SBR kunt aanleveren. De kredietrapportages zijn
daar een goed voorbeeld van.
Voor de aanlevering van rapportages aan Digipoort of het
Rapportageportaal van de banken kunt u gebruik maken
van een portaal dat door verschillende serviceproviders
en softwareleveranciers wordt aangeboden. Deze voorziening
maakt het mogelijk rapportages klaar te zetten
zodat deze door de klant kunnen worden geaccordeerd
en door u of de klant naar Digipoort of het Rapportageportaal
verzonden. Op deze wijze houdt u het overzicht
over de voortgang en bouwt u gelijktijdig een digitaal
dossier op met de goedkeuringen en verzonden rapportages.
De standaardisatie van gegevens met SBR levert nieuwe
businesskansen op. Benchmarks zijn makkelijker uit te
voeren doordat bedrijven beter zijn te vergelijken en er
zijn meer mogelijkheden voor advisering, doordat u de
beschikking heeft over een set aan gestandaardiseerde
gegevens van al
uw klanten.
U bent in staat
efficiënter te
werken door
hergebruik van
gegevens en het
tijdig kunnen
inspelen op mogelijkheden
van
verbreding en
nieuwe dienstverlening.
Figuur 5
Hoe bereidt u zich voor op uw keuze?
Het is van belang dat u weet welke functionaliteiten uw
huidige softwareleverancier(s) wanneer beschikbaar
hebben. Sluiten deze functionaliteiten aan bij de door u
gewenste toekomstige dienstverlening? Veel leveranciers
die zeggen dat ze klaar voor SBR zijn, maar de praktijk
wijst vaak anders uit. Vraag naar referenties van kantoren
waar al met de nieuwe functionaliteit wordt gewerkt.
Dat helpt om goed zicht te krijgen op de mogelijkheden.
Hierbij is het van belang te onderkennen dat er
meerdere mogelijkheden zijn om SBR in uw organisatie
in te voeren. De uiteindelijke keuze is sterk afhankelijk
van uw huidige situatie: de software die u gebruikt en de
dienstverlening die u ambieert. De softwareleverancier
moet de door u gewenste functionaliteit en ondersteuning
kunnen leveren. Een belangrijk punt hierbij is de
wijze waarop de softwareoplossing(en) omgaan met wijzingen
of uitbreidingen van of op de Nederlandse Taxonomie
door andere uitvragende partijen, bijvoorbeeld in
het kader van de verbreding . Ook kan het voor u van
belang zijn dat uw softwareoplossing controles kan uitvoeren,
zodat u intern de kwaliteit van uw rapportages
kan controleren en bewaken, en deze niet door Digipoort
/ de BIV of de uitvragende partijen worden afgekeurd.
Handvatten bij implementatie
van SBR
De implementatie van SBR zal voor elk kantoor anders
zijn, daarom is het niet mogelijk om u een standaard
stappenplan te geven. Er is wel een aantal handvatten:
• Ga na wat SBR voor uw organisatie betekent of zou
kunnen betekenen.
• Inventariseer waar SBR impact heeft op uw werkprocessen
en software en bepaal of u kiest voor ‘aansluiten’
of een strategische keuze en welke efficiencyvoordelen
u in dat geval kan realiseren.
• Denk na over de wijze waarop u uw huidige dienstverlening
wilt aanpassen.
Begin in ieder geval op tijd met ‘aansluiten’. Zorg ervoor
dat u niet voor verrassingen komt te staan en tijdig klaar
bent om de aangiftes Vpb en IB in SBR aan te leveren.
Schaf ruim voor 1 januari 2013 het benodigde PKIoverheid
Service certificaat aan. Omdat het beveiligingsniveau
van een PKIoverheidscertificaat beduidend hoger
ligt dat het huidige BAPI-certificaat, neemt de procedure
van aanvraag en verstrekking meer tijd. U heeft ook in
de situatie van alleen ‘aansluiten’ altijd een organisatie
gebonden PKIoverheidscertificaat nodig om een SBRrapportage
te kunnen aanleveren.
Houd er rekening mee dat uw klanten al in 2012 kunnen
vragen hun rapportages zoals jaarrekeningen en
kredietrapportages in SBR aan te leveren. Houd ook rekening
met mogelijke veranderingen in uw huidige verdienmodel,
omdat uw concurrenten hun dienstverlening
aanpassen en zij de vergoeding voor het samenstellen
van rapportages verlagen of rapportages tegen een standaardtarief
aanbieden.
Informeer tijdig bij uw softwareleverancier welke SBRfunctionaliteiten
wanneer voor u beschikbaar zijn. Ga
na of deze aansluiten bij uw gewenste of toekomstige
dienstverlening. NOAB is bezig met het beschikbaar maken
van informatie over de beschikbare SBR-functionaliteit
in de verschillende softwareoplossingen.
Zodra deze informatie beschikbaar is zullen wij u hierover
informeren.
g
Meer informatie over de verplichtstelling, de aanschaf en het gebruik
van certificaten is beschikbaar op www.sbr-nl.nl.
Op de site van de NOAB vindt u de data van de SBR Aansluitdagen
2012.
1 ) www.rapportageportaal.nl
NOAB
17 Activa

NOAB
Activa 18

‘Grip op kwaliteit en
contact met de klant’
Digitalisering en automatisering kunnen ertoe leiden dat de aandacht voor controle afneemt of
dat controles nog handmatig moeten gebeuren. AccountView heeft een oplossing die deze controle
volledig waarborgt. “De Samenstel-assistent geeft inzicht of alle cijfers juist zijn geboekt en of de
boekhouding volledig is,” legt salesmanager Richard Scheper uit.
Door: Henk Poker
“In de huidige tijd komen er steeds
meer gegevens van klanten automatisch
binnen en wordt er steeds
minder handmatig ingeboekt,” geeft
Scheper aan. “Dankzij allerlei ontwikkelingen,
denk aan XBRL/SBR,
gaan die stromen er ook weer met
dezelfde vaart automatisch uit. Er
wordt op kantoren derhalve steeds
efficiënter en sneller gewerkt. Maar
wie bewaakt de kwaliteit van die
data, wie kijkt of dat wat wordt
aangeleverd volledig is en of de
facturen wel correct zijn geboekt?
Deze ‘controles’ zijn vandaag de dag
vooral nog mensenwerk, waardoor
de winst die wordt behaald met het
Naamswijziging per 1 juli:
AccountView BV wordt Visma Software BV
Na vijfentwintig jaar wordt afscheid genomen van
de bedrijfsnaam AccountView en gaat AccountView
per 1 juli, samen met Mamut, verder als Visma Software.
AccountView is al sinds 2007 onderdeel van de
Visma-groep. De diverse Visma-organisaties werken
meer en meer samen bij de ontwikkeling van nieuwe
software en diensten. Het voeren van een overkoepelende
naam is daarvan een logisch gevolg. Visma
Software zal naast AccountView business software
tevens Mamut One, Visma Severa en andere SaaS-oplossingen
aanbieden. Door deze uitbreiding kunnen
zij meer bedrijven beter van dienst zijn.
Advertorial
digitale verkeer vrijwel teniet wordt
gedaan. Met de Samenstel-assistent
van AccountView is deze controlefunctie
geautomatiseerd, waarbij de
kwaliteit gegarandeerd is.”
Klantcontact
“Dat biedt nieuwe kansen voor
de kantoren,” voegt hij eraan toe.
“Want het bewaken van de kwaliteit
is van belang, maar ook het contact
met klanten. Ook daarvoor heeft AccountView
een tool ontwikkeld, namelijk
AccountView Go. Immers, als
kantoor wil je toegevoegde waarde
bieden en AccountView Go is een
manier om online samen te werken,
iets wat verder gaat dan meekijken.
De klant werkt namelijk in een onlinesysteem,
waardoor het administratiekantoor
direct kan monitoren
of de boekhouding correct gebeurt.”
Sneller inzicht
Scheper begrijpt de angst bij kantoren
die denken dat steeds verdergaande
automatisering omzet kost.
“Maar, je houdt het niet tegen.
Kantoren die automatisering zo lang
mogelijk buiten de deur houden, leggen
het uiteindelijk af. Bovendien
kan een kantoor dankzij automatisering
zijn klanten beter en sneller
adviseren. Denk bijvoorbeeld aan
de omslag naar het digitaliseren van
facturen. Daardoor heeft een kantoor
veel sneller inzicht in hoe een klant
ervoor staat en kan er indien nodig
sneller worden bijgestuurd. Informatie
waar de klant echt iets aan heeft.”
Kortom, met automatisering houdt
een kantoor meer tijd over. “Ik
weet dat veel kantoren bezig zijn
de switch te maken naar een meer
adviserende rol en natuurlijk is niet
iedereen in staat om zich ineens
proactief op te stellen, maar er liggen
mogelijkheden,” zegt Scheper. Als
voorbeeld noemt hij een kantoor in
Friesland dat begonnen is alle klanten
maandelijks gratis een overzicht
te geven van de actuele stand van
zaken. “Een deel van de klanten
heeft daarop gereageerd en wilde
meer informatie. En daaruit kwam
voor dat kantoor nieuwe business
voort. Oftewel, dankzij de automatisering
creëerde hij via een natuurlijke
weg nieuw werk.”
Visma Software BV
HJE Wenckebachweg 200
1096 AS Amsterdam
t: 020–355 29 99
f: 020–617 14 78
e: info@vismasoftware.nl
i: www.vismasoftware.nl
NOAB
19 Activa

Onstuitbare opmars co
NOAB
Activa 20
Coöperaties groeien razendsnel in populariteit. In 2009 stonden er zo’n 5.400 ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel, inmiddels zijn er al meer dan 7.500. Een teken des tijds of de revival van
een meer idealistische ondernemingsbenadering?
Door: Chris Wolters
De Verenigde Naties hebben 2012 uitgeroepen tot het
Jaar van de Coöperatie. De VN roemt coöperaties vanwege
hun sociale verantwoordelijkheid, de positieve
invloed op de lokale en wereldeconomie, het creëren
van werkgelegenheid en maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Het centraal stellen van het belang van de
leden ziet de VN als een houvast in deze tijd van financiele
crisis. Dat maakt nieuwsgierig.
Winst als bijzaak
Van oudsher hebben veel coöperaties wortels in de agrarische
en de financiële sector. Inmiddels heeft ongeveer
de helft van de bij de Kamer van Koophandel ingeschreven
coöperaties te
maken met heel
‘Er is niet de
hijgerige winstdruk
die beursgenoteerde
bedrijven elk kwartaal
moeten laten zien’
andere activiteiten:
energie, onderwijs
en de medische
wereld. Ook zelfstandigen
zonder
personeel hebben de
rechtsvorm (her-)
ontdekt. Een deel
van de groei lijkt te
verklaren uit het feit
dat er steeds meer aandacht uitgaat naar maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Een ander deel van de groei is verklaarbaar uit het feit
dat steeds meer mensen winst als bijzaak beschouwen
en maatschappelijk verantwoord, duurzaam en meer
ethisch ondernemen belangrijker vinden. Ooit omarmde
het marxisme de coöperatieve beweging. De kerk zag de
socialistische coöperaties als kritiek op het eigen functioneren.
Het doel van de coöperatie was namelijk emancipatie
van de arbeider, het doel van de kerk was binding
aan het geloof. Dat botste nogal.
Betrouwbaarheid bovenaan
De coöperatie is dus allesbehalve een nieuw fenomeen.
In 1864 ontstond de eerste kredietvereniging die boeren
tegen lage rente (kortlopend) krediet verschafte. Anno
2012 is dezelfde basis te ontdekken. Ziektekostenpremies
worden als te hoog ervaren, gezamenlijk kunnen
ZZP-ers zich wellicht tegen lagere kosten tegen dezelfde
risico’s verzekeren. Een aantal bekende en zeer succesvolle
Nederlandse ondernemingen vinden overigens ook
hun oorsprong in de coöperatie, bijvoorbeeld Rabobank
en Agrifirm. Henk Wassink, manager Communicatie
en Coöperatiezaken bij Agrifirm, licht toe hoe ze bij de
grootste landbouwcoöperatie van Nederland aankijken
tegen deze rechtsvorm: “Zowel in tijden van hoge economische
voorspoed als in perioden van crisis bewijst de
coöperatie zijn diensten. Het belangrijkste aspect daarbij
is dat een coöperatie naast een goede bedrijfsvoering op
korte termijn ook de toekomst op langere termijn in de
gaten houdt. Er is niet de hijgerige winstdruk die beursgenoteerde
bedrijven toch elk kwartaal moeten laten
zien, omdat men anders afgestraft wordt in de koersen.
Bij alles wat we doen, stellen we de vraag: ‘Hoe verbetert
het resultaat bij onze leden op het boerenerf, als we dit
wel of niet doen?’.”
Regels strikt in de gaten houden
“Ik ben als auteur van de eigenaarscoöperatie al duidelijk
als ik zeg: ‘Er is geen betere rechtsvorm om in te werken
en samen te werken dan de coöperatie’.” Register
Belastingadviseur A.L.P. Wattenberg laat in zijn uitspraken
aan duidelijkheid niets te wensen over. Hij trad al
in 1988 naar buiten met de term eigenaarscoöperatie.
Wattenberg plaatst wel kanttekeningen: “Voorwaarde is
dat het coöperatierecht, met name voor het MKB, goed
wordt verduidelijkt en uitgelegd.” Wattenberg gaf ook
een ‘manual’ uit waarin een en ander nader wordt toe-

öperaties
gelicht. “Voor samenwerkende mensen (NPP’s) is zeer
van belang hoe hun juridische positie is op het moment
van het begin van de samenwerking tot in de toekomst.
Er is bij de coöperatie geen sprake van horizontale aansprakelijkheid
en daardoor zijn de leden beter tegen
elkaar opgewassen. Bij een vof, maatschap of eenmanszaak
is men wél horizontaal aansprakelijk voor elkaar
en dat bevordert de samenwerking niet.” Wattenberg
vervolgt: “De besluitvorming kan inderdaad wat trager
verlopen, maar is zeer vaak wel beter doordacht en afgewogen.”
Ook verticaal is de aansprakelijkheid voor de
leden uitgesloten, zo onderstreept Wattenberg. “Daardoor
is hun privévermogen afgeschermd van het zakelijk
(lees coöperatieve) vermogen. De coöperatie kent geen
kapitaalseis. Daarnaast is er een aantal fiscaal gunstige
voorwaarden die andere rechtsvormen niet hebben.”
Een onderneming als alle andere
“Een coöperatie is een onderneming, lees: bedrijf.” Wattenberg:
“Een coöperatie is dus commercieel. In de wet
staat dat het een bedrijf is dat de leden ‘te dien einde
te hunnen behoeve’ (doen) uitoefenen en daardoor is
er geen winstdelingsverbod. Juist de winst kan vrijelijk
onder de leden worden verdeeld. Leden kunnen ondernemers
(natuurlijk persoon ondernemer (NPO’s) red.)
zijn, maar ook andere typen leden, zoals CPO’s, RPO’s
en NPP’s (resp. collectief particulier opdrachtgeverschap,
rechtspersoon ondernemer
en natuurlijk persoon
‘Ook wij moeten ons
onderscheiden in de
markt en klanten
behouden of winnen’
niet-ondernemer, red.).
Een coöperatie kan haar
winsten of winstoverschotten
vrijelijk reserveren
voor de toekomst.
De statuten kunnen
daarin voorzieningen
treffen.” Henk Wassink
(Agrifirm) geeft duidelijk aan dat het helder moet zijn
dat een coöperatie in haar bedrijfsvoering niet verschilt
van een andere ondernemingsvorm. “Ook wij moeten
ons onderscheiden in de markt, moeten onze producten
aan de man brengen en klanten behouden of winnen.
Leden hebben geen ‘zaken doen’-plicht met hun coöperatie,
zij kunnen ook bij andere bedrijven terecht. Doen
wij ons werk niet goed, dan verliezen we klanten en
verliest de coöperatie de zin van bestaan. De Ledenraad,
het beslissende
bestuursorgaan
in een coöperatie,
houdt zich
vooral bezig
met de strategie
en beleidszaken,
niet met
de dagelijkse
leiding van het
bedrijf binnen
de coöperatie.”
Het accent ligt
dus anders dan
bij traditionele
ondernemingen.
Dat kán in
moeilijke tijden
een stevig verschil
maken. g
NOAB
21 Activa

