Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Tiecelijn - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Tiecelijn</strong> 21<br />
Gent<br />
In Wolven op de Blandijn. Gentse kanttekeningen bij de Ysengrimus gaat Verbaal in<br />
op de rivaliteit tussen de Gentse abdijen Sint-Pieters en Sint-Baafs. Sint-Pieters is<br />
de abdij waarin Isegrim als monnik wordt opgenomen (en na een parodiërende bisschopswijding<br />
wordt uitgeslagen). Sint-Baafs wordt nergens in het dierenepos genoemd<br />
en lijkt dus gevrijwaard te worden van kritiek. In een artikel uit 1986 heeft<br />
Ganser betoogd dat de Ysengrimus in Sint-Baafs zou zijn geschreven, met als argument<br />
dat een Pieterling zijn eigen abt nooit zo door het slijk zou halen als in<br />
Y. V 869-890 gebeurt. 3 Of daar halverwege de twaalfde eeuw ook zo over gedacht<br />
werd, is nog maar de vraag. 4<br />
Verbaal maakt aannemelijk dat er in het verhaal van Isegrims visvangst spot en<br />
kritiek op Sint-Baafs is verwerkt. Isegrim visser is de enige episode waarin met name<br />
genoemde menselijke personages in het verhaal optreden, namelijk de dorpspriester<br />
Bovo en de oude Aldrada, zijn concubine volgens een glos in één van de handschriften.<br />
Haar naam verwijst naar de heilige Landrada, één van de vele dubieuze heiligen<br />
die in Sint-Baafs vereerd werd. In de reliekenstrijd tussen de beide Gentse abdijen<br />
had Sint-Baafs steeds het nakijken, zodat de Bavelingen in hun verzamelwoede met<br />
allerlei obscure heiligen op de proppen kwamen. Ook Aldrada’s onzinnige heiligenlitanie<br />
(Y. II 59-72) verwijst naar de dubieuze verzameling heiligen van Sint-Baafs.<br />
De merkwaardige vita van Pharaildis (Sint-Veerle) die op Aldrada’s litanie volgt, bespot<br />
de verering van een van de belangrijkste heiligen van Sint-Baafs. De naam van<br />
dominus Bovo, die meer aan zijn haan hecht dan aan de juiste vorm van de liturgie,<br />
verwijst naar Sint-Bavo, de heilige naar wie de abdij vernoemd is.<br />
Daarna schetst Verbaal een beeld van de dichter: een man die verbonden was aan<br />
één van de Gentse scholen en met argwaan, zo niet verbittering de wereld om zich<br />
heen zag veranderen. En ook het onderwijs, waarin de bestudering van de klassieken<br />
en heilige schriften terrein verloor aan het scholastieke denken. Daarom zou<br />
hij een nieuwe woonplaats hebben willen zoeken in Egmond, een klooster waar nog<br />
plaats was voor literatuur en een traditionele, klassieke vorming werd gewaardeerd.<br />
Terecht benadrukt Verbaal dat de dichter geen nihilist was of zwartgallige dweper,<br />
zoals Knapp en Van Mierlo hebben beweerd, maar zijn kritiek zo verwoordde dat<br />
zijn publiek er hartelijk om kon lachen. 5<br />
Wilhelm Heizmann publiceerde in 1995 Die Pharaildis-Überlieferung im mittellateinischen<br />
Tierepos Ysengrimus, over Pharaildis’ vita. Anders dan Van Mierlo en Mann,<br />
die hebben gesteld dat haar vita aan de fantasie van de dichter is ontsproten, 6 vermoedt<br />
Heizmann het bestaan van een overlevering die verder terugreikt in de tijd<br />
dan de Ysengrimus.<br />
~ 18 ~