24.09.2013 Views

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

37 Voor een grondige inleiding in de homiletische theorie van Lange: Van der Laan 1989a. Net als Van der Laan laat ik cruciale<br />

Duitse uitdrukkingen onvertaald staan (vergelijk: Van der Laan 1989a, 14-16).<br />

38 Vergelijk: Van der Laan 1989a, 118-123.<br />

39 Lange 1982, 36. Vergelijk ook de volgende citaten: “Aber als Aktualisierung dieser Überlieferung für eine bestimmte, in ihrer<br />

Weise einmalige homiletische Situation ist seine Aussage neues Wort, nicht Repetition, sondern verantwortliche Neuformung<br />

der Überlieferung” (29); “Der Prediger muß zwar »neues Wort« wagen, aber dieses »neue Wort« muß kontrollierbar sein, und<br />

zwar nicht nur für ihn selbst und für die Kirche, in deren Auftrag er predigt, sondern auch für die Gemeinde die ihn hört” (66);<br />

sprekend vanuit 1 Kor.14 over het verschil tussen leer en profetie: “dabei ist die Prophetie das sehr viel riskantere Unternehmen.<br />

Denn sie ist nicht einfach Applikation der Lehre, sondern setzt eine geistliche Beurteilung der Zeit, der gegenwärtigen Stunde,<br />

der Situation des Hörers voraus und wagt im Blick auf diese Situation ein neues, in der Überlieferung so noch nicht enthaltenes<br />

Wort” (112).<br />

40 Vergelijk: Van der Laan 1989a, 122.<br />

41 Lange 1982, 51. Vergelijk ook de volgende citaten: “Der hermeneutische Zirkel zwischen Text und Situation bleibt auch<br />

jenseits des Einfalls in kraft: der Einfall führt zu einer erneuten Musterung der Situation, nun im Hinblick auf die Frage, wie er<br />

zu einer verständlichen Rede ausgebaut werden kann. Der so enstehende Predigtentwurf als das »neue Wort«, als das Zeugnis<br />

des Predigers, für das er voll haftbar ist, ist wiederum zurückzukoppeln auf den Text, inwiefern er im Hinblick auf dessen<br />

Eigenaussage verantwortet werden kann” (34-35); sprekend over de in het doorlopen van de verstaanscirkel tot stand komende<br />

homiletische inval zegt Lange; “Ihm folgend wird der Prediger auf jeden Fall nicht den Text nachsprechen, sondern sein eigenes<br />

»neues Wort« sagen” (51).<br />

42 Lange 1982, 43. Zie over het notwendige Wort: Van der Laan, 81-87 m.n. 87.<br />

43 Vergelijk op dit punt ook de volgende opmerkingen van Runia: “Door tekst en gemeente voortdurend op elkaar te betrekken<br />

zal er een ‘nieuw’ woord voor deze gemeente kunnen ontstaan. Ik bedoel ‘nieuw’ niet in de zin dat er nu nieuwe openbaring<br />

plaatsvindt, die toegevoegd wordt aan de openbaring van de Schrift. Maar ik bedoel met het woord ‘nieuw’ hier, dat de gegeven<br />

openbaring voor deze gemeente nieuwe kleur krijgt, doordat ze opnieuw gezegd wordt in een nieuwe situatie” (Runia 1990, 403).<br />

44 Lange 1982, 29.64. Deze uitdrukking is een letterlijk citaat uit Luthers bijbelvertaling (Jes.28,19). Vergelijk: Van der Laan<br />

1989a, 104 noot 6.<br />

45 Zie: Van der Laan 1989a, 104.<br />

46 Vergelijk: Packer 1994, 58.<br />

47 In Hoofdstuk 5 ga ik nader in op het thema van de creativiteit. Zie ook: Hoofdstuk 12 en 13.<br />

48 Bulhof 1995, 50-72. Ik merk terzijde op dat ik lang niet alle inzichten van Bulhof deel: ik gebruik haar essay in de eerste<br />

plaats als een opstapje voor mijn eigen verhaal.<br />

49 Zie voor de metafoor van het uitvoeren van de tekst ook de volgende opmerking van Ebeling: “die Predigt als Predigt ist nicht<br />

Auslegung des Textes als geschehener Verkündigung, sondern ist selbst geschehende Verkündigung, und das heißt nun: Die<br />

Predigt ist Ausführung des Textes. Sie bringt zur Ausführung was der Text will” (Ebeling 1960, 347). Vergelijk ook: Lash 1986<br />

(hoofdstuk 3: ‘Performing the Scriptures’).<br />

50 Vergelijk de volgende opmerkingen van Runia: “Natuurlijk is de prediker ook altijd in de preek aanwezig. Dat is niet alleen<br />

onvermijdelijk, maar het is ook nodig. Hij is niet een grammofoonplaat die alleen maar herhaalt wat er van buitenaf opgedrukt is,<br />

maar hij is als een violist door wie de muziek heengaat om er als zijn interpretatie uit te komen. Maar de violist moet wel spelen<br />

wat de componist heeft neergeschreven. Hij speelt niet zijn eigen muziek, maar die van de componist. Maar omdat híj ze speelt,<br />

is ze op een bijzondere ‘relationele’ wijze ook weer zijn eigen muziek. De prediker als vertolker moet ook de hem voorgegeven<br />

Schrifttekst interpreteren. Dat is niet een noodzakelijk kwaad, maar een heilzame noodwendigheid, want hij moet de Schrift<br />

interpreteren naar mensen van vandaag toe, mensen die in een heel andere situatie leven dan de oorspronkelijke lezers van de<br />

profetische en apostolische getuigenissen. Maar als verkondiger en doorgever van déze getuigenissen moet hij zich wel open<br />

blijven stellen voor de bedoeling van de schrijvers” (Runia 1992, 178-179). En verder: “Wie geen ‘feeling’ voor muziek heeft,<br />

kan een orgelstuk wellicht technisch feilloos spelen, maar dan zit er nog geen muziek, geen leven in. Zo heeft een Schriftuit-<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!