NOAB
Activa 22
Advertorial
Overgang naar SEPA tijdig
“Onvoldoende voorbereiding op de overgang naar SEPA (Single Euro Payments Area) betekent
dat veel betalingen niet eens kúnnen plaatsvinden.” Een waarschuwing van Mohamed Amri,
productmanager van AFAS.
Door: Chris Poker
Het advies van Amri is luid en duidelijk:
“Begin op tijd met de aanpassingen.
De mogelijkheden en de
middelen zijn inmiddels voorhanden.”
Hij constateert dat de ‘sense of
urgency’ nog ontbreekt. “Geheel ten
onrechte. Veel bedrijven en organisaties
lijken nog te denken dat bijvoorbeeld
banken het allemaal wel
in orde zullen maken. Niet dus.”
Nieuwe standaarden
SEPA wordt gezien als een belangrijke
stap voor de vorming van een
geïntegreerde Europese betaalmarkt.
Om te zorgen dat eurobetalingen
in de Eurozone straks overal op dezelfde
manier plaatsvinden, staan er
nieuwe standaarden op stapel voor
het rekeningnummer, de girale betalingen
en de incasso’s.
‘De ‘sense of urgency’
ontbreekt nog.
Geheel ten onrechte’
Daarom is het belangrijk dat bedrijven
en organisaties tijdig actie
ondernemen om over te kunnen
gaan op deze nieuwe standaarden.
“Je moet je toch niet voorstellen dat
grote werknemersorganisaties ineens
het lidmaatschapsgeld door de veranderingen
niet kunnen incasseren.
Het geldt net zo hard voor ondernemers
in het MKB. Deze problematiek
raakt het hart van de organisatie, de
geldstromen.”
Ingangsdatum dichtbij
“De ingangsdatum van SEPA is 1
februari 2014. Dat is veel dichterbij
dan je denkt.” Amri heeft al vaker
en ook al in een heel vroeg stadium
gewezen op de gevolgen van een
slechte voorbereiding.
“Het bewustzijn dat er grote veranderingen
op stapel staan, is echt
onvoldoende naar ons oordeel. Voor
alle duidelijkheid: iedereen in Neder-
land krijgt ermee te maken: bedrijven
en consumenten. Met z’n allen
krijgen we het International Bank
Account Number (IBAN) als rekeningnummer.
Er is voor de overgang
naar SEPA overigens een Nationaal
Migratieplan opgesteld. Daarin is de
aanpak opgenomen om tot volledige
invoering te komen. Tevens geeft
het plan inzicht in de verschillende
acties die bijdragen aan een soepele
migratie. Over de aanpak bij AFAS
‘SEPA zal de financiële gang van
zaken beïnvloeden’
AFAS Software
Philipsstraat 9
3833 LC Leusden
Postbus 310
3830 AJ Leusden
t: 033–434 18 00
e: sales@afas.nl
i: www.afas.nl
is Amri glashelder: “Al sinds 2007
hebben we ons vol op SEPA gestort.
Resultaat is dat we nagenoeg gereed
zijn met de voorbereidingen. Eind
dit jaar is onze incassoaanpak gereed.
We zijn klaar om onze klanten
en relaties op dit terrein van dienst
te zijn.”
Fundementele
veranderingen
“De continuïteit van een onderneming
bestaat voor een groot gedeelte
uit de inkomende en uitgaande
geldstromen,” vervolgt Amri. “De
knellende vraag wordt ‘Is het mogelijk
medewerkers of grondstoffen

aanpakken
te betalen en wordt er betaald als er
wordt gefactureerd of geïncasseerd?’
Dat komt aan de orde als bedrijven
zich niet goed hebben voorbereid.”
Amri onderstreept nog eens: “Bestaande
processen en procedures
gaan met de komst van SEPA echt
fundamenteel veranderen.” Daarom
noemde Amri SEPA in eerdere publicaties
al een sluipmoordenaar voor
het MKB.
Hij adviseert alle bedrijven om nu
al afspraken te maken. “Doe het nu:
plan een afspraak voor na de zomervakantie.
Denk in de tussentijd na
over een projectplan om de wijzigingen
voor SEPA aan te pakken. Je
kunt het ook laten doen, maar pak
SEPA tijdig aan.”
Nieuwe mogelijkheden
SEPA is al in de steigers gezet met
het nieuwe pinnen en de doorvoering
van het lange IBAN-rekeningnummer.
De overheid werkt
intensief aan de campagne ‘Over op
IBAN’. Daarin worden consumenten
en bedrijven attent gemaakt op
SEPA. Amri wijst op een positieve
bijkomstigheid: “Overstappen lijkt
misschien een probleem, maar de
overgang naar SEPA biedt ook veel
nieuwe mogelijkheden voor betalingsverkeer
binnen de Europese
Unie. Hoe groot of hoe klein de
onderneming of organisatie ook is,
SEPA zal de financiële gang van zaken
beïnvloeden.
Eén ding is heel zeker: wie nu geen
aandacht aan SEPA wil besteden,
krijgt te maken met debiteurenbeheer
dat omslachtig en duur zal worden.
Wie meer wil weten over SEPA
kan al heel veel informatie halen
van de Afas-site.”
Eén Europese
betaalmarkt
Volgens aanjagers van de overstap
naar SEPA wordt Nederland met de
overgang naar SEPA deel van één
Europese betaalmarkt met meer
concurrerende partijen dan op dit
moment op de eigen markt. De Nederlandsche
Bank stelt op haar site
dat ‘de Nederlandse efficiency plaatsmaakt
voor efficiency op Europese
schaal.’
Ook wordt daar gesteld: ‘Een transparante,
goed werkende Europese
betaalmarkt kan de kwaliteit en de
veiligheid van de betaalproducten
verhogen, het gebruik van efficiënte
betaalproducten stimuleren en de
maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer
verlagen.’ Ook wordt
betoogd dat de verandering tot
Fotografie: Afas
Mohamed Amri
lagere kosten van (uniforme) betaalterminals
zal leiden en dat (centrale)
pinverwerking de uitbreiding van de
infrastructuur
voor
‘De ingangsdatum
is veel dichterbij
dan je denkt’
elektronisch
betalen zal
stimuleren
en daarmee
het aandeel
van minder
efficiënte contante betalingen verlagen.’
Het gevolg daarvan zal zijn dat
de maatschappelijke kosten verder
afnemen.
Steeds wordt gewezen op het feit dat
een open economie als de Nederlandse
zal profiteren van een ‘goed geoliede
Europese betaalmarkt’. “Alle reden
dus,” besluit Amri, “om SEPA vandaag
nog op de agenda te zetten.”
NOAB
23 Activa

‘Iedereen dacht dat de
tot in de hemel groeid
NOAB
Activa 24
“We willen met ondernemers in gesprek blijven en als het even kan de onderneming door een
probleem heen helpen. Maar als er geen zicht is op herstel, kan een beslissing negatief uitvallen,
hoe pijnlijk dat ook is.” Dat zegt Paul Dirken, directeur bedrijven bij Rabobank Nederland, die heel
goed de emotie van dit moment begrijpt.
Door: Henk Poker
Hoewel Rabobank na het uitbreken van de bankencrisis
in 2008 geen aanspraak hoefde te maken op overheidssteun,
merkte zij natuurlijk wel de gevolgen. “Rabobank
is een coöperatie en juist in de afgelopen jaren hebben
we laten zien dat we de lakmoesproef doorstaan.
En daar zijn we trots op. Dat
neemt niet weg dat we een
‘We zijn er niet om
bedrijven om zeep
te helpen, laat dat
duidelijk zijn’
aantal lessen hebben geleerd
uit de afgelopen jaren. Zo
hebben we ons hardop afgevraagd
wat voor producten
we nu eigenlijk verkopen.
Zijn dit producten die voor
de medewerkers zijn te begrijpen
en aan de klanten
zijn uit te leggen? Onze conclusie is dat dit niet altijd het
geval was. Duidelijkheid staat voortaan voorop en het
klantbelang wordt daarbij vet onderstreept.”
Andere aanpak
Ook het bedrijfsleven kreeg te maken met de gevolgen
van de crisis. Terwijl iedereen dacht dat we opgroeiden
in een tijd waarin alleen maar plussen te noteren vielen,
bleek de praktijk ineens weerbarstig. “Voor een bank
was het mede dankzij de voorspoedige economische
tijden van voorheen niet gemakkelijk om de goede van
de minder goede ondernemer te scheiden,” geeft Dirken
aan. “De laatste jaren zijn de omstandigheden natuurlijk
enorm veranderd en zijn veel bedrijven in de problemen
gekomen. Dat vraagt een andere aanpak van onze
medewerkers. Als het even kan willen we bedrijven
helpen, die verantwoordelijkheid hebben we als bank
die 750.000 bedrijven als klant heeft. Maar, we willen de
markt niet verstoren, dus als het niet meer kan, moeten
we dat ook zeggen. Dat leidt tot veel discussie en emotie
en geeft de nodige problematiek. ‘De bank heeft mij om
zeep geholpen’, is een opmerking die we helaas vaak te
horen krijgen. Terwijl het enige wat wij doen is beoordelen
of een bedrijf levensvatbaar is of niet.”
“We zijn er niet om bedrijven om zeep te helpen, laat
dat duidelijk zijn,” vervolgt Dirken. “Dat willen we zo
veel mogelijk voorkomen. Daarom zijn bijvoorbeeld ook
in overleg gegaan met VNO-NCW, MKB-Nederland en
diverse brancheorganisaties. Want als bepaalde organisaties
vinden dat we het niet goed doen, dan willen we dat
weten. Daar staan we voor open. Ook wij kunnen een
inschattingsfout maken, het is en blijft immers mensenwerk.”
“Volgens onze administratie wijzen we niet significant
meer financieringen af dan 10 jaar geleden. Dat percentage
beweegt zelfs rond de 5%. Ik moet daar wel
bij zeggen dat het best kan zijn dat uit de oriënterende
gesprekken met onze accountmanagers minder kredietaanvragen
voortkomen, met andere woorden: het meetbare
percentage zegt niet alles.” Als bewijs pakt hij een
overzicht van de Europese Centrale Bank, waaruit blijkt
dat Nederlandse banken in de jaren na 2008 juist veel
meer financierden dan omliggende landen, terwijl de cijfers
zich nu op een gemiddeld niveau bevinden. “Wat we
wel zien is dat bedrijven zelf veel minder investeren, de
kredietaanvragen zijn namelijk met één derde gedaald,”
geeft Dirken aan.

omen
en’
Deugdelijke administratie
De rol van administratiekantoren en/of accountants mag
bij het aanvragen van een financiering niet worden onderschat.
Dirken: “We willen weten waar een ondernemer
in financieel opzicht staat en een deugdelijke administratie
is daarbij van groot belang. Daarnaast is Rabobank
in de lokale markt aanwezig. We kennen de ondernemer,
maar ook het administratiekantoor of de accountant.
Bij het aanvragen van een financiering telt het wel
degelijk wanneer er een stevig administratiekantoor dan
wel accountant achter staat. De cijfers mogen achteraf
geen verrassingen opleveren. Zo moet je bijvoorbeeld de
cijfers van het eerste halfjaar wel paraat hebben, wanneer
je in juli met een kredietaanvraag komt.”
“En ja, een starter is voor een bank lastiger te beoordelen
dan het grootbedrijf, waar vaak een historie aanwezig is.
Onze grootste zorg zit hem dan ook in het goed blijven
bedienen van de kleine ondernemer, die vaak een klein
krediet nodig heeft.” Daarvoor ondersteunt Rabobank,
in samenwerking met andere organisaties en banken,
inmiddels Qredits, een organisatie waar de kleine ondernemer
tot 50.000 euro kan lenen.
“Bovendien zitten daar ook oudere
ondernemers die de startende ondernemer
kunnen coachen.” Overigens,
zo geeft Dirken aan, wil hij
geen ‘goedmaak’-verhaal van de
bank laten horen. “Ik begrijp de
kritiek die we krijgen en wil graag
uitleggen waarom we handelen zoals
we nu doen. We moeten de rol
van bankier meer uitleggen, dat is
duidelijk.”
Brandstof in de tank
Natuurlijk hebben allerlei ontwikkelingen
en beslissingen in Europa
invloed op banken, denk bijvoorbeeld
aan Basel III. “Maar dat is
vandaag niet van invloed op MKBfinanciering,”
legt Dirken uit. “Er zit
voldoende brandstof in de tank en
met een vermogen van 45 miljard
euro voldoet Rabobank ruimschoots
aan allerlei voorwaarden, dus we
Fotografie: Guido Koppes
Paul Dirken
hoeven niet nerveus te worden.” Net als bij bedrijven
kijkt Rabobank ook bij particulieren meer naar de omstandigheden.
“Voorheen kwam een klant over de vloer
en vroeg wat hij maximaal kon lenen en was er minder
ruimte om het advies toe te snijden op de persoonlijke
omstandigheden van de klant. Nu vinden we het belangrijk
dat die klant zelf ook wat spaargeld meebrengt
en begrijpt de klant dat ook. We zitten wat dat betreft in
een omschakelmoment en dat is best heftig. Want mede
daardoor zit de woningmarkt op slot, wat weer effecten
heeft op het bedrijfsleven.”
Rabobank wil een brede dienstverlener blijven, “met
transparante producten”, voegt Dirken eraan toe. “Hopelijk
keert het vertrouwen weer wat meer terug. Dat gun
ik de markt en dat gun ik onszelf. Dat is iets waarmee
we aan de slag gaan en dat we overigens zelf moeten
verdienen.” “En,” wil Dirken optimistisch eindigen, “laat
duidelijk zijn dat er nog heel veel succesvolle ondernemingen
in ons land actief zijn en dat kunnen de NOABkantoorhouders
beamen. Maar helaas is dat op dit
moment geen nieuws.”
NOAB
25 Activa

Leer alleen wat je nodig hebt
QuoVadis Trustlink B.V.
Verbeterde condities voor NOAB-leden.
Neem contact op met QuoVadis, dit kan zowel telefonisch
als ook per email, zie ook:
www.quovadisglobal.nl
Ga naar de header Digitale Certifi caten en klik
vervolgens op:
PKI Overheid Certifi caten / NOAB
NOAB
Activa 26
Opleiding tot Fiscaal Adviseur (FA)
voor het MKB
- voor medewerkers NOAB-
kantoren € 1.000,-- korting
- 16 PE-punten
- in 10 maanden afgerond
- praktijkgericht
- locatie Utrecht
- beschermde titel Fiscaal Adviseur
(FA)
www.fsdc.nl
www.noab.nl
Contactgegevens
QuoVadis Trustlink B.V.
Nevelgaarde 56 Noord
3436 ZZ Nieuwegein
T 030 232 4320
F 030 232 4329
E info.nl@quovadisglobal.com

Fotografie: Guido Koppes
Infine Software in nieuw pand
Nieuwe bedrijfspand in Zeewolde
Onlangs nam Infine Software een nieuw en veel ruimer bedrijfspand in gebruik in Zeewolde. Het
tekent de groei die het softwarebedrijf de afgelopen jaren heeft gemaakt. Om die reden is de
nieuwe bedrijfsvestiging ook op de groei gebouwd. “We zijn blij met onze nieuwe huisvesting, het
biedt ons veel meer mogelijkheden,” geeft Erik Vreekamp aan.
Door: Henk Poker
Vreekamp doelt daarmee onder
meer op de cursussen die nu in eigen
huis gegeven kunnen worden.
“Verder organiseren we regelmatig
presentatiemiddagen voor geïnteresseerde
kantoren,” aldus Vreekamp.
“In Nunspeet konden we dat minder
gemakkelijk op onze toenmalige
locatie doen. Dit pand biedt die mogelijkheid
wel. De drempel is laag en
het pand biedt ruimte en uitstraling
om klanten te ontvangen. Het heeft
veel voordelen en dat merken we
nu al.”
Integratie
Ondertussen gaan de ontwikkelingen
in de accountancy door en
vanzelfsprekend speelt Infine Software
daarop in. Vreekamp: “Op
dit moment staat SBR volop in de
belangstelling, dat begint nu echt op
gang te komen. We krijgen aanvra-
Advertorial
gen voor presentaties van onze software
en klanten willen bijvoorbeeld
weten hoe het zit met certificaten.
Binnen onze software hoeft de klant
de gegevens maar één keer vast te
leggen. Wij hebben daarvoor een
integratie gemaakt tussen onder andere
de jaarrekening, het samensteldossier
en SBR. Hergebruik van gegevens
dus, en dat is toch een beetje
het credo van SBR. Klanten hoeven
niet ineens veel meer handelingen te
gaan verrichten voor een publicatiestuk
of een kredietrapportage.”
“In het kader van SBR zijn we momenteel
bezig met een bankenpilot,”
vertelt Vreekamp. “Dat is mede een
initiatief van Infine Software, omdat
we willen kijken hoe kantoren aankijken
tegen SBR. De belangrijkste
conclusie so far is dat het werkt.
Het totale proces van certificaten
verkrijgen, SBR-rapportages opstellen
en het vervolgens afleveren bij
Digipoort en BIV, alles doet wat het
moet doen en wij ondersteunen nu
diverse kantoren bij de verdere implementatie.
Er is veel gezegd en geschreven
over SBR, maar we moeten
het nu met elkaar gaan realiseren.
Per 1 januari 2013 zijn kantoren immers
verplicht te gaan werken met
SBR. Het is wel zaak om de juiste
stappen op het juiste moment te
nemen. En al is de eerste deadline
alleen voor IB en Vpb, we merken
in de praktijk dat de meeste kanto-
ren ook meteen de KvK-stukken en
kredietrapportages willen regelen in
SBR.”
Samenwerking
Hergebruik van gegevens wordt
steeds belangrijker, Vreekamp gaf
het al aan. “Vandaar ook dat we momenteel
bezig zijn met het ontwikkelen
en uitrollen van koppelingen
met diverse partners. Zowel aan
de kant van de financiële software,
waarmee we het aantal databasekoppelingen
aan het uitbreiden zijn,
als aan de kant van de accountancyportals.
Mogelijkheden genoeg om
te integreren en samen te werken.
Daar zijn onze klanten bij gebaat.
Veel kantoren hebben een voorkeur
voor een best-of-breed oplossing:
samenwerkende software kan een
voorsprong in de markt realiseren.
Want dat zorgt ervoor dat je voor
een concurrerende prijs een goed
product kunt blijven aanbieden. En
daar gaat het om.”
Infine Software B.V.
Wagonette 2A
3897 AD Zeewolde
Postbus 111
3890 AC Zeewolde
t: 085–7 600 500
f: 085–7 600 509
e: info@infine.nl
i: www.infine.nl
NOAB
27 Activa

