28.09.2013 Views

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

Schriftverklaringen 24 delen In hedendaagse grammatica herzien ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vlees en bloed, niet op nood en dood, maar zie Mij aan, zegt de Heere Jezus. Ik<br />

verkondig u grote vreugde en blijdschap. De duivel wil ons treurig en bezwaard<br />

hebben, maar de Heere Jezus wil, dat wij ons verheugen. Want gewis, het zal alles<br />

goed gaan als wij ons door Hem laten leiden en van Hem leren te geloven in God als<br />

in onze genadige God en Vader. Maar ach, wij arme mensen laten de duivel veel te<br />

veel met ons sollen, ons veel te veel door hem heen en weer werpen, in plaats van ons<br />

aan God te houden, en de zwarte helhond weg te jagen met het bloed van Jezus<br />

Christus. Waarlijk, wie arm en ellendig is heeft geen reden tot droefheid.<br />

Ziet, Ik verkondig u grote blijdschap! O, er is geen grotere vreugde op aarde, dan dat<br />

een zondaar, die vol zonde en schuld is, die gans bedorven is, die meent, dat hij<br />

verloren moet gaan, en dat hij geen God heeft, en daarom treurend en vol angst en<br />

nood zijn levensweg bewandelt, plotseling het woord van de Heere verneemt: Vrees<br />

niet! Ik heb u verlost, Ik delg uw zonde uit als een nevel en uw misdaad als een<br />

morgenwolk. Geen zwaarder droefheid dan de droefheid naar God van wege de zonde,<br />

geen groter vreugde dan waar God komt met Zijn hulp, met de hulp van Zijn<br />

aangezicht. En spreekt: “wees getroost o ziel, wacht op de Heere, ja wacht op de<br />

Heere, nog een weinig, nog een weinig, en gij zult alles beërven.” En nu, ach hadden<br />

wij maar een hart om de grote barmhartigheid van de Heere te begrijpen, maar het<br />

arme, kleine mensenhart heeft geen vatbaarheid voor Gods genade! En nochtans daalt<br />

de ganse hemel neer, om deze grote blijdschap te verkondigen.<br />

De engelen kennen onze verloren toestand niet. Zij hebben het nooit ondervonden, wat<br />

het is, in de hel te liggen en door Belials-banden gebonden te zijn. Nood, ellende,<br />

dodelijk verderf kennen zij niet; daarom kunnen ze ook niet verstaan wat genade is.<br />

Maar toch ontgloeien zij in heilige vreugde, als de Heere Jezus zich wil verheerlijken<br />

aan zulke zondaars, als wij zijn! Wel weten zij, hoe zondig en ellendig wij zijn, wel<br />

weten zij wat in onze harten steekt, maar daar houden zij zich niet mee op, maar zien<br />

op hun grote Koning, en bezingen de gebeurtenis, dat Hij de hemel heeft verlaten, ons<br />

vlees en bloed aangenomen heeft en daar nu ligt in zulk een ellendige kribbe. Daar<br />

verheugen de engelen zich over, dat God barmhartig is; en dat is de vreugde van de<br />

hel, deze hartelijke barmhartigheid van onze God ver te houden van de arme mens,<br />

door eigengerechtigheid en zonde. De vreugde en blijdschap van de Heere is het de<br />

diepgebogen zondaar weer op te richten en aan te nemen, de klagende en wenende te<br />

troosten en lege vaten te vullen. Zie, dat is ‘s hemels wijze van doen, dat is de regering<br />

van de eeuwige genade.<br />

Daarom klonk het in Bethlehem’s velden: Ziet, wij verkondigen u grote blijdschap, en<br />

dat niet alleen aan u, o herders, maar blijdschap die al den volke wezen zal, dat is, al<br />

het arme volk. De engelen weten wel, waar al dat arme volk verscholen zit, dat deze<br />

allerhoogste weldaad heeft ontvangen. Zij weten wel, waar ze vandaan komen,<br />

namelijk uit Galiléa, uit het arme zondaarsland, uit Nazareth, die beruchte stad. Wel<br />

waren er ook enigen te Jeruzalem, maar nochtans ‘al den volke’, zeggen de engelen,<br />

want in de veelheid van de onderdanen is de heerlijkheid van de koningen. Ja, dat is<br />

ook de rechte heerlijkheid van Koning Jezus, vele onderdanen te hebben; dat is Zijn<br />

zaligheid, dat alle arme zondaren, ja juist de ergste, de diepst gezonken zondaren in<br />

Zijn rijk zouden opgenomen worden. En dat is de vreugde van de engelen om aan al<br />

dit ellendig volk te verkondigen het grote heil, dat hun is wedervaren. Welnu, richt gij<br />

u trots omhoog en staat pal, gij wet, gij duivelen! Gij farizeeën, allen, waar onze<br />

Heiland maar heenkomt, kunt u die stroom van genade, die uit Zijn hart ontspringt,<br />

niet tegenhouden! Waar Hij komt, storten de tegensprekers in het stof terneer, en als<br />

Hij opstaat versmelten Zijn vijanden als was voor het vuur! Hij heeft Zijn zwaard<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!