NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg ... - Vilans
NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg ... - Vilans
NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg ... - Vilans
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>NHG</strong>-<strong>Standpunt</strong> ‘Huisartsgeneeskunde voor ouderen’ (definitieve versie vastgesteld tijdens de ALV van<br />
31-5-2007 © <strong>NHG</strong>, 2007)<br />
07-703-not<br />
- Met het verpleeghuis/de verpleeghuisarts 24<br />
Huisartsen ontwikkelen vormen van consultatie met het verpleeghuis in de regio en de daar<br />
werkzame verpleeghuisartsen. Met het verpleeghuis bestaan afspraken over tijdelijke/acute<br />
opnames voor behandeling/observatie of in verband met sociale indicaties. Op verzoek van de<br />
huisarts kunnen een verpleeghuisarts, psycholoog en maatschappelijk werker een analyse<br />
maken van de complexe problematiek van een oudere. Aandacht krijgen dan de medische<br />
toestand, het gedrag, cognitieve, sociale en psychologische aspecten en het functioneren. Bij<br />
voorkeur wordt de oudere thuis bezocht. Het team geeft de huisarts vervolgens een advies.<br />
Om de onderlinge afstemming te vergroten, kan de huisarts ook bij het huisbezoek aanwezig<br />
zijn.<br />
De extramurale consultatie door de verpleeghuisarts richt zich op:<br />
- advisering over het in multidisciplinair verband opstellen van het zorgplan;<br />
- het desgewenst inschakelen van andere disciplines en het bewaken van de<br />
uitvoering. 25,26<br />
De verpleeghuisarts is ook deskundig met betrekking tot de uitvoering van de Wet bijzondere<br />
opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Zie over de Wet Bopz bijlage 4. De<br />
verpleeghuisarts kan de huisarts adviseren over de inzet van (beperkende) middelen en<br />
maatregelen in de huisartsenpraktijk - wanneer de huisarts deze in de thuissituatie mag en kan<br />
inzetten. (Een voorbeeld is het afgeven van een medische verklaring zodat een familielid de<br />
financiën kan regelen.) De huisarts wordt geadviseerd om bij de inzet van middelen en<br />
maatregelen in het kader van de Wet Bopz altijd een consult van de verpleeghuisarts te<br />
vragen.<br />
In de LHV-Leidraad (pag. 65) wordt de optie genoemd van een verpleeghuisarts als lid van<br />
een huisartsenvoorziening (een HOED of gezondheidscentrum).<br />
- Met het ziekenhuis/de medisch specialisten<br />
De huisarts ontwikkelt zelf wanneer hij daaraan behoefte heeft consultatiemogelijkheden met<br />
het ziekenhuis/medisch specialisten in zijn eigen regio. Dit betekent het bieden van<br />
vraaggestuurde diagnostiek door de medisch specialist op verzoek van de huisarts, wat<br />
overigens aan de huisarts eisen stelt om goed te verwijzen. De tweede lijn staat daarbij open<br />
voor vragen/problemen, geeft snel een reactie waarmee de huisarts verder kan. Dit kan<br />
bijvoorbeeld zijn een geïntegreerd episodegericht behandelingsadvies door een ‘generalist’ in<br />
de tweede lijn (een internist of klinisch geriater) door middel van een eenmalig consult.<br />
Gedurende een dagdeel of dag wordt de patiënt in het ziekenhuis gediagnosticeerd en<br />
geobserveerd, waarna deze weer naar huis of het verzorgingshuis gaat met een advies voor de<br />
huisarts. Het belangrijkste doel is de verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt.<br />
De huisarts kan omgekeerd ook zelf een consultatieve functie vervullen voor medisch<br />
specialisten.<br />
- Met medewerkers van de GGZ<br />
Wanneer de huisarts gespecialiseerd advies wil op het gebied van geestelijke problematiek<br />
kan hij een consult aanvragen van de ouderenpsychiater, de sociaal-geriatrische dienst of het<br />
dementieteam.<br />
Aanbevelingen voor de huisarts<br />
• Bij behoefte aan consultatie ontwikkelt de huisarts zelf consultatiemogelijkheden,<br />
afhankelijk van de lokale omstandigheden. Dit kan zijn met de kaderhuisarts, de<br />
verpleeghuisarts, de medisch specialist of medewerkers van de GGZ.<br />
• De huisarts vraagt altijd een consult van de verpleeghuisarts bij de inzet van<br />
beperkende maatregelen.<br />
20