‘Onze leden verbinden
klantvriendelijk onder
NOAB
Activa 28
De tijd dat we voor een klus in of rond onze woning via via een ‘mannetje’ inschakelden, is allang
voorbij. Professionele klussenbedrijven zijn verenigd in branchevereniging de VLOK. Algemeen
secretaris Kees Huisman vertelt hoe deze bijzondere groep beroepsbeoefenaren zich effectief op
de kaart zet.
Door: Paul Postema
Onder de vele exposanten tijdens de drukbezochte Libelle
Zomerweek begin mei in Almere bevond zich een
opmerkelijke aanbieder: de VLOK. “Geniaal toch?”, lacht
Kees Huisman. “Hartje doelgroep, ruim 85.000 vrouwen
die thuis een belangrijke stem hebben bij het plannen
van een verbouwing of klus. We hebben zo’n 3.000
gesprekken gevoerd en een Kluskrant op A3-formaat
uitgedeeld. Met dubbel effect: we bereiken onder de
bezoekers niet alleen een aanzienlijke schare potentiële
klanten, maar ook potentiële nieuwe leden.”
Allround vakmensen
De Libelle-actie laat goed zien voor wie en waarvoor
de branchevereniging zich al ruim dertig jaar hardmaakt:
het behartigen van de belangen van kleinschalig
werkzame klussen- en
onderhoudsbedrijven die
‘Nakomingsgarantie
van de VLOK vormt
de kers op de taart’
hun klanten zekerheid
en garantie willen bieden
op kluswerkzaamheden.
“Aangezien deze ondernemers
vooral als ZZP’er actief
zijn, zijn wij aangesloten
bij het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO). Via
dit orgaan kunnen we onze stem ook in Den Haag laten
horen,” stelt Huisman.
Dat was ooit wel anders. Wat nu vanzelfsprekend lijkt,
moest begin jaren tachtig nog stevig worden bevochten.
Een toenemende vraag uit de markt stimuleerde de opkomst
van ‘klussenbedrijven’ die werden gedreven door
allround vakmensen die zich breder inzetbaar toonden
dan de traditioneel geschoolde vaklieden als schilders,
loodgieters, timmermannen of dakdekkers. Dit stuitte op
wettelijke bezwaren. Huisman legt uit: “De toenmalige
Vestigingswet bedrijven 1954 maakte het feitelijk onmogelijk
om als klussenbedrijf legaal werkzaam te zijn. Om
als allround klusser te kunnen werken, moest je formeel
over tientallen vakdiploma’s beschikken, die elk op zich
enkele jaren studie vergden. Een onmogelijke opgave.”
Een twintigtal klussenbedrijven stak de koppen bij elkaar
en verenigde zich in de vereniging landelijk overleg
klussenbedrijven, de VLOK. “Aan de ‘vlokkers’ van het
eerste uur danken we de huidige erkenning van het
klussenbedrijf als volwaardige bedrijfstak,” vervolgt Huisman.
Een jarenlange lobby in de Haagse wandelgangen
zorgde vanaf 1996 voor een geleidelijke vereenvoudiging
van de Vestigingswet totdat deze op 18 juli 2007 volledig
werd afgeschaft. Vanaf die datum hadden starters
van een klussenbedrijf geen vestigingsvergunning meer
nodig om hun bedrijf te starten. “Overigens dienen zij
natuurlijk wel te voldoen aan de eisen op het gebied van
veiligheid, gezondheidsbescherming en milieu die voor
alle ondernemers gelden,” voegt Huisman toe.
Tweezijdige rugdekking
Na deze mijlpaal in de ontwikkeling van het klussenbedrijf
richtte de branchevereniging haar aandacht op de
ondersteuning van haar leden in de contacten met hun
klanten. In samenspraak met de Consumentenbond en
Vereniging Eigen Huis stelde de VLOK zeer klantvriendelijke
Uitvoeringsvoorwaarden voor haar leden op.
Dit vormde korte tijd later voor de minister van Justitie
aanleiding de VLOK te erkennen als brancheorganisatie
van klussenbedrijven. “De tweezijdige rugdekking van

zich aan
nemen’
de grootste consumentenorganisaties in ons land, toont
aan dat VLOK-leden klantvriendelijk ondernemen serieus
nemen,” stelt Huisman. “In de voorwaarden wordt
een duidelijke garantie geboden op verrichte werkzaamheden.
Wil een klant aanvullende garantie bovenop de
VLOK-garantie, dan kan hij deze, eventueel tegen meerprijs,
met de opdrachtnemer overeenkomen. Mooier kun
je het niet maken.”
Kers op de taart
De VLOK is aangesloten bij de onafhankelijke Geschillencommissie
Klussen- en Vloerenbedrijven in Den
Haag. Als een klant ontevreden is over geleverd kluswerk
en er met het bedrijf niet uitkomt, kan hij bij deze
commissie te rade zonder een advocaat in de arm te
hoeven nemen. “Een goede zaak,” stelt Huisman. “Het
houdt onze VLOK-leden scherp om excellent werk te
leveren en bezorgt de klant een gerust gevoel.” De praktijk
laat zien dat de Geschillencommissie zelden wordt
aangesproken. Als dat onverhoopt toch gebeurt, bemiddelt
de commissie onpartijdig en zijn haar uitspraken
bindend voor VLOK-leden. De VLOK waarborgt dat het
VLOK-lid de uitspraak van de commissie daadwerkelijk
nakomt. “Deze nakomingsgarantie voor klussenbedrijven
is eigenlijk de kers op de taart van de VLOK voor klanten,”
benadrukt Huisman.
Vakmanschap en Zekerheid
Op de ‘eigen helft’ van het speelveld besteedt de VLOK
veel tijd en energie aan professionalisering en ondersteuning
van - inmiddels - ruim 1.700 leden die verspreid
over Nederland werkzaam zijn. Huisman vervolgt: “Onze
dienstverlening loopt uiteen van financiële advisering tot
en met vaktechnische ondersteuning. Denk aan vragen
van leden over inlening van tijdelijk personeel via een
uitzendbureau of via payrolling of aan bijscholingstrajecten
in samenwerking met leveranciers. Vanuit het
kwaliteitsprogramma Vakmanschap en Zekerheid verzorgen
we speciale trainingen met fabrikanten, waarna
VLOK-leden als erkend montagepartner hun klanten een
vrijwel volledige garantie op kluswerkzaamheden kunnen
bieden.” Ook op bedrijfseconomische onderwerpen
staat de VLOK haar leden met adviezen terzijde. “We
stimuleren onze leden zorg en aandacht aan hun administratieve
organisatie te besteden. Dat is vaak een on-
Fotografie: Guido Koppes
dergeschoven kindje of in handen van de meewerkende
partner. Wellicht kunnen we een NOAB-lid interesseren
voor een seminar over dit onderwerp,” stelt Huisman
met een knipoog. “Dat soort klussen is weer een verhaal
apart.”
Opknapbeurt
Paradoxaal genoeg spelen het aanhoudende onzekere
economische klimaat, de impasse op de woningmarkt
en het aflopen van stimuleringsregelingen in de bouw,
het klussenbedrijf in de kaart. Het CBS stelde vast dat
vooral middelgrote bedrijven de gevolgen van de crisis
ervaren: het aantal faillissementen steeg in het eerste
kwartaal van dit jaar met 27 procent tot 376, het aantal
banen nam met negenduizend af. Hier staat tegenover
dat het aantal ZZP’ers in de bouwnijverheid de afgelopen
acht jaar is verdubbeld tot ca. 35.000. De stagnerende
woningmarkt zorgt daarbij voor meer onderhoudsopdrachten
in en rond de woning: eigenaren proberen
met een opknapbeurt hun woning beter verkoopbaar te
maken of besluiten de verkoop te laten voor wat deze is
en een verbouwing ter verhoging van het eigen wooncomfort
aan te wenden. “De moraal van dit verhaal: er
is zat werk voor klussenbedrijven, juist ook in deze tijd,”
besluit Huisman.
NOAB
29 Activa

‘Geen goed debat over n
NOAB
Activa 30
De wijze waarop de Tweede Kamer eerder dit jaar het debat over de nieuwe accountancywet voerde,
kreeg de handen van de fractie van de ChristenUnie niet op elkaar. “Er was eigenlijk geen tijd voor
discussie, terwijl de nieuwe wet wel degelijk de nodige impact heeft op de branche,” zegt Carola
Schouten, die namens de ChristenUnie onder andere financiën in haar portefeuille heeft.
Door: Henk Poker
Dat had dus beter gekund en, als het aan de Christen-
Unie had gelegen, beter gemóeten. Intussen lijkt het wel
of iedereen de perikelen rondom de nieuwe accountancywetgeving
alweer is vergeten. ‘Europa’ slokt alle
aandacht van de financieel specialisten op. En na de val
van het Kabinet Rutte I moesten vijf partijen in allerijl
een nieuwe begroting richting Brussel sturen, waarin het
tekort niet groter dan 3 procent mocht zijn. Eén van die
vijf partijen was
de ChristenUnie
‘De vraag wat controle is
en wat advies verdiende
een principiële discussie.
Daar zijn we niet aan
toegekomen’
en het was toen
eigenlijk voor
het eerst dat ook
Carola Schouten
nadrukkelijk op
de voorgrond
trad. Als rechterhand
van
fractievoorzitter
Arie Slob praatte
ze mee over de begroting 2013, die als een ‘huzarenstuk’
de geschiedenis in gaat. “Het waren hectische tijden
en dat zijn het nog steeds,” geeft Schouten aan. “Waar
Financiën vóór 2008 nauwelijks op de voorgrond trad,
werd het na de bankencrisis ineens booming.”
Frisse wind
Daartussendoor moest dus ook nog even de nieuwe accountancywet
door de Tweede Kamer. Schouten: “De
ChristenUnie vindt dat er een frisse wind door de accountancybranche
moest waaien. En dat werd ook onderkend
door de branche zelf. Iedereen was het er wel
over eens dat er verbeteringen mogelijk waren. Helaas
kregen slechts twee amendementen de meeste aandacht,
namelijk de roulatie van kantoren en de scheiding van
advies en controle. Te mager, als je het mij vraagt.”
“Dat de scheiding van controle en advies nader vorm
wordt gegeven, vinden we prima. Maar je moet je wel
de vraag stellen wat controle is en wat advies. Die vraag
verdiende een principiële discussie en daar zijn we niet
aan toe gekomen. We hebben de minster nog nadrukkelijk
gevraagd wat er volgens hem onder die scheiding
valt en wat niet. Hij heeft ook wel geprobeerd daar antwoord
op te geven, maar er was gewoon geen tijd voor
discussie, mede vanwege het feit dat de indieners van dit
amendement een meerderheid hadden. Naar ons gevoel
is dit amendement er min of meer doorheen gedrukt,
terwijl het voor de branche verstrekkende gevolgen kan
hebben. De ChristenUnie heeft daarom tegen dit amendement
gestemd. Wij willen namelijk een echte frisse
wind door de branche, dat is goed voor de beroepsgroep.
Begrijp me goed, wij zijn niet tegen een scheiding van
controle en advies, maar vinden wel dat daar zorgvuldiger
naar gekeken had moeten worden.”
Roerige tijden
Ook bij de verplichte roulatie van kantoren zet Schouten
haar vraagtekens, omdat dit niet meteen leidt tot een
oplossing van het probleem. “Bepaalde teams die al jaren
bij dezelfde klant zitten, kunnen op een bepaald moment
natuurlijk heel eenvoudig switchen van kantoor. Wie
moet dat controleren? Ik zou het niet weten.” Volgens
Schouten komt het onderwerp accountancy binnenkort
wel weer op de agenda. “Vanuit Europa houdt de heer
Barnier zich bezig met de accountancybranche en als
zijn tot nu toe gedane voorstellen worden aangenomen,
wacht de branche nog roerige tijden.” Europa, het woord
is weer gevallen. Het houdt uiteraard alle politieke partijen
bezig. De ChristenUnie is voorstander van Europa,
maar heeft bijvoorbeeld wel weer tegen het ESM-fonds

ieuwe accountancywet’
gestemd, waarin Nederland 40 miljard euro moet storten.
Schouten: “Wij vinden de samenwerking in Europa
prima, omdat daardoor de interne markt uitstekend
werkt, zeker voor een handelsland als Nederland. Met
het ESM hebben wij inderdaad een probleem, met name
omdat Nederland haar vetorecht opgeeft, terwijl drie
andere landen dat wel mogen behouden, namelijk Duitsland,
Frankrijk en vreemd genoeg Italië. Het opgeven
van het vetorecht door Nederland is voor de fractie van
de ChristenUnie een principieel punt en daarom hebben
we tegen het ESM-fonds gestemd.”
Realistische middenweg
Daarnaast kwam Christen Unie onlangs in het nieuws
met het feit dat men wil laten onderzoeken of de euro
gesplitst kan worden. Schouten: “Het is duidelijk dat we
momenteel twee smaken hebben in Europa, die steeds
meer uit elkaar groeien. Bepaalde partijen kiezen ervoor
om steeds meer soevereiniteit aan Brussel over te dragen
en dat het noodfonds almaar verder moet worden opgetuigd,
wat op de langere termijn een onhoudbare situatie
is. Andere partijen keren zich van Europa af en dat is al
helemaal een niet-wenselijke situatie. De ChristenUnie
wil nu een derde weg bewandelen en laat onderzoeken
of de euro gesplitst kan worden. Noem het een realistische
middenweg tussen de voor- en tegenstanders van
Europa. Of het kan weten we niet, daarom laten we het
onderzoeken.”
‘Wij willen een échte
frisse wind door de
branche, dat is goed
voor de beroepsgroep’
Schouten kan niet zeggen wanneer het onderzoek klaar
is, maar het zou toch handig zijn wanneer dit vóór de
verkiezingen van 12 september is. Immers, Europa zal
het belangrijkste item worden van de komende verkiezingen.
“Ik hoop dat het nog lukt voor de verkiezingen,
maar daar heb ik geen zicht op,” zegt ze.
Tussen de regels door geeft Schouten aan dat het in
elk geval anders moet. Op de vraag waar Europa over
circa vijf jaar staat, antwoordt ze: “We hebben dan een
behoorlijk gewijzigd financieel stelsel en zijn, hoop ik,
dan net uit de crisis gekomen. De manier waarop er dan
tegen schulden wordt aangekeken zal ook geheel anders
zijn. Ja, ik ben hoopvol gestemd, maar of het allemaal
gaat lukken, dat kan niemand voorzien.” Zelf blijft Carola
Schouten in elk geval nadrukkelijk betrokken, omdat
ze aangegeven heeft zich wederom verkiesbaar te
stellen, “hoewel ik nog niet weet op welke plaats ik kom
te staan.”
g
Carola Schouten
NOAB
31 Activa

NOAB
Activa 32
INFINE SBR
• Centraal vastleggen rapportgegevens
• Integratie met Infine Jaarrekening
• Taxonomie KvK en banken
• Mapping XBRL-elementen aanwezig
• Jaarovergang vaste gegevens
• Automatische controle en validatie
Bekijk de online demo
op www.infine.nl
of bel 085-7600500
Jaarrekening SBR Relatiebeheer Uren & Facturering
Samensteldossier Tussentijds Rapport Digitaal Dossier Activaregistratie
Adviesgroep
Partners in kwaliteit
Kijk verder op
www.noab.nl
Punt & Van de Weerdt
Belastingadviseurs
Parkstraat 20
2514 JK Den Haag
Tel. 070 - 302 58 25
E-mail: info@defi scalisten.nl
Voor uw fi scale vraagstukken
Van Elderen
Accountants | Belastingadviseurs
Kanaalpad 77, 7321 AN Apeldoorn
Tel. 055-522 33 77
E-mail: apeldoorn@vanelderen.nl
Met vestigingen in:
Arnhem, 026-351 01 55
Ommen, 0529-46 96 00
Zwolle, 038-423 15 83
Marree & Van Uunen
Belastingadviseurs
Sprendlingenstraat 61
5061 KM Oisterwijk
Tel. 013-577 34 81
E-mail: info@marree-cs.nl
Voor uw fi scale vraagstukken

