24.09.2013 Views

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ik kom terug op de term toepassing: deze homiletische term heeft bij Trimp een theologische<br />

invulling gekregen zonder dat deze beweging wordt geëxpliciteerd. Dat moet haast wel leiden tot<br />

spraakverwarring en onhelderheid. Heel duidelijk wordt dat zichtbaar in een artikel waarin Velema<br />

regaeert op het betoog van Trimp (dat artikel draagt eveneens de titel ‘Toepasselijke prediking’ 33 ). Hij<br />

heeft veel waardering voor het betoog van Trimp, maar vraagt zich toch af of Trimp de zaak niet te<br />

simplistisch voorstelt. Velema meent namelijk dat de term toepassing net zo dubbelzinnig is als het door<br />

Trimp afgewezen begrip toe-eigening (als typering voor het werk van de Geest). Velema zelf staat op het<br />

standpunt dat de gereformeerd-homiletische spreekwijze van uitleg en toepassing bedoelt uit te drukken<br />

dat preken meer is dan exegetiseren. Uiteraard ziet hij dat ook bij Trimp terug. Maar hij vraagt zich af<br />

waarom Trimp dan toch per se met één woord wil spreken (uitleg àls bediening = toepassing). Volgens<br />

hem is het noodzakelijk om met twee woorden te (blijven) spreken, vooral ook met het oog op de<br />

preekvoorbereiding: nadat de predikant heeft geëxegetiseerd gaat hij het gevondene immers toespitsen.<br />

Dat is de acte van het toepassen, de bewerking van de exegese, en duidelijk te onderscheiden van de<br />

exegese zelf. Nu weet ook Velema dat exegese en toepassing soms zo ver uit elkaar zijn gehaald dat de<br />

toepassing een zelfstandig stuk preek ging worden, los zelfs van de exegese. Waar dat gebeurt, acht hij<br />

de term toepassing niet meer op zijn plaats. Maar wanneer explicatie en applicatie worden<br />

geïdentificeerd, verdwijnt een noodzakelijke onderscheiding (die overigens nooit tot een scheiding mag<br />

worden). Velema heeft de indruk dat Trimp een dergelijke identificatie niet bepleit: er is bij hem een<br />

ruimte voor overgang van uitleg naar toepassing, ook al wil hij ze vlak bij elkaar houden. Maar het lijkt<br />

Velema toch zuiverder om openlijk de tweeslag te handhaven. In een uitgebreid artikel over ‘De plaats<br />

van de hoorder in de prediking’ 34 gaat Velema daar opnieuw op in. Daar blijkt met name Velema’s angst<br />

voor een door de hermeneutiek overheerste homiletiek de belangrijkste drijfveer te zijn voor handhaving<br />

van de tweeslag. In een hermeneutische homiletiek kan Gods Woord namelijk alleen maar verstaan,<br />

verklaard en vertolkt worden wanneer de hoorder zelf een constitutieve plaats krijgt in het verstaansproces.<br />

En deze visie doet geen recht aan de opdat-structuur van de tekst: lezen en uitleggen van de<br />

Schrift (de explicatie als eerste fase) zijn gericht op de verwerking door de hoorder (de applicatie als<br />

tweede fase). 35 Vanuit deze achtergrond is het voor Velema moeilijk te begrijpen dat sommige<br />

gereformeerde homileten, waaronder Trimp, de tweeslag niet willen handhaven en er niet ruiterlijk voor<br />

willen uitkomen dat de applicatie een apart element is in de preek. 36<br />

Het is op het moment niet zinvol om Velema’s betoog verder te analyseren. Wel kan inmiddels<br />

duidelijk zijn dat zich hier een spraakverwarring voordoet. Er worden verschillende woorden door elkaar<br />

gebruikt: afstemmen, toepassen, concretiseren, toespitsen, en dat ook nog eens enerzijds in het kader van<br />

de preekvoorbereiding en anderzijds met betrekking tot de preek zelf. Velema wijst terecht op onduidelijkheden<br />

in Trimps spreken, maar ook zijn bijdrage verheldert uiteindelijk weinig. Mijn conclusie is<br />

daarom ook dat voor een doordenking van de preek als een op de hoorders gerichte aanspraak de<br />

explicatie-applicatie-terminologie niet meer vruchtbaar kan worden gehanteerd: de terminologie is<br />

verouderd, te zwaar belast en impliceert eigenlijk per definitie een tweedeling waar juist naar eenheid<br />

gezocht wordt. Daar komt bij dat de term toepassing dubbelzinnig en daarom onhelder is. Een en ander<br />

betekent dat het noodzakelijk is om van de begrippen explicatie en applicatie (en de afleidingen ervan) af<br />

te stappen en te zoeken naar een andere benadering. Die benadering moet dan wel de intentie van het<br />

explicatie-applicatie-schema opnemen. Die intentie kan als volgt onder woorden worden gebracht: de<br />

preek moet recht doen aan de tekst (explicatio) én recht doen aan de hoorder (applicatio), want het<br />

Woord van God is per definitie en in zichzelf op mensen gericht.<br />

Een andere benadering<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!