28.09.2013 Views

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1. Prediking van Johannes de Doper<br />

Geliefden.<br />

Het Evangelie heeft een wonderbare kracht. Zeker is het een kracht Gods ter zaligheid<br />

voor een ieder die gelooft. "Geloven" heet het: Zalig zijn zij, die niet zien en nochtans<br />

geloven. Het valt echter zwaar voor ons te geloven, want het geloof begint telkens<br />

daarmee, dat het de mens diep verootmoedigt. Ik zeg, het geloof verootmoedigt de<br />

mens, want dat is immers, zo te zeggen, om zich voor het hoofd te slaan, dat men<br />

altijd weer opnieuw komen moet als een, die de eeuwige dood heeft verdiend. Dat is<br />

immers voor een eerlijk man om zich voor het hoofd te slaan. Wie eerlijk is, wil toch<br />

graag aan een ieder het zijne betalen. Een eerlijk man zou toch ook niet graag de<br />

Heere God het Zijne betalen. Dat hij met zijn werken de Heere een huis bouwe<br />

vanwege de verschuldigde dankbaarheid.<br />

Maar … daar leren wij ons kennen! Dat breken wij steeds weer af, wat wij opgebouwd<br />

hebben en moeten daarmee heengaan. De Heere heeft mij echter gezegd. Ik wil u een<br />

huis bouwen. Daar zie ik in het heiligdom het brandofferaltaar en het morgen- en het<br />

avondoffer. Wat op het altaar komt, is niet van mensen, het is steeds een var of bok.<br />

Zie, mijn geliefden! Dat is hard voor de mens, voor ons "ik", dat is hard voor zijn trots<br />

en hoogmoed, dat hij zo voortdurend moet verzoend en gereinigd worden door een<br />

ander. Hij, de volwassen mens met zijn groot verstand, zijn ijzeren wil, dat hij<br />

voortdurend moet aangekleed worden door een ander, dat hij zo volstrekt niets<br />

brengen kan van al hetgeen, dat hem toebehoort. En voortdurend naar huis moet gaan,<br />

met een gerechtigheid, die de zijne niet is. Ja, met een kleed der heiligheid, dat hij niet<br />

gemaakt heeft; het kleed is van zeer fijne kant, dat kan hij niet maken. Dat is hard<br />

voor de mens. Daardoor komt het, dat wij zo verkeerd zijn in de dingen Gods en zo<br />

blind, omdat wij het niet uitstaan noch verdragen kunnen. Dat wij door ‘vreemde’<br />

gerechtigheid moeten rechtvaardig zijn, en heilig zijn in een kleed van zo’n<br />

kunstmatig weefsel, dat boven ons begrip gaat en dat wij niet gemaakt hebben.<br />

"Maar ik dacht toch, dat dit licht aan te nemen was! Ik dacht toch, dat wij dat<br />

geloofden, dat wij daarop leefden en stierven!"<br />

Ja. Ja, daar zou ik dan wel eens willen weten, vanwaar twee dingen komen. Ten<br />

eerste, dat het zo moeilijk van hart gaat, in het aangezicht van dood en verdoemenis te<br />

zeggen: ik geloof! En ten tweede, vanwaar het komt, dat wij het met onze werken<br />

voortdurend zo slecht laten liggen. Daarvan is zeker telkens het ik, de trots, de<br />

hovaardigheid der mensen de oorzaak en daarom wordt de mens ook niet graag<br />

verontrust. Want met valse munt tot aan de deur des hemels komen, is voor de mens te<br />

verdragen, maar niets op zak te hebben en dan aan te kloppen, dat is voor hem<br />

verschrikkelijk. Daar blijft immers niets voor de mens over! Wanneer mijn geweten<br />

mij niet aanklaagt, ben ik vroom en kom in de hemel, dan heb ik rust. Maar wanneer<br />

mijn geweten mij aanklaagt, en mij Gods gebod voorhoudt, dat ik het overtreden heb,<br />

ja, dan zou ik van hart graag alles eerst goed gemaakt hebben om dan op genade te<br />

sterven. Er komt echter niets van en zo blijft de mens de oude knecht.<br />

Daarom zeg ik, dat het Evangelie een wonderbare kracht Gods is ter zaligheid van<br />

een ieder, die gelooft. Dit Evangelie echter versterkt de mens, dat, wanneer duivel en<br />

dood over hem zijn, wanneer het geweten hem aanklaagt, dat hij tegen alle geboden<br />

Gods zwaar gezondigd en geen ervan ooit gehouden heeft. Hij doet als de jongeling in<br />

Gethsémané, die, toen hij gegrepen werd door de krijgsknechten, het linnen in hun<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!