Benchmarkonderzoek NOAB
als kompas voor kantoren
“Het kost niet veel tijd en levert een schat aan informatie en vergelijkingsmateriaal op,” zegt één
van de kantoorhouders ergens in het interview. “Maar,” waarschuwt hij, “het is wel belangrijk om
de cijfers op de juiste manier te interpreteren.” Echter, zo veel werd duidelijk, kantoorhouders die
meedoen zien absoluut de meerwaarde van het benchmarkonderzoek.
Door: Henk Poker
“Ik ben in 2009 met een eigen kantoor gestart en heb
daarna meteen meegedaan aan het benchmarkonderzoek,”
vertelt Siebe van Loon van Van Loon administraties
& bedrijfsadvies in het Friese St. Annaparochie. Ook
in de jaren daarna was hij enthousiast deelnemer. “Het
onderzoek biedt mij namelijk goed vergelijkingsmateriaal,
bijvoorbeeld over de omzet, het niveau van de salarissen,
de ICT, et cetera.”
Persoonlijk inzicht
Van Loon houdt de resultaten niet voor zichzelf, maar
deelt deze met de medewerkers. “We nemen de belangrijkste
ontwikkelingen met elkaar door en elke medewerker
krijgt persoonlijk inzicht in het rendement dat hij
of zij heeft behaald. Met cijfers komt dat anders over dan
met woorden. Ja, daar zijn we op ons kantoor heel open
in. Door de uitkomsten te visualiseren geeft het een goed
inzicht in de persoonlijke score en die van het gehele
kantoor.”
Van Loon gaat ook
‘Je hebt er weinig werk
aan en al vrij snel
vergelijkingsmateriaal
in huis’
de komende jaren
meedoen aan het
benchmarkonderzoek.
“Je hebt er
weinig werk aan en
al vrij snel vergelijkingsmateriaal
in
huis, waar je echt
iets mee kunt. Ik wil ons kantoor niet vergelijken met een
éénpitter, het liefst willen we naar het niveau van een
accountantskantoor. De resultaten uit het benchmarkonderzoek
vormen daarvoor een uitstekende leidraad.”
Vergelijken
“Inzicht krijgen en jezelf vergelijken met collega-kantoren
zijn voor Brink Accountants, met vestigingen in
Groningen en Zuidwolde, de belangrijkste redenen om
mee te doen aan het benchmarkonderzoek van NOAB.
“Wij doen al sinds 2009 mee,” geeft Nanno Winkel,
vestigingsleider in Groningen, aan. “Natuurlijk praat je
regelmatig met collega-kantoorhouders, maar dat is vaak
oppervlakkig. Via het benchmarkonderzoek krijg je veel
meer inzicht in hoe je er als kantoor voor staat.”
Brink scoort de afgelopen jaren iets hoger dan het gemiddelde.
“Een kantoor is natuurlijk een dynamisch
gebeuren,” geeft Winkel aan. “Je probeert de kosten te
drukken en het rendement te verhogen, met de resultaten
van een benchmarkonderzoek in de hand heb je
daarvoor meer houvast.”
In tegenstelling tot Van Loon deelt men bij Brink de resultaten
niet met het personeel. “Wij gaan er op managementniveau
mee aan de slag. Het onderzoek biedt ons
vooral de mogelijkheid om ons te vergelijken met andere
kantoren en daarnaast kijken we naar de eigen organisatie
en of we bepaalde zaken wellicht anders moeten
doen.”
“Wij zien het benchmarkonderzoek dus vooral als een
kompas voor ons kantoor, waarmee we ontwikkelingen
in de markt sneller kunnen onderkennen. Wat actueel
is? De prijzen staan onder druk en klanten zijn aan het
shoppen. De toekomst is aan kantoren die de standaardproducten
tegen een scherp tarief kunnen aanbieden en
daarnaast gezamenlijk met de ondernemer optrekken en
gevraagd en ongevraagd advies geven en betrokkenheid
tonen.”
NOAB
33 Activa

Einde aan onbeperkte moge
NOAB
Activa 34
ICT is niet langer een luxe, maar in elke branche bittere noodzaak. Zeker in de financiële sector.
De ontwikkelingen voltrokken zich in een adembenemend tempo en daarom durf je het bijna
niet te vragen: is de grens bereikt of zijn er nog steeds onbegrensde mogelijkheden? Enkele
softwareleveranciers hebben daar zo hun gedachten over.
Door: Chris Wolters
De gedachte die algemeen wordt gedeeld is dat bedrijven
en organisaties zullen moeten blijven werken aan de
benodigde ICT-structuur om verzamelde en opgeslagen
gegevens goed te kunnen beheren. Tegelijkertijd is goed
te zien dat de manier waarop gebruikers systemen gebruiken
of deze wensen te gebruiken niet meer in lijn is
met de oorspronkelijke gedachte waarmee ze zijn ontwikkeld.
Revolutie wel/niet* begonnen
“De revolutie is nog niet begonnen.” Dat stelt Erich
Schnoeckel van Reeleezee: “Verlies in tijd en geld in het
dubbel vastleggen van informatie kan worden teruggedrongen.”
Volgens
Schnoeckel is nog grote
‘Het inhuren van
een professional die
onafhankelijk advies
kan geven, wordt
vaak niet overwogen’
winst te behalen in het
koppelen van systemen,
neem E-facturen en de
koppeling tussen bank
en boekhouding. Dat
geldt ook door het ‘selfservice
concept’ toe te
passen, de klant voert
informatie rechtstreeks
in door het inrichten
van digitale communicatie in plaats van papier.” Erick
Bos van Exact kiest een andere invalshoek: “ICT is nog
nooit zo betrouwbaar geweest als nu! Met een SaaSplatform
als Exact Online is de betrouwbaarheid direct
meetbaar in bijvoorbeeld uptime.” De betrouwbaarheid,
het beheer en de updates zijn volgens Bos een zorg geworden
voor de softwareleverancier en dus de kosten
daarvan ook! Bos: “De ICT begint nu de (oude) beloften
waar te maken dat zaken geregeld kunnen worden met
de spreekwoordelijke ‘druk op de knop’.” Geen revolutie
dus, maar een voortsnellende evolutie.
ICT wel/niet* planmatiger
De ICT-omgeving moet meegroeien met organisaties
en bedrijven. Dat zou in de ogen van een aantal deskundigen
echter veel planmatiger moeten én kunnen.
Het beheer kan in de ogen van deskundigen ook beter:
systematischer, structureler en niet te vergeten: regelmatiger.
Schnoeckel geeft aan: “De kennis, waaronder de
technische kennis, om flexibele en schaalbare systemen
te ontwikkelen, te onderhouden of te kiezen, is bij veel
organisaties niet aanwezig. De mogelijkheden en beperkingen
van de op de markt aanwezige systemen zijn
voor veel managers en gebruikers niet duidelijk. De kosten
van de initiële aanschaf vaak wel, maar van beheer,
aanpassingen en uitbreidingen vervolgens weer niet.” Hij
constateert droog: “Het inhuren van een professional die
in keuzetrajecten onafhankelijk advies kan geven, wordt
vaak niet overwogen.” Exact-manager Bos stelt: “ICT
moet meegroeien met organisaties en bedrijven. Dat is
ook de reden waarom Exact sterk inzet op de brancheoplossingen
in Exact Online, hét SaaS-platform van Exact
dat alle mogelijkheden biedt om mee te groeien met
bedrijven.” Het antwoord lijkt in ieder geval richting wél
planmatiger te gaan.
Software wel/niet* toe aan nieuwe
opbouw
Erick Bos vervolgt: “Bij Exact is zes jaar geleden al besloten
de software from scratch op te bouwen, een opzet die
is gebaseerd op een volledige SaaS-omgeving. Dit leidde
tot Exact Online, met bijna 80.000 administraties en
2.600 accountants- en administratiekantoren inmiddels
marktleider in de Benelux. Belangrijk element daarvan
is juist de adviseur te ondersteunen in zijn rol. Dit gebeurt
door ‘kapstokken’ aan te bieden voor advieswerk,
gebaseerd op signalen uit de bedrijfsadministratie.” Erich
Schnoeckel van Reeleezee duikt iets dieper in de materie

lijkheden automatisering?
op basis van de stelling dat software vrijwel altijd was
en is ingericht op vastlegging en rapportage van wat is
geweest. Schnoeckel: “Het belang van historische gegevens
wordt inderdaad overschat. Het is echter de enige
zekerheid die veel organisaties hebben. Het heeft immers
daadwerkelijk plaatsgevonden. De actualiteit ontbreekt
nog in veel systemen.” Meer focussen daarop zou al heel
veel waarde toevoegen, naar zijn idee. “Budgettering,
prognose, zekerheid en waarschijnlijkheid zijn de basis
voor veel forecastingsystemen. De grondslagen hiervoor
liggen nog veel in buikgevoel, de kwaliteit van de manager
of adviseur en de ‘waarheid’ die gevonden wil worden.
De markt heeft hier nog veel te leren.”
Toekomstige kosten wel/niet* omlaag
Er worden steeds hogere eisen aan systemen en software
gesteld, dus lopen de investeringen steeds verder
op. Schnoeckel van Reeleezee: “Ook hier gaat het om
Adviesgroep
Partners in kwaliteit
Kijk verder op
www.noab.nl
het inrichten van het proces. Is het wel goedkoper om
zelf te ontwikkelen of te beheren? Een consequente
toerekening van deze kosten zou al snel in het voordeel
uitvallen van het uitbesteden van ontwikkeling en
beheer van softwaretoepassingen. Het lijkt echter wel
of veel organisaties dan bang zijn om de controle over
hun informatie kwijt te raken.” Bos: “Met Exact Online
betaal je een bedrag per maand, heb je geen installatie
en updates nodig, hoef je je geen zorgen te maken over
hosting en krijg je ondersteuning bij vragen. Alle kosten
zijn inclusief, ook de apps die je wilt gebruiken. Daarnaast
organiseren we een aantal keren per jaar innovatiesessies,
waarbij kantoren zelf actieve inbreng hebben
in de toekomstige ontwikkelingen.” Collegabedrijven
putten zich overigens uit in soortgelijke inspanningen.
Of de kosten omlaag kunnen, ligt kennelijk vooral aan
de keuzes die gebruikers maken. Alleen of in samenwerking
met adviseurs.
Kantoor Mr. van Zijl B.V.
Advocaten • Belastingadviseurs
Korvelseweg 142
5025 JL Tilburg
Tel. 013-463 55 99
E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl
Uw vragen over arbeidsrecht
* Doorhalen
wat niet van
toepassing is
Haulussy The Law
Company Advocaten
Westblaak 5f, 3012 KC Rotterdam
Tel. 010 - 414 86 14
E-mail: info@thelawcompany.nl
Voor uw
ondernemingsrechtelijke vragen!
Dijkstra & Van den Ende
Advocaten
Wagenweg 12-b
1442 BX Purmerend
Tel. 0299-42 30 35
E-mail: secretariaat@de-advocaten.nl
vandenende@de-advocaten.nl
Voor uw juridische vraagstukken
NOAB
35 Activa

Leergierige jongeren
NOAB
Activa 36
“Als we willen dat mensen met kwaliteit onze branche binnenstromen, zullen we zelf ook aan hun
opleiding moeten bijdragen.” Dat stellen kantoorhouders Frans Hoeksema en Hans Fiolet. Laat ze
maar komen, die stagiairs van de mbo-opleiding Assistent-accountant.
Door: Lucy Holl
Natuurlijk vraagt een leerling tijd.
Maar als een stage voldoende lang
is, verdient zich dat terug, is de
overtuiging van Frans Hoeksema,
directeur/eigenaar van Belastingadvies-
en administratiekantoor BMA
Drachten en Grootegast en voorzitter
van NOAB Regio Noord. BMA heeft
regelmatig mbo-stagiairs Assistentaccountant.
Het is een opleiding op
niveau 4, het hoogste mbo-niveau.
“Mbo-stagiairs doen het goed. We
laten ze met alle facetten van het
vak kennismaken. Het is onze maatschappelijke
verantwoordelijkheid
om die jongeren een kans te geven.
Mensen die het vak in willen, moet
dat vak ook bij kantoren op de werkvloer
kunnen leren.” En bovendien
is het lastig om goede medewerkers
te krijgen: “Als je een stagiair hebt,
kun je kijken hoe iemand is en of
je er in de toekomst wellicht meer
mee wilt. Eén van onze oud-stagiairs
hebben we na zijn opleiding in
dienst genomen. Zo snijdt het mes
aan twee kanten.”
Bereid om te investeren
Voor Hans Fiolet, eigenaar van Administratiekantoor
Fiolet in Monnickendam
en voorzitter van NOAB
Noord-Holland Noord, speelt die
maatschappelijke betrokkenheid
eveneens een grote rol: “Je biedt
vooral een stageplek omdat je denkt
dat het goed is voor de branche. Ben
je bereid om daarin te investeren?”
Verwacht niet per se dat een stagiair
veel output oplevert. “En als dat wel
Advertorial
zo is, is dat meegenomen. Het gaat
erom dat de jongeren een goed vak
kunnen leren.”
Leerlingen solliciteren bij BMA
schriftelijk op een stageplek en
vervolgens kijkt Hoeksema in een
gesprek wat voor vlees hij in de
kuip heeft. Begeleiden is boeiend.
“Leerlingen staan fris en groen in
het leven en zien zaken die voor ons
gewoon zijn net even anders”, zegt
Hoeksema. Hij ziet ze een ontwikkeling
doormaken. “Het vak gaat
leven. Bij ons zijn ze met de echte
materie bezig en leren ze het verhaal
achter de theorie kennen. Ze zien
echte klanten die bij ons op kantoor
langskomen. Natuurlijk moet je het
werk van de leerlingen streng controleren,
maar dat doen we ook met
ons eigen werk. Er gaat niets de deur
uit zonder controle door één van de
collega’s.”
Erkend leerbedrijf
Elk bedrijf met mbo-stagiairs moet
erkend zijn door ECABO in Amersfoort,
het kenniscentrum beroepsonderwijs
bedrijfsleven voor onder
meer de economisch/administratieve
beroepen. Het is dan een officieel
leerbedrijf. Een ECABO-adviseur
kijkt of het leerbedrijf voldoende
kwaliteit biedt en kan de praktijkopleider,
degene die de leerlingen
begeleidt, waar nodig ondersteunen
en adviseren. Een goede praktijkopleider
biedt zijn leerlingen ruimte,
vindt Hoeksema. “Ze mogen fouten
maken, daar leren ze van. Ik laat
ze dingen uitproberen. Ik wil dat ze
vervolgens goed nadenken waarom
iets goed of juist fout is gegaan.”
Een stagiair moet merken dat hij
echt begeleid wordt en dat hij niet zo
maar wat zit te fröbelen, benadrukt
Fiolet. “Leerlingen lopen mee en
beginnen simpelweg met wat facturen
te rangschikken. Als dat goed
gaat kunnen ze langzaam steeds
complexere taken oppakken. Een
begeleider moet duidelijk aangeven
of iemand voldoet of niet. Je hoeft
geen beste vrienden met je leerling
te worden. Die heeft er het meest
aan als je eerlijk bent.”
Goed voorbereiden
Het ROC, de mbo-onderwijsinstelling,
helpt bedrijven volgens Fiolet
bovenal door de leerlingen goed
voor te bereiden op de stage. “Collega’s
op de kantoren zullen leerlingen
een hartelijke ontvangst geven, maar
het is prettig als jongeren enigszins
weten hoe ze zich moeten gedragen
op de werkvloer.”
NOAB en ECABO zien graag dat nog
meer kantoren mbo-stagiairs nemen.
Hoeksema: “Onbekend maakt wat
onbemind. Mensen zijn toch bang
dat een leerling vooral tijd kost.
Maar als je er in het begin energie
instopt, komt dat er zeker uit.”
Heeft u interesse om een erkend leerbedrijf
te worden en stagiairs aan te
nemen? Kijk op www.ecabo.nl voor meer
informatie.

