1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
homiletische traditie. Dat gebeurt bewust, want ik ben, zoals gezegd, op zoek naar de omtrekken van een<br />
gereformeerd-homiletische theorie die recht doet aan de fundamentele gereformeerd-theologische uitgangspunten<br />
voor de prediking. Die uitgangspunten liggen onder de gegeven omschrijving. In de<br />
toelichting die ik nu geef, wil ik ze expliciteren. 20<br />
Het evangelie moet verkondigd worden. Dat is geen vrijblijvende zaak: het uitgangspunt voor een<br />
theologische doordenking van de prediking ligt niet in het gegeven dat er sinds jaar en dag gepreekt<br />
wordt in de kerk, maar in het gegeven dat God wil dat zijn boodschap wordt doorgegeven. Het evangelie<br />
moet verkondigd worden omdat onze God een levende God is: een God die sprekend schept en scheppend<br />
spreekt. Onze God is een sprekende en scheppende God, een God die als scheppende en sprekende<br />
God mensen zoekt: Hij komt met zijn heil en zijn genade naar onze wereld toe. Dat doet Hij door middel<br />
van het Woord: in het gewaad van de Schriften komt de God en Vader van Jezus Christus ons nabij.<br />
De aanduiding Gods Woord in de omschrijving verwijst dan ook naar de Heilige Schrift: die Schrift is<br />
Gods Woord. Via de Schriften spreekt God zijn Woord. Dat spreken vindt niet in het luchtledige plaats,<br />
want God spreekt ons aan: de Schriften hebben als geschenk van de Geest niet alleen de mens van toen<br />
maar ook de mens van nu op het oog. Een onopgeefbaar uitgangspunt is dan ook dat de Schrift relevant<br />
is en als zodanig actueel, want Gods Woord is per definitie relevant en actueel.<br />
Dit Woord van God wil bediend worden. Deze bediening houdt in dat het heilzame Woord in de<br />
gemeente wordt uitgedeeld en dat het Woord in concrete situaties tot klinken wordt gebracht: God wendt<br />
zich in zijn genade tot zijn volk. Vanuit de term bediening laten zich twee dingen duidelijk maken. In de<br />
eerste plaats: de acte van bediening is een afsluitende handeling (zoals bij een maaltijd). Achter deze<br />
afsluitende handeling ligt een lang verhaal, dat in het kader van de prediking verteld kan worden in<br />
termen van het welbehagen van God die werkt door de eeuwen heen, die zijn Zoon gezonden heeft om<br />
ons met Hem te verzoenen, die zijn Geest gestuurd heeft om woning in onze harten te maken, die predikers<br />
zendt om het evangelie te verkondigen en die zich een gemeente vergadert van mensen die elk een<br />
eigen levensverhaal hebben. Heel dit verhaal ligt achter de prediking van Gods Woord in de gemeente<br />
van Christus. In de tweede plaats: met de term bediening wordt impliciet kritiek geleverd op de visie van<br />
de prediking als dienst aan het Woord (Barth). In deze visie, waarin de preek wordt gezien als een<br />
pogend tasten naar het niet-presente Woord dat geschieden moet, wordt geen rekening gehouden met de<br />
trouw van de God die nabij is in zijn Woord. Daarentegen gaat het in de prediking als Woord-bediening<br />
om het namens God tot de gemeente komen met het nabije Woord: God geeft Zichzelf in zijn Woord.<br />
De prediking als bediening van Gods Woord vindt plaats binnen een heel specifieke ruimte: de<br />
gemeente van Christus. De hoorders van de preek vormen niet een willekeurige verzameling van<br />
mensen, maar de verzamelde gemeente van hen die in Christus zijn. Deze gemeente, die op de eerste dag<br />
van elke week - want het bekende nieuws moet altijd weer (op)nieuw (aan)gezegd worden - samenkomt<br />
rond het Woord van God om door dat Woord te worden opgebouwd, is een ambtelijke gestructureerde<br />
gemeente: God geeft in zijn wijsheid mensen die een voorgangersrol moeten vervullen, mensen met een<br />
zending. En de predikant die op de preekstoel staat is zo’n mens met een zending: als ambtsdrager neemt<br />
hij niet uit zichzelf het Woord, maar vervult hij al sprekend een roeping: verkondig het Woord. Uit<br />
zichzelf kan (en wil) hij dat helemaal niet, want hij is slechts mens onder de mensen. Maar hij is niet<br />
alleen: de Geest is erbij.<br />
En zo komen we tenslotte daar uit waar we zeggen dat de prediking als bediening van Gods Woord in<br />
de gemeente van Christus, de bediening van de Geest is: de Heilige Geest is uiteindelijk het handelende<br />
Subject bij de prediking van het Woord. In en onder de menselijke activiteit van het preken belijden we<br />
het handelen van God die Geest is: de Heilige Geest werkt het geloof door de verkondiging van het<br />
heilig evangelie.<br />
8