28.09.2013 Views

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Een Godgeleerde, die niet van God geleerd is, zou hier geschreven hebben "vele<br />

kinderen des duivels" want, redeneert zo’n dwaalleraar: "zo het kinderen Israëls<br />

waren, waarom moesten zij dan nog tot de Heere bekeerd worden?" De ware kinderen<br />

Israëls, het ware Israël Gods, wordt dat immers niet het uur van zijn bekering af, maar<br />

is het dan voor alle eeuwigheid toen de Heere hen uitverkoos naar Zijn eeuwig<br />

raadsbesluit, in de raad Zijns vredes.<br />

Zo’n vals schriftgeleerde zou ook de vraag opwerpen "waarom was het nodig dat zij<br />

bekeerd werden tot de Heere hun God, indien Hij reeds hun God was?"<br />

Het was echter juist de taak van Johannes om degenen, die de Heere Zich uitverkoren<br />

had, zo toe te bereiden, dat het woord van genade ingang zou vinden in hun harten.<br />

"Velen" der kinderen Israëls, niet "alle". Want er is geen algemene genade en de<br />

genade is ook geen erfgoed. Maar de gebeden der ouders voor hun kinderen worden<br />

verhoord tot in het duizendste geslacht dergenen die Hem liefhebben. Niet al de<br />

kinderen van Jacob waren uitverkoren, niet allen werden zalig, maar toch dacht de<br />

Heere nog aan Jacobs gebed voor zijn kinderen. Hij dacht er ook aan ten tijde van<br />

Johannes de Doper. De grootheid onzer zonden moet ons nooit van God afhouden,<br />

noch het vertrouwen op Zijn barmhartigheid en genade doen wankelen. Het is niet<br />

nodig, dat u mij of enig ander mens uw zonden blootlegt en ik begeer die ook niet te<br />

vernemen. Maar het is mij opgelegd, u naar Golgotha te wijzen en op het offer, dat<br />

dáár gebracht is.<br />

Wij lezen in het eerste vers van het derde hoofdstuk van Maleachi: “Ik zend Mijn<br />

engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal en snel zal tot Zijn tempel komen<br />

die Heere, die gijlieden zoekt, te weten de engel des Verbonds aan welke gij lust<br />

hebt.” Met deze engel wordt Johannes de Doper bedoeld, want er staat: hij zal voor<br />

Hem heengaan; en wordt Jezus Christus, voor Wie hij heen zou gaan, de Heere<br />

genoemd; God uit God; Eén met de Vader; God boven allen te prijzen in der<br />

eeuwigheid.<br />

Deze voorloper wordt echter in het vierde hoofdstuk van Maleachi niet Johannes,<br />

maar Elia genoemd en toch antwoordde Johannes de Farizeeërs op hun vraag: zijt gij<br />

Elias? zeer beslist "Nee!" "Ik ben het niet!"<br />

Dit moet men zo verstaan: Johannes was wel de persoon, die in Maleachi Elia<br />

genoemd wordt, doch niet de persoonlijke Elias zelf, maar hij bezat diens geest en<br />

gaven, had hetzelfde ambt te bekleden en daarom noemt de Heere Jezus hem ook<br />

Elias, zoals wij zulks lezen in Matthéüs 11: 12 tot 14: “En van de dagen van Johannes<br />

de Doper tot nu toe wordt het koninkrijk der hemelen geweld aangedaan en de<br />

geweldenaars nemen het met geweld. Want al de Profeten en de Wet hebben tot<br />

Johannes geprofeteerd; En zo u het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.” De<br />

Heere wilde hiermee zeggen: er zijn wel armen en ellendigen geweest, die de<br />

prediking van Johannes hebben aangenomen, maar die zijn meestal in stilte verborgen<br />

gebleven. Door de prediking van Johannes zal echter zonder twijfel een grote<br />

beweging en opschudding in het land ontstaan zijn. En zo’n beweging wordt dan wel<br />

eens als van Goddelijke oorsprong aangezien.<br />

De geweldenaars nemen het koninkrijk der hemelen met geweld in, eigenen zich alles<br />

toe in eigen kracht en maken zichzelf tot erfgenamen en deelgenoten van dat<br />

koninkrijk zonder het in waarheid te zijn. Want erfgenamen Gods en medeërfgenamen<br />

van Christus zijn alleen zij, die uit loutere genade tot kinderen en erfgenamen Gods<br />

zijn aangenomen, gelijk geschreven staat: want van zovelen als er door de Geest Gods<br />

geleid worden, die zijn kinderen Gods (Rom. 8: 14).<br />

28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!