Van onder- naar bovenwereld
Ons land kent een vrij volledig systeem tegen activiteiten die we hier zoals dat heet ‘niet willen
hebben’. Zo nu en dan echter meldt zich een groep uit de onderwereld bij de bovenwereld. En dan
kan de overheid het balletje vreemd laten rollen.
Door: mr. Jurgen Warmerdam
Wat illegaal is wordt – bij ontdekking – doorgaans bestraft
in Nederland. De personen en/of instellingen die
betrokken zijn bij illegale activiteiten krijgen sancties.
Deze sancties hebben grofweg drie doelen. In de eerste
plaats moeten ze deze partijen weerhouden het illegale
gedrag nog een keer te vertonen. Daarnaast vormen de
sancties een bedreigend signaal aan een ieder die dergelijke
illegale activiteiten ook overweegt te ondernemen.
Ten slotte gelden de sancties als vergelding. De sancties
bestaan meestal uit boetes en soms uit vrijheidsbeneming
of alternatieve (werk)straffen. Indien bij de illegale
activiteiten vermogen is vergaard, treedt hier en daar de
‘Pluk-ze-wetgeving’ in werking. Deze ziet erop dat naast
boetes en vrijheidsbeneming het behaalde vermogensvoordeel
teniet wordt gedaan. Dit is een – zij het niet
waterdicht – vrij volledig
systeem gericht tegen activiteiten
die ‘we niet willen
hebben’ in Nederland.
Twistpunten
Er zijn activiteiten die
men vroeger echt niet
wilde hebben maar – door
veranderende inzichten
– later geaccepteerd werden.
De wetgever bracht
ze vervolgens in de legale
sfeer. Een goed voorbeeld
hiervan is prostitutie. Dit
eeuwenoude beroep heeft
zich – in juridische zin –
heel lang in de illegaliteit
afgespeeld en toen men
geen enkel bruikbaar argument
meer had dit zo te
houden kwam de wetgever
in actie.
Het bordeelverbod werd uiteindelijk in 2000 opgeheven.
Maar denk niet dat daarmee de problemen voor deze
ex-illegale sector voorbij waren. Als ik het tot de fiscaliteit
mag beperken, dan zijn er nadien talloze twisten
ontstaan tussen inspecteurs, prostituees en uitbaters van
bordelen. Ondernemerschap, werknemerschap, loonheffingen,
BTW: er zijn vele gebieden waar men het lang
niet over eens kon worden. Deze twistpunten werden
stellig niet alleen ingegeven door de fiscale complexiteit
van een en ander. Veeleer leek men aan overheidszijde
het heel moeilijk te vinden een groep die zich lang in de
onderwereld had bevonden te accepteren als een normale
belastingbetaler.
Domineesland
Binnenkort zal een nieuwe groep uit de onderwereld
zich bij de bovenwereld melden. Het gaat om de bedrijven
die via internet gokspelen aanbieden. Dit is
thans bij wet verboden, maar al enige tijd bestaat er een
meerderheid om – onder bepaalde voorwaarden – het
online gokken legaal te maken. Hoewel de plannen – en
met name de voorwaarden – nog niet bekend zijn, is er
inmiddels wel een en ander duidelijk. En op fiscaal terrein
is er iets bijzonders aan de hand. Vanzelfsprekend
zullen de internetgokbedrijven die aan de voorwaarden
voor legale gokbedrijven voldoen worden betrokken in
de kansspelbelasting. In Nederland ligt het tarief van de
kansspelbelasting op 29%. Dit percentage wordt grofweg
berekend over de waarde van de gewonnen prijs. Men
zou verwachten dat dit percentage en deze grondslag ook
zouden gaan gelden met betrekking tot de internetprijzen.
Maar niets is minder waar. Het beoogde kansspelbelastingtarief
voor internetgokken zal bij gelijke grondslag
zo’n 20% zijn. Een warm Nederlands welkom voor alle
voormalige illegale (internationale) internetgokbedrijven.
Een lerende overheid, ik houd er wel van. Maar je
kunt ook te ijverig zijn. Ik dacht dat in dit domineesland
gelijke monniken gelijke kappen hadden.
NOAB
37 Activa

‘Ik erger me aan de
complexiteit van regelgeving’
NOAB
Activa 38
In deze rubriek praat Activa met een Bekende Nederlander over zijn of haar financiële zaken in
relatie met de zakelijke en privésituatie. Vijf vragen over geld aan ondernemer, investeerder,
auteur én tv-persoonlijkheid Annemarie van Gaal. ‘Ik adviseer mensen met geldproblemen altijd
om direct een kasboek te gaan bijhouden.’
Door: Chris Wolters
1. Verdiep je je regelmatig in je financiën of heb je daar een
hekel aan?
“Alles wat met geldzaken te maken heeft vind ik interessant.
Voor mijn bedrijf Van Gaal&Company werken wij
voor bijna alle banken en financiële instellingen. Wij
bedenken en communiceren namens banken en verzekeraars
over geldzaken naar consumenten. Ik ben een
pietje precies met financiën. Mijn leukste gadget? Ik heb
‘de Toon’ van Eneco. Heerlijk! Je kunt tot op de euro
precies je gas- en elektriciteitsverbruik zien.”
2. Heb je een financieel adviseur, dus een belastingconsulent
of administratiekantoor?
“Ja, een geweldig administratiekantoor voor de administratie
en een fiscalist van PwC. Die kijkt alles na en doet
veel van mijn privézaken. Ik heb net een ander administratiekantoor.
Niet door ontevredenheid, maar ik vind
het een goede zaak om iedere vijf jaar te wisselen van
administratiekantoor. Je voorkomt sleetsheid, men kijkt
weer scherper naar jouw administratie.”
3. Ben je van de oude stempel of de digitale aanpak?
Digitaal, maar ik mis de oude bankafschriften wel. Papier
maakt je bewuster van inkomsten en uitgaven. Geldproblemen
bij gezinnen ontstaan vaak heel snel als het
fysieke geld is vervangen door creditcards en pinpassen.
Geld wordt abstract en minder grijpbaar. De tweede golf
van gezinnen met financiële problemen in Nederland
komt eraan omdat de papieren registratie compleet digitaal
wordt. Zo wordt het voor veel gezinnen nog ongrijp-
baarder. Dat is niet goed. Digitalisering is niet te stoppen,
maar we moeten een tussenweg vinden. Ik adviseer
mensen met geldproblemen altijd om direct een kasboek
te gaan bijhouden. Opschrijven maakt je bewust van inkomsten
en uitgaven.”
4. Heb je een beetje kijk op de belastingwetgeving?
“Ja, maar nooit goed genoeg natuurlijk. Belastingen zijn
ingewikkeld, en dan ben ik nog iemand die het leuk
vind! Ik kan me zo goed voorstellen dat veel mensen er
niets van begrijpen. We moeten de belastingen echt simpeler
en begrijpelijker maken.”
5. Is er iets waar je je aan ergert op geldgebied, bij
belastingen, wet- en regelgeving?
“Heb je even? Ik erger me aan de complexiteit van regelgeving.
Je móet kennis hebben van veel regels, maar je
kunt ze met geen mogelijkheid allemaal weten. Ik erger
me aan het circus van toeslagen, bijslagen, heffingskortingen,
aftrekposten en speciale regelingen. Gezinnen
met een laag inkomen krijgen zo veel toeslagen en speciale
regelingen dat ze nauwelijks belasting betalen, maar
het hele fiscale circus van de toeslagen en bijslagen kost Bakker
veel geld. Waarom betalen gezinnen met een inkomen
Marcel /
tot bijvoorbeeld 30.000 euro niet gewoon géén belasting
(0%)? Schaffen we tegelijkertijd alle toeslagen en bijsla-
Hoogte
gen af! Scheelt duizenden banen bij de Belastingdienst
en is veel simpeler en eerlijker. Hogere inkomens eten
Hollandse
echt geen boterham meer of minder als de kinderbijslag
binnenkomt, maar de administratie van de kinderbijslag
kost Nederland bijvoorbeeld al 72 miljoen per jaar.” Fotografie:

Beknopt CV
Annemarie van Gaal (1962) richtte in 1992 samen met Derk Sauer in Moskou
het bedrijf Independent Media op, dat onder meer Russische versies van
Cosmopolitan en Marie Claire uitbracht. Na terugkeer in Nederland blijft ze
actief als ondernemer en investeerder. Ze is bekend van tv-programma’s als
Dragons’ Den en Een Dubbeltje Op Zijn Kant. Ze schrijft wekelijks columns
in het FD over ondernemerschap en in Margriet over geldzaken. Ze is auteur
van bestsellers als ‘Succes - Adviezen voor een financieel onbezorgd leven’
(ruim 50.000 verkochte exemplaren), ‘Ambitie’ (ook Ondernemersboek van
het Jaar) en ‘Exit - Alles wat je moet weten over scheiden’.
NOAB
39 Activa

AccountView breidt uit en
Als onderdeel van de Visma-groep gaat AccountView per 1 juli verder onder de naam Visma Software. De diverse
Visma-organisaties werken meer en meer gezamenlijk aan nieuwe software en diensten. Het voeren van een overkoepelende
naam is daarvan een logisch gevolg. Naast AccountView business software biedt Visma Software ook Mamut One,
Visma Severa en diverse andere SaaS-oplossingen. Door deze uitbreiding kunnen we meer bedrijven beter van dienst zijn.
INZICHT GRIP RESULTAAT
www.accountview.nl
wordt Visma Software
NOAB
Activa 40
Postbus 9400, 1006 AK Amsterdam, t: 020 355 2999, f: 020 617 1478, e: sales@accountview.com

Fotografie: Guido Koppes
‘Onder alle omstandigheden
werken voor één opdrachtgever’
“Wij behartigen de belangen van één partij, met oog voor de belangen van de andere partij.” Dat
zeggen Henri Maas en Jerome Senden van MaeS en Partners, specialisten in fusies en bedrijfsoverna-
mes. “Dit is essentieel in de manier waarop wij werken, we kunnen dus nooit twee petten dragen.”
Door: Henk Poker
Het matchen van twee partijen is
méér dan een goede klik, is de overtuiging
van Maas en Senden. “Natuurlijk
is het goed wanneer twee
partijen het met elkaar kunnen vinden,
maar dat is meestal niet alleen
de basis voor succes. Daarbij komen
vooral andere zaken aan de orde, zoals
het klantenbestand, de automatisering,
het personeelsbestand, het
onroerend goed, enzovoorts. Daar
kijken we onder andere naar en dat
alles moet uiteindelijk leiden tot een
prijs, waarin beide partijen zich kunnen
vinden.”
Helderheid
“Wij treden bewust als belangenbehartiger
van één partij op,” vervolgt
Maas. “We zoeken immers in zijn
opdracht naar een overnamekandidaat,
fusiepartner of kantoor dat hij
wil overnemen.
We
stemmen
onze manier
van
werken dan
ook zo veel
mogelijk af
op de wensen,verlangens
en
omstandigheden
van
onze op-
Advertorial
drachtgever, waarbij we uiteraard rekening
houden met de andere partij.
Maar beide partijen dienen te weten
wiens pet wij dragen, dat komt de
helderheid namelijk ten goede.”
Maas en Senden weten dat er in de
markt verschillende inzichten bestaan
over de tarifering bij een overname
of fusie. “Wij bieden de klant
drie mogelijkheden aan en bespreken
met hem de voor- en nadelen
van elk systeem,” zegt Senden. “Op
basis van een succesfee, op urenbasis
of een combinatie van beide. Dit
doen we al jaren en in de praktijk
komt het erop neer dat negentig
procent van onze klanten kiest voor
de helderheid van een vaste startfee
met een succesfee. We worden ook
maar door één partij betaald, namelijk
de opdrachtgever. Ook dat is
kristalhelder.”
Vertrouwen
Het is deze aanpak die door de markt
wordt gewaardeerd, getuige de opdrachten
die MaeS en Partners in
de afgelopen jaren heeft uitgevoerd.
“Onlangs kregen we een telefoontje
van een klant die acht jaar geleden
zaken met ons heeft gedaan. Hij
stond voor een nieuwe stap met zijn
kantoor en wilde daarbij graag door
ons begeleid worden. Niet voor niets
zeggen we altijd dat we handelen
in vertrouwen, dat is namelijk van
eminent belang in deze branche.”
“Alle partijen die deelnemen aan
een proces van overname of fusie
moeten er beter van worden, anders
kan er van een goede deal geen
sprake zijn. Daarom proberen we in
een vroegtijdig stadium de belangen
te combineren en te stroomlijnen,
waardoor de werkelijke onderhandelingen
vaak in korte tijd tot een
goed einde kunnen worden gebracht.”
In de volgende uitgave van Activa
gaan Henri Maas en Jerome Senden
hun werkproces uitgebreid toelichten.
MaeS en Partners B.V.
Postbus 359
5750 AJ Deurne
Vestiging Deurne
Molenstraat 48
5751 LE Deurne
t: 0493–32 12 40
Vestiging Amsterdam
WTC H-Toren
Zuidplein 36
1077 XV Amsterdam
t: 020–799 79 28
e: info@maesenpartners.nl
i: www.maesenpartners.nl
NOAB
41 Activa

De keerzijde van facto
NOAB
Activa 42
Kredietaanvragen staan zwaar onder druk, zo blijkt uit de MKB Financieringsmonitor van het EIM.
Nog maar één op de twee financieringsaanvragen wordt gehonoreerd. Tegelijkertijd promoten
banken factoring, constateert de Belgische oud-bankier en financieringsexpert Paul van Dessel.
“Factoring past perfect in de trend naar meer waarborgen en betere garanties.” Hij waarschuwt
voor de negatieve hefboom.
Door: Hans Pieters
Van Dessel noemt drie factoren als oorzaak van het haperen
van de kredietkraan. Ten eerste de financiële crisis,
waardoor de banken zelf onvoldoende liquiditeiten hebben,
met parallel hieraan de economische dip, waarbij
banken van nature weigerachtig zijn. Maar als belangrijkste
oorzaak ziet hij de invoering van Basel II in 2006.
“Banken kijken anders naar het risico. Als ondernemer
moet je je zaken anders en beter voor elkaar hebben. De
ratingsystemen zijn allesbepalend.” Door het ratingsysteem
is kredietverlening
in een
‘Krediet is een hefboom
in tijden dat het goed
gaat, maar werkt ook
omgekeerd’
model gegoten,
waardoor er veel
minder ruimte is
voor een subjectieve
beoordeling.
De MKB Financieringsmonitor
bevestigt dit beeld.
Kredietverstrekking hangt direct samen met de solvabiliteit:
een procentpunt hogere solvabiliteit leidt tot 2,7
procentpunt hogere verkrijgbaarheid van financiering.
“Voordien kon je van een minder goed dossier nog een
goed dossier maken, omdat je een fundamenteel geloof
had in het management.”
Van Dessel vindt het een goede zaak dat banken kritischer
zijn naar de risico’s. “Slechte cijfers hebben geen
kans meer. Er waren in het verleden cowboypraktijken.
Je moet met een plan komen, prognoses kunnen voorleggen.
De bank wil echt weten ‘waarvoor gaat u ons
geld gebruiken?’.” Met zijn boek Krediet voor ondernemers
(Lannoo, 2010) wil hij het MKB handvatten bieden voor
een succesvolle kredietaanvraag.
Risicocoëfficiënt
Kredietverlening staat onder druk, factoring is booming.
Het past in de trend naar meer waarborgen en betere
garanties, meent Van Dessel. “De populariteit heeft in
de eerste plaats een ‘bankeigen’ element. Banken zijn
factoring zuiver uit eigenbelang gaan promoten. Puur
een risicoweging.” Voor een krediet van € 100 is er een
formule die wordt gehanteerd om de risicocomponent
te berekenen. Hoe hoger dat risico, des te meer kapitaal
de bank opzij moet zetten. “Factoring heeft een positief
effect op dat risicocoëfficiënt omdat je als bank rechtstreeks
op de vordering zit. Daarnaast heb je natuurlijk
het economische klimaat en de verslechtering van de cijfers
in het algemeen, waardoor het krediet van bedrijven
op de helling komt te staan. Factoring was voor die situaties
een mooie reddingsboei: als bank verschuif je het
primaire risico van de kredietnemer naar de debiteuren.”
Een slechte kredietnemer met goede debiteuren zal geen
factoring krijgen, aldus Van Dessel. “Maar een grijze kredietnemer
met goede debiteuren kan toch nog over zijn
financiering beschikken, omdat de kwaliteit van de debiteuren
in orde is,” stelt hij. “Factoring is voor die categorie
bedrijven een uitkomst. Dat verklaart de explosieve
groei van de financieringsvorm.”
Bevoorschotting
Factoring is een vorm van werkkapitaalfinanciering.
De ondernemer beschikt direct over (een deel van)
het geld dat bij debiteuren uitstaat. “Gemiddeld ligt de
bevoorschotting van banken van elke € 100 aan facturen
die uitstaat tussen de vijftig en zestig procent. Om
te beginnen heb je het bevoorschottingspercentage op
zich; 75% van het factuurbedrag is al extreem hoog.

