Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Tiecelijn</strong> 21<br />
Dat de ik-figuur de Reynaert met Portugal associeert, is niet ondenkbaar omdat<br />
in A 599 (B 650) inderdaad verwezen wordt naar ‘Portegale/Portegael’ 11 , en wel<br />
in de Bruunscène wanneer de beer hoog opgeeft over zijn trek in honing: ‘Haddic<br />
al thonich dat nu es / Tusschen hier ende Portegale, Ic haet al up teenen male’<br />
(A 597-600). De op stap zijnde Reynaert komt in Hostes voorstelling in Daknam terecht,<br />
een deelgemeente van Lokeren, zijn geboortestad en deelgebied van het Land<br />
van Waas, thuishaven van het dierenepos. Bovendien bevond zich tot voor enkele<br />
jaren het café ‘Reinaert de vos’ aan de dries van Daknam, een plek waar de twaalfdeeeuwse<br />
graaf van Vlaanderen meer dan eens recht zou hebben gesproken. Aangezien<br />
Hoste zich de vos voorstelt als een pelgrim, ligt de verbinding met Nazareth in het<br />
heilig land voor de hand, zeker omdat de verteller er nadrukkelijk op wijst dat het<br />
om het bestaande Oost-Vlaamse plaatsje gaat. In het citaat bevindt de vos zich in het<br />
oog van een geografische en mentale transatlantische ruimte die zich uitstrekt van<br />
Québec tot Israël.<br />
Van een totaal andere orde is de aanwezigheid van wolf en vos in Marcel Aymés<br />
antisprookje Le loup, dat is opgenomen in de verhalenbundel Les contes du chat perché<br />
(1939). In dit verhaal wordt de stoute wolf, zoals hij in de volksprookjes steevast<br />
verschijnt, door twee argeloze kinderen in vertrouwen genomen, tegen de goedbedoelde<br />
raad van hun ouders in. De wolf, die met beide kinderen het beste voorheeft,<br />
gaat zelfs zo ver hun een paradijselijk bos voor te spiegelen waaruit het kwaad is<br />
geweerd. De aanminnige wolf heeft de roemruchte vos blijkbaar op het goede spoor<br />
gezet: ‘Tenez, pas plus tard qu’avant-hier, j’ai recontré le renard qui venait de saigner<br />
tout un poulailler. Je lui ai dit qu’il fallait changer de vie. Ah! Je vous l’ai sermonné<br />
d’importance! Et lui qui a fait tant le malin d’habitude, savez-vous se qu’il m’a répondu:<br />
‘Loup, je ne demande qu’ à suivre ton exemple. Nous en reparlerons un peu plus<br />
tard, et quand j’aurai eu le temps d’apprécier toutes les bonnes oeuvres, je ne tarderai<br />
plus à me corriger’ (p. 185).<br />
Veel verder dan een verwijzing naar de klassieke wapenbroederschap gaat de verwijzing<br />
niet, maar er is in ieder geval geen sprake van ‘een’ wolf en ‘een’ vos. In Aymés<br />
omgekeerde wereld, net als in de mundus inversus van Willem, gaat het wel degelijk<br />
om ‘de’ wolf en ‘de’ vos, en dat kan voor een Reynaertlezer alleen Isegrim en Reynaert<br />
zijn, vooral omdat de wolf zich hier van zijn predikende, niet-wereldse kant laat<br />
zien. Het zinnetje ‘Je vous l’ai sermonné d’importance’ kan althans gelezen worden<br />
als een averechtse/ironische verwijzing naar Reynaerts poging om Isegrim tot het<br />
‘monnikschap’ te verheffen. 12<br />
De verhalen van Aymé herinneren bovendien aan die van Maurice Genevoix, die<br />
niet alleen de auteur is van onder meer de bundel Tendre bestiaire (1969), waarin<br />
‘Maître Renard’ zich van zijn dodelijkste kant toont in een duel met de haas (in het<br />
verhaal Le lièvre), maar ook van een heel vrije bewerking van de Reynaertverhalen.<br />
~ 12 ~