ing
Maar je zit ook met uitsluitingen, de bank weigert ook
bepaalde debiteuren,” doceert Van Dessel. “Maar los
daarvan is het nog altijd beter financiering te hebben via
factoring dan geen.” Banken vergeten echter een aantal
belangrijke nadelen aan hun klanten te vertellen, luidt
zijn kritiek. “Het komt over het algemeen op de proppen
in situaties dat er geen standaardoplossing in beeld
is. Als het om groeibedrijven gaat, biedt factoring extra
financiering. Wat ze er echter niet bij vertellen is dat je
‘de facto’ financiert op basis van je vorderingen.” Op het
moment dat de omzet een knik krijgt, daalt het saldo aan
uitstaande vorderingen en riskeert de ondernemer minder
financiering. “Wat zeggen factoringmaatschappijen?
Factoring heeft een ‘self-liquidating character’. Ik zeg
daarop: ‘het is ook self-killing’.” Bij een daling van de
omzet, heeft een ondernemer vrij snel te maken met een
daling van de financieringsbasis.
Mee in bad
“Bij factoring zit je mee in bad. Je zit echt bovenop het
werkkapitaal.” Bij normaal krediet is deze link veel minder
strikt. “Bij factoring ziet de bank een zware omzetdaling
onmiddellijk. Goed voor de factoringmaatschappij,
maar slecht voor de ondernemer die nog steeds zijn
financieringsbehoefte heeft.” De ondernemer kan niet
in hetzelfde tijdsbestek ook zijn uitgaven afbouwen. Het
teruglopen van de verkopen kan tijdelijk zijn of structureel,
maar de financieringsbehoefte blijft op peil. “Ik
noem dat een negatieve hefboom. Krediet is een hefboom
in tijden dat het goed gaat, maar werkt ook omgekeerd.”
Als het echt slecht gaat kom je met factoring veel sneller
in de problemen dan met klassieke financiering. “En dat
krijgen veel bedrijven op dat moment niet opgelost.” Dat
geeft enorme spanningen, waarschuwt hij. “Die oefening
maken ondernemers nooit als ze met factoring in zee
gaan. Ondernemers geven zich onvoldoende rekenschap
van de nadelen als het begint te stormen.”
Van Dessel ziet factoring als een oplossing die pas ter tafel
komt als de voorkeursoplossing niet meer realistisch
is. “Het is belangrijk dat je met een sterk, goed gestructureerd
verhaal bij de bank komt en echt investeert in de
cijfers.” Bovendien moet je extra behoedzaam zijn op het
gebied van de operationele rentabiliteit. “Bij factoring
moet je die oefening nog nauwlettender doen. Je krijgt
tijdelijk wat zuurstof, maar die zuurstof loopt veel sneller
weg. Werk je met dunne marges, dan soupeert de financieringsoplossing
die marge volledig op. Je moet
bij factoring veel beter je rendementen kennen.” g Paul van Dessel
NOAB
43 Activa

De herinvesteringsreserve,
NOAB
Activa 44
Met de herinvesteringsreserve (HIR) valt, met name bij langjarige afschrijvingen, groot financieel
voordeel te halen. De regeling vindt ten onrechte weinig toepassing, meent Eric van Uunen. Een
van de redenen is dat de fiscale balans bij toepassing van de HIR een vertekend beeld schetst van
de rentabiliteit en solvabiliteit. Staatssecretaris Weekers heeft de regeling onlangs verruimd.
Door: Hans Pieters
“De regeling is nooit echt populair geweest,” stelt Eric
van Uunen, vennoot bij Marree & Van Uunen Belastingadviseurs.
“Het is ook best een lastige regeling. Je
moet de regeling goed kennen om ’m goed te kunnen
inzetten. Het feit dat Weekers’ besluit zo lijvig is (17
pagina’s!), geeft al aan hoe complex de materie is. Daar
staat tegenover dat de ondernemer een aanzienlijk lager
bedrag aan belastingen kwijt kan zijn.”
Uitstel van heffing
De HIR is een uitstel van heffing. Bij het vervreemden
van een bedrijfsmiddel moet worden afgerekend over
de boekwinst. Het voordeel van de HIR is dat de belaste
winstneming over de boekwinst wordt uitgesteld. Die
boekwinst boek je af op het investeringsbedrag van het
vervangende bedrijfsmiddel. “In plaats van heffing over
de boekwinst van het vervreemde bedrijfsmiddel heb je
een lager afschrijvingspotentieel op het nieuwe bedrijfsmiddel
en betaal je later meer belasting,” doceert Eric
van Uunen.
De versnelde willekeurige
afschrijving als tijdelijke
‘Je moet de regeling
goed kennen om
’m goed te kunnen
inzetten’
crisismaatregel maakte de
HIR voor even overbodig,
maar van een comeback
is vooralsnog geen sprake,
constateert Van Uunen.
“Op het moment dat
je die afschrijvingskosten
naar voren kunt trekken,
zoals dat mogelijk was bij de versnelde, willekeurige
afschrijving, heeft de HIR niet zo gek veel zin meer. Dan
is het een voordeel voor maximaal twee jaar.” Bij machi-
nes is de HIR minder interessant, meent hij. “Het wordt
pas spannend bij investeringen die je over een langere
Fotografie: Guido Koppes
periode afschrijft.” De regeling lijkt ogenschijnlijk heel
simpel, stelt hij: “Op het moment dat je een machine
verkoopt en een nieuwe terugkoopt, is de HIR vrij rechttoe
rechtaan.” Juist bij de lang afschrijfbare bedrijfsmiddelen
speelt de toets van de economische functie. “En
dan wordt het opeens lastiger. Een machine is minder
complex, maar daar is het belang ook minder groot.
Maar als je praat over meerdere investeringen of over
investeringen met dezelfde economische functie, dan zie
je vaak dat de kennis ontbreekt om de regeling goed te
kunnen toepassen.”
Eric van Uunen

lastig maar voordelig
Economische boekwaarde
Een ander nadeel van de HIR is de boekhoudkundige
verwerking van de boekwinst. Een pand van een half
miljoen komt niet voor dit bedrag in de boeken. De HIR
heeft niet alleen invloed op de boekwaarde van het bedrijfsmiddel,
maar ook op de boekwaarde van het vermogen.
Van Uunen geeft een simpel voorbeeld: “Ik verkoop
een machine voor € 100.000. De boekwaarde was
nul euro en ik koop van de verkoopwinst een andere
machine, opnieuw voor een ton. Pas ik de HIR niet toe,
dan staat op de activazijde een machine van € 100.000
en een eigen vermogen van € 100.000. Maar boek ik de
HIR af, dan staat op de balans: machine € 0 en een eigen
vermogen € 0.”
Vandaag de dag zijn de banken zeer kritisch, dus is het
van belang eigen vermogen en winst te creëren, stelt hij.
“Dat heeft te maken met solvabiliteit en rentabiliteit. Je
resultatenrekening ziet er een stuk beter uit als de verkoopwinst
op de resultatenrekening en daarmee ook bij
het eigen vermogen op de balans staat. De bank kan niet
zien dat de HIR is toegepast. Die ziet alleen een bedrijfsmiddel
met een lage boekwaarde. En een lage eigenvermogenpositie.
Er is een oplossing voor, een commerciële
jaarrekening maken, tegen de werkelijke aanschafprijs,
ook voor eenmanszaken, maar dat kost weer geld. Dus
zijn er adviseurs die vanwege de rompslomp zeggen ‘niet
zeuren, weg ermee’.” Maar dat is niet zozeer de hoofdreden,
meent Van Uunen. “Bij korte afschrijving van een
bedrijfsmiddel wordt de HIR niet toegepast omdat het
voordeel beperkt is en bij lange afschrijving niet vanwege
de complexiteit van de wetgeving.”
Oplopend voordeel
Van Uunen vindt het een gemiste kans als je de HIR niet
gebruikt bij een nieuw bedrijfsmiddel. “Je moet een ondernemer
in elk geval op de mogelijkheid wijzen. Als je
hem vertelt dat hij geld in eigen zak kan houden, dat is
wel wat waard. Zeker vandaag de dag! Hij moet in elk
geval de keuze hebben.” De meeste ondernemers zijn
kortetermijndenkers. Ze zullen de HIR toepassen vanwege
het liquiditeitsvoordeel, omdat ze het geld in kas
houden waarmee ze kunnen ondernemen. Het voordeel
in twintig jaar loopt hard op. “Stel ik heb een kantoorpand
en ik verkoop dat pand voor een half miljoen
euro. De boekwaarde is € 300.000. Dus ik maak twee
ton winst. Als ik een nieuw pand terugkoop, weer voor
een half miljoen, moet ik wanneer ik acuut afreken als
IB-ondernemer 45,76% belasting betalen over die twee
De nieuwe regeling
Twee beleidswijzigingen springen in het oog, meent Van Uunen: “Als je
meerdere ‘HIR’s’ hebt staan, dan mag je de HIR afboeken in de volgorde
die je zelf wilt.” Een tweede winstpunt is de toepassing van de HIR voor
ondernemers die hun onderneming staken en een nieuwe onderneming
opstarten. “Je hebt een mogelijkheid om door te schuiven waar dat vroeger
niet kon. Bij het onttrekken van bedrijfsmiddelen mag je in beginsel
geen HIR toepassen. Dat mag in principe alleen bij vervreemding. Dankzij
de wetswijziging mag je de HIR toepassen als je de inventaris inbrengt in
een nieuwe onderneming, waarmee je helemaal opnieuw start. Je hoeft
dus niet meer af te rekenen over de boekwinst.”
ton. Dan praat je over een aanslag van € 91.520.” Past
de ondernemer daarentegen de HIR toe, dan hoeft hij
die € 91.520 nog niet te betalen, maar krijgt hij later wel
lagere afschrijvingskosten. “Het verschil bestaat uit de
contante waarde over twintig jaar van die 45,76% versus
die € 91.520. Bij
lage rente is dat
voordeel goed
te overzien.”
Daar komt een
extra voordeel
bovenop: “Als
hij nu over die
twee ton belasting
moet gaan
‘Het wordt pas spannend
bij investeringen die je
over een langere periode
afschrijft’
betalen, valt hij in het toptarief. Heeft hij tussentijds
lagere jaarwinsten, dan kan het zijn dat de afschrijvingskosten
in een lager tarief vallen. Dus je pakt ook nog
eens een tariefvoordeel.” Aan het einde wacht nog een
extra bonus: “Door maar te blijven vervangen en de HIR
te blijven toepassen van bedrijfsmiddel op bedrijfsmiddel,
kun je het bedrag uiteindelijk bij de beëindiging van de
onderneming omzetten naar stakingswinst en de winst
omzetten in een lijfrente of banksparen.”
g
NOAB
45 Activa

NOAB
Activa 46
Voor de complete automatisering van uw kantoor hebt u maar 1 pakket nodig: Accountancy van AFAS.
Met daarin Financieel, Uren/declaraties, Fiscaal, CRM, HRM/Payroll, Rapportage (management informatie),
Workflow- en documentmanagement (digitaal dossier) en de Accountancy Portal.

Fotografie: Guido Koppes
‘Bijblijven met nieuwe ontwikkelingen
hoort bij kwaliteit’
Ton Christ
In deze rubriek brengt Activa NOAB-kantoren voor het voetlicht. Deze keer ontmoeten we Ton Christ
van TC-Consultancy, een maatschap van twee personen in Deventer. Een klein kantoor met groot
enthousiasme voor Horizontaal Toezicht. “Het was een belangrijke reden om lid te worden van NOAB.”
Door: Thijs Knoester
Ton Christ begon zijn loopbaan na het verlaten van
de middelbare school in 1971 bij Accountantskantoor
Brands, Melis & Wolff te Rotterdam. In de jaren daarna
werkte hij bij diverse grote en kleine kantoren. Controle
en analyse van cijfers zit hem duidelijk in het bloed,
want één functie op zijn CV springt er meteen uit: Opsporingsambtenaar
Faillissementsfraude bij de Economische
Controledienst. “Bij een registeraccountantskantoor
heb je al een controlerende functie, dus dat was bekend
terrein. Faillissementsonderzoeken zijn ook een vorm
van controle, maar dan strafrechtelijk in plaats van privaatrechtelijk.”
Dat leverde interessante situaties op,
waarbij naast boekenonderzoek ook getuigen en verdachten
werden gehoord. “Dan racete ik van Deventer
naar Den Haag omdat er verdachten waren opgepakt. Ik
heb menig politiecel van binnen gezien. Normaal doe je
zo’n verhoor met zijn tweeen,
maar bij het verhoor
van een echte zware jongen
was mijn collega ziek en
stond ik er alleen voor. Het
is goed afgelopen hoor.”
Droom in
vervulling
Ton’s loopbaan leidde hem
uiteindelijk naar een kantoor
dat naast accountancy
ook verzekeringen en hypotheken
aanbood. De crisis
woog zwaar en deed het
kantoor uiteindelijk de das
om. De stap naar een eigen
administratiekantoor was
toen snel gemaakt, zeker
toen duidelijk werd dat
oude cliënten graag mee
wilden overstappen. “Het
ging beter dan verwacht.
Na twee jaar kon ik zelfs een oude droom waarmaken
met de oprichting van een maatschap met mijn oudcollega
Martijn Platteeuw. Ik had hem aangenomen en
opgeleid toen ik bij Accon werkte, en de wederzijdse
waardering was een goede basis voor samenwerking.” De
klantenkring van het kantoor is divers: vastgoed, amusementsbedrijven,
maar ook veel ICT-ers en zelfstandige
interimmanagers. En horeca: “Mijn trouwste klant is een
horecaondernemer, die gaat al sinds 1991 met me mee.”
Groot enthousiasme
Ton Christ Consultancy biedt hoge kwaliteit tegen een
schappelijke prijs. Dat zegt men wel meer... kan hij dit
staven? “Als adviseur krijg je een kijkje in de keuken
bij nieuwe klanten, en dan merk je dat je tarieven zeer
scherp zijn voor de geleverde kwaliteit en diensten. En
dat praat zich rond.” Bij kwaliteit hoort het exact leveren
wat er is afgesproken, meent Christ. “Bijblijven met
nieuwe ontwikkelingen zoals Horizontaal Toezicht hoort
daarbij. Belangrijk is ook een goede samenwerking met
adviseurs die helpen bij specifieke vraagstukken, zoals de
NOAB Adviesgroep.”
De jonge maatschap kenmerkt zich door een groot enthousiasme
voor Horizontaal Toezicht. “Het was zelfs een
belangrijke reden om lid te worden van NOAB. Horizontaal
Toezicht wordt immers alleen aan transparante klanten
aangeboden, uit oogpunt van aansprakelijkheid.” En
het grijze gebied qua advies aan de ondernemer? “De
adviseur kan nog steeds afwijken van het advies van de
Belastingdienst, maar dit moet wel gemeld worden bij de
fiscus. Dus ook grijze standpunten worden transparant
doorgegeven. Definitieve aanslagen worden snel opgelegd
en voor vragen is er één vaste contactpersoon bij
de Belastingdienst, die binnen een paar dagen antwoord
geeft. Vroeger was het maar afwachten wanneer je een
antwoord kreeg. Horizontaal Toezicht biedt mogelijkheden
om je als klein kantoor te onderscheiden van de
concurrentie. Uit commercieel oogpunt is het interessant,
en voor onze klanten ook.”
NOAB
47 Activa

Vermoedens van wit
NOAB
Activa 48
Administratiekantoren zijn op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme (Wwft) verplicht om witwaspraktijken te melden. Kantoren dienen de verplichting
serieus te nemen en alert te zijn, stelt NOAB-docent John Weerdenburg. “Luister naar je
onderbuikgevoel. Dat liegt nooit.”
Door: Hans Pieters
De meeste NOAB-leden weten wel hoe de regeling in
elkaar steekt, maar weten niet hoe ze deze invulling
dienen te geven binnen hun kantoor en hoe ze dit kunnen
oppakken, is de ervaring van NOAB-docent John
Weerdenburg AA. De Wwft vereist dat je een risicoprofiel
opstelt, waarbij ook de identiteit van de klant wordt
vastgelegd. Daartoe moet je als NOAB-kantoor enkele
basisvragen stellen: “Wie is de klant, wat doet hij en
welke diensten verwacht hij van mij? Wil hij dat ik de
administratie voer of dat ik zijn jaarrekening verzorg? En
zie ik de activiteiten die bij deze klant horen terug in de
administratie?”
‘Je denkt altijd dat het
een ander overkomt.
Totdat je er zelf mee
wordt geconfronteerd’
Met de bovenstaande
vragen is
de Wwft volgens
Weerdenburg in enkele
zinnen gevangen.
Met één belangrijkevoorwaarde:
dat het kantoor
de informatie moet
vastleggen. En dat is nog wel eens het probleem, meent
Weerdenburg. “De meeste kennis van de klant zit tussen
de oren van de adviseur. De Wwft wil dat die kennis
niet tussen de oren zit, maar in een dossier, zodat iedere
medewerker die met die klant te maken krijgt op de
hoogte is.”
Monitoring
De adviseur moet een inschatting maken van het risicoprofiel.
“Daarbij wordt verwacht dat je die inschatting
telkens weer opnieuw maakt. Een middel om het risicoprofiel
vast te leggen is de bedrijfsbeschrijving. Op een
A-4tje leg je vast wie de ondernemer is, wat hij doet en
wat de specifieke attentiepunten en risico’s zijn die voor
jou als kantoor van belang zijn om te weten. Ik noem dat
ook wel het DNA-profiel. Bij een klant met een laag risicoprofiel
hoef je minder alert te zijn. Daar leg je gewoon
vast ‘risicoprofiel laag’.”
In de omschrijving leg je de Wwft-risico’s, maar ook
eventuele fiscale risico’s vast. Bijvoorbeeld welke BV’s
van de onderneming onder de fiscale eenheid vallen
en welke niet. “Ik merk dat een deel van de NOABkantoren
daartegen een aversie heeft en nog te weinig
vastlegt. Ik had eens een cursist die boos werd. Waarop
ik zei: ‘Ik vertel niet wat ik vind, ik vertel wat de wet
zegt’. Wat is er tegen op een korte DNA-beschrijving
van je klant als je daarmee aan je wettelijke verplichting
voldoet? En daarmee over voor iedereen toegankelijke
informatie beschikt?”
Weerdenburg adviseert iedere adviseur de administratie
van een nieuwe klant het eerste kwartaal zelf te boeken.
“Dan zie je ook wat de kwaliteit is van wat wordt
aangeleverd en of de inschatting van je klant bij de kennismaking
klopt met wat je in de administratie aantreft.”
Met een voorbeeld licht hij het belang hiervan toe: “Stel
dat een transportondernemer wil dat ik z’n administratie
verzorg, z’n jaarrekening maak en z’n omzet- en loonbelasting
en IB-aangifte verricht. Hij heeft een onderneming
in dezelfde plaats als waar ik ben gevestigd, dus
ik ken hem al van naam. Mijn eerste inschatting is: een
hardwerkende, integere man. Omdat dat belangrijk is
voor mijn dienstverlening informeer ik wat voor transporten
hij verzorgt. Hij vertelt dat hij containers tussen
Delfzijl en Rotterdam vervoert. Maar bij het boeken van
z’n administratie kom ik tot mijn verbazing benzinebonnen
uit Oostenrijk tegen en kasopnames met als bijzin
‘Grensopname Albanië’. Als adviseur moet je daar iets

wassen?
mee doen en jezelf afvragen of je wel genoeg hebt doorgevraagd.
Ik pak op zo’n moment de telefoon.” De uitleg
is dat hij onvoldoende werk had en voor een bevriend
transporteur goederen naar Albanië heeft vervoerd. Over
de grensvergoedingen vertelt hij: ‘Als ik de douane € 250
betaal, mag ik in één keer doorrijden, en anders kan ik
twee dagen wachten’. Dat zijn dus steekpenningen. “Met
die kennis stuit ik op een bepaling van het ministerie van
Financiën dat het bij grensoverschrijdend verkeer in dat
soort landen tot bepaalde maxima is toegestaan om een
bedrag te betalen. Die regeling voeg ik toe aan het dossier
en daarmee is het risico voor mij tot een aanvaardbaar
niveau teruggebracht. Zodat ik bij vragen kan laten
zien waarop ik me hebt gebaseerd.”
Afscheid nemen
“Ik heb al twee keer meegemaakt dat een administrateur,
zonder dat deze het in de gaten had, vanuit zijn positie
onderdeel werd van een criminele organisatie. Je moet
oppassen dat je, als je dingen tegenkomt waarvan je
denkt ‘wat vreemd’, niet alle verklaringen van de klant
voor ‘waar’ aanneemt.” Als er te veel rook is, dan moet
je afscheid nemen van de klant, adviseert Weerdenburg.
Dit kan echter niet zomaar. “Bij het opzeggen van de
samenwerking moet je een klant wettelijk een redelijke
termijn bieden – dat is vier tot zes weken – om een
nieuwe adviseur te vinden.” Zelf maakte hij als adviseur
mee dat een autohandelaar negatieve kassen had. Er waren
daarnaast drie auto’s verdwenen, die niet verkocht
waren en ook niet op de eindvoorraad stonden en de
administratie liet ook andere vraagtekens. De ondernemer
beweerde dat ze waren gestolen. Een proces-verbaal
ontbrak. “Op zo’n moment moet je je eigen positie in
bescherming nemen en het melden. Je mag je klant niet
‘Als er te veel rook is,
moet je afscheid nemen
van de klant’
informeren dat je gemeld hebt.”
Een belangrijk voordeel van melden is dat je als adviseur
bij de procedure die erop volgt nooit aan de verkeerde
kant van de tafel terechtkomt. Maar, zo voegt Weerdenburg
toe: “Meld nooit alleen! Leg de zaak vooraf aan een
onafhankelijke deskundige voor, die de situatie mee beoordeelt.
Als je ten onrechte meldt en er ontstaat schade,
dan ben je het haasje! Die redelijkheid voeg je toe door
die ander bij de beslissing te betrekken.”
“Normaliter ben je goed van vertrouwen en gun je
iemand het voordeel van de twijfel. Als dat wordt beschaamd,
moet er een belletje gaan rinkelen. Je moet
luisteren naar je onderbuikgevoel. Dat liegt eigenlijk
nooit,” adviseert hij. “Neem je de klant te lang in bescherming
en hij wast wit, dan ben je er voordat je het
weet onderdeel van. Dan zijn de rapen heel gaar. Je
denkt altijd dat het een ander overkomt. Totdat je er
zelf mee wordt geconfronteerd. Dan wordt je afgestraft
voor je naïviteit. Als klantgerichtheid klantgezwichtheid
wordt, ben je al verkeerd bezig.”
g
John Weerdenburg
NOAB
49 Activa

Lenteakkoord: in hoeverre
NOAB
Activa 50
NOAB-leden weten het als geen ander: als je voortdurend meer geld uitgeeft dan er binnenkomt,
dan kom je op den duur in de problemen. Ook de Nederlandse overheid lijkt dit eindelijk door te
krijgen. De werkgever kan de borst natmaken.
Door: mr. Joop van Zijl
De regering geeft al jaren meer geld uit dan er binnenkomt.
De enige reden waarom het met het huishoudboekje
van de overheid nog steeds niet echt verkeerd
afloopt, is dat er voldoende personen en instellingen zijn
die de Nederlandse Staat geld willen lenen om in het
tekort te voorzien. Maar nu steeds duidelijker wordt dat
het niet vanzelfsprekend is dat zelfs een Europese Staat
de rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen die
aan het lenen van geld zijn verbonden, is het ook minder
vanzelfsprekend dat de Nederlandse Staat steeds op aanvaardbare
voorwaarden geld zal kunnen lenen om het
gat in zijn begroting te financieren.
Begrotingsakkoord
Even leek het er op dat zelfs getwijfeld ging worden
aan de vraag of een betrouwbare schuldenaar als de
Nederlandse Staat zijn rente- en aflossingsverplichtingen
wel zou kunnen nakomen. Het gat in de begroting
van de Nederlandse Staat liep op en de partijen die de
Nederlandse regering steunden, bleken niet in staat om
overeenstemming te bereiken over een manier om dat
gat ten minste een stuk kleiner te maken. Net toen Nederland
leek af te glijden naar het niveau van (door verzuurde
politieke verhoudingen) nauwelijks bestuurbare
landen als de Verenigde Staten en België, bereikten de
twee regeringspartijen die de minderheidsregering steunen,
alsnog een akkoord met drie kleine oppositiepartijen
over een manier om het verschil tussen de uitgaven
en inkomsten van de Nederlandse Staat ten minste iets
kleiner te maken.
Hoewel dat akkoord de verkiezingen nog moet zien te
overleven, is de kans groot dat de maatregelen uit het
begrotingsakkoord voor 2013 daadwerkelijk zullen worden
uitgevoerd. Gelet op de politieke verhoudingen zal
het ook na de verkiezingen nog wel de nodige tijd kosten
om een regering te formeren. Zonder nieuwe regering
ligt het voor de hand dat de begroting voor 2013 in elk
geval wordt gepresenteerd op basis van de afspraken zoals
die nu gemaakt zijn tussen de vijf politieke partijen.
Hebben die vijf partijen een meerderheid in de nieuwe
Tweede Kamer, dan zal het bereikte begrotingsakkoord
wel worden uitgevoerd.
‘Nederland leek af
te glijden naar het
niveau van nauwelijks
bestuurbare landen als
de VS en België’
Is voor een meerderheid in de Tweede Kamer nog de
steun van een zesde partij (PvdA?) nodig, dan ligt weliswaar
voor de hand dat aanpassing van de begroting
wordt verlangd, maar ook dan zal het in de praktijk niet
meer mogelijk zijn om majeure aanpassingen te doen,
zodat ook dan het grootste deel van de begroting wel
overeind zal blijven. Bovendien heeft de regering medegedeeld
dat (maar vraag mij niet hoe?) men de wetgeving
inzake de fiscale maatregelen nog vóór de zomervakantie
wil afronden.
Gevolgen voor werkgevers
Het loont dus de moeite om te bezien wat het begrotingsakkoord
voor werkgevers in petto heeft. Werkgevers
hebben natuurlijk in de eerste plaats te maken met de
snellere verhoging van de leeftijd waarop de AOWuitkering
ingaat: naar 66 jaar in 2020 en 67 jaar in 2025.
Ik laat dit verder onbesproken. Ook de afschaffing van
de afdrachtsvermindering oudere werknemer (62-plussers)
laat ik met slechts een enkel woord aangeduid. Dat

is de werkgever de klos?
werkgevers vanaf 2014 maximaal de eerste zes maanden
van de WW-uitkering zelf gaan betalen is evenwel een
belangrijke wijziging. Werkgevers betalen één maand
WW-uitkering per dienstjaar, maar minimaal drie maanden
bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd. Deze verplichting geldt ook bij beëindiging
van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. In
het verleden is een dergelijke maatregel wel eens eerder
overwogen maar nooit ingevoerd, omdat het de nekslag
zou kunnen betekenen voor bedrijven die zich in financiële
problemen bevinden. Het zal NOAB-leden interesseren
dat voor kleine werkgevers een uitzondering is
aangekondigd.
In het oog springt natuurlijk de aangekondigde herziening
van het ontslagrecht. Vanaf 2014 worden ontslagvergoedingen
beperkt tot een kwart maandsalaris per
gewerkt dienstjaar met een maximum van zes maanden,
welke ontslagvergoeding echter alleen kan worden gebruikt
voor scholing of voor werk-naar-werktrajecten.
Vanaf 2014 worden ook de ontslagprocedures bij de kantonrechter
en het UWV vervangen door een verplichte
procedure waarbij de werkgever de werknemer vóór het
ontslag hoort. In geval van kennelijk onredelijk ontslag
(bijvoorbeeld in geval van discriminatie) kan de werknemer
achteraf een beroep doen op de rechter, maar daarbij
zullen strakke wettelijke normen gaan gelden om te
voorkomen dat te vaak een beroep op de rechter wordt
gedaan. Begin juni stuurt de regering een hoofdlijnennotitie
met een nadere uitwerking van de maatregelen
op het gebied van de WW-uitkering en het ontslag naar
de Tweede Kamer.
Andere wijzigingen
Werkgevers krijgen ook te maken met wijzigingen op
het gebied van de reiskostenvergoeding. Met ingang van
2013 kan de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer
(per auto, openbaar vervoer of fiets) niet meer
onbelast worden verstrekt. Het percentage van het forfait
(de zogenoemde ‘vrije ruimte’) in de fiscale werkkostenregeling
(1,4% in 2012) wordt in verband hiermee verhoogd
naar 1,6% in 2013. Werkgevers worden daarmee
vervroegd in de richting van toepassing van de fiscale
werkkostenregeling gedreven. Uiterlijk met ingang van
2014 moeten alle werkgevers die toepassen. Vanaf 2014
kunnen zelfs vergoedingen voor zakelijke reizen (per
auto, openbaar vervoer of fiets) niet meer onbelast worden
verstrekt. Het percentage van het forfait in de werkkostenregeling
(1,4% in 2012 en 1,6% in 2013) wordt
dan verhoogd naar 2,1%.
Fotografie: Guido Koppes
Voor werkgevers is tenslotte van belang dat een eenmalige
werkgeversheffing voor hogere inkomens wordt
ingevoerd. In 2013 zal van werkgevers een eenmalige
crisisheffing worden geheven van 16% over het loon
(inclusief bonussen) van werknemers in 2012 dat meer
bedraagt dan € 150.000. Op het moment dat ik dit schrijf
is de tekst van het wetsvoorstel nog niet bekend, maar
zeer wel denkbaar is dat daarbij het loonbegrip voor de
loonbelasting bepalend zal zijn. Dat zou betekenen dat
ook ontslagvergoedingen meetellen. De werkgever die in
2012 een ontslagvergoeding aan een wat hoger beloonde
werknemer betaalt, zou dan rekening dienen te houden
met een heffing van 16% over het totaal van het in 2012
betaalde loon plus ontslagvergoeding dat het bedrag van
€ 150.000 te boven gaat.
g
NOAB
51 Activa

NOAB
Activa 52
Advertorial
Het einde van Windows
Microsoft stopt binnenkort met de support van Windows XP en Office 2003. Doorwerken op
de verouderde software levert veiligheidsrisico’s op en kan leiden tot problemen met de
boekhoudsoftware. Samen met Microsoft en andere partners biedt LinkiT ondersteuning bij de
overstap op Windows 7 en Office 2010.
Door: Hans Pieters
De desktop is een ondergeschoven
kindje, meent Eelco Orsel van LinkiT.
“De besturingssoftware en het
Officepakket komen mee met de
hardware. Tussentijds wordt niet
overgestapt.” Bedrijven houden vast
aan het bestaande pakket, ook als
er een
nieuwe
‘De migratie is een
hobbel, maar moet
gewoon. XP is bijna
tien jaar oud’
versie op
de markt
komt. Pas
bij de vervanging
van de
hardware
wordt
nagedacht over de software. Normaal
gesproken is dit geen enkel
probleem. Maar doordat de support
op Windows XP en Office 2003 is gestopt,
is de kwestie opeens relevant.
Veel administratiekantoren werken
nog met deze verouderde besturingssoftware.
“Doordat de support
is gestopt, ontvang je als gebruiker
ook geen automatische ‘bugfixes’ en
beveiligingsupdates meer,” vertelt
Orsel. “Maar geen support vanuit
Microsoft betekent ook dat softwareontwikkelaars
als UNIT4 en Exact
ook hún support uiteindelijk zullen
stoppen.”
Gratis migratieconsult
LinkiT werkt samen met Microsoft
in een zogenoemd ‘upgrade’-programma.
Samen met Microsoft, HP
en Schoevers biedt de ICT-specialist
administratiekantoren ondersteuning,
waardoor deze probleemloos
kunnen overstappen op Windows 7
en Office 2010. “Als je migreert naar
het nieuwe Officepakket begeleiden
we onze klant en diens medewerkers
en kunnen ze een training op ons
kantoor volgen,” vertelt Orsel. “Je
krijgt een behoorlijke korting op de
Office- en Windows-licenties, HP
biedt korting op de kantoorhardware
en Schoevers biedt een gratis training
om thuis te raken in het programma.”
Het nieuwe besturingsprogramma
vraagt om een andere manier
van werken. De migratie is een
hobbel, maar wel een die genomen
moet worden: “Het moet gewoon.
XP is bijna tien jaar oud.” LinkiT
voert een gratis migratieconsult uit,
waarbij de IT-specialisten checken
of de andere softwarepakketten die
de klant in gebruik heeft ‘praten’
met Windows 7 en Office 2010. “De
klant ziet precies de mogelijkheden
of onmogelijkheden en de kosten die
eruit voortvloeien.”
Hostingomgeving
Met het upgradeprogramma kunnen
kantoren niet alleen kiezen
voor een overstap binnen de eigen
kantooromgeving, de klant kan des-
gewenst ook Office betrekken uit de
hostingomgeving van LinkiT. Hiertoe
heeft LinkiT een RoadMap ontwikkeld
die klanten begeleidt om deels
of in zijn geheel gebruik te maken
van de Cloud Services. Deze gaat van
de meest eenvoudige bouwsteen, de
Managed Back-up, waarbij het kantoor
de back-up extern ‘in de cloud’
opslaat, tot aan de meest uitgebreide
variant, waarbij het besturingsprogramma
en de softwarepakketten
ook in de Cloud staan en LinkiT de
complete werkplek levert. “We zijn
traditioneel sterk in (remote) systeembeheer.
De behoefte aan een
back-up is er altijd al. Dat is een heel
kostenbesparende en veilige actie.
De gegevens staan online, buiten
de deur, in een beveiligd NEN/ISOgecertificeerd
datacenter. De bedoeling
van onze RoadMap to the Cloud
is dat je makkelijk kunt instappen
en voor een vast bedrag per maand
LinkiT
Rijnzathe 9
3454 PV De Meern
Postbus 13130
3507 LC Utrecht
t: 030–265 0 265
f: 030–265 0 285
e: contact@linkit.nl
i: www.linkit.nl

XP
het IT-beheer kunt uitbesteden,”
aldus Orsel. “Op het moment dat
de Office-licenties moeten worden
verlengd, kun je ook overstappen en
Office via de cloud afnemen.” Het is
een heel hybride vorm van dienstverlening,
meent hij: “De klant kan
naar wens per kwartaal de dienstverlening
bijsturen. De RoadMap
is op drie punten schaalbaar: qua
kosten, qua infrastructuur; maar
ook qua dienstenportfolio. Je betaalt
voor wat je afneemt. Je weet precies
wat er in je dienstenpakket zit.
Klanten groeien door op basis van
economische redenen of op basis
van vertrouwen. “Je hóeft niet door
te groeien, het mag.”
Zes modules
De RoadMap bestaat uit zes modules,
waarvan de basis de IP-back-up
is. Bij iedere stap, bij elke investering
kan de klant de overweging maken
of hij al dan niet onderdelen van
de RoadMap kiest. De gebruiker
betaalt alleen voor de online-dienst
die hij afneemt. Hierdoor kan deze
aanzienlijke kosten besparen op de
aankoop van software en hardware.
“We maken een analyse waar de
klant staat qua automatisering. Als
hij naar de volgende stap kan en wil,
dan maken we die,” vertelt Orsel. De
data worden opgeslagen bij datacenters
in de omgeving van Amsterdam,
waardoor deze onder de Nederlandse
wet- en regelgeving vallen. Een belangrijk
aandachtspunt, in de ogen
van Orsel: “Het is niet de informatie
van het administratiekantoor. Het
zijn de data van de klanten van het
kantoor. Die willen steeds meer
weten wat er met hun gegevens gebeurt.
Ze geven geen toestemming
om die data in Amerika op te slaan.”
LinkiT biedt haar cloud-diensten
voor kleine kantoren en kantoren
met honderd werknemers. Het
bedrijf levert diensten voor de accountancymarkt
in de breedste zin
van het woord. Doordat LinkiT zich
vanaf het allereerste begin heeft
toegelegd op de financieel-administratieve
sector, is de dienstverlener
thuis in de applicaties van alle grote
aanbieders. Hierin onderscheidt de
onderneming zich van andere partijen,
stelt Orsel. “De klant kan met
elk gewenst pakket aan de slag. We
hosten niet alleen, we ondersteunen
de klant waar nodig en lossen problemen
zelf op.” Door middel van
‘Software as a Service’ (SaaS) zijn
de applicaties online beschikbaar. De
klant ‘huurt’ de financiële software
via LinkiT, waardoor deze geen startinvestering
hoeft te doen. De dienstverlener
biedt 24/7-support. Updates
worden buiten kantooruren geïnstalleerd,
zonder dat de gebruiker er
hinder van ondervindt en niet in het
begin van het jaar wordt overladen
met installaties van nieuwe software.
Eelco Orsel
Gratis informatiesessies
Binnenkort organiseert LinkiT op
haar kantoor gratis informatiesessies
over haar RoadMap to the Cloud en
het Office Upgrade Programma. Bij
dit nummer van Activa ontvangt u
hiervoor een uitnodiging als losse
bijlage. LinkiT hoopt u daar te mogen
ontmoeten en uitgebreid te informeren
over deze diensten.
NOAB
53 Activa

Op de thee in Oekraïne
NOAB
Activa 54
Recent was ik in Oekraïne. Ik bezocht er een strafzitting, stuitte op een taalbarrière en verbaasde
mij over de snelheid waarmee de zaak werd behandeld. Mijn aanklacht tegen de corruptie viel
echter niet in goede aarde.
Door: mr. Sjef Römkens
De levensstandaard in Oekraïne is niet hoog. Het minimuminkomen
bedraagt € 90 per maand. Een goed salaris
is € 120 per maand. Een kop koffie kost € 0,50. De mensen
op het platteland leven praktisch autarkisch: wat ze
eten en drinken maken ze zelf.
Oekraïne is ook zeer
corrupt. Op de we-
‘Er stapte een
jongedame binnen die
perfect Engels sprak’
reldranglijst van corruptie
in de publieke
sector – de Corruption
Perceptions
Index 2011 – die 183
landen telt, staat Oekraïne,
samen met Rusland, omstreeks plaats 150. Voor
een goed begrip, Nieuw-Zeeland staat op nummer één
als minst corrupte land, vóór Denemarken en Finland,
Nederland bezet de zevende positie, Somalië sluit de
rij. Ik ontmoette er iemand die net was afgestudeerd als
tandarts. Omdat de opleiding gratis is, moeten afgestudeerden
drie jaar voor de overheid werken. De tandarts
behoorde tot de beste studenten en mocht een opleiding
tot kaakchirurg volgen. Die opleiding wordt gegeven in
een van de zeventien ziekenhuizen waar kaakchirurgen
werken. Overal moest de tandarts 17.000 dollar smeergeld
betalen om tot de opleiding te worden toegelaten.
Thee met een koekje
In een stad heb ik het Paleis van Justitie bezocht. Ik wilde
een strafzitting bijwonen om de sfeer te proeven. Mijn
begeleider wilde niet mee naar het Paleis van Justitie.
Het was volgens hem de hoge tempel van corruptie. Hij
wilde daar niet naar binnen. Om 9.00 uur in de ochtend
ging ik door de metaaldetector. Het apparaat stond er
voor de sier. Het functioneerde niet, zoals zo veel in Oekraïne.
Iedereen legitimeerde zich en liet in zijn tas kij-
ken. De bewakers vroegen mij niets en lieten mij zonder
controle passeren. Zij hadden kennelijk in de gaten dat
ik er niet bij hoorde. Alles is in cyrillisch schrift. Ik kon
dus niet lezen waar ik heen moest. Ik vroeg de bewakers
om een persoon die Engels spreekt. Een van de bewakers
ging weg en kwam even later terug met de mededeling
dat er niemand was die Engels spreekt. Daarop ben ik
iedereen die binnenkwam in het Engels en in het Duits
gaan aanspreken. Dat gaf de nodige ophef. Na tien minuten
verscheen een mevrouw die mij gebaarde haar
te volgen. We kwamen in een kamer van een andere
mevrouw. Zij sprak ook geen Engels. Daarop gingen we
naar de directeur van de rechtbank. Hij sprak ook geen
Engels.
Na een paar minuten stapte een jongedame binnen die
perfect Engels sprak. Ze was rechter in opleiding. Nadat
ik had uitgelegd wie ik was en waarvoor ik kwam,
was het ijs gebroken. Ik kreeg thee met een koekje. Om
10.00 uur zou een strafzitting van het gerechtshof beginnen.
Het gezelschap begeleidde me naar de zittingzaal.
De rechter in opleiding ging achter mij zitten en vertaalde
simultaan. Behandeld werd een zaak van twee
jongemannen, die een roofoverval op een meisje hadden
gepleegd. Het betrof een feit van één jaar eerder. Het
slachtoffer was, met haar moeder, in de zittingzaal aanwezig.
In eerste instantie was de eis drie jaar gevangenisstraf.
De rechtbank had de mannen tot twee jaar gevangenisstraf
veroordeeld. De officier van Justitie was in
hoger beroep gegaan. Toen de rechters binnenkwamen,
bleek de voorzitter een van degenen te zijn die ik bij de
ingang had aangesproken. Wij hebben een blik van herkenning
gewisseld. Het gerechtshof vroeg het meisje en
de moeder wat ze van de eis en de straf vonden. Nadat
beiden hadden gezegd dat ze die te hoog vonden, leek

het wel alsof zij verdachten waren, zo begon de rechter
tegen hen uit te varen.
Na de terechtzitting ben ik met het gezelschap teruggegaan
naar de kamer van de directeur. En werd opnieuw
op thee getrakteerd. Deze keer kreeg ik er een bonbon
bij. We hebben gesproken over de gang van zaken op de
zitting, over de advocatuur in zijn algemeenheid en de
rechtspraak in Nederland. Ik heb de mensen gecomplimenteerd
met de snelheid waarmee de strafprocedure
was behandeld.
Drie keer slecht
In Nederland komt het bijna niet voor dat een strafzaak,
in hoger beroep, binnen één jaar na de daad, behandeld
wordt. Afgelopen week heb ik nog een verdachte bij de
rechtbank bijgestaan, die in 2004 als verdachte is aangemerkt,
voor strafbare feiten die omstreeks 2000 gepleegd
zouden zijn. Dat is natuurlijk geen humane strafrechtspleging
en wat dat betreft kunnen wij een voorbeeld
nemen aan Oekraïne. We hebben gesproken over de ad-
‘Ik vertelde over het
smeergeld dat hij moest
betalen’
vocatuur en hoe je in Nederland advocaat kunt worden.
Dat een stagiaire in Nederland omstreeks € 2.500 per
maand betaald krijgt, stuitte op het nodige onbegrip.
In Oekraïne moet je betalen om betaald werk te krijgen.
Ze vroegen of ik nog iets ‘ergs’ had meegemaakt. Ik
vertelde over de tandarts die kaakchirurg wilde worden
en het smeergeld dat hij daarvoor moest betalen. Ik heb
gezegd dat ik dat heel erg vind voor Oekraïne en de vele
aardige mensen die ik er heb ontmoet. Ik heb hen uitgelegd
dat corruptie drie keer slecht is. Het is slecht, omdat
met corruptie verdiend geld, vooral als het veel is, niet
in Oekraïne wordt besteed en zo snel mogelijk naar het
buitenland wordt gebracht.
Corruptie ruïneert een land. Bijna alle jongeren die ik
sprak, willen niets liever dan het land onmiddellijk verlaten.
Tenslotte is het slecht omdat iemand die in een land
wil investeren,
dat bij voorkeur
niet doet in een
land dat zeer
corrupt is. Toen
ik dat gezegd
had, was het gesprek
afgelopen
en werd ik naar
buiten
begeleid. g
Fotografie: De Vlam
NOAB
55 Activa

Opleiding FA-adviseur
aanzienlijke voordelen
NOAB
Activa 56
Medewerkers van NOAB-kantoren kunnen met een aanzienlijke korting instappen in de Opleiding
Fiscaal Adviseur voor het MKB die NOAB in samenwerking met het Fiscaal Studie- en Documentatie-
centrum (FSDC) aanbiedt. Een korte kennismaking met dit kwalitatief hoogstaande en sterk
praktijkgerichte curriculum dat slechts tien maanden studie vergt en bovendien 16 PE-punten
oplevert.
Door: Paul Postema
De complexe fiscale wet- en regelgeving waar ondernemers
in het MKB mee van doen hebben, heeft de figuur
van de Fiscaal Adviseur (FA) de laatste jaren steeds belangrijker
gemaakt. De FA is gekwalificeerd om namens
de cliënt alle fiscale zaken te verzorgen en de daarmee
samenhangende contacten met de Belastingdienst te
onderhouden. Om de fiscale kennis van de adviseur
naar een hoger plan te tillen, ontwikkelde het Fiscaal
Studie- en Documentatiecentrum (FSDC) de Opleiding
Fiscaal Adviseur FA. Deze opleiding kwam tot stand in
samenwerking met een vijftal hogescholen in het land:
NHL Hogeschool Saxion, Haagse Hogeschool, Avans, Hogeschool
Zuyd en Stichting ABC Opleiding en Training.
Alle reden voor NOAB om dit interessante curriculum in
haar educatieve aanbod op te nemen.
Zeer hoge kwaliteit
De samenwerking van het FSDC en de hogescholen bij
de ontwikkeling van het curriculum, de modules en het
les- en casusmateriaal waarborgt een opleiding van zeer
hoge kwaliteit. Bij het programma zijn inspecteurs van
de Belastingdienst en zelfstandig werkzame FA’s betrokken
waarmee de opleiding tevens een sterk praktijkgericht
karakter heeft. Na succesvolle afronding van de modules
wordt een diploma uitgereikt en mag de abituriënt
de beschermde titel Fiscaal Adviseur voeren en tevens
het bijbehorende logo gebruiken. Dit alles maakt de opleiding
dan ook uitermate interessant voor medewerkers
van NOAB-kantoren. Bij aanmelding krijgen zij € 1.000
korting op de kosten van het curriculum en bovendien
kent NOAB 16 PE-punten toe voor deze opleiding.
Breed curriculum
De opleiding kan mondeling of schriftelijk worden gevolgd,
in zijn geheel of per module. Inhoudelijk is er
geen verschil, de duur van de volledige opleiding is in
beide trajecten 10 maanden en ook de studiebelasting is
gelijk: ca. 15 uur per week. De verschillen zijn gelegen in
de kosten en het aantal lessen per traject. De mondelinge
opleiding wordt op zes locaties aangeboden, de schriftelijke
opleiding kan thuis of op kantoor worden gevolgd.
Zowel het mondelinge als het schriftelijke curriculum
omvat zeven modules, waarbij achtereenvolgens aan de
orde komen: loonbelasting, inkomstenbelasting (nietwinst,
winst uit AB en winst uit onderneming), vennootschapsbelasting,
dividendbelasting, internationaal
belastingrecht, omzetbelasting, formeel belastingrecht en
erf- en schenkbelasting. Elke module wordt afzonderlijk
en uitsluitend schriftelijk geëxamineerd. Voorafgaand
aan een module-examen is er een facultatieve examentraining
in Utrecht. Na een geslaagd examen wordt een
certificaat uitgereikt dat drie jaar geldig blijft. Als binnen
een termijn van uiterlijk drie jaar de certificaten van alle
zeven module-examens zijn behaald, wordt het diploma
uitgereikt. Eerder mag natuurlijk ook. Nog een voordeel
tot slot: een scriptie is niet aan de orde.

iedt NOAB-kantoor
Kostenoverzicht Opleiding tot Fiscaal Adviseur
Curriculum
Mondeling gehele opleiding € 3.480
Mondeling per module, per les € 200
Schriftelijk gehele opleiding € 2.140
Schriftelijk per module, per les € 80
Examens
Bijwonen examentraining € 70
Examengeld per module € 130
Instellen beroep tegen uitslag € 60
(Over deze bedragen is geen omzetbelasting verschuldigd)
Lesmateriaal
Boekenpakket € 760
(Excl. 6% BTW en verzendkosten)
Interesse?
Kijk voor meer informatie en aanmelding op www.noab.nl
NOAB
57 Activa

21933/2
Groter?
Amsterdam:
NOAB
Activa 020 79 58 97 928
Kleiner?
Of juist samen verder? Uw omgeving verandert snel, en hoe verandert ù mee?
MaeS en Partners begeleidt dagelijks grote en kleine kantoren bij de aan- en
verkoop of fusie van hun praktijk.
Deurne:
0493 321 240
Scan de
QR-code
en bekijk
de video.
MaeS en Partners biedt u inzicht in de mogelijkheden en geeft u een verrassende
en realistische kijk op de toekomst.
• Persoonlijke begeleiding om de juiste doelstellingen te formuleren
• Selecteren van de daarbij passende kandidaat
• Het hierdoor creëren van meerwaarde
• Actief als creatieve en discrete partner
MaeS en Partners, specialist in overnames en fusies. Bel voor een kosteloos,
oriënterend gesprek met Henri Maas of Jerome Senden.
www.maesenpartners.nl

Applicatie Hosting &
Werkplekautomatisering
LinkiT ontzorgt graag de ICT infrastructuur van haar klanten en heeft zich als
betrouwbare partner bewezen bij vele accountancy-, administratie en belastingadvieskantoren.
Of het nu om uw applicaties gaat of om volledige werkplekautomatisering:
LinkiT zorgt dat u zich kunt richten op uw core business.
Beschikbaarheid is wat voor u telt
Daarnaast biedt LinkiT ook de volgende diensten aan:
> Backup Online
> Remote Support & Monitoring vanuit ons ICT Service Center
> Systeembeheer op locatie
> Beveiliging van de ICT-infrastructuur
> Internetdiensten voor o.a. elektronische aangiftes
> Levering en onderhoud van hardware
> Performance-adviezen, projecten en consultancy
> Updateabonnementen van software
LinkiT is een full service ICT organisatie met specialisme in detachering,
managed services en systeem- & applicatiebeheer.
Voor meer informatie: telefoon (030) 265 0 265 / info@linkit.nl / WWW.LINKIT.NL
NOAB
59 Activa

Het accountancyvak wordt steeds veelzijdiger. Minder cijferleverancier, vaker scenarioschrijver.
Steeds vaker wordt u een adviseur van de ondernemer. Samen met UNIT4 Accountancy,
marktleider op het gebied van accountancysoftware, groeit u moeiteloos door naar een
adviserend professional. Bijvoorbeeld met het E-Novation4U-platform over ontwikkelingen in
de accountancybranche. En natuurlijk met geïntegreerde applicaties, waarmee u tijd en kosten
bespaart. Kijk op www.unit4.nl/accountancy. Want de wereld van de accountant verandert,
maar uw succes niet.
NOAB
Activa 60
DE WERELD VAN DE
ACCOUNTANT VERANDERT.
UW SUCCES NIET
UNIT4 ACCOUNTANCY.
SOFTWARE VOORUITGEDACHT